• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Silas Underwood, clanleader.

    Ze had dus geen enkel idee wie de vampier was die haar veranderd had. De dingen die nodig waren om te weten zal ik haar zelf leren. Ik glimlachte een beetje vaag toen zij eruit had geflapt dat ik meer moet glimlachen, al was het niet van harte. Het was zelfs een beetje onwennig, omdat ik liever niet zulke dingen wilde horen, dus had ik mijn clan leden medegedeeld dat ze dat soort dingen niet hoorde te zeggen tegen mij. Tot nu toe hielden ze eraan, maar ik vroeg me af of ze gingen veranderen nu Rae erbij zou horen.
    We stonden op een gegeven moment voor de deur toen de vrouwelijke vampier halt hield. Ik draaide me iets benieuwd naar haar om, want ik had de deur van de Grote Zaal al open willen doen namelijk – die bleef nu halverwege hangen om toch terug naast mijn zij te vallen.
          ‘Is er nog iets dat ik moet weten voordat ik daadwerkelijk die zaal binnen ga?’ Dan mocht ik het niet zeker weten, echter haar stem had een onzekere klank voor mij, alsof ze bang was dat de anderen haar niet zouden mogen. Daar hoefde ze zich geen zorgen over te maken, en anders kon ze het aan mij vertellen.
          ‘Het enige wat je moet weten, is dat je naast mij hoort te staan en ik doe de rest. Ik introduceer je.’ Zonder er nog tijd aan te besteden, want die is al te lang voorbij gegaan, open ik de deur, laat haar opnieuw eerst naar binnen en vervolg mijn weg naar het voorste stuk met een strenge tred.
    Eenmaal vooraan gekomen, mijn plek om wat dan ook aan te kondigen, maande ik iedereen naar stilte door mijn hand op te heffen en iedereen strikt aan te kijken. Ze konden verwachten dat ze gestraft zouden worden wanneer ze expres niet zouden luisteren. Dat wisten ze, en ook dat ik dat niet respectvol vond. Mijn broer had ik opgemerkt, die was zo trouw als altijd en daar bedankte ik hem erg voor, hoewel ik niet zeker wist of hij daar weet van had. Hem had ik een wat warmere knik van begroeting gegeven zodra ik hem zag, dat deed ik heel vaak.
          ‘Iedereen luister goed naar wat ik te zeggen heb,’ begon ik, waarbij ik mijn ogen door de zaal liet glijden. ‘Het heeft te maken met onze clan, maar eerst wil ik jullie met genoegen voorstellen aan Rae.’ Ik gebaarde jegens haar en een bemoedigende blik dwaalde voor een luttele seconde in mijn poelen, die iets donkerder waren geworden. Daarop draaide ik me al terug.
          ‘Zij komt onze clan versterken, aangezien…’ Een scherpzinnige en ietwat hooghartige grijns speelde er op dat moment op mijn lippen, want ik wist wat er eerder gebeurd was. Dat ging ik hen nu vertellen. ‘mijn vorige zangeresje Elvyra nogal, hm, problemen met ons had. Zij bemoeide zich met zaken waar zij zich niet mee in moest laten. Geen zorgen,’ Een dromerige blik. ‘ik heb het opgeruimd.’ Er was zelfs iets engs aan mijn aanblik nu, maar dat verdween al snel.
          ‘Wat me op het volgende punt brengt, zoals jullie vast gemerkt hebben zijn we met weinig clanleden over gebleven, dat kan zo niet verder gaan. We hebben meer leden nodig en ik weet zeker dat we in Bathum dat kunnen voldoen. Let wel op: niet iedereen is geschrikt om het te zijn en ik wil jullie nogmaals melden dat als het gebeurd, jijzelf er verantwoordelijk voor bent. Leer ze de dingen die ze horen te weten, anders zal ik mij ermee bemoeien en dat zal niet prettig zijn.’ Alles wat ik had gesproken, was met een erg strikte toon gebeurd, dat hoorde ook. Dit was geen pretje en ik wilde er zeker van zijn dat ze hun protegé niet zomaar lieten vallen.
          ‘Eenieder mag gaan,’ Zo liet ik hen gaan. ‘Breng me nieuwe clanleden.’
          ‘O, behalve jij, Meneer Salomon,’ Mijn ogen bleven op hem hangen, terwijl ik mijn handen achter mijn rug deed. ‘Zou je zo vriendelijk willen zijn Mevrouw Rae hier de rest te laten zien? Eveneens haar vertrek, ik denk dat de ruimte naast Alice goed genoeg is.’ Liet ik weten met een knikje. Mijn stem was zoals altijd zuiver en met een erg nette toon.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Alice Woods.
    "Het spijt me van mijn onbeleefdheid," had Evelyn zichzelf verontschuldigd, waardoor Alice even met haar mond vol tanden had gestaan, waarna ze gauw iets in de trant van 'het is al goed' gemompeld had. Evelyn bood bijna nooit haar excuses aan wist ze en zo erg had Alice het nou ook weer niet gevonden. Wat Alice vervelender vond was dat Evelyn, ondanks dat Alice duidelijk had gezegd dat het enkel maar geruchten waren, toch door bleef vragen. Haar stem klonk weliswaar minder kil. Gelukkig hoefde ze, doordat Cedric haar groette, niet te antwoorden. "Actie is altijd leuk," antwoordde Evelyn en Alice keek wat ongemakkelijk de andere kant op.Blijkbaar was ze enig in haar soort.
    Ze had het gevoel dat er iemand naar haar keek en zag dat dit inderdaad het geval was. Cedric keek naar haar en ze vroeg zich af wat er door hem heen ging. Eigenlijk wist ze vrij weinig van hem, maar Alice wist dat hij haar wel beter kende. Vooral na hun ontmoeting een paar maanden geleden. Een moment waar ze liever niet te veel aan terug dacht. Ze had een relatie gehad met een vampier wiens naam ze liever vergat sinds hij haar zo bruut en laf had laten vallen, daarna was Cedric de enige geweest die bereid was naar haar verhaal te luisteren. Alice was hem hier nog altijd dankbaar voor, het waren immers vaak de kleine dingen die haar bijbleven.
    "“Dat betwijfel ik, miss Delavey. Er zijn altijd momenten waarbij je geen zin kunt hebben in actie. Simpelweg omdat je er bang voor bent of dat.. er wat ergs gebeurd is. U kunt mij niet wijsmaken dat u nog nooit bang bent geweest en dat u dacht dat alles weer goed kon komen.” Opnieuw voelde Alice Cedrics ogen op haar gericht toen hij dit zei en ze vroeg zich meteen af of hij misschien iets wist. Die mysterieuze blik van hem, het was net alsof hij dwars door haar heen keek wat er voor zorgde dat ze haar ogen gauw neersloeg en een keer slikte. Ze was iemand die graag haar hart bij iemand luchtte wanneer zij ergens mee zat, ondanks dat ze zich later voor die zwakte zou schamen, maar als ze het idee had dat anderen dingen van haar wisten waarvan ze niet wilde dat het uitkwam kreeg ze het al benauwd.
    Alice merkte dat er plots een oproer ontstond in de menigte en draaide zich om, om net te zien dat heer Underwood er aan kwam. Hij had geen betere tijd kunnen kiezen om te komen wist ze. Al gauw viel er een afwachtende stilte in de Grote zaal en ook Alice had haar oren gespitst om geen woord te missen van de mededeling. Tot haar verbazing werd heer Underwood vergezeld door een jonge, blonde vrouw. Erg bijzonder zag ze er niet uit, heel erg jong zelfs, maar dit nam niet weg dat Alice haar knap vond.
    Heer Underwood vertelde dat zij, ze bleek Rae te heten wat Alice een erg bijzondere naam vond, zijn vorige zangeres zou vervangen, maar de manier waarop hij het uitspraak en hoe hij er bij keek zorgde ervoor dat er een rilling over Alice' rug liep. Ze had hem altijd op de een of andere manier beangstigend gevonden en dit werd op het moment weer versterkt. "Wat me op het volgende punt brengt, zoals jullie vast gemerkt hebben zijn we met weinig clanleden over gebleven, dat kan zo niet verder gaan. We hebben meer leden nodig en ik weet zeker dat we in Bathum dat kunnen voldoen. Let wel op: niet iedereen is geschrikt om het te zijn en ik wil jullie nogmaals melden dat als het gebeurd, jijzelf er verantwoordelijk voor bent. Leer ze de dingen die ze horen te weten, anders zal ik mij ermee bemoeien en dat zal niet prettig zijn."
    Alice mond viel haast open toen ze de mededeling aanhoorde en er kwam een angstige blik in haar ogen toen de betekenis van de woorden tot haar doordrongen. Ze zou naar boven moeten en zich onder de mensen begeven, ze zou haar grootste angst onder ogen moeten komen. Alice slikte en herstelde zich gauw toen ze doorhad dat een groot aantal vampiers al vertrok, enthousiast sprekend over de mededeling.
    "O, behalve jij, Meneer Salomon, zou je zo vriendelijk willen zijn Mevrouw Rae hier de rest te laten zien? Eveneens haar vertrek, ik denk dat de ruimte naast Alice goed genoeg is," voegde heer Underwood er nog aan toe en Alice keek naar Cedric en Evelyn. "Dan ga ik ook maar, ik zie jullie later wel weer," zei ze met een flauw glimlachje en liep gauw de Grote Zaal uit. Naar boven... Alice beende met snellere passen dan haar gewoonlijke tred door de gangen. Aan de ene kant wilde ze graag helpen, het was haar plicht te helpen, maar haar angst was ontzettend groot. Ze was bang voor zichzelf en haar haast onbeheersbare honger. Samen met een paar andere vampiers liep ze naar buiten, maar in plaats van richting het dorp te lopen liep ze dieper het bos in. Ze moest even alleen zijn. Na een poos werd haar tred weer rustiger terwijl ze probeerde te wennen aan de gedachte. Het nieuws wat ze zojuist had gehoord, het was iets waar ze niet onderuit kon komen. "Waarom nou," mompelde ze voor zich uit. Kort sloeg ze haar ogen ten hemel en zag dat de zon nog onder was, een moment van de dag waarop ze zich vrij kon bewegen boven de grond. Plotseling bleef Alice staan en haalde een keer diep adem. "kom op Alice, het is nu of nooit," fluisterde ze en draaide zich om haar as om deze keer zoals de rest richting Bathum te lopen. Als ze nu niet zou gaan, dan zou haar angst enkel groeien evenals de kloof. Ze moest en zou vannacht nog Bathum in gaan.

    Post isn't that great, but wanted to post anything, because you've been waiting for two weeks now.

    [ bericht aangepast op 6 juni 2013 - 16:12 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Shit, ik wilde het in één post gooien :l Naja.
    Haha, ik kan ook niks met dronken mensen hoor :p Ik lul er altijd maar wat omheen.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Het eerste wat Elijah deed was haar verontwaardigd aankeken en Daenerys vermoedde dat dit kwam doordat hij dankzij haar zijn bier had gemorst. Alsof het goud was, dacht ze en onderdrukte de neiging om met haar ogen te rollen. "Dat heb ik gezien, was best wel grappig eigenlijk… maar natuurlijk erg als hij iets gezegd had over ons," antwoordde Elijah en de grijns die hij in eerste instantie had gehad verdween plotseling als sneeuw voor de zon. Tot haar opluchting realiseerde ze zich dat de ernst ervan blijkbaar toch tot hem door drong, zat ze toch niet enkel met zuiplappen opgescheept. "Mitch heeft nooit echt goed tegen de drank gekund, maar goed dat ik dat wel kan," voegde Elijah er plots aan toe en Daenerys wenkbrauwen schoten kort omhoog. "Ik mag het hopen voor je," antwoordde ze met een schuin oog op het al lege bierglas, "want ik weet je te vinden Elijah." In haar stem was duidelijk te horen dat ze serieus was, ze was immers niet van plan haar lot in de handen van een alcoholist te leggen. Ze had hem graag een mep gegeven, enkel om hem tot zinnen te brengen, toen hij toch nog iets zei wat haar interesse wekte: "Er zijn een heleboel bestuursleden aanwezig die goed bezig zijn met zichzelf dood te drinken. Ik kan wel een smoes ineen zetten om ervoor te zorgen dat ze ons wat nuttige informatie geven."
    "Hmm, interessant," zei ze bedachtzaam terwijl haar ogen de ruimte afzochten. "maar dat varkentje kunnen we beter nog later wassen, als ze nog verder heen zijn," zei ze uiteindelijk en wierp toen kort een blik op Vilkas. Daenerys zag de jonge vrouw die het tweetal eerder had vergezeld nog net wegbenen. "Vilkas en zijn nieuwe vriendin lijken elkaar niet zo te liggen," concludeerde ze en keek Elijah kort aan. Ze vroeg zich af of hij Vilkas ooit had verteld van zijn dubbelleven, want voor zover Daenerys wist waren ze behoorlijk dik met mekaar. Opnieuw gleed Daenerys' blik naar Vilkas die nu wegliep en in de rij aansloot om nog meer bier te halen. Ze mocht hopen voor Elijah dat hij ook tegenover zijn beste vriend zijn mond had gehouden, maar toch zat het haar niet lekker. Vilkas was ook niet vies van een biertje en Elijah er naar vragen zou ook niet voor veel verheldering zorgen, hij kon immers net zo goed tegen haar liegen.
    Vroeger had ze zich er niet zo mee bezig gehouden, maar nu zelfs Mitchell te gretig naar de drank had gegrepen trok het toch wel haar aandacht. Misschien moest ze die Vilkas eens wat meer onderzoeken, erg veel wist ze immers niet van hem. Gewoon voor haar eigen veiligheid en daarbij zou Vilkas vast veel informatie hebben over de dorpelingen aangezien hij een herberg bezat. Daenerys kon zichzelf wel voor haar hoofd slaan dat ze daar nu pas aan dacht, waarom zou ze zoveel moeite doen door de dorpelingen individueel te ondervragen als er iemand was die waarschijnlijk al alles van ze wist? "Laten we teruggaan naar Vilkas, want als ik het goed zie heeft hij ongewild de aandacht getrokken van de dorpsgek."
    Samen liep ze met Elijah terug naar Vilkas die nog steeds in de rij stond. Eén waarschuwende blik richting de dorpsgek, Daenerys had nooit de moeite genomen zijn naam te onthouden, was genoeg om ervoor te zorgden dat hij zich omdraaide en weer met zijn eigen zaken bezig hield. Het was alweer lang geleden dat de dorpsgek haar lastig had gevallen, ze had zich wekenlang vreselijk aan hem geïrriteerd waarna ze hem uiteindelijk flink duidelijk had gemaakt dat hij haar met rust moest laten. Gewoon een beetje rondzwaaien met een mes terwijl ze wat dreigementen naar hem had geroepen waren de sleutel tot succes geweest. Wat hij met andere mensen deed kon haar weinig schelen, zolang zij maar van hem af was. Tot de dag van vandaag had het haar geholpen en het zorgde ervoor dat ze zich in ieder geval niet meer aan hem hoefde te ergeren.
    "Waar is je vriendin heen? Beviel ze je niet?" vroeg Daenerys en grijnsde kort terwijl ze de rok van haar jurk glad streek. Daenerys had nog altijd geen idee waar ze haar van kende, maar de blik in de jonge vrouw haar ogen was duidelijk geweest dat Daenerys haar niet aanstond. Vanuit haar ooghoeken wierp Daenerys een blik op Elijah, hopelijk kocht hij niet nog een biertje, ze stonden immers wel weer in de rij.

    Dorpsgek, haha, ik vond wel dat we die moesten hebben (:

    [ bericht aangepast op 5 juni 2013 - 17:46 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Vilkas Alexander Pace
    De man voor de draaide zich abrupt om, waardoor ik een wenkbrauw optrok. Wat had hij opeens? Het leek alsof hij het in Keulen had zien donderen. Volgens mij trok zijn gezicht zelfs wit weg. Ach ja, zo lang hij maar stopte met zijn vuile praat, kon het mij eigenlijk niet bepaald veel schelen. Hij kon op z’n minst respectvol doen tegenover vrouwen. Oké, sommigen onder hen waren het niet waard, maar dan nog. Ik had een hekel aan onrespectvolle mensen – al was ik er soms zelf wel één, maar dat hing van persoon tot persoon af – maar dan nog moest je niet zo pervert over ze praten.
    "Waar is je vriendin heen? Beviel ze je niet?" klonk een stem achter me. Daenerys grijnsde nogal eng en streek haar jurk glad. De rij schoof beetje bij beetje verder op. Voor die vetzak voor me, stond nog een robuuste vrouw, de menselijke giraf van daarstraks en nog een paar andere mensen die ik niet kon zien omdat giraf ervoor stond.
    Ik haalde uiteindelijk mijn schouders op en keek haar aan. “Mwah, niet zo heel erg. Wat maakt jou dat uit?” vroeg ik. Het was niet alsof ze andere keren al wel veel tegen me gezegd had, dus het haar interesse verbaasde me ergens wel.
    Mijn blik gleed weer naar achteren, in de richting die Félice was uitgelopen. Haar kleine gestalte viel nogal op en het leek alsof ze de interesse van een man gelokt had. Goed voor haar, misschien vond ze hem wel een stuk charmanter dan ik. Niet dat het mij wat uitmaakte wat ze van me vond.
    Om een of andere manier kon ik toch zien dat zijn aanwezigheid niet geapprecieerd leek, maar zelf leek ze er ook niet zoveel aan te doen. Toen de man haar een klets op haar billen gaf en haar bier probeerde te voeren, kon ik het ongenoegen van haar gezicht aflezen. Ik trok een wenkbrauw op en bleef het tweetal nog even observeren. “Lijkt erop dat ‘mijn vriendin’ zichzelf mooi in de nesten heeft gewerkt… Ik zal haar maar even gaan helpen voordat ze haar ontvoeren,” mompelde ik tegen Daenerys, terwijl ik haar verontschuldigend aankeek. Ik knikte met mijn hoofd naar de twee een eindje verderop. De jongeman leek al wat op te hebben en voor Félice werd het veel ongemakkelijker en gênanter.
    Ik ploegde mezelf door de mensenmassa heen. “Excuseer,” bromde ik met een gemaakte stem terwijl ik mezelf groter maakte. Ik was niet bepaald een gentleman, maar voor mensen die ik ontmoet had – zelfs al kende ik ze nauwelijks en mocht ik ze niet zo – kwam ik wel altijd op. Dat had ik ook bij Elijah gedaan. Hij probeerde me op te lichten, maar er op dat moment iets aan hem te zijn wat me zorgen baarde. Toen hij zijn verhaal had gedaan had ik hem het geld gewoon gegeven. Ik had niet eens van hem verwacht dat hij het terug ging betalen en het was vreemd hoe we daardoor vrienden waren geworden. Maar misschien kwam het gewoon doordat we beiden onze ouders kwijt waren. “Waarom zat uw hand op het achterste van mijn vriendin.” De man draaide zich om, waardoor ik de kans kreeg om Félice waarschuwend aan te kijken. Als ze het niet meespeelde, ging ik haar ook niet meer helpen.
    De dronken man lachte honend. “Uuuw vriendinnetje? La me nie lache.” Ik kon zijn hand al weer richting haar achterste zien vertrekken.
    “Uh-uh-uh, waag het niet.” Het leek niet echt te werken, want de man leek alleen maar uitdagender te gaan kijken, waardoor ik zuchtte. “Ik heb je gewaarschuwd, wie niet horen wil moet maar voelen.”
    Voor hij het door had stond mijn vuist in zijn wang gebrand en viel hij met een klap neer op de grond. “Zo, van hem heb je ook geen last meer,” mompelde ik tegen Félice terwijl ik haar grijnzend aankeek en alweer aanstalten maakten om terug naar Daenerys te gaan en verder aan te schuiven in die rij.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Finally ready. Als iemand zegt dat ze hier niets aanhebben, word ik echt gek. :')

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Een antwoord van een van hun kon ik wel vergeten, omdat er opeens een oproer kwam. Ik draaide mij rustig om en keek naar wat er aan de hand was, waarschijnlijk omdat Silas Underwood eindelijk gearriveerd was, en ik had gelijk. Het bekende gezicht van de Heer Silas werd nu door honderden vampieren bekeken. Het leek een groot aantal, maar dat was het niet. We waren maar met een zielig, miezerig aantal en ik kreeg bijna medelijden met onszelf.
    De Heer Silas was niet alleen, hij had een vrouwelijke vampier meegenomen. Hij stelde haar voor. Ze heette Rae. Hmm, interessant. Ik had al snel mijn gedachten klaar over de jongedame. Ze had lang blond haar dat over haar schouders siert en een onschuldig gezichtje, waarbij ze zuiver uit haar blauwe ogen keek. Ach, ik had geen enkele problemen met dat zij bij onze groep kwam, maar wist ze de regels wel? Aangezien de Heer Silas van zijn regels houdt, dacht ik van wel. ‘Zij komt onze clan versterken, aangezien…’ Ging hij verder. Hij wist in ieder geval wel hoe hij de menigte in spanning af moest laten wachten, zelfs ik kon de spanning voelen. ‘mijn vorige zangeresje Elvyra nogal, hm, problemen met ons had. Zij bemoeide zich met zaken waar zij zich niet mee in moest laten. Geen zorgen, ik heb het opgeruimd.’ Ik grinnikte. Ik had niet veel met de Heer Silas, maar af en toe kon ik snappen waarom de andere vampieren tegen hem aankeken.
    ‘Wat me op het volgende punt brengt, zoals jullie vast gemerkt hebben zijn we met weinig clanleden over gebleven, dat kan zo niet verder gaan.' Yeah, I sure did. 'We hebben meer leden nodig en ik weet zeker dat we in Bathum dat kunnen voldoen. Let wel op: niet iedereen is geschrikt om het te zijn en ik wil jullie nogmaals melden dat als het gebeurd, jijzelf er verantwoordelijk voor bent. Leer ze de dingen die ze horen te weten, anders zal ik mij ermee bemoeien en dat zal niet prettig zijn.’ Oh, wacht eens even! Krijgen we nu eindelijk eens wat speelruimte? Mijn gezichtsuitdrukking veranderde meteen van een verveelde naar een levendige en genietende uitdrukking. Mijn ogen straalden en even keek ik ook kort, genietend naar Alice en Evelyn. “Dit word leuk.” Mompelde ik zachtjes naar ze.
          Alleen toen ik zag hoe de mond van Alice haast openviel en er een angstige blik van haar gezicht viel, keek ik even bezorgd naar haar. Natuurlijk, Alice was niet zo van het actie-type. Hoe ging ze dit oplossen? Daar was ik eigenlijk wel benieuwd naar. Misschien dat een gesprek met de Heer Silas goed zou doen? Of ze moest zich ervoor schamen, wat mij niet zou verbazen, aangezien ze dit niet vertelde aan anderen – voor zover ik wist.
    'Eenieder mag gaan. Breng me nieuwe clanleden.' Ik wilde bijna vertrekken, zonder iets tegen de rest te zeggen, dus ik had mij al omgedraaid. Maar ik werd tegengehouden door Silas. 'O, behalve jij, Meneer Salomon,' ik zuchtte en had een ongeduldige houding gekregen. Ik wilde zo graag er op uit, maar dat kon niet als Silas mij tegenhield.
    “Wat is er, Heer?” Probeerde ik mij tegen te houden, maar de ongeduldige toon drong alsnog licht door.
    'Zou je zo vriendelijk willen zijn Mevrouw Rae hier de rest te laten zien? Eveneens haar vertrek, ik denk dat de ruimte naast Alice goed genoeg is,' hij had het gezegd met een nette stem. Ook dit nog. Ik wil erop uit, Heer! Ik hield mijzelf tegen om er tegenin te gaan, want anders had ik mijzelf er ook nog voor aangezien dat ik hem zo nog smekend aan ging kijken. Dat wilde ik natuurlijk niet hebben, dus had ik alleen geknikt en een “natuurlijk” gemompeld. Er klonk wel een lichte twijfeling en een teleurgestelde toon door. Bijna had ik zin om de rondleiding te verwaarlozen en af te korten, maar ik deed dit niet. Ik had nog een heel leven voor mij, letterlijk, dus een korte rondleiding kon hier ook wel vanaf.
          En daarbij, ik keek naar Rae, was ze een aantrekkelijk jongedame.
    'Dan ga ik ook maar, ik zie jullie later wel weer,' had Alice gezegd en beende meteen weg. Bedenkelijk keek ik haar even aan, maar richtte mijn blik toen weer op Rae. “Tot weerziens, Miss Woods,” had ik haar mysterieus nagezegd en een half knikje toe geworpen.
    “Mag ik vragen waar de mooie jonkvrouwe vandaan komt?” Ik vroeg dit met een nette, ondoorgrondelijke stem. Mijn uitgelaten glimlach was enkel veranderd in een simpel lachje op mijn gezicht, maar ogen hadden een verborgen iets; alsof ik wist wat er zojuist ging gebeuren of dat ik Rae goed kon door zien. Haar blauwe jurk paste mooi bij haar blauwe, sprankelende ogen.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Félice Mabel Delamore
    Ik probeer de man tegen te werken en mijn pols los te rukken het lukt alleen voor geen meter. Als hij me plots omdraait slaak ik een zacht kreetje. 'Jai bi nodih,' brabbelt hij, maar ik snap wel wat hij bedoelt. Ik schud snel met mijn hoofd. 'Ik heb geen dorst!' De jongeman luistert natuurlijk niet en trekt zo maar een glas uit iemands handen, die zo bezopen is dat hij het niet eens door heeft. Voor dat ik nog verder kan protesteren zet hij het glas tegen mijn lippen. Ik pers mijn lippen op elkaar, maar uiteindelijk komt er toch wat door heen en krijg ik een paar slokken binnen, uit iemand anders glas nog wel! Gatverdamme. Ik trek een vies gezicht en zodra de jongeman het glas weghaalt, spuug ik het laatste beetje bier dat ik nog in mijn mond heb uit, hoe oncharmant dat ook mag zijn.
          'Excuseer,' hoor ik een stem dan brommen. Over de schouders van de engerd heen zie ik Vilkas staan. 'Waarom zat uw hand op het achterste van mijn vriendin.' Er verschijnt een lichte frons op mijn gezicht, maar die laat ik gelijk vervagen als Vilkas mij een waarschuwende blik to werpt. 'Uuuw vriendinnetje? La me nie lache,' lacht hij spottend. Hij glijdt met zijn hand weer naar mijn billen en ik krimp iets in elkaar. 'Uh-uh-uh. Waag het niet.' De jongeman kijkt Vilkas uitdagend aan en geeft weer een zachte klap op mijn billen. Ik kan wel door de grond zakken van schaamte en er staat dan ook een blos op mijn wangen. Vilkas zucht. 'Ik heb je gewaarschuwd, wie niet horen wil moet maar voelen.' Voor ik het weet geeft hij de man een flinke klap, waardoor de man op de grond valt. 'Zo, van hem je ook geen last meer,' mompelt hij. Ik bijt op mijn lip en richt mijn blik nog steeds iets beschaamt op de grond. Als er weer zo'n feest is, dan draag ik een mes bij me. Ik weet niet hoe ik die moet gebruiken, maar als ik daarmee ga zwaaien blijven die dronkaards vast wel weg.
          'Dankjewel,' mompel ik tegen Vilkas. Ik wil hem een drankje aanbieden omdat hij me geholpen heeft, maar ik besluit het toch niet te doen als ik zie dat hij al aanstalten maakt om terug te lopen naar die onbeleefde vrouw. Misschien een andere keer. 'Ik ga maar opzoek naar mijn broer, vragen of hij me naar huis wilt brengen,' zucht ik, waarna nog zwakjes naar Vilkas glimlach, om me vervolgens om te draaien en me weer door de menigte te wurmen. Josiah's naam durf ik nu niet meer te roepen, en ik ontwijkt de grote groepen dronken mannen zoveel mogelijk, al wordt dat steeds lastiger. Het is alleen te hopen dat Josiah nog aanspreekbaar is als ik hem vind.

    [ bericht aangepast op 6 juni 2013 - 22:35 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Amaris "Rae" Valora

    "Iedereen luister goed naar wat ik te zeggen heb," Terwijl Silas deze woorden uitsprak, liet ik mijn ogen even over de anderen glijden maar keek vervolgens weer snel opzij aangezien ik er niet echt dol op was wanneer mensen naar me staarden. "Het heeft te maken met onze clan, maar eerst wil ik jullie met genoegen voorstellen aan Rae. Zij komt onze clan versterken, aangezien…mijn vorige zangeresje Elvyra nogal, hm, problemen met ons had. Zij bemoeide zich met zaken waar zij zich niet mee in moest laten. Geen zorgen, ik heb het opgeruimd."
    Onwennig keek ik weer van hem weg en balde nerveus mijn vuisten even. Ik zou moeten uitkijken met wat ik hier deed wilde ik niet hetzelfde vreselijke lot ondergaan als zijn vorige zangeres, al had ik eigenlijk geen idee wat ze juist verkeerd had gedaan. Het beeld van de dode vrouw flitste even voor mijn ogen, hoe het bloed uit haar nek sijpelde op de grond. Met een afkerige blik in mijn ogen keek ik even opzij en sloot kort hierop mijn ogen even om het vieze beeld van mijn geestesoog te halen wat uiteindelijk ook lukte.
    "Wat me op het volgende punt brengt," Nieuwsgierig opende ik mijn ogen weer en wierp een zijlingse blik op Silas om te horen wat hij te zeggen had. "Zoals jullie vast gemerkt hebben zijn we met weinig clanleden over gebleven, dat kan zo niet verder gaan. We hebben meer leden nodig en ik weet zeker dat we in Bathum dat kunnen voldoen. Let wel op: niet iedereen is geschrikt om het te zijn en ik wil jullie nogmaals melden dat als het gebeurd, jijzelf er verantwoordelijk voor bent. Leer ze de dingen die ze horen te weten, anders zal ik mij ermee bemoeien en dat zal niet prettig zijn"
    Was het dan zo'n schande als de maker niet bij zijn nieuweling bleef? Ik wist wel dat het niet hoorde, maar als ik er zo over nadacht had ik het ook perfect gered zonder. Natuurlijk maakte ik fouten, dat was logisch als jonge vampier maar er was vrijwel niemand die me ooit heeft geleerd hoe ik mijn leven moest leiden. Ze zeiden me alleen dingen als het te laat was en ik in de fout was gegaan.
    "Eenieder mag gaan. Breng me nieuwe clanleden." Ik keek toe hoe de andere vampiers in beweging kwamen en zich een weg naar buiten begonnen te banen. "O, behalve jij, Meneer Salomon."
    "Wat is er, Heer?" Ik keek in de richting van de stem en merkte een jongeman op met erg licht haar. Hij leek me iemand waar ik niet meteen ruzie mee zou willen hebben, maar dat kwam vast door zijn indrukkwekkende omvang. "Zou je zo vriendelijk willen zijn Mevrouw Rae hier de rest te laten zien? Eveneens haar vertrek, ik denk dat de ruimte naast Alice goed genoeg is."
    Hij leek niet echt al te blij met het verzoek, maar ging er toch niet tegenin wat ik best bewonderde. "Natuurlijk" Mompelde hij met een knik en keek vervolgens mijn kant op waardoor ik mezelf niet echt een houding wist te geven en mijn handen losjes in elkaar vlocht. De vrouw naast hem zei nog iets, maar ik was te afwezig om echt te kunnen verstaan wat ze zei. De lichtharige jongeman antwoordde nog wat waarop de vrouw uiteindelijk net als alle andere besloot om te vertrekken.
    "Mag ik vragen waar de mooie jonkvrouwe vandaan komt?" Het duurde even voordat ik doorhad dat hij het tegen mij had waardoor ik even een kleine verwonderde blik in mijn ogen had. "Eh, de clan ten Noorden van Green Hills." Het kwam er eerst wat onzeker uit aangezien ik niet goed wist ofdat hij wist waar het was en wat hij over ze had gehoord. Tenminste als hij al iets over ze had gehoord, zouden ze eigenlijk wel zo bekend zijn?
    "Salomon, is het niet?" Vroeg ik voor alle zekerheid om er zeker van te zijn dat ik het goed had verstaan. "Of wil je niet dat ik je zo aanspreek?" Voegde ik er nog snel achteraan en liet mijn armen weer slapjes naast mijn lichaam hangen.



    [Sorry voor de slechte post, ben moe en voelde me vandaag niet zo goed. D: ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Elijah Hodkin - Rebel

    De grijns was allang van mijn gezicht verdwenen toen ik doorhad dat we wel een erg groot probleem gehad zouden hebben als Mitchell zijn mond voorbij het gepraat. Als ik zou moeten sterven, zou ik liever heldhaftig ten onder gaan dan aan de galg te bungelen, iets dat iedere man wel wilde. Mensen die opgehangen werden, waren meestal niet erg voorzichtig geweest of waren verlinkt door anderen. Daarom waren er eigenlijk heel weinig mensen die van de rebellen afwisten, zelfs aan Vilkas had ik er niets over gezegd. Hij was als een broer voor me, ja, maar ik wilde het risico niet nemen dat hij er misschien iets uitflapte wat voor ons wel erg in het nadeel zou kunnen zijn. Natuurlijk waren er wel gewone dorpelingen die het goed vonden wat ze deden, maar er waren er ook die het eens waren met het bestuur en ons zonder moeite zouden gaan verklikken bij de hogere machten. Heel even liep er een rilling over mijn rug heen toen Éowyns woorden tot me doordrongen en snel knikte ik. De vrouw stond er om bekend om haar dreigementen ook uit te voeren en als ik eerlijk was, wilde ik niet checken of die geruchten ook klopten. Ik kon de neiging nog net onderdrukken om opgelucht te zuchten toen ik blijkbaar iets had gezegd waar ze wel tevreden mee was. Mooi, dan hoefde ik momenteel niet bang te zijn dat ze me een mep zou verkopen. Als ze het gedaan had, zou ik waarschijnlijk wel teruggeslagen hebben. Ik was zo ongeveer de enige man in een straal van tien meter die het ook maar zou aandurven om een vrouw te slaan en mannen en vrouwen als gelijk beschouwde. Natuurlijk schreeuwde ik het niet van de daken aangezien het waarschijnlijk niet echt gewaardeerd werd door de andere mannen, al was het meestal wel aan mijn woordkeuze en lichaamshouding te zien dat het me echt niet kon schelen van welk geslacht iemand was. Ik kon de neiging om opgelucht te zuchten net onderdrukken toen ik blijkbaar wel iets goed gezegd had. “Great, dan moet ik niet teveel moeite doen om iets geloofwaardigs te verzinnen.” Ze zouden het verschil tussen leugens en de waarheid toch niet kunnen horen als ze dronken waren, iets waar ik zelf al genoeg ervaring mee had. Mensen leken je echt de gekste dingen wijs te willen maken vanaf het moment dat je iets te diep in het glas gekeken had en het raarste was dat je alles nog geloofde ook nog. Even liet ik mijn blauwe kijkers dezelfde kant uitgleden als Éowyn deed en een korte grinnik verliet mijn lippen. “Ze is veel te beleefd voor hem. Ze had het zelfs al voor elkaar gekregen dat hij haar met ‘u’ aansprak.” Geamuseerd keek ik toe hoe Vilkas blijkbaar werd lastiggevallen door de dorpsgek waardoor Éowyns woorden me volledig ontgaan waren en ik het op een lopen moest zetten om haar bij te kunnen houden. Mijn ogen begonnen spontaan te fonkelen als ik merk dat we terug in de rij staan voor het bierkraampje en nam nog een paar slokken van het glas dat ik in mijn handen hield terwijl ik naar de conversatie luisterde. Wat verward volgde ik Vilkas met mijn ogen toen hij langs ons heen liep om Éowyn daarna terug aan te kijken. “Blijkbaar bevalt ze hem toch wel, of hij wilt de held gaan uithangen.

    Lucas Nilsson

    Ik lachte mijn tanden bloot toen Elizabeth eindelijk een soort van leek toe te geven en zei dat we later wel een oplossing voor die jurk konden vinden. Mooi, dan moest ik me geen zorgen maken dat ze er later misschien spijt van kreeg en me alsnog kwam opzoeken. Er waren vrouwen die dat gedaan hadden en hem zelfs dagenlang gestalkt hadden totdat ik mee gegaan was om een jurk uit te zoeken. Op dat gebied konden vrouwen best volhouden en ik moest zeggen dat ik zelf soms gewoon gek werd van hun geklaag. Zonder verder nog teveel tijd te verliezen had ik haar meegetrokken naar het kraampje waar ze de bloemen moest afleveren. Heel even keek ik de vrouw vragend aan toen ze iets mompelde dat ik niet verstond, maar de bloemen eisten mijn aandacht al snel terug op waardoor de woorden even naar de achtergrond verdwenen. Ze hadden water nodig om al dat bier eraf te spoelen, anders zouden ze alsnog helemaal verwelken. Toen ik merkte dat er geen water bij het kraampje was, was ik meteen vertrokken naar de drinkkraam om water te gaan halen. Spijtig genoeg vonden sommige mensen het niet heel erg leuk dat ik voordrong waardoor ik nu met een blauw oog rondliep. Ik moest bekennen dat de stomp die ik tegen mijn oog gehad had best veel pijn deed, maar het was het waard. Ik had ervoor gezorgd dat Elizabeths bloemen helemaal naar de knoppen waren, dus vond ik ook dat het mijn plicht was om de bloemen toch nog proberen te redden. Na een tijdje wist ik dan toch wat water te bemachtigen en zo snel mogelijk baande ik me terug een weg door de mensenmassa heen. Met een zachte ‘alsjeblieft’ zette ik de emmer op een klein tafeltje en kromp even in elkaar toen Elizabeth met haar vingers over de blauwe plek heen gleed. “Niets bijzonders, mensen vinden het blijkbaar niet erg leuk als je probeert voor te dringen voor water.” Ik haalde even mijn schouders op om mijn woorden kracht bij te zetten en begon de bloemen voorzichtig een voor een uit de mand te halen en liet ze in de emmer glijden. “Normaal zou dat wel moeten helpen, anders kunnen we nog altijd nieuwe bloemen gaan halen.” Ik had werkelijk geen idee waar ze die bloemen vandaan gehaald had, maar zo moeilijk zou het niet zijn om nieuwe te vinden, toch?


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Vilkas Alexander Pace
    Félice leek me niet meer aan te willen kijken, dus hield ze haar ogen maar op de grond gericht. Wat? Ging ze het nu ook al ongepast vinden dat ik mensen sloeg? Alsof dat niet normaal was, het was niet de eerste keer dat ik iemand bij zinnen had moeten slaan. “Dankjewel,” kwam er toen uiteindelijk stil uit haar mond.
    Een ietwat verbaasde blik verscheen op mijn gezicht, dat ondertussen al wat rood was aangelopen van de warmte hier, maar waarschijnlijk ook deels van het bier. Ik knikte en draaide me al om om weer weg te gaan. “Ik ga maar opzoek naar mijn broer, vragen of hij me naar huis wilt brengen,” zuchtte ze terwijl ze een beetje glimlachte.
    “Hmm, succes,” zei ik nog voordat ik me omdraaide. “Dag.” Het was vreemd hoe snel mensen van een grote mond over konden gaan naar een hoopje angst. Maar ze moest maar zien dat ze heelhuids thuis raakte, ze was mijn verantwoordelijkheid niet, dan moest die broer van haar maar wat beter zijn best doen.
    Uiteindelijk wurmde ik me weer door de mensenmassa door om te zien dat ook Elijah zich weer bij Daenerys had gevoegd. Het viel gewoon van zijn humeur af te lezen waar hij stond. Bierkraampje: blij. Ergens anders waar geen bier te vinden was: neutraal. Het was wel grappig, eigenlijk. Blijkbaar had hij me niet zien aankomen, want anders had hij het volgende wel voor zichzelf gehouden: “Blijkbaar bevalt ze hem toch wel, of hij wilt de held gaan uithangen.”
    “Hé,” antwoordde ik. “Het is niet omdat jij het misschien leuk vind dat mensen aan je kont zitten te friemelen en je bier voeren, dat iedereen dat leuk vindt.” Volgens mij zou hij daar helemaal geen problemen mee hebben, als het vrouwelijk schoon was tenminste. Als die gek voor ons aan zijn achterwerk zat, zou hij hem volgens mij een klap verkopen zodat hij het verschil tussen zijn dag en nacht niet meer kon zien.

    [ bericht aangepast op 8 juni 2013 - 19:35 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Idwallon Calhoun Underwood

    De meeste blikken die hij kreeg verdwenen weer zodra de aanwezigen in de gaten hadden gekregen dat het niet zijn broer, de clanleider Silas, was maar slechts hij, de rechterhand. Hij had er geen enkele moeite mee, ten slotte had hij er zelf voor gekozen om niet clanleider te worden. De verantwoordelijkheid van de hele groep op zich lag hem niet, daarnaast was hij te vaak in zijn eigen gedachten verzonken om alles helemaal mee te krijgen. Zijn benen stonden netjes tegen elkaar, in een hoek van 90 graden. Zijn handen vouwde hij ineen voordat hij ze liet rusten op zijn schoot. Vanuit zijn plaats in de luie stoel kon hij iedereen van de aanwezigen bekijken, wat hij ook deed totdat zijn eigen gedachten er weer eens met hem vandoor gingen. Zijn fantasie was groot en ging dan ook geregeld met hem aan de wandel. Doordat hij al jaren leefde had hij een complete fantasiewereld opgebouwd, die hij weer eens volledig voor zich zag. Het liefst zag hij de wereld uitgetekend maar hij had nog altijd niet het lef gehad om het aan iemand te vragen. Het zelf doen was geen optie aangezien hij behalve wat doodels absoluut niet goed was in tekenen. Nog maar net had Idwallon zich terug getrokken in zijn eigen wereld of de grote deuren van de zaal gingen alweer open.

    Met enige tegenzin bracht hij zijn gedachten terug naar het heden om vervolgens tot de ontdekking te komen dat het zijn broer was die de Grote Zaal binnen liep, in zijn kielzog gevolgd door een onbekende jongedame. Kort trok hij zijn wenkbrauwen in een frons voordat hij ze weer liet zakken, zijn broer zou wel een goede reden hebben om deze jongedame mee te nemen. De knik van Silas ontging hem absoluut niet, het was er eentje die hij al veel vaker had gezien maar dat maakte niet dat de betekenis minder werd. Als reactie glimlachte Idwallon even naar zijn broer. In volledige stilte luisterde hij naar wat zijn broer had te vertellen. Al het commentaar wat hij voelde opborrelen probeerde hij nog even te onderdrukken. Het was niet aan hem om in het openbaar te oordelen over zijn broers plannen, als zijn rechterhand zou hij in het openbaar overal achter staan. Want als hij, als rechterhand, aan zijn broers plannen twijfelde dan zou de rest van de clan dat waarschijnlijk ook gaan doen wat een slecht teken was voor het gezag van Silas. Gedurende de hele mededeling waren zijn ogen gericht op zijn broer, pas toen die klaar was met spreken keek hij nog een keer naar de jongedame die hij mee had gebracht, Rae. Geduldig wachtte hij totdat zo’n beetje iedereen de zaal had verlaten voordat hij opstond, zijn kleding recht streek en op zijn broer af liep.

    ‘Het is beter zo, nu Elvyra opgeruimd is.’ Zijn woorden waren zacht gesproken, beleefd maar toch met een warme klank omdat hij tegen zijn broer sprak. Kort klopte hij twee keer tegen de bovenarm van zijn broer, om zijn woorden nog wat meer kracht bij te zetten. Silas wist dat Idwallon nooit een voorstander was geweest van een mens in hun ‘woning’, zelfs niet als ze het voor elkaar kreeg door zang zijn broer rustig te houden. Meerdere malen had hij er dan ook wat van gezegd, niets verwijtends, slechts waarschuwend dat het nooit goed kon gaan en dat was inderdaad gebleken. Gelukkig had zijn broer geweten hoe hij het moest oplossen waardoor ze nu weer ‘mens vrij’ waren.

    Zijn blik gleed even over het interieur van de Grote Zaal heen, hij zag de tafels met daarbij horende stoelen waaraan gepraat kon worden of een spelletje worden gespeeld, de luie stoel waar hij net in had gezeten en de boeken kasten waarin nog wat boeken stonden die alle vampiers mochten lezen.
    ‘Je weet wat je nu van me vraagt, hé?’ Idwallon was niet veel onder de mensen, laat staan dat hij wilde uitzoeken of iemand geschikt was om een vampier te worden. Daarnaast was hij te veel in zijn eigen wereld, waar hij erg van genoot, maar wat alles behalve handig was in de mensenwereld. Hoewel hij zat redenen had om niet naar de opdracht van zijn broer te luisteren zou hij het toch doen, als het dan echt zou moeten.

    Hij draaide zich van zijn broer weg, liep een paar passen vooruit, dacht na en draaide zich vervolgens weer terug om naar zijn broer. ‘Je weet hoe slecht ik hier in ben.’ De woorden waren nog zachter dan eerst en klonken zelfs een beetje wanhopig. In al die jaren dat ze nu al boven aan de rangorde stonden had hij wel geprobeerd mensen te rekruteren maar dat was vaak op fiasco’s uitgelopen, met alle gevolgen van dien. Nog zag hij de bloedbaden voor zich die hij had aangericht doordat er nog maar één manier was geweest op de problemen waarin hij zich had gewikkeld op te lossen, het leven van iemand nemen zonder die in een vampier te veranderen. Het omtoveren tot een vampier had in die situaties alleen nog maar voor meer problemen gezorgd, iets waar niemand op zat te wachten. Idwallon keek zijn broer niet aan, wilde zijn wanhopigheid niet nog eens extra benadrukken door zijn ogen die ermee doordrenkt waren. Het was maar goed dat iedereen nu de zaal had verlaten, hij was momenteel een te gemakkelijk doelwit om van zijn plaats te worden gestoten in de rangorde.


    Ik hoop dat je er wat mee kunt, ik heb er namelijk zelf wat gemengde gevoelens over. (:

    [ bericht aangepast op 8 juni 2013 - 22:10 ]


    Stand up when it's all crashing down.

    Evelyn Gabriela Delavey - 20/121 - 3e rang

    'Hmm,' Credric wreef over zijn stoppelbaardje. 'Dat betwijfel ik, miss Delavey,' Zei hij eerlijk tegen haar. Evelyn luisterde nieuwsgierig naar het antwoord dat volgde. 'Er zijn altijd momenten waarbij je geen zin kunt hebben in actie. Simpelweg omdat je er bang voor bent of dat.. er wat ergs gebeurd is.' Het laatste kwam wat twijfelachtig uit zijn mond, maar de twijfel was niet goed te horen. Behalve als je er goed op lette , was Evelyn dus deed. 'U kunt mij niet wijsmaken dat u nog nooit bang bent geweest en dat u dacht dat alles weer goed kon komen,'
    'Iedereen is wel eens bang. Ik ben ook wel eens bang en jij ben ook wel eens bang. Dat betekent niet dat we het tonen en er ons door laat lijden,' Zei ze terug met een stem vol zelfvertrouwen. Ze wist wat angst was. Ze heeft het veel meegemaakt, gevoelt en bij anderen gezien. Ze heeft gezien hoe het mensen overneemt en ze zowel goede als slechte beslissingen nemen. Evelyn was daar 1 van. Ze was zo bang tijdens de noord op haar familie dat ze het bos inrenden, terwijl het vroor. Ze had natuurlijk het best ergens anders naartoe kunnen rennen, want dan was ze gestorven als mens op oudere leeftijd.
    'Bij actie is het de knop vinden om de angst uit te schakelen. De lol is er ook gelijk van af,' De laatste zij ze wat geïrriteerd. Ze had is een keer meegedaan aan een groot gevecht. Het was niet leuk toen het over was. Haar hele lichaam deed toen pijn en natuurlijk de overheersende dorst. Waar ze zo'n hekel aanhad. Voordat iemand een reactie op haar antwoord kon geven kwam heer Underwood binnen. Evelyn begon te twijfelen of iemand haar überhaupt gehoord had.
    Ze keek naar hem en zag hij een onbekende vrouw bij zich had. Niet de gebruikelijke Elvyra. Evelyn nam de onbekende vrouw in zich op. Ze was een klein en vrij slank. Veel slanker dan Evelyn. Haar blauwe ogen vielen erg op samen met haar licht blonde haren. Zo'n uiterlijk zag je niet elke dag. Ze zag er vrij onschuldig uit.
    Evelyn was benieuwt hoe zij het ging doen in de clan. ‘Iedereen luister goed naar wat ik te zeggen heb,’ Zei heer Underwood.
    ‘Het heeft te maken met onze clan, maar eerst wil ik jullie met genoegen voorstellen aan Rae.’ Hij wees naar de onbekende vrouw die Rae heet. ‘Zij komt onze clan versterken, aangezien…’ Hij stopte even met praten. Evelyn was wel nieuwsgierig wat met haar gebeurt was, al kon ze het waarschijnlijk al raden. ‘mijn vorige zangeresje Elvyra nogal, hm, problemen met ons had. Zij bemoeide zich met zaken waar zij zich niet mee in moest laten. Geen zorgen.Ik heb het opgeruimd,' Zij blik werd een beetje 'eng', maar dat verdween erg snel. Die is dood, dacht Evelyn. Anders had hij het woord opgeruimd niet gebruikt.
    ‘Wat me op het volgende punt brengt, zoals jullie vast gemerkt hebben zijn we met weinig clanleden over gebleven, dat kan zo niet verder gaan. We hebben meer leden nodig en ik weet zeker dat we in Bathum dat kunnen voldoen. Let wel op: niet iedereen is geschrikt om het te zijn en ik wil jullie nogmaals melden dat als het gebeurd, jijzelf er verantwoordelijk voor bent. Leer ze de dingen die ze horen te weten, anders zal ik mij ermee bemoeien en dat zal niet prettig zijn.’
    Evelyn was even met stomheid geslagen. Mensen vinden voor de clan? Daar was ze helemaal niet goed in. Ze is beter als een vechter die iedereen beschermd dat iemand die mensen moet begeleiden in de clan. Sowieso zou de mens ook niet blij zijn met haar...
    Ze voelde een soort van paniek opkomen, maar liet het niet merken aan haar houding of gezicht. 'Eenieder mag gaan. Breng me nieuwe clanleden.' Evelyn liep weg, maar bleef nog in het gangetje staan in gehoorafstand van de grote zaal. 'Wat is er, Heer?'Hoorde ze Credic zeggen. 'Zou je zo vriendelijk willen zijn Mevrouw Rae hier de rest te laten zien? Eveneens haar vertrek, ik denk dat de ruimte naast Alice goed genoeg is,' Zei heer Underwood tegen Credic. Oké, dit werd niet zo'n interessant gesprek. Evelyn zuchtte en liep veder.

    Klaar ^^

    [ bericht aangepast op 9 juni 2013 - 17:13 ]


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Devon Evian Lilyton - Bachandale ~ 23/110 ~ 3e rang

    Ik liet iedereen voor wat hij was en begon weer verder door de gangen heen te lopen, op zoek naar een goede doorgang die mij de deuren zou openen naar en heerlijke avond vol deugden en vol van menselijke emoties die ik tot me kon nemen.
    En misschien wel een gewillige donatie van wat bloed, maar ik zal er niet op aandringen.
    Zoals vele anderen had ik er geen zin in om lastig gevallen te worden door mensen die dachten dat ze me aan konden, serieus, velen weten helemaal niets van de Vampiers af om daar over te kunnen oordelen en de mensen die het al wel dachten vroegen er zo’n hoge som voor dat niemand hen toch echt kon betalen.
    Met mijn handen in mijn zakken slenterde ik de tunnel door die geleidelijk aan naar boven liep.
    Mijn ogen schoten door het donker heen en concentreerden zich op het gelach van boven de grond.
    Met mijn tong likte ik langs mijn lippen, ik kon hen al bijna proeven, de vreugde, verlangens en hartstochten van de mensen boven de grond die nu druk bezig waren met het oogstfeest.
    Wat voornamelijk inhield dat de mannen zich allemaal klem gingen zuipen en de vrouwen zich vaker lieten gaan dan normaal, hitsig door de eindelijke vrijheid die ze hadden na het vele oogsten en om de goden te bedanken meer van dat soort spul.
    Mijn lippen krulden zich in een glimlach toen ik een doorgang ontwaarde in de muur en zonder er ook maar bij na te denken duwde ik de deur open, waardoor die krakend meegaf.
    Mijn ogen hoefden niet te wennen aan het licht dat in de ruimte scheen, want het was gedempt.
    De ruimte zelf deed me nog het meest denken aan een verwaarloosde wijnkelder waar al heel lang niemand weer geweest was.
    Wat er ook aan bijdroeg was dat er geen verdere deuren in de ruimte zien waren, maar ik wist wel beter.
    Met mijn handen gleed ik langs de muur heen, waar ik de steen vond die ik moest hebben.
    Soepel gaf het mee terwijl ik erop drukte en voor mijn neus klapte er een stenen deur verscheen er een deur die in de grond wegzonk.
    Snel stapte ik erdoorheen en drukte weer op een steen, waardoor de deur weer omhoog ging tot er helemaal niets meer van te zien was.
    Ik klopte wat gruis van mijn nette kleding af en begaf me verder de gang door, waar het al rook naar mensen.
    Via een zijgang kwam ik in een bar uit die maar half bezet was, maar niemand lette op me terwijl ik met stevige pas tussen de tafels doorliep.
    Ik ging mijn vermaak ergens anders zoeken, in een wat drukkere menigte.
    En daarbij, de vrouwen hier waren niet het omkijken waard.
    Mijn ogen sloten zich terwijl ik naar de geluiden van buiten luisterde en me liet leiden door gefluister en het kloppen van menig harten.
    Ik schrok lichtjes toen ik op iemand botste, iets wat me bijna nooit overkwam
    Toen ik mijn ogen openden zag ik in eerste instantie niet veel, tot ik iets verder naar beneden keek zag ik dat ik tegen een vrouw op was gebotst, ze was niet heel erg groot maar haar lange donkere haar dat in golven over haar rug heen zorgde voor wat meer volume.
    Ik streek mijn nette kleren even recht ik bedacht hoe ik me het beste hieruit kon kletsen, al viel er waarschijnlijk nog wel iets leuks te beleven met deze vrouw.
    Ik knikte haar toe. “Excuses miss, het was niet mijn bedoeling om tegen u op te botsen, maar deze menigte is ook zo druk.” Ik toverde een glimlach op mijn gezicht, afwachtend hoe ze zou antwoorden.

    [ bericht aangepast op 9 juni 2013 - 17:03 ]


    Credendo Vides

    @ Tyrion: Dat maakt niks uit, haha. Iedereen heeft zo hun dingen, ghehe. Net zoals ik, nu, mijn post is nu echt bagger. Hopelijk kun je er wat mee.

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Rae had niet door gehad dat ik het tegen haar had en hierdoor liet ik een zachte glimlach zien en horen. Het leek net alsof ze heel erg in gedachten zat. Ik zou me bijna schuldig voelen dat ik haar uit haar gedachten had gehaald. 'Eh, de clan ten Noorden van Green Hills.' Klonk een onzekere toon. Waarom wist ik niet, maar ik had deels wel wat over ze gehoord. Ook, omdat ik toen net een vampier was geworden ik mij bij een clan aanvoelde die ruzie had gehad met die clan van Green Hills. Waarom wist ik nog steeds niet, maar ik was daar dan ook niet zozeer mee bezig. Juist vooral meer met het jagen op mensen.
    Ik had er dus alleen op geknikt en een “a-ha” op gezegd. Het leek mij handig dat ik niets erover zou zeggen. Ik sloeg mijn armen over elkaar en had Rae geprobeerd in te schatten hoe oud ze zou zijn in vampierenjaren, maar ik werd er niet wijzer uit. Het schatten van leeftijden was ik altijd slecht in geweest en het er naar vragen bij een jonkvrouwe is nogal onbeleefd.
    'Salomon, is het niet?' Had ze gevraagd. 'Of wil je niet dat ik je zo aanspreek?' Voegde ze er nog snel aan toe, wat ik ergens schattig vond, omdat haar ogen wat lichtjes vonkelden terwijl ze dit uitsprak. Ik hief mijn hand op en schudde mijn hoofd zachtjes. “Salomon is mijn achternaam, Cedric is mijn naam.” Had ik haar wat verbeterd.
    “Maar het maakt niet uit,” lachte ik zacht. “kies maar hoe u mij wilt noemen, jonkvrouwe.” En ik had mijn armen weer over elkaar heen geslagen.
    Wat dichter kwam ik naar haar toe en legde zachtjes mijn hand op haar rug. “Zullen we nu dan beginnen met de rondleiding?” Had ik gevraagd, nog steeds mijn ongeduldigheid verbergend. Ik wilde niet dat ze zou denken dat ik mij irriteerde aan haar, maar aan de andere kant, als ze dat dacht kon ze dat ook gewoon aan mij vragen.
    Ik wilde gewoon zo snel mogelijk gaan jagen. Dit was natuurlijk een andere soort jagen.. maar daar had ik geen zin in, aangezien ik daar genoeg tijd voor had. Ik had zin in wat nieuws! En je wist maar nooit wat je beginnende leerling voor acties ging maken als diegene net vampier was geworden. Dat was juist het leuke, maar ook het spannende. De verschillende wendingen.
    Ik wachtte tot Rae aanstalten maakte om te gaan lopen, want ik zou niet voor een jonge vrouw gaan lopen. Zelf vond ik dat nogal onbeleefd als de man voor de vrouw, de ruimte verliet. Zo arrogant was ik niet.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Amaris "Rae" Valora

    "Salomon is mijn achternaam, Cedric is mijn naam." Verbeterde hij me waardoor ik met mijn lippen een kleine, geluidloze "Oh" vormde "Maar het maakt niet uit," Doordat hij lachte, glimlachte ik automatisch een beetje onwennig mee. Ik was nooit bepaald goed geweest met het omgaan van vreemde mensen. "Kies maar hoe u mij wilt noemen, jonkvrouwe."
    Deze keer verscheen er een bescheiden glimlach op mijn gezicht. "Noem me alsjeblief Rae," Hij sloeg zijn armen weer over elkaar en kwam niet veel later iets dichter waarna hij zijn hand op mijn rug legde. "Zullen we nu dan beginnen met de rondleiding?" Ondanks hij geen slechte bedoelingen had, voelde ik hoe ik toch een beetje verstijfde. Instinctief nam ik zacht zijn arm vast en duwde hierbij zijn hand van mijn rug waarna ik hem aankeek met een verontschuldigende blik in mijn ogen. Ik kon er echt niets aan doen, maar voelde me erg benauwd worden. "Sorry," Zei ik en voelde hoe mijn mond plots kurkdroog werd. "I-ik word niet zo graag aangeraakt."
    Ik kon mezelf wel voor het hoofd slaan, zoiets zeg je toch niet? Ongemakkelijk perste ik mijn lippen op elkaar en draaide me vervolgens iets sneller van hem weg dan de bedoeling was en begon uiteindelijk te wandelen in de richting die hij me eerder op wilde sturen. Gegeneerd keek ik naar de grond en hoopte dat ik dit vreselijke moment snel kon vergeten.
    Zou ik me moeten verontschuldigen voor mijn lompe gedrag? Gepijnigd fronste ik mijn wenkbrauwen en bleef naar de grond kijken maar weigerde om te stoppen met wandelen, al had ik geen idee waar ik eigenlijk heen moest gaan. "Het is niet jouw schuld hoor," Zei ik uiteindelijk en keek hierbij weer op. "Het is ingewikkeld," Mijn poging om luchtig te blijven klinken was een beetje mislukt. Als dit nog lang zo door zou gaan, zou ik hem waarschijnlijk niet eens aan durven kijken en dat terwijl het echt niet aan hem lag maar aan mij. Ik kon toch moeilijk zeggen dat ik ze niet alle vijf op een rij had?
    Daar had hij überhaupt niet eens zaken mee, maar ik vond het wel begrijpelijk dat ik nu vreemd verdrag vertoonde. Ik had gewoon tijd nodig om iedereen hier te leren kennen en te kunnen vertrouwen, iets waar ik in mijn mensenleven klaarblijkelijk erg veel problemen mee had. Ik moest het echt proberen om me niet zo aan te stellen, niet iedereen was zoals de mensen uit de instelling of mijn vorige clan.
    Ik voelde hoe ik uiteindelijk een beetje meer ontspande, waar ik best opgelucht om was. Het was iets dat tijd vroeg, maar ik zou me er wel doorheen kunnen slaan.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Ik moest gewoon weer even posten.


    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Toen hij wakker werd keek hij een beetje versuft om zich heen. Enig tijdsbesef had hij nog steeds niet, toch had hij het gevoel alsof hij niet heel lang had geslapen. Erg lekker geslapen had hij in ieder geval niet, want hij voelde een soort van steek in zijn schouder, die hij eerder nog niet had opgemerkt. Zijn ogen gingen even kort de kamer rond, veel was er niet veranderd. Met het deken tegen zich aangetrokken bleef hij even zitten, toen besefte hij zich dat de donkere vlek bij het krukje zijn kleren die op een hoopje lagen waren. Wie dat precies had gedaan wist hij niet, misschien had hij het wel zelf gedaan. Zijn ogen gingen naar het raam, waar de donkere lucht verraadde dat het nog steeds avond was. Hij wilde net zijn ogen dicht doen om weer een poging tot slapen te doen, maar had het gevoel dat er iets miste. Met tegenzin kwam hij het bed uit, waarbij hij ontdekte dat hij zich nu een stukje beter voelde dan eerst. Zijn handen gingen over de kleding die op het krukje lag, maar meteen wist hij al dat zijn geliefde grijze hoedje niet meer aanwezig was. Voor de zekerheid keek hij de rest van de kamer nog rond, al was hij daar snel meer klaar. Hij leunde even op zijn rechtervoet en toen op zijn linkervoet. Twijfelde even of hij wel weer naar buiten zou gaan, druk zou het nog steeds zijn. Heel even kwam het zelfs in hem op dat het niet verstandig was in zijn staat, en minder veilig op straat, maar die gedachte verdween zo snel als hij was opgekomen. Zijn kleding deed hij een beetje slordig aan, zijn laarsjes bond hij losjes vast. Een plotselinge soort van woede kwam in hem op toen hij dacht aan dat mens dat zomaar zijn hoedje had gestolen. Hij irriteerde zich nog meer aan haar door het feit dat hij niet op haar naam kon komen, ondanks dat zich nog kon herinneren dat hij die naam belangrijk had gevonden. Hij haalde even een hand door zijn haar, waardoor het nog meer in de war kwam. Zonder nog ergens over na te denken liep hij, wat minder wankelend dan eerst, richting de deur, die hij met wat forceren open wist te krijgen. Gelukkig zat er geen slot op, anders had dat waarschijnlijk niet meer open gekregen. Voor zover hij wist, wist niemand dat zijn hoedje meer betekenis had dan een accessoire van kwaliteit. Hij kon zichzelf er niet overheen zetten om dat ding één moment niet te hebben, al vond hij het zelf ook wel een beetje debiel en vooral vermoeiend om voor zoiets uit zijn bed te komen. Maar hij moest er niet aan denken dat ze allerlei troep als bier over zijn hoedje zou weten te krijgen, en nog erger, dat hij misschien wel bij het afval in een achterafgelegen straatje was beland. Zin om mensen tegen te komen had hij niet, hij wilde niet aan bekenden vastgekleefd zitten, en dus waande hij zich het grootste deel van zijn weg door de schaduw van de smalle vieze straatjes. Het was de kortste route, ook een reden dat hij er doorheen liep. Toch irriteerde hij zich aan de verschillende geluiden die nog in de straatjes te vinden waren, en duwde hij een hoer die naar hem toe kwam meteen van zich af, om nog sneller te gaan lopen. Het duizelde hem enigszins, maar hij bleef stug doorlopen. Hij kon zich niet voorstellen dat madame al van het feest was vertrokken, ze zou vast in een of andere kroeg te vinden zijn. Hij manoeuvreerde langs de mensen en moest zich inhouden om af en toe irritante mensen niet een mep in hun gezicht te geven. Het licht deed pijn aan zijn ogen, de feestmenigte en het feestgeruis leek niet te zijn geslonken. Zijn ogen flitsten snel heen en weer om een glimp van haar op te vangen, maar dat ging niet zo makkelijk aangezien er zich in de menigte ook steeds andere mensen bevonden.


    Aan niets denken is ook denken.