• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Vilkas Alexander Pace
    “Niet iedereen mag aan mijn kont zitten,” beaamde Elijah terwijl hij een veelzeggende blik toegeworpen kreeg van Daenerys. “Bier voeren mag altijd.”
    Ik grijnsde. Zo kende ik Elijah wel. De jongeman mompelde nog snel gedag en verdween toen, waardoor ik hem met opgetrokken wenkbrauw nakeek. Waarom had hij zo’n haast?
    Daenerys richtte zich tot de bierstand, wat me best verraste voor een vrouw van haar kaliber. Ze leek zo gracieus, ik kon me niet voorstellen dat zij aan het bier zat.
    Alles werd me al snel duidelijk toen ze de pint in mijn handen duwde. Dat leek logischer, al zou een vrouw die bier dronk wel een vrouw naar mijn hart zijn.
    De jonge vrouw trok haar wenkbrauw op toen ik stond te grijnzen. "Wen er maar niet aan, ik ben namelijk niet altijd zo gul."
    Deze keer was ik degene die zijn wenkbrauw optrok, maar ik zei niets. Ik kon er beter nu maar van profiteren en er later niet meer te veel van verwachten. Toch kreeg ik hierdoor het idee dat ze iets van me wilde, en dat was meestal niets goeds. Zeker niet omdat ik zo naïef was als een jong kind en sommige mensen daar gretig misbruik van maakten.
    Tijdens de stilte die er nu hing nipte ik van mijn bier, besluitend dat het de laatste was voor vanavond. Ik begon het nog niet te voelen, maar ik moest de herberg terug openen straks en dan was het geen goed idee om zelf aangeschoten te zijn.
    “Waar is je vriendinnetje heen? Was ze je soms zat?" De stilte werd doorbroken door Daenerys, die me na haar opmerking met een kostelijke blik aankeek. Mijn gezicht vertrok en ik rolde met mijn ogen. “Ze is mijn vriendinnetje niet,” bromde ik
    "Ik bedoelde er niks mee.” Ze klonk tenminste niet meer zo geamuseerd, wat mooi was want ik kon er anders niet mee lachen. Ik had niet vaak vriendinnetjes, vooral omdat ik er geen tijd voor had. Maar het meest omdat ik voorzichtig was. Ik hield er niet van om mensen te kwetsen en andersom. "Waarom ben je eigenlijk niet in je herberg? Je loopt zo een hoop winst mis."
    Ik keek haar aan en trok voor de tweede keer mijn wenkbrauw op. Waarom was zij daar in geïnteresseerd? Het was mijn probleem, niet het hare. “Ik heb ze naar buiten gejast voor het oogstfeest. Ik heb liever dat ze buiten lopen te kotsen dan binnen.” Meneer handtastelijk van daarstraks had een nieuw slachtoffer gevonden. Als hij door had gehad dat ik erbij stond, was hij vast iemand anders gaan zoeken. Maar Daenerys leek zich prima te redden.
    "Zie ik er soms uit als een dame van plezier?" beet ze hem toe, "Ik heb geen interesse, ga iemand anders maar lastig vallen.”
    Mijn blik schoot vermakelijk tussen beiden. Daenerys kille blik was inderdaad impressief, maar ik zou er niet voor wegrennen zoals hij deed. Maar ik viel dan ook geen vrouwen lastig.
    “Oela,” zei ik grijnzend terwijl ik nog een zuinige slok van mijn bier nam. “Ben jij altijd zo… overtuigend?” Mijn blik bleef nog een tijdje op de zuiplap hangen tot hij helemaal verdwenen was in de menigte. Als blikken konden doden, zou hij nu al lang niet meer aan het rennen zijn.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Toen Daenerys vroeg waarom hij niet in zijn herberg was, antwoordde Vilkas dat hij liever had dat de mensen op straat kotsen. Ze haalde haar schouders op en maakte een 'hmm' geluid als gebaar dat dat inderdaad wel logisch klonk. Zijzelf moest er ook niet aan denken allerlei kotsende mensen in haar huis te hebben, dan had ze, ze meteen naar buiten getrapt.
    Toen Daenerys zag dat de dronkaard verdwenen was richtte ze zich weer tot Vilkas stond te grijnzen. "Oela, ben jij altijd zo... overuigend?" vroeg hij haar en Daenerys keek hem deze keer oprecht verbaasd aan. "Hoe bedoel je.. overtuigend?" vroeg ze waarop Vilkas lachte. "Op die manier dat mensen er de kriebels van krijgen."
    Beledigd keek Daenerys hem aan, doordat hij lachte kreeg ze het idee dat hij haar belachelijk maakte en als er iets was waar ze een hekel aan had, was het dat mensen haar niet respecteerde. "Beledig jij altijd vrouwen?" wierp ze tegen en snoof een keer arrogant. "Er is niks mis met overtuigend zijn. Ik word in ieder geval niet lastig gevallen en kan mezelf prima redden." Toch vroeg ze zich af of het zo erg was, maar bedacht zich toen meteen dat het haar niks kon schelen. Als mensen de kriebels van haar kregen, zouden ze haar in ieder geval niet op blijven zoeken en op die manier hoefde ze niet bang te zijn dat ze zich zou gaan hechten aan mensen. Het was enkel lastig als je je aan mensen ging hechten. Ze had zich vroeger vaker gehecht aan mensen, maar dat maakte het zaken doen lastiger en ze was ook meerdere malen gekwetst. Daarbij, ze kon zichzelf prima redden.
    Zwijgend keek ze de andere kant op, maar vanuit haar ooghoeken hield ze Vilkas toch in de gaten. Dit ging de verkeerde kant op, dacht ze en beet zacht op de binnenkant van haar wang. Ze haatte falen en was dat dan ook zeker niet van plan, toch was ze niet van plan haar excuses aan te bieden. Wanneer was het de laatste keer dat ze dat gedaan had? Een jaar of 10 geleden misschien, of zelfs nog langer? Nee, dat zat niet in haar bloed. "Dus.. Hoe ken je Elijah eigenlijk?" Daar kon weinig mis mee gaan dacht ze. Plots was er een hoop oproer en ze wist niet zo gauw waarom. Dit irriteerde haar, het betekende namelijk dat ze niet had opgelet en dat verweet zij zichzelf. Haar ogen schoten over de menigte en al gauw zag ze wat er aan de hand was. Er was een stel dronken onruststokers binnen gekomen die duidelijk het feest kwamen verpesten. Al gauw bestond er een hoop oproer, sommigen begonnen te schreeuwen dat ze weg moesten gaan en sommige andere gasten begonnen al met elkaar op de vuist te gaan. Zijzelf was dan misschien wel onafhankelijk, ze was zeker niet van plan te midden van een gevecht te blijven staan. Er sterk kon ze zichzelf namelijk niet noemen. "Laten we naar buiten gaan," zei ze met haar blik gericht op de hoek waar de mensen al aan het knokken waren. Ze wierp Vilkas een blik toe en wurmde zich toen soepel tussen de menigte door, Ze wist de meeste porren te ontwijken en al gauw stond ze buiten, de koele lucht voelde als een klap in haar gezicht en deed haar, haar meteen beseffen hoe moe ze eigenlijk was.
    Terwijl ze wachtte op Vilkas streek ze kort haar jurk glad en keek een paar andere gevluchte gasten na. Sommige van hun konden nog net op hun benen blijven staan. Mensen, en dan met name mannen, en drank.. Ze gruwelde ervan. "Wat een zootje hè?" zei Daenerys toen Vilkas naar buiten kwam, "Ze hebben vast voor velen het feest verpest." Het was een erg geliefde plek bij feestende dorpelingen, vooral omdat het zo centraal lag en bijna het hele dorp ging er altijd heen. De perfecte kans om een gezellige nacht te beleven volgens de meeste. Zijzelf moest er niet aan denken en ze keek dan ook ontzettend neer op mensen die met de eerste de beste het bed indoken. Even dacht ze aan Mitchell en Elijah die ze er achteraan had gestuurd. Hopelijk ging het er bij hun beter vanaf.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Je mag best die vrouw ook ‘besturen’ / schrijven dat ze iets doet als je wil hoor haha


    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Hij was blij dat hij zijn o zo vertrouwde hoedje weer terug had, en zette hem recht op zijn hoofd. Gelukkig had ze er niet bier of iets dergelijks over heen gegooid, voor zover hij wist, anders zou het ook weten ook. Een reden om nog bij haar te blijven staan zag hij niet, hij wilde liever meteen van haar af. Hoewel hij eerst erg slaperig was geweest door de drank leek hij nu juist weer genoeg energie te hebben, misschien kwam het door de mensen. Iedereen feestte hier en dat deed zijn lichaam en geest misschien denken dat hij genoeg energie had, alsof het nog dag was en hij niet meer dan zoveel uur op was. Elijah leek niet in te gaan op zijn aanbod om hun aan elkaar te koppelen, en dus maakte hij daar ook geen opmerking meer over. Hij was niet zo iemand die zijn vrienden per se aan meisjes wilde koppelen, al was het om een geintje, zelf hield hij ook niet van dat soort personen. Mitchell keek even opzij en zag dat Elijah alweer naast hem stond. “Eum.. Mitchell, dat is de dochter van een van de hogere heren van het bestuur.” De woorden zorgden ervoor dat zijn gatenkaas geheugen weer werd opgefrist, en plotseling wist hij ook weer van welke heer deze dame de dochter was. Alleen haar naam schoot hem nog steeds niet te binnen. “Ja..” zei hij op zachte toon terug, nog wel duidelijk hoorbaar, het klonk een beetje wazig. Natuurlijk wist hij voordat hij ook maar 1 drankje van haar had gehad maar al te goed wie ze was, anders had hij nooit met haar staan praten. Ze had zijn interesse anders nooit getrokken. Op dit moment wist hij echter niet precies meer wat voor informatie hij uit haar had weten te trekken, en hoopte dat het ontbrekende deel hem morgen te binnen zou schieten. Het kostte hem weinig moeite om een charmante glimlach op zijn gezicht te zetten, al beviel het hem niets dat ze zo snel naar hem kwam toegesneld. “Dag …” hij maakte zijn zin niet af, hij wilde haar naam zeggen maar die wist hij nog steeds niet. Na een beleefd knikje met zijn hoofd draaide hij zich met een ruk om, om vervolgens even verontschuldigend naar Elijah te kijken, met het plan om heel snel weg te lopen. Dat laatste was er echter niet bij. Haar ogen hadden nog even snel over Elijah heen geflitst, en ze had hem een brede glimlach gegeven, maar verder leek ze niet in hem te zijn geïnteresseerd. De dame was duidelijk vergeten hoe boos ‘zijn echtgenote’ op haar was geweest, want ze had een soort van mengeling van lust en vrolijkheid in haar ogen en had binnen no time haar armen weer om hem heen geslagen. Hij wilde haar van zich af slaan, op een zo ‘beleefd’ mogelijke manier. Een kans om dit te doen kreeg hij echter niet, want ze begon hem -zonder enige waarschuwing- vurig te kussen. Hij was niet in staat om zo 1,2,3 weg te lopen en wankelde een beetje naar achteren, waarbij zij echter met hem mee wankelde. Zijn ogen flitsten heen en weer door de massa mensen en hij hoopte vurig dat de heer zijn dochter niet in het oog zou hebben, of dat ze niet toevallig uitgehuwelijkt was aan een of andere rijke man.


    Aan niets denken is ook denken.

    Elijah Hodkin

    Voor een moment had ik met mijn mond vol tanden gestaan toen ik tot de conclusie was gekomen dat de dame voor onze neus iemand was die heel veel in gezelschap van één van de belangrijkste mannen in het bestuur was. Het kon goed zijn dat ze heel wat informatie bezat over wat er allemaal gebeurde waardoor ze wel eens van onschatbare waarde kon zijn. Dat Mitchell nu juist zo iemand tegengekomen was, was puur toeval geweest, maar het werkte wel in ons voordeel. Wat sceptisch keek ik Mitchell aan toen hij zich weer leek te herinneren wie ze was en voor een moment sloeg ik mijn armen over elkaar. “Misschien toch wat minder drinken als je met zo’n dingen bezig bent.” God, nu klonk hij net zoals Éowyn, iets wat hem op de een of andere manier wel wat afschrikte. Goed, ze had meestal wel gelijk, maar ze kon het echt op zo’n manier brengen dat je bijna als een klein kind je excuses ging aanbieden. Voor anderen klonk ze op die momenten waarschijnlijk net als een moeder, iets waar ik nooit over mee zou kunnen praten. Mijn moeder was in het kraambed gestorven dus had ik nooit de kans gehad om haar te leren kennen. Daarbij was een grootmoeder heel anders dan een moeder en kon ik me echt niet voorstellen hoe het voelde om een liefhebbende moeder te hebben die je op je vingers tikte als je iets verkeerd had gedaan. Ik werd uit mijn gepieker gehaald toen ik voelde hoe ene paar ogen over me heen gleden en met mijn armen nog altijd over elkaar geslagen liet ik mijn blauwe ogen op mijn beurt over de dame in kwestie glijden. Zoals ik al eerder opgemerkt had zag ze er niet lelijk uit, maar ze was niet echt mijn type. Daar dacht ze blijkbaar hetzelfde over daar ze haar aandacht al snel weer naar Mitchell liet gaan en mij bijna helemaal vergeten leek te zijn. Mij goed, dan moest Mitchell er maar voor zorgen dat hij wat informatie kon verzamelen, dan ging ik wel achter een ander slachtoffer aan als ik er eentje zag. Mijn rechtermondhoek trok langzaam omhoog toen ik merkte hoe de man zich naar me had omgedraaid en het gewoon in zijn ogen te lezen was dat hij weg wilde. Ik wilde me net op mijn hakken omdraaien om weg te lopen, er van overtuigd dat Mitchell wel zou volgen, toen de dame wel iets heel onvoorspelbaar deed. Nog voordat Mitchell ook maar een stap had kunnen zetten, hing ze al om zijn nek en drukte haar lippen op de zijne. Voor een moment bleef ik geamuseerd toekijken hoe de man overdonderd een paar passen achteruit zetten en de vrouw hem doodleuk volgde zonder hun contact te verbreken. Voor een paar seconden bleef ik gewoon toekijken en amuseerde me kostelijk voordat ik met een paar passen de afstand tussen hen en mij overbrugt had en de vrouw voorzichtig van Mitchell aftrok. Natuurlijk had ik het weer voor elkaar om mijn handen juist op de verkeerde plek te leggen waardoor ze de kus verbrak en zich woedend naar me omdraaide om me een klap met de vlakke hand in mijn gezicht te geven. Door de kracht die achter de klap gezeten had, draaide mijn hoofd helemaal naar rechts en de ‘pets’ was tot meters ver te horen. Iets of wat verbaasd legde ik mijn hand tegen mijn wang om haar daarna woest aan te kijken. Het was toch niet mijn schuld dat ze Mitchell kuste zonder dat hij dat wilde en dat ik een vriend wilde helpen? Ik had alleen een beetje moeten opletten waar ik mijn handen zette om haar weg te trekken, maar was dat een reden om te slaan? Ik ademde diep in en uit en balde mijn handen tot vuisten. Ik moest kalmeren, want een gevecht met een vrouw zou wat crue zijn. Ze was sowieso minder sterk dan mij en zou dus snel het onderspit moeten delven als ik me echt liet gaan.

    [ bericht aangepast op 26 juni 2013 - 22:35 ]


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Félice Mabel Delamore
    Met een glimlach neemt de donkerharige jongeman mijn hand aan. 'Insgelijks.' Ik glimlach iets als hij zijn hoofd even buigt. Zoiets hoeft van mij ook weer niet, maar het wijst wel op manieren. Hierna lijkt hij kort ergens over na te denken.
    'Mijn naam is Devon,' komt er uiteindelijk over zijn lippen. 'Mijn familie heeft al eeuwen lang goede zaken gedaan door het gehele land heen.' Oh, dat verklaar waarom hij zoveel gereisd heeft! Ik begin me af te vragen waar hij allemaal geweest is, en of hij ook op andere continenten is geweest. Hij heeft vast de zee wel gezien!
    'Woon jij al lang hier in de stad?' Ik ben zo nieuwsgierig naar het feit dat hij zoveel gereisd heeft, dat het me niet eens opvalt dat hij me aanspreekt met 'jij', en niet met 'u'. Ik knik. 'Ik woon hier al mijn hele leven,' antwoord ik. Ik doe mijn mond al open om te zeggen dat mijn vader een van de bestuursleden is, maar ik besluit het toch niet te doen. Ik moet er eest maar achter komen wat voor een type hij is, want ik zou niet willen dat hij van me wegloopt, simpelweg om wie mijn vader is.
    Voor enkele seconden twijfel ik of het niet erg onbeleefd zou zijn om hem te vragen over zijn reizen, aangezien het misschien iets persoonlijk is. Ik kan mijn nieuwsgierigheid echter niet bedwingen. Zelfs ik kan van mezelf merken hoe enthousiast ik ben over het onderwerp, en ik ben niet snel ergens enthousiast over. 'Hoe was het reizen?' is mijn eerste reis. 'En waar bent u allemaal geweest? Heeft u ook nog andere continenten bezocht? Is het daar erg anders dan hier?' flap ik er achter elkaar aan uit. 'Oh, en u heeft de zee vast wel een keer gezien. Is ze net zo mooi als op de vele tekeningen?'
    Wanneer ik door heb dat ik de vragen wel erg achterelkaar door ratel druk ik snel mijn volle lippen op elkaar, ook al heb ik nog veel meer vragen. Op mijn wangen verschijnt een lichte blos, maar het lukt me niet om de enthousiaste blik uit mijn kobaltblauwe ogen te laten verdwijnen. 'Sorry, u hoeft ze niet perse te beantwoorden als u het te persoonlijke vragen vindt,' zeg ik hem. Het is duidelijk aan mijn gezicht te zien dat ik hoop dat hij wel antwoordt geeft.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Ze deed hem denken aan plakkerige kauwgom, die hij maar niet van zich af kon krijgen. Het verbaasde hem hoe lang ze hem kon kussen, zonder adem te halen. Het was vreemd dat hij het eerder geen probleem leek te hebben gevonden toen ze hem kuste, maar hij nu ontzettend genoeg van haar had. Hij kreeg het alleen maar benauwd van haar, maar vond dat het sowieso wel benauwd was door al die mensen. Zijn ogen flitsten heen en weer de ruimte, voor zo kort mogelijke escape route. Als hij zich op een of andere manier wist te bevrijden door haar greep, zou hij haar echt niet achter zich aan laten lopen. Het liefst zou hij willen dat ze hem ook niet meer zou herkennen, maar dat zou waarschijnlijk te veel gevraagd zijn. Haar tong gleed zijn mond binnen, en hoewel hij dat toch echt te veel vond, kon hij haar moeilijk ‘afwijzen’ zonder dat dit beledigend over zou komen. Hij wilde iedereen die ook maar een relatie had tot het bestuur tot vriend houden, niet alleen omdat niemand dan zou verwachten dat hij tot de rebellen behoorde, maar vooral om het simpele feit dat mensen meer informatie vertelden, naarmate ze je meer mochten en vertrouwden. Wat ze met haar hand deed wist hij niet precies, maar ze kreeg het voor elkaar om de eerste twee knoopjes van zijn linnen overhemd weer open te knopen. Tot zijn grote opluchting zorgde Elijah ervoor dat ze van elkaar werden gescheiden. Hij had meteen het gevoel alsof hij eindelijk weer normaal kon ademhalen, al had dat misschien ook wel andere redenen. Voordat hij er ook maar iets aan kon doen, had ze een felle mep in zijn gezicht gegeven. Dit leek Elijah absoluut niet te bevallen. Hij zag meteen dat hij haar maar al te graag een mep terug in haar gezicht wilde voorkomen, en probeerde zijn woede in te houden. Het leek hem een allerminst goed idee om dit tot een gevecht te laten uitlopen, al vond hij dat Elijah alle recht had om haar een knal in haar gezicht te verkopen, en keek hem daarom even waarschuwend aan. Aan de andere kant vond hij het wel een grappig idee om de ontsteltenis op het gezicht van de jonge vrouw te zien, want zij zou het vast niet verwachten als ze een klap van een man zou zien. Die gedachte deed hem even doen grijnzen, al was de situatie helemaal niet grappig. Hij knipperde even met zijn ogen om alles weer scherp te zien, af en toe duizelde het hem nog. “En wie denk jij wel niet dat je bent?” ze spuugde de woorden uit naar Elijah alsof hij een besmettelijke ziekte had, waar hij haar zojuist opzettelijk mee ziek had gemaakt. De jonge vrouw keek nog steeds pissig, maar leek niet van plan om nog een mep te verkopen. Ondanks dat hij hier helemaal geen zin in had, liet Mitchell een charmante glimlach op zijn gezicht staan en boog hij zich naar de dame toe om wat woorden in haar oor te fluisteren, woorden die alleen zij kon horen. “Dame, kalmeer” begon hij vriendelijk. “Mijhijn vrouw vérmóórd u als ze hier achter komt, en geloof me, ze is hier héél dichtbij in de buurt” siste hij op sinistere toon in haar oren, ook weer zo zacht dat alleen zij het kon horen. Éowyn had blijkbaar nog een duidelijke indruk achtergelaten, want de vrouw leek plotseling een paar tinten bleker te worden. Hoewel het helemaal niet nodig was, vervolgde hij zijn sinistere gefluister “én gelooof me het zahal geen aangename dood worden, maar een heeeel pijnlijke” siste hij fluisterend. Zonder ook maar een woord te zeggen zette de vrouw 2 stappen naar achteren, maar keek hem nog aarzelend aan, alsof ze zou denken dat hij nog in overweging zou nemen om met haar mee te komen, ergens anders heen. Zijn gezichtsuitdrukking was neutraal en hij staarde naar de vlekken voor zijn ogen. Hij hoopte dat ze regelrecht weg zou lopen, het maakte hem niet waarheen, als ze hun gezichtsveld maar niet meer belemmerde.

    [ bericht aangepast op 27 juni 2013 - 18:24 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Vilkas Alexander Pace
    Daenerys keek me verbaasd maar tegelijk ook aan alsof ik zonet het meest gestoorde dat ze ooit gehoord had, had gezegd. "Hoe bedoel je... overtuigend?"
    Ik lachte zachtjes, maar op een vriendelijke manier. "Op die manier dat mensen er de kriebels van krijgen."
    De dame keek me beledigd aan, waarop ik verontwaardig terugkeek. "Beledig jij altijd vrouwen?" snoof ze."Er is niks mis met overtuigend zijn. Ik word in ieder geval niet lastig gevallen en kan mezelf prima redden."
    Ik trok mijn wenkbrauwen op. “Kun jij nooit lachen om grapjes?” kaatste ik zelf beledigd terug. Met zulke opmerkingen bedoelde ik nooit iets. Als ik ze zou menen zou ik ze wel met een serieus gezicht gezegd hebben. “Niet zo beledigd doen, ik bedoelde er niets mee.”
    Daenerys keek koppig de andere kant op, waardoor ik zuchtte en nog een slok van mijn bier nam. “Kom op,” zuchtte ik wanhopig. Misschien was dat de reden waarom vrouwen me niet mochten, omdat ze mijn humor niet deelden. “Sorry… Als dat is wat je wilt horen.”
    "Dus... Hoe ken je Elijah eigenlijk?" vroeg ze opeens uit het niets. Ik trok een wenkbrauw op en zette het lege bierglas neer op het aanrecht. Waarom was iedereen opeens zo geïnteresseerd in Elijah? Was ik niet interessant genoeg of wat? “Lang verhaal,” antwoordde ik haar, net zoals bij Félice. “Vraag het maar aan hem, het is niet aan mij om het te vertellen.”
    Daenerys aandacht werd opeens getrokken door de amokmakers achter ons. Ik rolde voor de tweede keer met mijn ogen. Volgens mij waren het elke keer dezelfde mensen. Ik snapte niet wat ze er zo leuk aan bleven vinden. Na twee keer was de lol er toch wel af.
    "Laten we naar buiten gaan," hoorde ik opeens achter me. In een ruk draaide ik me om, maar ze was zich al een weg naar buiten aan het banen. Ik zuchtte, draaide me om en volgde de vrouw naar buiten. Wat op zich al een opgave was omdat ze helemaal opgeslokt werd door de menigte die zich zelf ook een weg naar buiten probeerde te banen
    Toen ik eenmaal buiten was moest ik eerst een paar keer de koude lucht inademen en moesten mijn ogen nog wennen aan de duisternis voordat ik Daenerys uit de menigte kon opmaken. “Wat een zootje hè?" Zei ze toen ze me in de smiezen kreeg. "Ze hebben vast voor velen het feest verpest."
    Ik zuchtte en keek haar aan. “Je hebt zo van die mensen die alles graag verpesten, en dan heb je mensen als ik die het niet aan hun hart laten komen. Toch zouden sommige mensen niet meer toegelaten moeten worden op het oogstfeest, het zijn altijd dezelfde die het verpesten.”
    Ik glimlachte wat vaag en haalde uiteindelijk mijn schouders op. “Misschien wordt het tijd om de herberg te openen, het is nogal koud om hier buiten stil te blijven staan. Als je wil kan je mee?” stelde ik haar voor terwijl ik al aanstalten maakte om richting de herberg te gaan.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Katharina Deveraux

    Katharina lag in haar hang mat en staarde naar het plafond. Haar hand omvatte het ketting die ze altijd droeg. Ze kon het nog steeds niet bevatten dat tyler met haar zus was getrouwt. Ze had altijd van hem gehouden. Maar hij dus niet van haar dat bleek wel weer. Ze haatte marie zo erg dat ze haar bloed wel kon drinken. Een grijns verscheen op haar gezicht terwijl ze over haar lippen likte. Ze zou het echt kunnen doen. Ze zou naar haar toe kunnen gaan wat van haar bloed drinken en haar dan in stuken scheuren. Hoe meer ze er aan dacht hoe meer ze het wou. Echter besloot ze die gedachten te vergeten. Ze bleef haar zus wat marie ook gedaan had. Geschrokken draaide ze zich om zodat ze van de hangmat viel recht op haar buik op de grond toen ze iemand naar haar hoorde roepen. Ze keek op maar de vampier was er al vandoor gegaan toch hoorde ze hem nog zeggen dat ze naar de grote zaal moest. Echter bleef ze liggen en staarde naar een kleine miertje die snel over de stenen heen liep. Katharina liet haar hand snel over de mier heen gaan. Ze pakte het diertje op en ging vervolgens zitten. Ze liet het zwarte ding over haar handen lopen tot dat ze besloot toch naar de grote zaal te gaan. Ze liet het miertje weer op de grond lopen en sloeg haar hand er op zodat het dood ging. De jonge vampier stond op en veegde haar handen schoon aan haar simpele jurk. Blootvoets liep ze de gangen door op zoek naar de grote zaal. Ondanks dat ze hier al een tijdje was kon ze nog steeds niet alles vinden. Het geluid van haar voeten weerkaaste zich tegen de muren. Toen ze eindelijk dacht dat ze de grote zaal had gevonden zag ze nog enkele vampiers naar buiten gaan. Aarzelend volgde ze hen en het duurde niet lang voor ze buiten was. Eenmaal buiten voelde ze hoe de wind enkele van haar lange blonde haren de lucht in liet gaan en er mee danste. Katharina sloot haar ogen en snoof de geur van alles om haar heen op. Haar ogen gingen langzaam open en een kleine glimlach speelde op haar gezicht. Haar ogen geleden langs de omgeving en al snel zag ze een ander vrouwelijke vampier. Katharina stapte op haar af. "Wat was dat nu allemaal over de grote zaal?" Vragende keek hij de blonde vampier aan en wachte op een antwoord.

    Elijah Hodkin

    Het was maar goed dat ik in de loop der jaren wel geleerd had om mijn woedeaanvallen toch iets of wat onder controle te houden, anders hadden mensen me nu waarschijnlijk van dat vrouwmens af kunnen sleuren. Ik had er niet direct een probleem mee als vrouwen me een klap verkochten, maar daar moesten ze wel een goede reden voor hebben. Het was gewoon haar eigen schuld dat hij haar op een plek aangeraakt had waar je meestal niet echt aan moest komen. Had ze Mitchell maar niet zo uitbundig moeten kussen terwijl het duidelijk was dat de man dat niet wilde. Van mannen werd het wel altijd verwacht dat ze de vrouwen met rust lieten als ze hun gezelschap niet wilden, maar omgekeerd was dat precies niet echt het geval. Het was best moeilijk om ervoor te zorgen dat ik rustig bleef, maar de waarschuwende blik van Mitchell zorgde ervoor dat ik mijn blik van de vrouw afwende en naar de grond keek zodat de verleiding om te slaan toch iets minder groot werd. “Elijah Hodkin, aangenaam.” Ondanks het feit dat ik echt woest was, kon ik het niet laten om op haar vraag te antwoorden. Dit zorgde er alleen maar voor dat ze nog pissiger werd dan ze al was, maar ze was toch niet van plan om me nog een klap te verkopen. De woede begon langzaam te zakken en ik ontspande mijn handen. Mensen met geld waren waarschijnlijk allang hulp gaan zoeken voor die woedeaanvallen zodat het niet snel meer zou gebeuren, maar spijtig genoeg moest ik soms zelfs geld gaan pikken om aan eten te kunnen komen omdat ik soms echt gewoon weigerde om van iemand te lenen als ik blut was. Natuurlijk hielp het wel dat ik soms hielp in Vilkas’ herberg, maar dat ging nu ook weer niet elke dag. Ik had soms ook andere verplichtingen en daarbij was ik niet echt heel goed met glazen. Ik had er al een paar keer laten vallen, maar wist het meestal wel op te lossen op zijn manier. Meestal paaide ik de gasten wat met allemaal onzin zodat ze het voorval vergaten, iets waar ik alsmaar beter en beter in werd. Een frons verscheen in zijn voorhoofd toen ik merkte dat Mitchell wat in het oor van de vrouw fluisterde en ze meteen een paar tinten bleker werd. Het moest wel iets angstaanjagends zijn dat hij haar vertelde, want ze zag er echt uit alsof ze een geest gezien had. “Wegwezen.” Ik had geen idee wat er gezegd was, maar negen kansen op de tien kwam het er wel op neer dat ze hen met rust moest laten. Als dat niet het geval was, kon ik er nog altijd iets omheen liegen zodat het niet te awkward zou overkomen. Ik hield mijn blauwe kijkers strak op haar gericht toen ze een blik op Mitchell wierp, alsof ze wilde dat deze haar zou gaan vergeven om haar gedrag en vragen of ze wilde blijven. Na een paar seconden besloot ze toch om mijn goede raad op te volgen en verdween ze tussen de mensenmassa. “Daar ga ik waarschijnlijk nooit vrienden mee worden.” Ik zuchtte even alsof ik het vreselijk vond en draaide me terug om naar Mitchell. “Wat heb je eigenlijk tegen haar gezegd? Het was net alsof ze een geest gezien had ofzo.”


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Er was een soort van ongemakkelijke spanning die in de lucht hing en maar niet weg leek te gaan. Hij kon deze duidelijk voelen. Elijah had geantwoord op de onbeleefde vraag van de vrouw. Uit de toon waarop hij zijn naam tegen haar had gezegd had hij kunnen afleiden dat er nog wel een spoortje woede bij hem aanwezig was. Hij kon alleen maar hopen dat zijn woorden genoeg effect zouden hebben op de vrouw om haar te doen laten verdwijnen. Een beetje afwachtend keek hij dan ook even van Elijah, waar het wel weer beter mee leek te gaan, naar de vrouw. “Wegwezen” had Elijah nog gezegd, iets waar hij het niet anders dan eens mee kon zijn. Het duurde hem veel te lang voordat ze haar blik van hem had afgewend. Het akelige gevoel in zijn onderbuik dat ze wellicht meer van deze avond zou herinneren dan dat hij zou willen, kon hij nog net wel onderdrukken. Ze zou makkelijk bij haar vader kunnen zeuren of hem zwart maken, en dan hing hij. Toch betwijfelde hij of ze dit echt zou gaan doen, ze leek hem nog wel te mogen, zelfs toen ze wegliep had ze nog een paar keer achterom gekeken. Tot zijn opluchting zag hij hoe ze, toen ze wegliep, al snel verdween tussen de mensenmassa. Mitchell lachte even kort om Elijah zijn opmerking. “Dat hoeft ook niet” zei hij en hij hem even aan toen hij hem vroeg wat hij tegen de jonge vrouw had gezegd. Erg veel zin om nog ook maar één woord over haar te reppen had hij niet. “Niets bijzonders, we zijn in ieder geval van haar af” zei hij dan ook, met een glimlach, de vraag een beetje ontwijkend. “Moet jij eigenlijk niet terug naar je vrienden?” vroeg hij aan Elijah, hij kon zich niet voorstellen dat hij niet in gezelschap van anderen had verkeerd voordat hij naar hem was toegekomen. Hij gunde het hem om de rest van de avond te vervullen met wat hij ook maar wilde doen. Het was niet dat hij zijn gezelschap onaangenaam vond, integendeel, maar liever was hij nu toch alleen. Nu hij niet meer in gezelschap van de dame verkeerde ontspande hij iets meer. Op het moment dat hij in haar gezelschap had verkeerd, had hij nogal wat moeite gedaan om op beide benen te blijven staan zonder te wankelen of haar als steunpaal te gebruiken. Het beviel hem niets om in de feestende menigte te blijven staan, liever bevond hij zich nu in de schaduwen. Hij liep dan vanzelf daar naar waar hij naartoe wilde. Al wist hij niet precies waar hij naartoe wilde. Zijn voeten bewogen vanzelf. Lopen kon je het echter niet noemen, hij onderdrukte hoe hij zich echt voelde, wat tot uitdrukking kwam in een soort van constant balanceren om het juiste evenwicht te vinden bij iedere stap die hij zette. Of Elijah hem volgde wist hij niet, hij was opgegaan in gedachten. Zo opgegaan in gedachten dat hij het niet merkte dat iemand vrolijk “Hé, Mitch!” tegen hem riep, hoogstwaarschijnlijk een bekende, en hij al verder was gewankeld.


    Aan niets denken is ook denken.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    "Je hebt zo van die mensen die alles graag verpesten, en dan heb je mensen als ik die het niet aan hun hart laten komen. Toch zouden sommige mensen niet meer toegelaten moeten worden op het oogstfeest, het zijn altijd dezelfde die het verpesten.” Daenerys knikte kort als antwoord, het waren inderdaad altijd de zelfde prutsers. Maar wat deed je eraan? Zij was in ieder geval niet van plan iets eraan te doen. "Misschien wordt het tijd om de herberg te openen, het is nogal koud om hier buiten stil te blijven staan. Als je wil kan je mee?" stelde Vilkas ineens voor en voor de tweede keer al die avond keek ze hem verbaasd aan, maar herstelde zich gauw. "Ja, is goed," antwoordde ze en liep met hem mee. Vragen naar Elijah deed ze maar niet meer, aangezien Vilkas toen straks al duidelijk had gemaakt dat ze dat zelf maar moest vragen aan hem.Over Elijah gesproken, waar bleef hij toch? Even bleef ze staan en gauw schoten haar ogen of de menigte, maar ze zag enkel de jonge vrouw die Mitchell eerder had lastig gevallen. "Hmm.." Ach, zolang Elijah van het bier afbleef zou het vast wel goed komen, besloot ze en liep weer verder met Vilkas. "Hoe lang heb je de herberg eigenlijk al?" Ze wilde haar handen in haar zakken steken, maar kwam er al gauw achter dat ze niet haar geliefde broek droeg. Met een zuur gezicht liet ze haar armen weer hangen. Terwijl ze liepen bleef Daenerys op de uitkijk voor Elijah en Mitchell, aangezien ze het maar niet van zich af kon zetten.
    Toen ze zijn herberg binnen liepen ging Daenerys aan de bar zitten en keek hoe Vilkas wat dingen klaar zette. "Vilkas, mag ik wat drinken?" vroeg ze. Ze vroeg het wel, maar eigenlijk verwachtte ze wel wat dat ze wat van hem kreeg. Vlak nadat ze het gevraagd had zag ze de eerste klanten al binnenkomen. Er zat nog niemand bij die van enige waarde voor haar was, maar het bewees wel dat Vilkas herberg toch wel geliefd was bij een aantal mensen. De tent was net pas open en de mensen kwamen al binnen druppelen. Of de andere tenten waren vol, bedacht ze zich. Zwijgend keek Daenerys wat rond terwijl ze zich af vroeg hoe vaak ze in de herberg geweest zou zijn. Ze gokte dat ze er hooguit 5 keer was geweest, maar misschien moest ze maar eens vaker komen.
    Plots zag ze iemand binnen komen die connecties had met leden van het bestuur en meteen was ze weer alert. Haar moeheid verdween naar de achtergrond en ze vergat zelfs hoe pijn haar voeten deden van die verschrikkelijke schoenen. Misschien zou het niet zo'n heel nutteloze avond worden als ze in eerste instantie gedacht had.

    (Not my best, maar ik hoop dat je er wat mee kan:Y))

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier.
    Alice merkte al een poosje dat er iemand in de buurt was, maar ging er vanuit dat het gewoonweg een andere vampier was die ook richting het dorp ging. Wel, tot daar was het inderdaad waar, maar het was Katharina. Nee hè, dacht ze en voorkwam nog net dat ze een zachte zucht slaakte. Geen dorp vandaag meer, dat had ze allang gemerkt. Wat haar ook niet ontgaan was, was dat ze vandaag net de types aantrok waar ze het niet zo mee had. Katharina was nogal.. Tsja, verbitterd en soms agressief. Niet het type waar Alice graag mee om ging, maar ze kwam er niet onderuit. "Wat was dat nu allemaal over de grote zaal?" vroeg de vampier. Alice draaide zich om en keek haar verbaasd aan. "Bedoel je dat je er niet was?" Ze had werkelijk gedacht dat iedereen er was geweest, iedereen had namelijk geprobeerd iedereen te informeren en Alice had het idee gehad dat dat wel gelukt was. Blijkbaar was niet iedereen geïnformeerd. Misschien hadden ze haar wel vergeten, ze was immers een vrij recent lid en eerlijk was eerlijk, dan werd je sneller over het hoofd gezien. "Onze clan is erg uitgedund en we hebben nieuwe leden nodig, dus zijn we Bathum," ze gebaarde met haar hand, "ingestuurd om te kijken of er geschikte mensen zijn." Alice zweeg een poosje en keek Katharina aan. "Vat het niet verkeerd op, maar.." begon ze voorzichtig, zweeg even en ging toen verder, "maar ik denk dat het beter is als jij het niet doet. Je bent net pas vampier, misschien kan je je niet beheersen," vertelde Alice voorzichtig. Ze realiseerde zich prima hoe hypocriet het was, wat ze zei, maar het was tevens de waarheid en die moest gezegd worden vond ze. Katharina was er vast nog niet klaar voor, misschien dat Oliver dacht van wel, dan zou ze mazzel hebben. Hoe dan ook, Alice voelde het als haar plicht om Katharina hiervoor te behoeden.

    (Omfg, deze is zo ziek kort. Sorry, filosofie heeft mijn hersenen compleet nutteloos gemaakt I guess :') )

    [ bericht aangepast op 1 juli 2013 - 18:52 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Vilkas Alexander Pace
    De jonge vrouw leek iets wat verrast door mijn vraag, ook al was hij zo vreemd niet. Vond ik dan. "Ja, is goed,” stemde ze in. Ik glimlachte vaagjes in haar richting en draaide me om. Het meeste volk leek al van het plein afgedropen te zijn sinds dat gevecht. Het zag er nogal nietig en verlaten uit, alsof er zonet een storm door geraasd had waarvoor iedereen moest gaan schuilen. Ik baande me een weg tussen de grote huizen van het centrum door, tot de ietwat kleinere huisjes. De herberg lag in dat deel van de stad, dat ik het gezellige deel noemde. Niet al te veel mensen, schattige knusse huisjes en niet te ver maar ook niet te dicht bij de stad.
    "Hmm.." Ik schrok op van Daenerys, die uit het niets humde. "Hoe lang heb je de herberg eigenlijk al?" Ik keek haar vanuit mijn ooghoeken aan en begon te tellen. “Ik werk er eigenlijk al mijn hele leven, maar mijn ouders zijn een jaar of twee geleden overleden. Dus zo’n twee jaar.” Ik glimlachte er wat waterig achteraan, maar mijn lach was niet zozeer overtuigend. Mijn ouders waren gezellige mensen geweest, het was zonde dat ze er niet meer waren. Ik probeerde in hun voetstappen te treden door de herberg op dezelfde manier uit te baten als zij deden, maar ze hadden me nooit de fijne kneepjes van het vak geleerd. Dus een groot deel moest ik zelf uitzoeken en dat kon soms nog wel eens mislopen.
    Daenerys volgde me naar binnen toen ik de deur van the Royal Oak opende en naar de bar liep om al wat klaar te maken voor de klanten die vast en zeker nog binnen zouden komen.
    "Vilkas, mag ik wat drinken?" vroeg Daenerys, alsof ze zo’n klein schattig meisje was dat het bijna niet durfde te vragen.
    Ik leunde op de bar en keek haar aan. “Tuurlijk, wat wil je drinken?” vroeg ik terwijl ik haar afwachtend aankeek en de klanten al groette die binnenkwamen.
    “Zoals gewoonlijk, Vilkas!’ riep een van de klanten, waardoor ik door gewoonte twee pinten nam en ze vulde, tot ik zag dat hij alleen was en ik daar stond met mijn pint teveel.
    “Deze is van het huis,” zei ik terwijl ik de extra pint bier voor Daenerys neerzette en de andere pint naar de klant ging brengen.

    Ugh, hij failt. Sorry D:

    [ bericht aangepast op 1 juli 2013 - 19:37 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Haar bewegingen waren alleen wat verlegen en onhandig geweest en ze had er niet veel op geantwoord. Maar toen ik de cape had aangeboden, had zij haar lippen geperst en was het enkele seconden stil.
    'Dat is erg aardig,' begon ze. 'Maar ik denk dat het een automatisme is aangezien ik het niet koud heb.' Toen ze dit had gezegd had mijn mond een 'O' gevormd, ten teken dat ik het snapte. Mijn vingers hadden zich kort wat harder om de cape geklampt.
    Ik had de cape niet terug om gedaan, maar miss Rae had met haar hand zachtjes de cape weer richting mij geduwd. 'Hou het maar, ik heb het echt niet koud.' Had ze eraan toegevoegd met een glimlach.
    De cape had ik weer met simpele, formele bewegingen omgedaan.
          Met elke stap die zij gezet had, maakte ik me zorgen. Ik voelde de hunkering van mijn andere karakter en dan niet alleen de hunkering naar het bloed. Mijn ogen volgden miss Rae. Haar witblonde lokken deinsden zachtjes tegen haar rug aan met elke stap die zij zette – ik kon zo de violen horen en voor me zien hoe ik de strijkstok tegen de snaren aanzette. Het was een bedroefde en meeslepende toon. Het was de duisternis die zo met mij speelde en ik moest hier snel vandaan.
    Zonder dat ik het doorhad begon ik wat sneller te lopen. Ik kon de dreigende en gevaarlijke toon al in het vioolspel horen, ook al speelde er niemand. Het was het vioolspel geweest dat elke keer ervoor gezorgd had dat mijn andere karakter de weg naar het bovenoppervlakte had gevonden.

    We waren allang langs de kamer gelopen die Silas naar haar had toe verwezen, maar met mijn hoofd vol met zorgen, had ik er niet opgelet en er straal voorbij gelopen.
    Ik hoorde opeens de stem van miss Rae, niet dat mijn zorgen hiervan weggingen – nee, ik begon nu lichtelijk te stressen. 'Cedric,' ze keek mij van opzij aan.
    'Bedankt,' Ik had haar enkel toegeknikt. 'voor me te brengen en voor de gastvrijheid.'
    “Maar natuurlijk, Rae,” had ik wat onwennig gezegd, vanwege dat ik haar maar bij haar naam moest noemen. “ik deed het graag.” Toen merkte ik pas dat ik haar kamer voorbij was gelopen en keek toen om. Gelukkig waren het maar een paar deuren terug en draaide ik mij om.
    “Vergeef mij, met mijn stomme hoofd had ik niet opgelet. Uw vertrek is hier,” had ik haar uiteindelijk gezegd en liep terug naar de juiste kamerdeur voor haar.
          Ik had kort plechtig voor haar gebogen, nadat ik de kamerdeur voor haar had open gedaan.
    “Gaat uw gang, milady.”


    Oh, hemel, ik had gehoopt dat hij langer zou worden en veel bijzonders zit er niet in. Hopelijk kun je er toch wat uithalen!


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Evelyn Gabriela Delavey - 20/121 - 3e rang
    Eve streek haar jurk glad. Ze ging rechtop staan en keek in de spiegel. De spiegel was van een winkel, waar momenteel maar 2 mensen waren. Het was een soort planten winkel, maar niemand leek geïnteresseerd in haar . Evelyn had geen idee waar ze in godsnaam mee bezig waren, maar zo lang ze niet op haar letten, is het goed. Ze pakte een hoed van een houten kast. Ze moest eerst wat aarde van de hoed af vegen. Ze zette hem goed vast. Ze maakte haar vlecht los en haar losse haren hingen golvend naar beneden. Evelyn had een hekel aan jurken, maar ze moest het momenteel wel dragen om niet al te veel op te vallen. Haar jurk was zwart en en had een paar printjes erop genaaid. Haar hoed was ook zwart. Natuurlijk had ze hem ergens gestolen. Waarschijnlijk zou ze een jas maken van de bovenkant en de rest verkopen op de illegalen markt. Ze keek nog even goed in de stoffige spiegel. Ze zag er onschuldig en menselijk uit.
    Ze deed haar haren nog even goed. Ze liep op de twee personen af in de winkel. Evelyn hoorde hen fluisteren. Ze wist dat Eve hier was, maar dat hield hen er niet van af om geheimzinnig te doen. Ze pakte een boeket rode rozen, gewoon voor afleiding. Ze tikte op een meneer zijn schouder. Hij schrok zich dood en maakte zelfs een klein sprongetje. Hij had niet verwacht dat Evelyn opeens achter hem zou staan. Evelyn lachte vriendelijk, wat de man geruststelde. 'Sorry meneer,' Vroeg ze lief. 'Hoe duur zijn deze bloemen?'
    'Er staat een prijskaartje bij!' Snauwde de vrouw. Evelyn keek naar het kaarten en zag de cijfer 4 staan. 'O, ik zie het al,' Ze keek met een snelle blik naar de vrouw. Ze had geld in haar hand. Veel te veel geld voor een winkel met planten. Ze keek weer naar de man en zag een mes net onder zijn jas uitstekken.
    'Sorry, ze zijn net te duur. Ik moet nog wat geld overhouden voor het feest,' Ze haalde haar schouders op en legde het boeket terug. Ze draaide zich om en liep een paar stappen richting de deur. 'Leuke mes trouwens. Misschien handig om het beter te verbergen als je klanten hebt. Mensen hebben het dadelijk nog door,' Ze draaide haar hoofd en keek hen aan. Het was een illegale handel. Deze plek kende ze nog niet. Misschien kwam ze nog wel terug. De vrouw keek wat geïrriteerd en de man wat angstig. Evelyn liep de winkel uit de straat op. Het was nacht en heel veel mensen waren erop straat.
    Ze liep rond, niet wetend waar ze naar toe ging. Op jacht misschien? Eigenlijk moet ze opzoek gaan voor nieuwe mensen in de clan, maar daar had ze helemaal geen zin in. Ze vocht liever. Dus ging ze wat anders doen. Ze probeerde wat meer te weten over dit land , het bestuur en haar tegenstanders. Als ze dan echt iemand moet vinden, kan ze wat makkelijker kiezen, hoopt ze.
    Ze ging uiteindelijk een herberg in. "Vilkas, mag ik wat drinken? Hoorde Eve als eerste toen ze ging zitten. Evelyn was onhandig bezig met haar jurk. Hoe overleven vrouwen dit? Hopelijk kom ik ooit in een tijdperk waar vrouwen broeken dragen, dacht ze
    Eve vond de stem van de vouw best bekent, maar ze wist even niet waarvan. Ze hield haar aandacht op de vrouw. De vrouw werd opeens alert toen er iemand binnen kwam. Evelyn kende hem. Hij had connecties met de leden van het bestuur. De vrouw keek behoorlijk gefocust naar hem.
    Had zij ook geen connecties met leden in het bestuur? Ze kwam Eve wel bekent voor. 'Deze is van het huis,'Hoorde Evelyn een man zeggen en een pint bier werd voor haar neus gezet. Evelyn zat op haar stoel en hield de vrouw in de gaten.

    Geen idee of het een man is, maar dat heb ik er maar van gemaakt :'D


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    “Tuurlijk, wat wil je drinken?” vroeg Vilkas haar en nog voordat ze kon antwoorden had ze al een pint bier voor haar neus. Kort trok ze haar wenkbrauw op. "Chique hoor," merkte ze droog op. Ze had niks tegen bier, ze vond het eigenlijk wel lekker, maar het stond alles behalve charmant en ze moest helder blijven. Het meest vervelende was toch wel dat ze eigenlijk niet zo goed tegen drank kon. Toch nam ze een slok van haar bier terwijl ze de net binnengekomen man goed in de gaten hield. Hij leek zich te vermaken en had zo te zien, net zoals de meesten, al wat op. Perfect, straks, als hij nog wat verder heen was, zou ze proberen een praatje met hem aan te knopen. Dat moest niet moeilijk zijn, meestal waren vooral de mannen erg spraakzaam.
    Net toen ze nog een slok nam merkte ze dat iemand haar in de gaten hield en vanuit haar ooghoeken zag ze een vrouw zitten. De vrouw had bruine haren die ze losjes over haar schouders golfden en ze was erg donker gekleed. Daenerys trok kort haar wenkbrauwen op en zette haar pint bier neer terwijl ze de jonge vrouw nogmaals bekeek vanuit haar ooghoeken. Haar gezicht zag er lief, haast schattig uit, maar Daenerys wist uit ervaring dat je altijd moest opletten.
    "Kan ik u soms ergens mee helpen?" vroeg ze uiteindelijk aan de vrouw en keek haar past aan toen ze de woorden had uitgesproken met een blik die boekdelen sprak. Ze hield er niet van zo in de gaten gehouden te worden, vooral niet door een vreemde. Nu ze de vrouw goed kon bekijken vroeg ze zich af wie ze was. Daenerys had haar nog niet eerder gezien. Misschien een reiziger of een handelaar? Nee, ze zag er uit als een doodnormale dorpeling. Vluchtig keek Daenerys de herberg rond, misschien dat Vilkas die vrouw bezig kon houden, dan kon zij zelf naar de belangrijke man toe om wat informatie te ontfutselen. Hoe in hemelsnaam kreeg ze Vilkas zo ver om de vrouw gezelschap te houden zonder dat het opviel? Daenerys beet kort op de binnenkant van haar wang. Normaal gesproken zou ze zo met een plan komen, maar ze was moe, ze had immers al een flink drukke dag erop zitten, en haar voeten deden ontzettend zeer. Het liefst was ze naar huis gegaan, maar nu de belangrijke man, ze kon even niet op zijn naam komen, binnen was gekomen zat zelfs dat er niet meer in. Daenerys wilde nog een slok van haar bier pakken, maar merkte dat het op was en zette de pint terug op de bar. Plotselign zag Daenerys hoe een groepje van drie vrouwen richting Vilkas liep die kort daarvoor nog hadden staan giechelen. Aan Vilkas zou ze voorlopig niet veel hebben. Geïrriteerd sloeg ze haar ogen ten hemel, maar herstelde zich gauw. Vandaag leek ze ongeluk aan te trekken, op de goede ruil van vandaag na was bijna alles anders gelopen dan dat ze gewild had.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.