Frederica "Freddie" Kaya Tomlinson.
De woorden van haar moeder negeerde ze en ze grijnsde enkel naar Ezra, om achter de brilglazen met haar ogen te rollen. Bij het café aangekomen namen ze plaats - Freddie duwde even haar zonnebril op haar blauwe haar, die pupillen konden haar niks schelen, de enige reden dat ze een zonnebril droeg was voor haar vervelende hoofdpijn - aan de bar en Ezra vroeg om een biertje, wat haar -haar wenkbrauw op deed treken en één mondhoek krulde omhoog. Ze bestelde een Apfelkorn en glimlachte lichtjes, maar niet helemaal gemeend, al deed ze haar best, naar Barney. Terwijl ze wachtte gleed haar blik door de zaak en even bleef deze hangen op Jessie en Kevin, om daarna snel door te schieten en zich weer voor zich te richten. De Apfelkorn werd voor haar neer gezet en tsja, Freddie dronk snel, met alles, dus die was zo weg. Ze zette hem weer neer, in de tussentijd had ze bedacht dat ze nu wel kon doen alsof ze er niet waren, maar Ezra zou ze uiteindelijk toch wel zien, daarbij moest ze even checken of het allemaal goed ging met haar broertje. Ze maakte zich zorgen over hem, altijd, maar de laatste tijd alleen nog maar sterker. "Ik ga even naar het toilet," was het excuus dat haar richting haar broertje en zijn vriendje bracht, of tenminste, één van zijn twee vriendjes. Ze liep richting het toilet, om op begeven moment toch af te haken naar de andere kant om een hand op de schouder van Jessie te leggen. "Hey Jess, gaat het een beetje goed hier?" vroeg ze oprecht, haar blik fronste toen ze het papier op tafel zag, maar eerst iets anders. "Toevallig dat ik hier wat ging drinken met Ezra." In die zin zaten zoveel clues, toevallig, Freddie ging hier wel vaker heen en het belangrijke: Nu wist Jessie dat hij uit moest kijken en wist Kevin ook van niks. Daarbij moest Jessie ook wel weten dat Ezra niet snel dronk en er dus wat moest zijn, als Jessie zijn tweede vriendje dan een beetje kent. Hoogstwaarschijnlijk zou hij ze zomenteen toch wel opmerken, maar dan was Jess in elk geval gewaarschuwd. "Wat is dat?" vroeg ze toch, duidend op het papiertje en met haar grote puppillen keek ze hem vragend aan. Het was wachten tot de Apfelkorn (ze zou er zo nog wel eentje nemen) wat in zou kicken, al deed het haar niet heel veel, want al was ze niet graag dronken, beter van de wereld van drank dan helemaal sober en clean. Het was niet dat ze compleet afkeurde wat haar broertje deed, ze zou hem steunen, wat hij ook besloot. Ze was alleen bang dat iemand hier verschrikkelijk veel pijn mee zou krijgen en dat zouden waarschijnlijk alle drie de jongens komen als het geheim uit kwam. Ze begreep dat Jessie niet kon kiezen - ze had al zijn verhalen aangehoord en ze kon hem ook gewoon lezen als een open boek met de letters nog eens meerdere keren uitvergroot, ze voelde hem gewoon - maar toch. Het moet niet makkelijk zijn, iets put hem uit en hij kan dit er niet ook nog bijhebben. Ze beschermde hem gewoon het liefst van al het kwade in de wereld, want hij was haar broertje. Of ze het nou toch een beetje stom van hem vond wist ze niet. Maar ze wist wel dat ze honger had, een heerlijke bijwerking van wiet, en dat ze zomenteen thuis maar even wat te eten ging zoeken. Natuurlijk zat ze in een café en kon ze hier ook wat bestellen, maar ze had haar geld wel beter te besteden, niet?
[ bericht aangepast op 8 feb 2015 - 0:41 ]
Reality's overrated.