Het rpg topic, voor als je je hebt aangemeld bij de rpg full of fantasy, ik schrijf in de ik vorm, maar je mag het zelf weten. Ik begin zometeen.
May StarClan light your path.
Het rpg topic, voor als je je hebt aangemeld bij de rpg full of fantasy, ik schrijf in de ik vorm, maar je mag het zelf weten. Ik begin zometeen.
May StarClan light your path.
Aurora Trel
Ember rukt zich nu ook los.
'Ik kan heus zelf wel lopen' mompelt ze.
'Sorry' zeg ik. De jongen wijst naar zijn rugzak. Die wilt hij blijkbaar mee. Ik wil er heen lopen om het te pakken, maar word plots bij mijn arm gegrepen. Stik! Het was Zack.
'Zo, zo zo,' siste hij in mijn oor. 'Als we daar niet een Aurora hebben.'
'Laat me los Zack' zei ik nijdig. Hij deed wat ik zei en liet me los. Ik greep de rugzak en liep terug naar de jongen en Ember.
'Ja loop maar weg Aurora,' snauwde Zack. 'Net zoals die vader van je. Weet je nog? Die man die zelfmoord pleegde omdat jij het leven van zijn vrouw had ontnomen.'
Ik stopte met lopen. Sommige mensen bleven staan om te kijken. Ik gooide de rugzak naar de jongen.
'Een momentje' zei k zacht. Ik draai me met een ruk om naar Zack. Ik bind mijn haar in een knot.
'Kom dan meisje' mompelt hij. Ik snuif en storm dan op hem af. Mensen in het publiek gillen als ik omhoog spring en tegen zijn nek aan trap. Hij vloekt en spuugt een tand uit. Hij grijpt een zwaard even lang als mijn bovenarm uit zijn schede en haalt er woest mee uit. Hij was zo slecht dat ik het zwaard met gemak uit zijn hand kon trappen en in zijn schouder kon steken. Zack slaakte een kreet en viel neer op en modderige grond. Ik greep zijn haar en trok hem overeind.
'Waag het nooit meer een opmerking te maken over mijn vader vuile klootzak' siste ik in zijn oor. Toen gaf ik hem een knietje en liet hem neer vallen. Ik draaide me om naar Ember en de jongen. Was ik even blij dat Ember dit niet allemaal had gezien.
'Kunnen we nu gaan?' vraag ik terwijl ik de kap weer over mijn hoofd trek.
"Rebellion's are build on hope"
Ember Green - Witch
Aurora ging naaar een jongen en al snel waren ze aan het vechten. Ik voelde wat ze deden door de trillingen in de grond, Aurora was aan het winnen en Zack alleen maar aan het schreeuwen. Er waren ook meer mensen, aan het schreeuwen enzo. "Kunnen we nu gaan?" Vroeg Aurora toen ze klaar was. We stonden nog steeds bij de poort, maar toen ik er doro wou lopen met Danny en Aurora hoorde ik een stem "Dat bos mag je niet zomaar in!" Riep de stem, het was een jongen en hij stond zes meter bij ons vandaan. "Aurora woont daar, dus hoezo niet?" Riep ik en liep op hem af. Man ik wou echt weg uit deze rot stad terug naar het bos. "Een blinde zoalss jij overleeft daar niet!" Daar woon ik al een jaar! Nu werd ik echt boos. Ik duwde hem om en hij kwam met een harde klap op de grond.
"Laat me met rust." Zei ik maar hij stond op en greep me vast. Hij wou me slaan in mn buik maar ik ontwijk. Dan duw ik hem naar achteren en draai zijn rug naar me toe en duw hem naast Zack. "Blind is niet hulpeloos." Zeg ik. Hij kan niet meer op staan van de pijn en ik loop weg.
"Ik wil exht weg hier" zeg ik als ik bij Aurora en Danny ben. Hier kon ik zelfss geen magie gebruiken om te vechten dan zouden ze van me weten! Ik liep snel door. "Komen jullie nog?" Vroeg ik aan Aurora en Danny
May StarClan light your path.
Danny Jake Davids~Tovernaar
Ik kijk hoe Ember de jongen naast Zack duwt.
Ik weet niet of dit het juiste moment is, maar eerlijk gezegt vond ik dit best grappig.
"Ik wil echt weg hier" Zegt Ember.
Snel loopt ze door.
''Komen jullie nog?'' Vraagt ze.
Snel probeer ik mijn lach in te houden.
''Misschien is het inderdaad verstandig om hier weg te gaan.'' Zeg ik.
I don't have time to worry if it's right or wrong, you can't hope for a horror story with a happy ending!
Aurora Trel
Ik sta haast met open mond te kijken hoe Ember de jongen met gemak op de grond gooit. Oké ik was dan wel een Fighter en zag hier en daar nog wat schoonheids foutjes in haar vechtkunst, maar voor een blind meisje deed ze het belachelijk goed. Ze loopt langs me heen.
'Komen jullie nog?' vraagt ze.
'Misschien is het inderdaad verstandig om hier weg te gaan' zegt de jongen. Ik knik met een glimlach op mijn gezicht. Aan zijn gezicht kon hij zijn lach ook niet echt inhouden. Ik loop door het hek heen en geniet er weer van om de aarde tussen mijn voeten te voelen. Een zucht verlaat mijn lippen en ik trek de boog en pijlentas wat steviger over mijn rug.
'Mijn huis is die kant op,' zeg ik, en ik wijs in de richting van mijn houten huisje. 'Oh en we kunnen misschien een vreemd gezelschap aantreffen. Er zijn heel misschien nog wat andere wezens.'
Ik kijk even naar de jongen.
'Zeg hoe heet je eigenlijk?' vraag ik aan hem. 'En ik neem ook niet meer aan dat je een mens bent.'
Ik wijs naar zijn SpellBook.
"Rebellion's are build on hope"
Danny Jake Davids~ Tovernaar
'Zeg hoe heet je eigenlijk?'' Vraagt de Fighter aan mij.
''En ik neem ook niet meer aan dat je een mens bent.' Ze wijst naar mijn SpellBook.
''Ik ben Danny.'' Zeg ik terwijl ik mijn tas dicht doe.
''En ja, ik ben een tovernaar, maar noem me alsjeblieft geen heks, oke?''
''Hoe bedoel je andere wezens?'' Vraag ik haar.
I don't have time to worry if it's right or wrong, you can't hope for a horror story with a happy ending!
Aurora Trel
Ik kan een glimlach niet onderdrukken als hij van me vraagt hem geen heks te noemen.
'Hoe bedoel je andere wezens?' vraagt hij. Ik haal een hand door mijn haar en laat die achter in mijn nek.
'Tja kijk,' zeg ik. 'Ik voel me soms snel aangetrokken om mensen te helpen. En er was dus een Werecat gewond geraakt voor mijn deur. Ik heb toen een heks geroepen, alleen die kwam ook nog eens aanzetten met een vampier en weerwolf. Oftewel ik heb eigenlijk zowat het hele betoverde bos in mijn hut, maar als ik daar aankom stuur ik ze weg. Nou ja als ze er nog zijn natuurlijk. En..' ik sluit mijn mond.
'Ik ratel een beetje door hé' zeg ik een beetje blozend. Ik zucht en kijk dan naar Ember.
'Je kan best wel goed vechten,' zeg ik. 'Alleen als je wilt kan ik je nog wel wat dingetjes leren. Allen als je dat wilt hoor.'
Ik laat mijn tenen stevig in de grond gaan. Ik voelde me een beetje klunzig dat ik zo aan het ratelen was. Mijn hand die in mijn nek lag laat ik langs me vallen.
"Rebellion's are build on hope"
Calder Alistair Gold~24~Witch~In het bos
Voetstap voor voetstap zette ik vooruit, niet echt oplettend waar ik liep.
Met mijn handen in mijn zakken liep ik fluitend tussen de bomen van het bos door, iets wat ik graag deed als ik me verveelde.
OyLevin was weer eens weg, hij had na een dag en nacht aan constante onderzoek genoeg informatie gehad om weer iets op het spoor te zijn, wat hij binnen drie tot zes dagen dacht te hebben bemachtigd, wat zo maar eens kon.
Mensen kijken naar films als Indiana Jones, mensen die denken dat ze het allemaal snel kunnen, maar wij, wij kunnen het pas snel en het zou me dan ook niets verbazen als hij binnen nu en een uur alweer voor mijn neus zou verschijnen terwijl hij nog maar twee dagen weg was, op zoek naar een waardevol object op het eiland Fiji.
Half verdorde bladeren knisperden onder mijn voetzolen terwijl ik nonchalant verder liep en het deuntje dat ik floot veranderde van ‘Do you hear the people sing.’van de menselijke musical Les Miserable naar een deuntje van de evenals menselijke film Hanna ‘The devil is in the Details.’
Ik hou gewoon van menselijke films, hoe ze de special effects voor elkaar krijgen, de soundtracks eronder.
Als een groep heksen een film gaan maken zijn de special effects saai, ook al zien ze er spectaculair uit, maar je weet dat ze echt zijn en dat het gewoon simpele trucjes zijn die sommige peuters al gewoon kunnen binnen de gemeenschap.
Mijn mobiel trilde en het bekende getingel zorgde voor een grijns op mijn gezicht.
Daar zul je hem hebben hoor.
“Oylevin, wat is er ?” ik moest mijn lach inhouden toen ik aan de andere kant het kenmerkende gezucht hoorde van mijn beste vriend, hij vond het nooit grappig als ik hem bij zijn volledige naam aansprak, hij had veel liever Vin, of Oy.
“Ik heb het beeld van Khalisha gevonden, het beeld is zwaarder dan ik ingeschat had, weegt zeker rond de vier kilo, massief goud waarschijnlijk, en…”
Maar ik kapte hem halverwege af. “Kom gewoon naar huis, dan bespreken we het daar wel.”
Een goedkeurend geluid aan de andere kant. “Dan is er een grote kans dat je me alweer treft met het avondeten.” En zonder verder nog iets te zeggen hing hij op.
Nu geheel in mijn nopjes liep ik verder, nog steeds fluitend.
Het pad voor mijn voeten begon steeds duidelijker te worden, wat erop wees dat ik het centrum begon te naderen.
Er kwam rook uit het karakteristieke huis dat gebouwd was uit lagen steen, met vakwerkmetselwerk en een rietendak, dat er met zorg was opgehesen en bevestigd.
De deur stond al uitnodigend open, alsof ze al op me aan het wachten waren.
Het was weer eens tijd om een bezoek aan mijn familie te brengen.
Zoals gewoonlijk rook het er weer eens heerlijk, naar vers gebakken appeltaart, de kruidige geur van kaneel hing nog als een damp in de lucht, alsof de stenen zelf die geur op wouden nemen in diens materiaal en zo het huis voor altijd zou laten ruiken naar dat specifieke specerij.
Mijn twee broers zaten samen op de bank, zoals gewoonlijk tegen elkaar te gamen, één of ander menselijk schietspel genaamd Call of duty en de stemmen van mijn ouders hoorde ik in de keuken.
Ik prevelde een klein bezwerinkje wat zicht uitte in een ophoping van stof wat een vogeltje vormde dat met diens ruisende stofvleugels de keuken in vloog en op het aanrecht neerzeeg.
Direct draaide mijn moeder zich om. “Calder, wat een aangename verrassing!”
Met z’n allen en de appeltaart gingen we in de woonkamer zitten en moeder snerpte de jongens al snel toe dat ze dat gewelddadige spel toch eens aan de kant moesten leggen en erbij moesten komen zitten omdat ze me toch al niet zo heel erg vaak meer zagen omdat zij altijd ergens anders druk me waren, wat ik hen niet kwalijk nam.
We praatte over van alles en nog wat, hoe het ging met mijn bedrijfje, al was het voor velen geheim, want het ging niet iedereen aan wat voor een bedrijf Oylevin en ik hadden, voornamelijk niet wat zich allemaal in onze zeer magisch uitgebreide kelder bevond.
De tijd ging sneller voorbij dan dat me in eerste instantie lief was en met een knuffel en een kus voor mijn moeder liep ik weer naar buiten.
De zon was van hoog aan de lucht tot lager gezakt en ik stak mijn handen in de zakken van mijn jas.
Al snel hoorde ik het vertrouwde geluid van de knisperende bladeren onder mijn voeten toen ik me verruimde tot het centrum waar een aantal winkeltjes waren.
De bakker met diens overheerlijke koekjes, velen magisch, velen niet.
Met een grijns op mijn gezicht murmelde ik iets binnensmonds en voor ik er erg in had, had ik de marsepeinen muizen op een taart tot leven geroepen, die zich nu een weg baanden door de cakelaag heen en om elkaar heen drentelden.
De verrukte kreten van de bakker waren duidelijk te horen terwijl ik me omdraaide om mijn weg naar huis weer te vervolgen, ik had daar nog een goed boek liggen dat ik echt uit wou lezen.
{ Iemand voor mijn personages ?}
[ bericht aangepast op 12 maart 2014 - 16:42 ]
Credendo Vides
Jennifer Woods~ Vampier
Ik kijk naar de Werecat waarneer ze vertrekt.
''Ik denk dat ik ook maar eens ga.''Zeg ik.
''Bedankt trouwens voor die hoed.'' Zeg ik er nog achterna.
Daarna ga ik naar buiten.
Ik had niet zo'n zin in twee characters van me zelf in een ruimte. Daarom dit stukje maar gedaan.
I don't have time to worry if it's right or wrong, you can't hope for a horror story with a happy ending!
Maya Angel Romaro ~ Weerwolf
Ik kijk een tijdje naar het schouwspel, na een tijdje zegt Jennifer:
''Ik denk dat ik ook maar eens ga." Dan gaat ze naar buiten toe.
Ik loop haar achterna.
"Jennifer!" Roep ik haar achterna, terwijl ik een stukje naar voren ren om haar bij te houden.
"Je wou met me praten toch? Of hoeft dat niet meer?" Ik kijk haar fronsend aan.
It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki
Ember green - Witch
We komen al snel bij Aurora's huis. Er kunnen nog andere wezens zijn, maar dat boeit me niet zo veel. "Als je wilt kan ik je nog wat vechten leren." Bied ze aan.
"Zou kunnen. Ik ben niet zo goed in vechten ik gebruik meestal mijn magie, maar dat kon natuurlijk niet met zo veel mensen in de buurt." Antwoord ik. Dan hoor ik de deur van Auroras huis. Een ander meisje hoor ik lopen, een.. Vampier, ja dat was het. Ze loopt langs op weg naar huis, tenminste dat denk ik.
May StarClan light your path.
Jennifer Woods~Vampier
''Jennifer!" hoor ik een stem achter me roepen.
Opeens staat Maya voor me.
"Je wou met me praten toch? Of hoeft dat niet meer?"
O ja, dat was ik even vergeten.
''Ik wou alleen zeggen dat ik niet zoals andere vampiers ben. Als ik dat wel was was ik niet terug gekomen om je te helpen'' Zeg ik.
Even slik ik.
"De reden dat ik zo deed is omdat mijn ouders een jaar geleden vermoord zijn door weerwolven. En zij waren niet eens vampiers.''
I don't have time to worry if it's right or wrong, you can't hope for a horror story with a happy ending!
Vera Hepburn
Het hele gezelschap is net vertrokken als ik weer andere voetstappen aan de deur hoor. Het is Aurora die de deur opent. "Hoi", zeg ik. "Ze zijn net weg.. Ik zal ook maar eens gaan, want er zijn nog andere zaken die ik moet regelen vandaag." Ik loop naar de bank waar mijn tas nog steeds naast ligt en ik pak hem op. "Oja, ze hebben alles laten staan en er zijn verder geen problemen geweest." Als ik naar de deur loop begroet ik nog even de nieuwe mensen. Als ik bij de deuropening sta, draai ik me nog één keer om naar Aurora. "Heel erg bedankt voor je gastvrijheid" zeg ik dan. "Misschien tot een volgende keer." Vervolgens keer ik me naar de buitenlucht en loop ik weg. Op naar de volgende problemen.
Ik besluit om nog even langs de winkels te gaan zodat ik zelf ook nog genoeg eten in huis heb. Wanneer ik de groentewinkel uit kom lopen met mijn tas vol wortels en sla, en ik intussen ook al langs de kruidenier ben geweest voor wat olie, besluit ik nog even langs de bakker te gaan voor wat verse broodjes. Ik heb er bijna geen energie meer voor, dus doe ik rustig aan. Ik word bijna verleid om de magisch tonende koekjes erbij te nemen, als ik me bedenk dat ik nog een stel thuis heb liggen. Wanneer ik de broodjes afgerekend heb, komt een jongen binnenlopen. Hij kijkt ook even naar de koekjes. Terwijl ik de bakkerij uit loop, knik ik nog eens groetend naar de eigenaar. Als ik net buiten ben, hoor ik de verrukte kreten van de bakker. Ik doe net of ik even stilsta om te kijken op een lijstje. Dan draai ik me plots om alsof ik iets vergeten ben en ik loop zogenaamd naar een volgend winkeltje. Tijdens het lopen blik ik even in de bakkerij, waar ik zie dat de marsepeinen muizen die zonet doodstil lagen, tot leven waren gekomen. Ik kan mijn ogen net zomin geloven als de bakker zelf.
Zo onopvallend mogelijk probeer ik om te kijken naar de jongen die in de richting loopt waar ik eerder naartoe wilde gaan, terug naar het bos. Dan sta ik stil. Ik twijfel even, maar dan zet ik een stevige pas in. In de bakkerij had ik hem nog niet zo goed bekeken, maar van achteren zie ik al dat hij opvallend zwart haar heeft, waarvan een paar plukjes eigenwijs verschillende kanten op springen bij zijn nek. Ook zijn postuur valt me op, lang en dun, waardoor ik benieuwd ben of hij ook gespierd is. Als ik zo'n twee en een halve meter achter hem loop, minder ik mijn pas een beetje, zodat ik ongeveer op dezelfde afstand als hem loop, schuin achter hem. In gedachten neem ik een iets harder briesje dan die zachte die je in de zomer voelt. Ik blaas een beetje uit mijn mond, in zijn richting en ik gooi mijn gedachten op het blazen. Het werkt, want zijn hand gaat langs zijn oor. Ik hoop dat hij zich omdraait om te kijken waar het vandaan kwam en me dan ziet. Het is een tovenaar, dat weet ik al van hem, maar het is soms heel lastig om er iemand over aan de spreken. Dan probeer ik toch liever de rollen door "het toeval" om te laten draaien. Tsja, de wind waait altijd, is het niet? denk ik terwijl er een klein glimlachje rond mijn mond begint te spelen.
Does the mirror see the same as the heart?
Rain Thunder - Werecat
Als ik in bed lig kan ik niet slapen, en ik kijk op de wekker. Het is nog erg vroeg, en ik heb nog steeds honger. Nogmaals kijk ik op de wekker. ''De supermarkt kan nog open zijn..'' zeg ik tegen mezelf en doe een la van een kast open. Er liggen wat oude spullen in en ik pak een klein zakje en maak het touw los. Er zit nog geld in! Ik pak vijf euro, en leg die op m'n nachtkastje neer. Ik pak snel een hemd, trui, vest, broek uit mijn kleding kast en doe het aan. Ik pak ook sokken en doe me schoenen aan. Normaal loop ik gewoon op blote voeten maar de supermarkt was in de stad waar de mensen leefden en anders keken ze me zo raar aan. De wind waaide hard maar mijn jas zat te veel scheuren in echte klauwen omdat ik als werecat vaak m'n klauwen aan iets moet scherpen. En takken van het bos scheuren mijn jas ook, de normale mensen zouden me raar aankijken als ik dat droeg. Ik pak de euro's op en doe ze in m'n broekzak, en loop m'n huis uit. Wanneer ik de deur dicht doe voel ik de koude wind tegen me aan blazen. Brrr. Snel loop ik door, mijn huisje is ergens diep in het bovenatuurlijke bos dus ik moet ver lopen. Na twintig minturen loop ik door de poort en kom de stad in. Ik loop nu niet meer op het gras maar op stenen. Al snel zie ik lichten van de supermarkt en loop ik door de schuifdeuren. Ik had even geen zin om te jagen, er was toch geen prooi en de harde wind jaagde ze alleen maar weg, en misschien waaide de wind mijn geur naar de prooi toe en zouden ze gewaarschuwt zijn. Ik zoek langs het vlees en pak kip, dan leg ik m'n euro's op de balie en ze gaan in de kassa. Ik neem de kip mee, het liefst zou ik natuurlijk op vier poten zo snel mogelijk de supermarkt in rennen, vlees pakken en zo snel mogelijk weer terug rennen, het is erg irritant om te doen of je een mens bent, maar als de mensen er achter zouden komen kwamen er mensen die bovenatuurlijke wezens gevangen namen en allemaal onderzoeken en testen deden enzo. Wie wou dat nou? Bovendien, terug in het bos kon ik weer normaal doen. Ik liep snel door de poort en raakte het gras en liep daar op verder met het vlees. Snel naar mijn huis.
Als ik thuis ben doe ik mijn vest uit en schoenen en sokken, ik ga naar de keuken en pak een pan: geen idee hoe ik moest koken maar ik had er gewoon zin in.
Ik zet de pan op het fornuis en zet het fornuis aan. Ik maak de doos waar het vlees in zit open en leg het vlees in de pan. Ik gooi de doos in de prullenbak. Hmm, er moest nog iets bij.. boter ofzo. Snel pak ik boter en doe het in de pan: geen idee of ik het goed deed. Terwijl het vlees knetterde pakte ik een boek uit de boekenkast in de woonkamer, die trouwens heel dicht bij de eetkamer en keuken zat. Het boek gaat 'toevallig' over koken. Ik had eerst de boter moeten doen maar dat is nu al te laat, snel zoek ik op hoelang de pan aan moet blijven, en wat ik straks moet doen. Als ik genoeg heb van het boek leg ik snel een bord op tafel, en zet het fornuis uit. Het vlees ziet er gebraden uit. Ik leg het op het bord en proef het, ik eet zonder handen, da's normaal voor werecats. Het smaakt best lekker ookal moet ik nog veel oefenen. Van al het lopen naar de supermarkt en terug en koken enzo word ik moe. Ik kleed me weer om en doe alles. Ik was ook af. Als ik eindelijk klaar ben klim ik in bed. Ik sluit mijn ogen en val in slaap.
[ bericht aangepast op 14 mei 2013 - 23:16 ]
May StarClan light your path.
{@SermenaRiver} liever niet mijn personage besturen, ook al is het nog zo'n klein iets en hij betoverd de muizen vanaf buiten, ze staan in de etalage (; maar ik zag dat ik dat er niet echt duidelijk erbij had gezet...}
Calder Alistair Gold~24~Witch~In het bos
Met mijn handen in mijn zakken liep ik weg van het plein waar alle winkeltjes zich bevonden en de kreten van de bakker waren omgezet in schreeuwende en mopperende bevelen en preveltjes jegens zijn bakkershulpen, die zelf bijna in paniek wat terug zeiden.
Een glimlach speelde om mijn lippen, soms kon ik zulke grapjes gewoon niet laten.
Snel strek ik mijn armen even uit, het deed me goed om weer wat bezig te zijn, het is al een tijdje geleden dat ik zoiets uitgehaald heb.
Ongeveer een week.
Nonchalant zette ik mijn voet voor de andere en schoof daarmee door het inmiddels al redelijk hoge gras dat hier groeide en ik had bijna gewoon mijn schoenen uitgedaan om met mijn voeten erdoorheen te kunnen dwalen.
Mijn nekharen gingen een beetje overeind staan en mijn grijns werd alleen maar groter.
Niet ver van me vandaan werd magie gebruikt.
Het was nogal makkelijk om op te pakken, hoewel het een tijdje duurde voor ik het had leren herkennen, maar sinds mijn 17e kon ik het al en sinds dien heeft het me ook al uit vele benauwde situaties gered.
En voor ik er goed en wel erg in had streek er een licht briesje langs mijn oor, een briesje dat net iets kouder in mijn nek en langs mijn oor aanvoelde dan dat het eigenlijk hoorde in dit weer.
Ik hief mijn hand even op langs mijn oor en stopte daarmee de wind, het was niet echt een moeilijk kunstje, maar soms kon je er leuke dingen mee doen, zeker als die nog wat harder was als dit, al moest je er dan wel op letten dat het niet al te kwaadaardig word.
Mijn zintuigen stonden al snel op scherp en met mijn ogen gesloten liep ik verder, soms kon ik me zo beter concentreren, maar meestal had ik het niet nodig.
Maar ik wou elke beweging registreren die mijn volger maakte.
"aarde, rimpel als de aarde en gun mij een glimp van uw kennis" Mompelde ik binnensmonds, zo zacht dat niemand het kon horen.
Maar de bezwering deed diens werk en ik voelde hoe er een lichte schokgolf door de grond heen ging.
Een paar meter achter me voelde ik een andere levensvorm, menselijk maar ik wist nu al dat ze net zoals ik een heks moest zijn.
Volgens mijn ouders werden de mannen binnen de gemeenschap ook gewoon heksen genoemd, waarom wisten ze niet precies meer, maar sindsdien was het een traditie en gewoon normaal voor ons om de mannen ook gewoon heks te noemen.
Ik concentreerde me een beetje, maar een bekend gekras haalde me uit mijn concentratie.
Met een ruk draaide ik me om, vanuit mijn ooghoeken zag ik nog snel een jonge vrouw staan met lang goudblond haar die in krullen over haar schouders vielen en twee donkerbruine ogen die naar me keken voor ik me op hetgeen richtte dat op me af kwam.
Met wiekende vleugels kwam Nive tussen de bomen heen vliegen, waarna die zonder enig probleem op mijn schouder lande.
"Wat is er makker." Fluisterde ik, maar Nive schudde alleen even diens vleugels uit en ging toen zijn borst uitpluizen en rangschikken.
Moest hij daarvoor helemaal naar mij toe komen ?
Met een zucht wende ik me uiteindelijk maar naar de jonge vrouw en ondanks dat ze een redelijk jong gezicht had moest ze wel rond mijn leeftijd zijn.
Nonchalant stak ik één van mijn handen in mijn zakken terwijl ik tegen een boom aan leunde en haar strak aankeek om te kijken of ze zelf met iets zou komen of dat ik nou iets zou moeten verzinnen om te zeggen.
Nive kraste eventjes op en neer wipte steeds iets naar beneden schoof zodat hij uiteindelijk wel mijn arm op moest houden zodat hij daar kon zitten.
Wat een eigenwijs was hij weer eens.
Voor ik hier nog tot uilenkapstok zou worden gedoopt en ik nog af zou gaan in bij zijn van iemand die ik niet ken deed ik mijn mond maar open, met een evenals charmante en tevens nonchalante houding, ja, ik ben een ster in het combineren van die twee.
"Lekker briesje was dat, vind je ook niet ?"
Credendo Vides
[@DreamerN: Sorry, volgende keer zal ik er beter op letten ]
Vera Hepburn - Witch
Ik voelde dat de aarde iets deed onder mijn voeten, maar door mijn schoenen wist ik niet precies wat. Wel had ik door dat het van hem kwam. Ik wil mezelf net de vraag stellen of ik genoeg moed zou hebben om hem aan te spreken, als er een majestueuze uil aan komt vliegen. Het dier is prachtig en landt op zijn schouder. Ik sta nu ook stil en ik ben net zo onder de indruk van de uil als van zijn gezicht, dat ik nu echt goed kan zien. Nadat de uil het zich gemakkelijk had gemaakt en zijn veren interessanter vond dan degene waarop hij zat, wendde de heks zich tot me. Hij leunde toen tegen een boom aan en stak een hand in zijn zak. Ik kan het niet helpen om te denken dat ik misschien een grote fout gemaakt heb, omdat hij wel eens zo'n populaire gast kan zijn. Niet dat ik met veel mensen iets heb, wat in mijn situatie ook redelijk logisch is, maar met zulke types voel ik me nog minder op mijn gemak. Ik kan me als ik eerlijk ben zijn gezicht niet herinneren. Apart.
Hij kijkt me even strak aan en ook al ben ik er niet blij mee, ik kan niet anders dan terugkijken in zijn ijsblauwe ogen. Ze lijken zo veel op ijs dat ik er bijna kippenvel van krijg. Ik krijg het niet voor elkaar iets te zeggen, te bang om een fout te maken tegenover hem. Zou ik nog om kunnen draaien en weg kunnen lopen, doen alsof dit nooit gebeurd is? vraag ik me kort af. Dan zegt hij echter iets waardoor dit helemaal niet meer mogelijk is. "Lekker briesje was dat, vind je ook niet?". Ai, dat was gevat, was ik maar drie seconden geleden omgedraaid. Nu moet ik wel met iets komen, natuurlijk. Om me een houding te geven terwijl ik nadenk ga ik kort met mijn hand door mijn haar, alsof het niet goed zou zitten. Misschien kan ik doen of mijn neus bloedt: welk briesje? Nee, dat valt af. Hij heeft me vast allang door. Dan kijk ik weer naar de uil die nu op zijn arm zit. "Ik voelde niets, maar misschien dat je vriend er meer van weet..?" hoor ik mezelf zeggen. Geen geniaal antwoord, maar het klinkt vast een beetje afstandelijk, en anders vaag. Ach, als ik maar weer weg kan komen uit deze situatie. Ik sla ook mijn armen over elkaar, alsof ik me wil beschermen voor wat hij er ook op te zeggen zal hebben. Ik had toch maar beter mijn mond kunnen houden en weg kunnen lopen. Stomme, stomme ik.
Does the mirror see the same as the heart?