• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Katharina Deveraux Vampier rang 4

    Terwijl ze afwachtend naar Alice keek vroeg ze zich toch af wat ze in Bathum gingen doen. Misschien wel jagen? Maar waarom dan allemaal te gelijk. Dat deden ze nooit toch? In elk geval niet dat ze wist. Toen Alice zich omdraaide zag Katharina duidelijk een verbaasde blik. Was ze verbaast dat ze tegen haar sprak of meer omdat ze niet in de grote zaal was geweest. "Bedoel je dat je er niet was?" Het was dus toch de grote zaal geweest. Kort haalde ze haar schouders op. 'Ik was verdwaald en toen ik er eindelijk was, was iedereen al weg." Ze mocht dan misschien er al drie maanden zijn of nou ja wel wat minder dan drie maanden maar grote deels had ze op haar kamer gezeten. Ze had geen zin gehad om zich met de andere vampiers te bemoeien. Misschien zou dat later nog wel gebeuren nu had ze liever rust gehad dan dat ze daar te vinden was. Maar het duurde waarschijnlijk niet lang meer voor ze zich bij hen moest voegen. Ze kon toch moeilijk altijd op haar kamer blijven of enkel buiten? Maar dat zal ze dan nog wel zijn. "Onze clan is erg uitgedund en we hebben nieuwe leden nodig, dus zijn we Bathum," Katharina volgde haar hand en keek naar waar ze wees. Daarom waren ze er dus allemaal heen gegaan. Ze wouden mensen veranderen in vampiers dat kon niet anders. "ingestuurd om te kijken of er geschikte mensen zijn." Ze kon enkel knikken en naar Bathum kijken. Moest zij misschien ook mensen zoeken? Een rilling gleed over haar heen terwijl ze daar aan dacht. Dat wou ze dus ook totaal niet doen. "Vat het niet verkeerd op, maar.." Katharina keek Alice vragend aan wachtend tot ze verder zou praten. "maar ik denk dat het beter is als jij het niet doet. Je bent net pas vampier, misschien kan je je niet beheersen," Het was logies wat de andere vampier zei ze kon zich waarschijnlijk niet beheersen. Maar toch wou ze Bathum weer in voor een reden. Terug naar haar gezin. Kort beet ze op haar lip. "Maak je geen zorgen, ik zal geen mensen zoeken. Ik heb wel iets anders te doen." Nu kwam het beeld van Marie al snel weer voor haar hoe ze geschrokken zou zijn om Katharina te zien en haar zou smeken om vergiffenis. Ja dat ging ze doen. Ze zou haar zusje gek maken. Net zolang tot ze toe zou slaan. Een grote gemene grijs verscheen op haar gezicht. "Iets veel beters." Sprak ze zacht om zich zelf aan te sporen het te gaan doen ook. "Maar ik neem aan dat jij ook Bathum in gaat, dan kunnen we net zo goed samen gaan." Ze keek de blonde vampier dit keer met een onschuldige glimlach aan.

    Elijah Hodkin—rebel

    Het was eigenlijk best raar hoe een waarschuwende blik van Mitchell al genoeg was om ervoor te zorgen dat ik me gedeisd hield. Stiekem had ik eigenlijk altijd al opgekeken tegen de rebellen en hoe ze het voor elkaar kregen om het bestuur telkens weer ongemerkt dwars te zitten. Tot nu toe was er nog niemand die ook maar een vermoedde had wie er juist allemaal bij dat groepje hoorde, waarschijnlijk omdat ze stuk voor stuk de kunst van het liegen ook wel onder de knie hadden. Je moest overal gewoon bijna een heel verhaal rond draaien en zorgen dat je niet te veel mensen in je leugen betrok zodat je niet zo snel door de mand kon vallen. Normaal zorgde ik er altijd voor dat ik mensen die connecties hadden in het bestuur altijd te vriend hield, maar de dame hing me echt gewoon de keel uit. Er waren toch nog genoeg mensen die hem wel moesten en redelijk dicht stonden bij mensen in het bestuur. Ik vernauwde mijn ogen voor een moment toen Mitchells woorden tot me doordrongen. Het was duidelijk dat de man er niet echt meer over wilde praten, dus liet ik het maar even voor wat het was. Ik zou er later altijd nog eens op terug kunnen komen. “Vilkas is waarschijnlijk zijn herberg open doen en voor de rest lopen hier niet zoveel interessante mensen rond.” Nonchalant haalde ik even mijn schouders op. Dat van Vilkas was eigenlijk meer een gok, maar de kans was groot dat hij een dag als deze niet zou laten schieten. Voor de tweede keer zette ik een drafje in om Mitchell te kunnen volgen. “Als je liever alleen bent mag je het ook gewoon zeggen, dan maak ik me wel ergens anders…” Nog voor ik mijn zin kon afmaken, hoorde ik hoe iemand mijn naam door de menigte heen schreeuwde en iets of wat geïrriteerd draaide ik me om. De geïrriteerde uitdrukking op mijn gezicht verdween echter al snel toen ik merkte wie me riep en een vriendelijke glimlach verscheen op mijn gezicht. “Mister Hodkin, ik heb hier het geld voor die tekening.” Het duurde even voordat ik me terug herinnerde over welke tekening hij het had, maar al snel wist ik weer waar het over ging en begon in mijn tas te graaien. Na een paar seconden zoeken haalde ik er een rol papier uit die ik aan de man overhandigde en het geld bijna dankbaar in ontvangst nam. Ik was bijna blut, dus de man kwam echt als geroepen. Hij was nog niet zo lang geleden naar me toe gekomen toen ik een van zijn dochters aan het tekenen was die toevallig in zijn zicht gezeten had. De man had me zien kijken en gevraagd of hij de tekening kon kopen als deze volledig af was. “Kan je over een paar dagen naar mijn huis komen? Mijn andere dochters zouden het ook geweldig vinden om een tekening te hebben en ik zal je er goed voor betalen.” Vanbinnen maakte ik bijna een sprongetje van vreugde, maar aan de buitenkant liet ik niets merken. Snel spraken we nog een paar dingen af voordat we afscheid namen en ik met een brede grijns op mijn gezicht naar Mitchell toe liep die ondertussen al verder was gewankeld. “Over een paar dagen naar het huis van een bestuurslid. Kan jij beter?”


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Oliver William Dust ~ 3 rang

    De Grote Zaal stroomt langzaam leeg en al snel is er bijna niemand meer. Na de woorden van Heer Underwood is bijna iedereen vertrokken, waarschijnlijk om op onderzoek uit te gaan. Zelf heb ik geen flauw idee wat te doen, aangezien ik het nog moet gebruiken. Aangezien het eerst niet mocht, en nu plotseling wel?
    De woorden van Heer Underwood dwingen eindelijk mijn gedachten binnen en een grote lach versiert mijn gezicht. Dit is dus eindelijk mijn kans om weer een mens te transformeren. Het lijkt me gewoon indrukwekkend om het van dichtbij mee te maken, aangezien mijn eigen transformatie alweer zo'n lange tijd geleden is.
    Ooit stond ik op het punt om iemand te transformeren, maar iemand hield mij tegen. Op dat moment kon het me niet heel veel schelen, maar ik weet nu dat ik het hetliefste op dat moment had gedaan. Dan had ik nu iets om over op te scheppen of respect mee te krijgen. Aangezien veel mensen denken dat ik alleen maar aan mijzelf denk heb ik dit zeker nodig.
    Nu is dus eindelijk de kans om het te doen, en dat ook nog zonder straf. In die jaren dat ik hier rondzwerf zijn er niet heel veel vampiers bij gekomen, maar daar komt nu verandering in. Heer Underwood zei dat niet iedereen er geschikt voor is, dus ik moet behendig te werk aan. Ik zal iedereen opserveren en dan zelf de beste er tussen uit halen.
    Lui trek ik mijzelf omhoog van de bank en ik ga met mijn hand door mijn donker bruine haren. Ik besluit dat ik het dorp maar weer in ga, dus dan moet ik er zeker goed uitzien voor alle dames. Ik kraak nog even mijn schouders en loop dan zelf ook de Grote Zaal uit.
    Al snel voel ik de warme lucht op mijn huid. Ik haal even diep adem en gelijk ruik ik alles om mij heen. Dat is weer zo' voordeel om een vampier te zijn, je ruikt een stuk beter dan alle mensen. Ik volg de route naar het dorp toe en in de verte hoor ik al een aantal stemmen. Als ik de bocht om sla duik ik even weg achter een boom, aangezien er twee dames lopen. Ze lopen langzaam en ik ze hun lippen bewegen. Ik kijk nog even goed en gelijk herken ik Alice. Heel goed ken ik haar niet, aangezien ze veel in zich zelf is. Ze is in ieder geval nog niet gevallen voor mijn charmes, dus ik heb haar al opgegeven. Mensen zijn toch veel aantrekkelijker dan vampiers. Ze zijn meesal zo dom dat ze niet eens door hebben dat ik anders ben dan zij, aangezien ze altijd zo verbaasd kijken als ik mijn tanden in hun vel zet. Niks is beter dan geshrokken bloed.
    Ik kom al snel dichterbij en ik weet da ze me elk moment kunnen opmerken. Daarom wacht ik nog even vijf seconden, waar ik even zucht. Ik ben vandaag eigenlijk al in het dorp geweest, maar ik ga nu echt niet terug. In het dorp is tenminste iets te doen, want anders zit ik me weer eens te vervelen. Als ik me verveel, eindigt het meestal niet helemaal goed. Ik houd er gewoon van om iets speciaals te doen, wat sommige mensen gewoon niet durven. Nu, als vampier, heb ik niet veel te vrezen, dus moet ik telkens weer iets nieuws verzinnen om mijzelf bezig te houden. Hopelijk praten de dames over iets interessants, waar ik over kan praten. Ik ga namelijk niet over hun kleren praten, dat gaat me iets te ver. Ik grinnik, waarna ik naast Alice ga lopen. Ik probeer hun gesprek weer af te luisteren, maar dan pas besef ik dat dat nogal onbeleefd over zal komen en aangezien ik respect zoek kan ik het beter wat anders aan pakken. Ik schraap even mijn keel, waarna ik zo zwoel mogelijk begin te praten.
    'Hallo, Dames. Mag ik jullie vergezellen naar het dorp?'

    [ bericht aangepast op 2 juli 2013 - 15:53 ]


    "It takes ten times as long to put yourself back together as it does to fall apart."

    Ik had niet echt veel inspiratie, sorry
    ~~
    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Zijn ogen gingen over de menigte, die langzaam maar zeker toch leek te zijn geslonken. Misschien dat de meeste mensen het wel weer hadden gezien, vooral nu het een stukje kouder was geworden door de wind die af en toe kwam oplaaien. Hij moest even zelfs zijn hoedje op zijn hoofd houden, anders was hij weggewaaid. Hij haalde het ding van zijn hoofd. Te veel mensen herkenden hem eraan, en veel zin om nog gezellig te kletsen met die mensen had hij niet. Hij voelde zich gewoonweg niet optimaal en nog altijd was er een drukkend gevoel op zijn borstkas aanwezig, waardoor hij toch wat minder goed kon ademhalen. Ondanks dat hij zich liever niet meer onder de mensen wilde begeven, ging hij toch wat langzamer lopen. Te snel lopen deed hem juist weer duizelig doen maken. In gedachten verzonken was hij al snel weer, terwijl hij nog steeds doorliep zonder een concreet doel voor ogen te hebben. “Vilkas is waarschijnlijk zijn herberg open doen en voor de rest lopen hier niet zoveel interessante mensen rond.” waren de woorden die hem weer even uit gedachten deden opschrikken. Met dat laatste was hij het zeker eens, hoewel er vast nog wel wat mensen van het bestuur rondliepen, had hij verder niet veel bijzondere verschijningen gezien. Er waren altijd wel mensen die voor het oogstfeest in Bathum uit andere streken kwamen. Sommigen kwamen zelfs van erg ver, en deze verschijningen maakten volgens hem dat het feest zo levendig was en anders dan de andere feesten. Even dacht hij dat Elijah was achtergebleven, totdat hij hem weer hoorde spreken. Hij had gelijk, hij wilde liever alleen zijn op dit moment. Mitchell keek even om doordat de jongeman zijn zin niet had afgemaakt, maar hij kon hem niet opmerken doordat hij al snel tussen wat andere mensen was verdwenen. De brede grijns op zijn gezicht was zelfs voor hem nog duidelijk, en hij vroeg zich af wie Elijah tegen het lijf was gelopen. “Over een paar dagen naar het huis van een bestuurslid. Kan jij beter?”. Op Mitchell zijn gezicht verscheen een glimlach. Hij gaf de jongeman een goedkeurend schouderklopje. “Dat heb je goed voor elkaar, ik zou het zelf niet beter kunnen” zei hij, woorden waarin zelfs een klein spoortje trots was op te merken. Hoewel hij Elijah zijn levensverhaal niet kende, wist hij wel dat hij een verleden had, en zich al jong bij de rebellen had aangesloten. Hij misschien zijn twijfels gehad in het begin, maar nooit had hij getwijfeld of de jonge man op zijn plek was geweest. Bij de rebellen vond hij hem thuishoren. Het beetje euforie ebde al snel weer weg toen hij een golf van misselijkheid door zich heen voelde gaan. Kolkhalzen deed hij nog net niet, en gelukkig kon hij zich beheersen. Hij kuchte even. “Ik denk dat ik naar huis ga” besloot hij, al wist hij nog niet zeker of hij gelijk naar zijn huis terug zou lopen of nog de steegjes door zou lopen, misschien wel naar zijn oude huis. Stiekem wilde hij daar gewoon iets doen om die bestuursleden waarvan hij wist dat ze op het feest waren schrik aan te jagen als ze zouden terugkomen. Een ruitje intikken of iets dergelijks.


    Aan niets denken is ook denken.

    Vilkas Alexander Pace
    Het biertje voor Elias wiebelde gevaarlijk tussen mijn vingers heen toen ik iedereen probeerde te ontwijken die voor mijn voeten inliep, zonder er nogal onbeleefd tegen aan te knallen.
    “Goede avond,” begroette ik Elias vriendelijk. Een man van zo’n jaar of vijfenveertig keek op en glimlachte een rij tanden bloot waarbij een snijtand lichtjes over zijn buurman gegroeid was. Zijn grijze ogen schoten meteen met een hebberige blik naar het biertje in mijn handen en daarna weer naar mij. “Vilkas, je hebt weer te doen vanavond!” Hij grijnsde en wierp een blik op een groep giechelende meisjes een eindje verderop.
    Ik zuchtte en zette het biertje voor zijn neus neer. “Volgens mij geven ze het nooit op.” Ik had de dames al zo’n vier keer afgewezen, maar ze leken volgens het motto ‘de aanhouder wint’ te leven.
    “Misschien moet je de dames een kans geven.” Elias nam zijn pint op en nam een flinke slok, die hij gepaard met een nogal onsmakelijk geluid doorslikte. “Misschien kan je nog wel een triootje scoren. Of… Hoe noemen ze dat me vier? Een quatro?” Elias trok een wenkbrauw op, wat voor een komisch aanzicht zorgde. Ik grinnikte zachtjes en schudde mijn hoofd.
    “Ik zal ze jouw kant opsturen, dan kan jij genieten van die ‘quatro’.”
    “O nee nee, begrijp me niet verkeerd. Maar ik ben getrouwd en dat doe ik mijn lieve Angelina niet aan.”
    “Ze boft maar met zo’n trouwe vent als jij.” Ik duwde me af op de tafel zodat ik weer recht stond. “Doe haar de groeten van me.” Met dat gezegd zijnde draaide ik me om een poging te wagen tot het oversteken van de herberg zonder wie dan ook om te lopen. Mijn poging werd echter onderschept door Giechel Één, Giechel Twee en Giechel Drie. Giechel Éen had lange bruine krullerige haren en was nogal kort, ze deed me een beetje aan Félice denken, alleen dat Félice’ neus niets weghad van een aardappel en Giechel Ééns neus daar verdacht veel op leek. Giechel Twee was blond en graatmager, ze zag er zo’n lange onhandige slungel uit, maar ze had een schattig snoetje. En Giechel Drie leek een pracht van een vrouw te zijn, tot ze haar mond opentrok. Haar nasale stem kon je echt kippenvel bezorgen. Stuk voor stuk waren ze aardige vrouwen, maar hun constant gegiechel en gestaar bezorgde me de kriebels.
    “Dames,” begroette ik ze terwijl ik ze probeerde te passeren. Alle drie leken ze in formatie te gaan staan om zo een barricade te vormen. “Wat willen we drinken?” vroeg ik uiteindelijk.
    “Wie zegt dat wij willen drinken,” giechelde Giechel Drie, waardoor al het haar op mijn armen overeind kwam te staan.
    “Dan denk ik niet dat je aan het juiste adres bent, tenzij je een plaats zoekt om te overnachten.” Ik glimlachte vriendelijk en zette subtiel een paar stapjes naar links. Hun hele formatie bewoog automatisch dezelfde kant op, waardoor mijn glimlach verdween.
    “Wij willen wel overnachten, maar niet alleen. De nachten zijn zo koud…” Giechel Twee had ondertussen het woord genomen, maar leek er niet veel beter in te zijn dan Giechel Drie.
    “Wel, een kamer voor drie dan, neem ik aan?”
    Alle drie zuchtten ze in koor en Giechel Één porde me zelfs geïrriteerd tussen mijn ribben. “Je weet wat we willen, Vilkas.”
    “Sorry, maar jullie weten ook er niet op in zal gaan.” Seks, seks, seks, was dat serieus het enige waar de mensen van tegenwoordig aan dachten? Ik vond het al zo vreemd dat ze het met hun drieën tegelijk kwamen vragen. Of zelfs al dat ze het kwamen vragen. “Ik moet weer aan het werk. Als jullie iets te drinken willen, hoor ik het wel. Goede avond nog, dames.” Snel wurmde ik me tussen de drie door en ik zou zweren dat ik een hand langs mijn achterwerk had voelen glijden, maar gelukkig zouden ze zich nu wel voor een tijdje koest houden in een hoekje van de herberg.
    Ik haalde ietwat opgelucht adem toen ik weer veilig achter mijn toog stond.
    Mijn aandacht werd getrokken door Daenerys, die met een of andere vreemde vrouw aan het praten was. Vreemd inderdaad, want haar had ik hier nog nooit gezien. Ze was best schattig met haar grote blauwe ogen. Ik wierp een blik op beiden en wachtte op een moment om in te vallen, zodat ik hun gesprek niet zou verstoren. Ik richtte me tot de vreemde jonge vrouw. “Zou mevrouw wat willen drinken?”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Amaris "Rae" Valora

    "Vergeef mij, met mijn stomme hoofd had ik niet opgelet. Uw vertrek is hier," Ik volgde hem naar de deur die we eerder voorbij waren gelopen. "Gaat uw gang, milady." Ik keek van hem naar de deur en duwde deze uiteindelijk, na een kleine aarzeling, toch open. Nadat de deur onder een zacht gekraak open ging, ging ik de kamer een stukje binnen en liet mijn blik even onderzoekend door de ruimte gaan waarna ik toch besloot om verder te kamer in te gaan.
    Het was niet erg spectaculair of luxueus ingericht, maar dat vermoeden had ik eerder al gehad. Het was misschien niet de mooiste kamer dat ze hier hadden maar het was toch iets, het was zelfs beter dan dat muffe kot dat ik in mijn vorige clan kreeg toegewezen, veel beter zelfs. Ik zou er maar mee moeten leven dat ik maar een vierderangsvampier was.
    Ik draaide me onwennig om naar Cedric en glimlachte een beetje ingetogen terwijl ik mezelf een houding probeerde te geven, ik besloot uiteindelijk om mijn armen gewoon losjes naast mijn lichaam te laten hangen aangezien dit de meest comfortabele houding was op de moment. Wat er nu zou komen wist ik niet maar ergens had ik wel het gevoel dat hij hier niets meer voor me kon betekenen. Waarschijnlijk had hij wel betere dingen te doen dan hier wat doelloos rond te dwalen. Ik had echter wel nog enkele vragen, maar ik wilde het hem niet aandoen om hem nog langer op te houden van zijn zaken, wat deze ook inhielden. Ik zou Silas er wel eens op aanspreken als ik hem zag, of iemand anders die tijd had.
    Een gevoel van leegte bekroop me plots wanneer ik besefte dat ik binnen dit en enkele minuten helemaal alleen zou zijn. Ik was het niet bepaald meer gewend dat ik helemaal op mijn eentje was, maar ik nam er wel genoegen mee aangezien een beetje afzondering soms wel eens goed kon zijn om helder na te kunnen denken. Hier was ik tenminste veilig, ik moest me geen zorgen maken over het feit dat iemand hier binnen zou komen lopen in een poging om me aan te vallen of iets in die aard.
    Onbewust vroeg ik me af hoe lang Cedric eigenlijk al lid was van deze clan en hoe hij hier verzeild was geraakt. Misschien was het wel per toeval, zoals bij mij of wist hij donders goed wat hij deed. De kans bestond natuurlijk ook nog dat hij getransformeerd was door iemand van deze clan en de clan nooit in de steek had gelaten. Wat het ook zou zijn, ik zou er niet naar vragen dat zou immers te onlogisch zijn aangezien ik zelf liever zo weinig mogelijk over mijn verleden vertelde.


    [Sorry voor de slechte post, maar ik had niet zo erg veel inspiratie en ga momenteel ten onder aan mijn grasallergie. D: ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    [Ik ben van morgen tot de 17 op vakantie en van de 18e tot de 28e op kamp.]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    {Ik zit nog steeds met mijn hoofd in een spiraal van stress en emoties maar ik klim er langzaam weer uit, dus ik post morgen een reactie :) }


    Credendo Vides

    Evelyn Gabriela Delavey - 20/121 - 3e rang

    Evelyn keek vanuit haar ooghoeken naar de vrouw. Tegelijkertijd probeerde ze nog op de man te letten die belangrijk was. De vrouw dronk bier en zette het daarna neer. Keek de vrouw nu naar haar? Misschien moest ze ook maar wat drinken bestellen om niet op te vallen, maar het dan niet opdrinken. Ze keek even snel vanuit haar ooghoeken naar de man. Hij ging met een paar mensen praten.
    'Kan ik u soms ergens mee helpen?' Vroeg ze duidelijk aan Eve. Eve zette als waren een masker op en keek verbaasd. 'Nee, hoor,' Ze praatte op een zachtaardige toon. 'J-je,' Ze stortende even '...komt me bekent voor. Ken ik jou niet?' Vroeg ze aan haar. De vrouw kwam haar bekent voor. Evelyn dacht dat ze connecties had met het bestuur. Ze weet bijna zeker dat de vreemde man waar de vrouw opletten het ook is. Misschien werken ze samen. Al hebben die 2 nog geen enkele contact gehad sinds Evelyn in de herberg was.
    Ze moest meer informatie hebben. 'Het kan ook zijn dat ik het mis heb. Ik kom hier niet zo vaak,' Ze glimlachte lichtjes. Ze verzon even snel een verhaal in haar hoofd. 'Ik kom van een dorp hier dichtbij. Ik kom hier een paar keer per jaar. Voor de gezelligheid bijvoorbeeld,' Ze glimlachte nog steeds lichtjes. Ze stopte met glimlachen. Ze keek even naar de man, die connecties heeft met het bestuur. 'Meerdere mensen komen me bekent voor,' Zei ze wat zachtjes. De man zat te kleppen met andere mensen. Helaas was het gehoor van Eve niet goed genoeg om te kunnen horen waarover ze praten. Ze zat te ver weg, maar te dichtbij zitten zou te verdacht zijn. Dat probleem had ze nu. Ze moest die onthouden. Niet te dichtbij zitten, maar wel op gehoorafstand. Volgende keer beter, dacht ze
    Evelyn moest nu op één of andere manier informatie van de vrouw krijgen. Ze was allen niet goed in informatie krijgen op de vriendelijke manier. Maar nu had ze even geen ander keus. Het waren vreemde mensen en ze zou wel erg opvallen als ze als haarzelf ging gedragen. Misschien zou het doen als ze alleen waren, maar nu waren er ook andere mensen aanwezig. Mijn naam is Evelyn Delavey, maar de meeste mensen noemen me Eve' Ze stak haar hand vriendelijk uit. Ze zette haar glimlach weer op. Zou de vrouw het doorhebben dat ze alles doet alsof?

    (Niet echt een lang stukje. Ik heb nog steeds geen inspiratie, dus heb ik er maar wat van gemaakt)

    [ bericht aangepast op 6 juli 2013 - 19:25 ]


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Na een kleine aarzeling had ze de deur geopend en ze ging de kamer een klein stukje in. Haar blik ging onderzoekend de kamer door, waarna ze de kamer verder inging. Zelf had ik haar kamer snel doorgekeken en volgde toen de bewegingen van miss Rae.
    De kamers waren simpel ingedeeld met alleen de belangrijkste dingen. Wat had je dan ook anders verwacht? Het was een slaapkamer en wat je er vooral deed was slapen, niets meer dan dat, want veel gebeurde er de laatste tijd niet. Ten minste, bij mij niet.
    Miss Rae draaide zich om en ze had geglimlacht, wat bij mij overkwam dat ze wat bescheiden deed, en had hierna geprobeerd om een (goede) houding te geven, maar liet toen vervolgens haar armen naast zich hangen. Zachtjes had ik gegrinnikt. “Had u misschien nog vragen, Rae?” Ik had mezelf een onzichtbare schouderklop gegeven in mijn hoofd voor dat ik haar geen mevrouw of miss had genoemd.
    “U ziet er nogal ongemakkelijk uit.” Ik betrapte mij erop dat ik ook deels in haar kamer stond en wat betrapt had ik wat stappen achteruit gedaan om uit haar kamer te komen. Een heer mocht niet op een vrouw haar kamer komen, voordat hij de goedkeuring daarvoor had gekregen. Zo had ik het geleerd.
    “Sorry,” murmelde ik wat zachtjes en beschamend. Mijn blik was wat naar beneden gehangen vanwege dat ik de zachte blossen op mijn wangen voelde branden. Wat stom ook.
    Ik had haar na enkele seconden weer recht aangekeken en schraapte mijn keel wat. “Wilt u misschien mee om voor meerdere leden te zorgen? Dat gaat erg gezellig worden, madame.” Dat laatste had ik wat met een andere stem gezegd. Er was niet een speciaal word voor, maar het was bijna alsof ik iemand anders was.
    Een duister, gevaarlijk iemand die geen grenzen had wat betreft het jagen. Of het nou op vampiers waren, de jonkvrouwen natuurlijk, of op de mens.
    Een kleine glinstering bevond er nu in mijn ogen en ook dit had een andere uitstraling gekregen dan het eerst was.
    Mijn ogen kneep ik dicht en mijn hoofd had ik kort geschud,alsof ik hoofdpijn had, en draaide mij toen vervolgens op waarna ik mijn hand ophief. “Excuseer mij, mevrouw.” Totaal vergeten dat ik haar Rae moest noemen. “Ik ben zo terug.” Had ik deels gelogen. Ik wist namelijk niet of dat wel zo handig was om terug te komen als ik de tekenen herkende.
    Laurentius zou mij overnemen.


    Ahw, dat maakt niks uit! Ik heb er wat van geprobeerd te maken en zo slecht was 'ie niet hoor! Hopelijk heb jij hier wel wat aan haha.

    [ bericht aangepast op 7 juli 2013 - 23:05 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23/110

    Félice knikt. "Ik woon hier al mijn hele leven." Waarna ze nog iets leek te willen zeggen, maar ze verzweeg het toch.
    Waarschijnlijk was het iets over haar familie, al wist ik natuurlijk niet wat, maar ach, misschien kwam ik daar nog wel achter.
    Maar wat zou het saai zijn geweest om hier je hele leven rond te moeten dwalen in deze stad, al was het duidelijk aan haar te zien dat ze uit de hogere kringen komt, ze ziet er goed verzorgd uit en heeft nou niet echt de goedkoopste kleren aan.
    Al kon ik aan haar zien dat ze haar enthousiaste in probeerde te houden over hetgeen wat er nu door haar hoofd heen spookte.
    "Hoe was het reizen ? En waar bent u allemaal geweest ? Heeft u ook nog andere continenten bezocht ? Is het daar erg anders dan hier ?" Er leek maar geen einde te komen aan haar woordenstroom, waar ik geamuseerd naar luisterde, het was altijd leuk om iemand uit te zien barsten in een vlaag van nieuwsgierigheid en enthousiasme.
    "Oh, en u heeft de zee vast wel een keer gezien. Is het net zo mooi als op de vele tekeningen ?"
    Ik lachte eventjes inwendig, wat was het toch leuk om naar de ratelende woorden te luisteren, daaruit kon ik echter wel goed opmaken dat ze zelf dolgraag eens op reis zou willen, weg uit deze stad.
    Wat hield haar tegen ?
    Ik besloot haar vragen één voor één te beantwoorden en ik was al begonnen om de eerste woorden in mijn hoofd te formuleren toen ze alweer haar mond opendeed waarvan ze de lippen even stijf op elkaar had gedrukt. 'Sorry, u hoeft ze niet perse te beantwoorden als u het te persoonlijke vragen vindt.''
    maar ze slaagde er nog steeds niet in om haar nieuwsgierigheid en enthousiasme te verbergen.
    Al was ik sowieso al wel van plan geweest om het te vertellen.
    "Ten eerste waren bijna al mijn reizen goed verlopen, op een paar na dan, maar dat zijn te lange verhalen om te vertellen. Daarnaast duurt het ook te lang om alle plaatsen op te noemen waar ik al ben geweest, want heb inderdaad veel gereisd, door vele landen en voor meerdere continenten, al bleef ik bij velen korter dan dat ik eigenlijk wou." Besloot ik mijn eerste zegje.
    "Al is dit een prachtig land, sommige landen zijn ernstig verschillend, totaal ander landschap, andere dieren waarvan sommigen alleen maar een voorstelling kunnen maken,bijzondere planten en mensen met andere huidskleuren, al zie je die hier soms ook wel." Ik glimlachte eventjes.
    Als laatste zuchtte ik even. "De zee, het is inderdaad prachtig, al weet ik niet welke afbeeldingen u gezien hebt, maar ik kan u vertellen dat de zee wonderlijk is in diens eigen manier." Ik dacht er weer even aan terug hoe het geweest was toen ik boven op een klif stond om naar de zee te kijken.
    "De zee heeft emoties, ze kan vredelievend zijn of woest, ze prikkelt al je zintuigen wanneer de golven op de klippen slaan."
    Ik sloot mijn ogen even om het gevoel weer boven te halen.
    "Je hoort het gedonder van haar macht, je voelt de schok door de aarde heen trekken tot je voeten, je ziet het schuim en het water kolken en je proeft de zout in de lucht hangen."
    Een hevig gemis steeg opeens in me op, ik was eigenlijk nu al een tijd niet meer uit deze stad verdwenen om een reis te maken, misschien werd het daar maar weer eens tijd voor.
    Ik opende mijn ogen weer en bedacht me opeens iets, al was het nog maar de vraag of ze mee zou willen.
    "Ik was van plan om binnenkort weer even naar de zee te gaan om daar wat te handelen, als je zin hebt om mee te gaan hou ik je niet tegen." Deed ik haar een voorstel.


    Credendo Vides

    Amaris "Rae" Valora

    "Had u misschien nog vragen, Rae?" Ik schudde mijn hoofd even. Het was misschien niet de waarheid, maar ik was niet zeker of dat hij wel stond te wachten op mijn vragen. "U ziet er nogal ongemakkelijk uit." Ik keek toe hoe hij enkele stappen achteruit deed en zich verontschuldigde terwijl zijn blik een beetje afdwaalde. Ik deed ondertussen een poging om te glimlachen. "Ik ben het niet gewoon om hier te zijn, dat is al. Het gaat wel over."
    "Wilt u misschien mee om voor meerdere leden te zorgen? Dat gaat erg gezellig worden, madame." Onbewust kantelde ik mijn hoofd een beetje wanneer ik opmerkte dat hij op een andere toon was beginnen spreken. Ik kon nog net zien hoe hij zijn ogen sloot en vervolgens zijn hoofd schudde. Niet veel later draaide hij zich om waardoor ik me af begon te vragen wat er scheelde. Cedric was een merkwaardig persoon, ik was nieuwsgierig geworden naar hem en waarom hij zo'n plotse verandering had ondergaan. Nog voordat ik kon antwoorden, begon hij weer te spreken. "Excuseer mij, mevrouw. Ik ben zo terug."
    Ik haalde een diepe teug lucht binnen terwijl ik naar zijn rug staarde en vervolgens mijn hand even op mijn buik liet rusten. De stof van het blauwe kleed voelde fijn aan tegen mijn huid, erg zacht.
    Het deed me een beetje denken aan de jurken die mijn moeder vroeger droeg toen ik nog een kind was. Ik kon me haar gezicht nog goed inbeelden. Haar satijn zachte huid, die diepblauwe poelen van ogen en hetzelfde witblonde haar als dat van mij. Als ze sprak, leek het wel alsof er kleine belletjes rinkelden in de wind. Haar zoete geur drong mijn neusgaten binnen waardoor ik al snel besefte dat ik weer aan het dromen was. Er was een kleine, droevige glimlach ontstaan op mijn lippen en voor het eerst was ik blij dat Cedric met zijn rug naar me toe stond zodat hij niets kon zien.
    De glimlach vervaagde uiteindelijk, net als de geur, wanneer ik begon te spreken. "Ga maar," Mijn stem klonk als een plotse donderslag in de stille kamer. "Ik heb het nog nooit gedaan." Ik wilde het niet voor iemand vergallen en ik voelde me momenteel ook te onzeker om zulke grote stappen te ondernemen terwijl ik alles hier nog een plaatsje probeerde te geven. Ik was niet zeker of ik er wel daadwerkelijk klaar voor zou zijn en ik wilde het echt niet verbrodden voor de anderen. Ik was trouwens ook niet echt zeker of dat ik het ook wel leuk zou vinden, misschien was ik er te gevoelig voor.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Félice Mabel Delamore
    Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht als hij antwoord geeft op mijn vragen.
    'Ten eerste waren bijna al mijn reizen goed verlopen, op een paar na dan, maar dat zijn te lange verhalen om te vertellen. Daarnaast duurt het ook te lang om alle plaatsen op te noemen waar ik al ben geweest, want heb inderdaad veel gereisd, door vele landen en voor meerdere continenten, al bleef ik bij velen korter dan dat ik eigenlijk wou.' Ik voel een lichte steek van jaloezie, dat hij de wereld al heeft gezien, en dat ik hier al mijn hele leven zit. Natuurlijk gaan we zomers enkele weken ergens anders heen, maar daar blijft het ook bij. Erg ver reizen we dan niet, meestal blijf we dicht in de buurt voor het geval mijn vader snel terug moet naar de stad. Dat is het grote nadeel er van, maar ik mag eigenlijk niet zeuren, aangezien ik bijna altijd krijg wat ik wil. Niet alleen van mijn vader, maar ook van mijn broers. Isaac had me zelfs eens een grote kaart van de wereld gegeven, al was dat in geheim. Hij was bang dat mijn vader de kaart weg zou gooien, dus had hij me verteld de kaart goed op te bergen, en dat heb ik gedaan. Misschien dat ik Devon die kaart een keer kan laten zien, dan kan hij aanwijzen waar hij geweest is...
    'Al is dit een prachtig land, sommige landen zijn ernstig verschillend, totaal ander landschap, andere dieren waarvan sommigen alleen maar een voorstelling kunnen maken,bijzondere planten en mensen met andere huidskleuren, al zie je die hier soms ook wel,' glimlacht hij. Geïnteresseerd luister ik, terwijl ik me probeer voor te stellen hoe die dieren en planten er uit kunnen zien. Vooral naar de bloemen ben ik benieuwd, en ik vraag me af of ze net zulke vrolijke kleuren zullen hebben als de bloemen hier.
    Dan slaakt hij een zachte zucht. 'De zee, het is inderdaad prachtig, al weet ik niet welke afbeeldingen u gezien hebt, maar ik kan u vertellen dat de zee wonderlijk is in diens eigen manier. De zee heeft emoties, ze kan vredelievend zijn of woest, ze prikkelt al je zintuigen wanneer de golven op de klippen slaan.' Devon sluit zijn ogen en ik hang zowat aan zijn lippen. Uit alle macht probeer ik het beeld van de zee voor me te zien, maar dat is erg lastig, aangezien ik de zee slechts op een tekening heb gezien. Uiteindelijk volg ik zijn voorbeeld en sluit ik ook mijn ogen, misschien dat ik het me zo beter kan visualiseren. 'Je hoort het gedonder van haar macht, je voelt de schok door de aarde heen trekken tot je voeten, je ziet het schuim en het water kolken en je proeft de zout in de lucht hangen.' Het lukt iets om de zee voor me te zien, maar het stelt waarschijnlijk niks voor met hoe het de zee er in het echt uitziet. Ik zou er alles voor doen om de zee eens met mijn ogen te zien, en Devons woorden hebben dat alleen maar versterkt, er voor gezorgd dat ik een nog groter verlangen heb om de zee eens te zien. Bij het vage beeld is echter wel een glimlach op mijn gezicht verschenen.
    Ik heb pas door dat ik nog steeds met mijn ogen gesloten sta, als hij verder praat. 'Ik was van plan om binnenkort weer even naar de zee te gaan om daar wat te handelen, als je zin hebt om mee te gaan hou ik je niet tegen.' Mijn ogen vliegen gelijk open, en ik moet me inhouden om niet op en neer te springen als een peuter die net zijn favoriete speelgoed heeft gekregen. 'Dat lijkt me echt geweldig,' glimlach ik breed en met een opgetogen fonkeling in mijn kobaltblauwe ogen. Die fonkeling verdwijnt zodra ik me bedenk dat ik eerst mijn vader moet overhalen om me te laten gaan. 'Ik zal alleen eerst mijn vader over zien te halen,' zucht ik. Enkele seconden later vind ik echter al een oplossing. 'Ik weet haast zeker dat ik mag gaan, als een van mijn broers ook mee zou kunnen gaan,' zeg ik, al weer wat enthousiaster. 'Je zou geen last van hem hebben, tenminste als Josiah mee is. Je hoeft maar een paar mooie jonge vrouwen te hebben en hij is zoet.' Kort bijt ik op mijn lip. 'Of ik zou gewoon kunnen zeggen dat ik een paar dagen met een vriendin ergens naar toe ga. Ik kan vast wel iemand over halen om me te dekken.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    {Ik reageer vandaag met Devon }


    Credendo Vides

    Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23/110

    Nauwlettend hou ik haar gezichtsuitdrukking in de gaten, als sinds het moment dat ik over de zee was begonnen.
    En nadat ik haar had gevraagd of ze zin had om met me mee te gaan naar de zee zag ik dat verlangen pas echt oplichten op haar gezicht en ik zag dat ze zichzelf echt in moest houden.
    "Dat lijkt me echt geweldig." Glimlachte ze breed terwijl er een twinkeling verscheen in haar ogen die ergens al snel weer vervaagde.
    "Ik zal alleen eerst mijn vader over zien te halen." Ze viel even stil voor ze al een oplossing leek te hebben bedacht. "Ik weet haast wel zeker dat ik mag gaan, als één van mijn broers ook mee zou kunnen gaan." De enthousiasme begon alweer bij haar te groeien. "Je zou geen last van hem hebben, tenminste als Josiah mee is, je hoeft maar een paar mooie jonge vrouwen te hebben en hij is zoet."
    Oh, die zijn er genoeg onderweg en anders weet ik er zo wel een aantal te regelen, daar kunnen ze van op aan.
    Maar ze leek nog niet uitgedacht. "Of ik zou gewoon kunnen zeggen dat ik een paar dagen met een vriendin ergens naar toe ga. Ik kan vast wel iemand over halen om me te dekken."
    Dat laatste klonk me veel beter in de oren dan dat er ook nog eens een broer aan onze zogezegd wagen bleef hangen. "Als u zeker weet dat u iemand kan vinden die u een alibi wilt verzorgen is het goed, maar als uw vader voor een te groot probleem gaat zorgen is het misschien beter als ik ook met hem ga praten, misschien kan ik hem overtuigen dat er niets aan de hand is en dat ik hem ervan verzeker dat er onderweg niets gebeurd met zijn dochter en dat je enkel meegaat om de zee te kunnen zien, ik neem aan dat hij dat wel begrijpt ?" Ik lachte even. "Al is het maar de vraag of hij mij vertrouwd, ik zou mijn dochter ook niet zomaar met een jongeman mee laten gaan op een reis."
    Mijn ogen gleden nog eens over het wat rustige plein heen dat langzaam leeg begon te stromen doordat vele feestgangers zich verplaatsten naar de wat grotere pleinen.
    Mijn gedachten gleden alvast naar de reis, we zouden grotendeels in de schemering en avond moeten reizen, tenzij ik mijn ring nog ergens terug wist te vinden in die bult met rotzooi die op mijn bureau lag, hij moest daar ergens tussen liggen.
    Het zou wel fijner zijn om overdag te reizen, zeker ook omdat ik haar dan wat meer geruststelde, want ik wist haast wel zeker dat ze er geen zin in had om steeds in het totale duister te moeten reizen.

    { Een beetje een slecht stukje, maar ik had echt weinig tijd :X }


    Credendo Vides