Liam James Payne.
Iedere beweging volg ik nauwkeurig, en als hij zijn jas uitdoet word ik even bang dat hij het zelfde met me wilt doen. Maar Tomlinson is niet zoals die gore Styles, nee Tomlinson legt zijn jas over mijn schouders en dankbaar kruip ik iets in elkaar. Tegen de nog warme stof aan.
"Kom, dan gaan we even daar zitten." Hij wijst naar een bankje en pakt me met beide handen vast. Rustig neemt hij me mee naar het bankje en zet ons daar beiden neer. "Zo, wat is er gebeurd? Want ik kan duidelijk zien dat jij je absoluut niet goed voelt." Onderzoekend kijkt hij me aan en met zijn hand wrijft hij rustig over mijn arm heen.
Op de één of andere manier kalmeert het me wat en gaat ook mijn ademhaling naar angstig gejaagd naar een normaal tempo. Het is misschien stom, naïef, dat vooral. Maar ik besluit dat ik het Tomlinson wil vertellen. Ik wil er niet met Liv, Elena of met mijn ouders over praten, een psycholoog nog minder, maar met de jongen voor me.
Mijn ogen knijp ik even samen. Dan kijk ik hem weer aan. "Styles." Een schorre fluistering die mijn keel verlaat. "Hij... heeft me..." Een twijfeling of ik het wel echt kan en wil vertellen. Welke gevolgen zullen het hebben? "Verkracht." Het is een zwak gepiep, en ik ben er niet zeker van of Tomlinson me gehoord heeft. Misschien maar beter ook. Langzaam, van wegen mijn pijnlijke ledematen, doe ik zijn jas goed aan en kruip er diep in. Waarna ik een beetje tegen de eigenaar van het kledingstuk aan ga zitten.
Als Liv dan ook nog aan komt zetten word het me opnieuw teveel, zij heeft het gezien. Zij heeft toegekeken hoe Styles me verkrachte, en ze deed niks. Ze deed niks! Ze had me kunnen helpen, het op z'n minst kunnen proberen. En ik weet ook wel dat ik dat niet had gewild, dat ik haar had willen beschermen en dat niet kon als ze met Styles op de vuist was gegaan. Maar misschien had ze iets anders kunnen doen... In plaats van simpelweg weg te lopen. Op het moment ben ik gewoon boos op de wereld en bedenk ik me niet dat het gevaarlijk voor haar had kunnen zijn, maar alles wat door me heen gaat is dat ze me had kunnen helpen. En Styles hier niet mee had kunnen laten komen.
"Liam," zegt ze zachtjes.
Langzaam, mede om haar blik te ontwijken, laat ik mijn hoofd hangen en schud deze dan. "Ga weg," fluister ik dan. Verdrietig, gebroken misschien zelfs. Mijn lichaam verklampt weer en ik kruip met mijn hoofd tegen Louis' borstkas aan - ik maak me niet eens druk om zijn naam -, om opnieuw in huilen uit te barsten. Niet lang deze keer, slechts een paar snikken. Maar genoeg om hem mijn zwakte te tonen, en ik haat mezelf daarvoor. Nog meer als ik Liv op het moment haat. Ik haat mezelf dat ik zo zwak ben dat ik Styles me heb laten aanraken, betasten, verkrachten. Hem me heb laten slaan. Ik haat mezelf dat ik mezelf nu in ieders ogen zwak laat lijken. Een makkelijk doelwit, een weke prooi.
"Sorry," fluister ik terwijl ik mijn hoofd draai en in zijn ogen kijk. "Ook voor je shirt." Even bewonder ik ze. De prachtige oceaanblauwe kleur. De deuren van je ziel, word ook wel eens gezegd. Dan trek ik me terug. En ga weer recht zitten. Mijn van de tranen glinsterende ogen en wangen veeg ik met de achterkant van mijn handen droog. En ik til mijn kin op eigen kracht weer wat om hoog. De houding zoals hij me hoort te zien, netjes, maar stoer, nergens bang voor. En absoluut niet zwak.
[ME-GA POST. Whoopwhoop.]
Reality's overrated.