Jess(ica) Alexis Lane.
Een paar secondes geleden was het nog prachtig weer, maar nu was het omgeslagen in een regenbui. De druppels begonnen langzaam aan naar beneden te vallen, en steeds sneller werden het er steeds meer. Normaal gesproken hield ik van de regen. Het maakt de wereld een heel stuk mooier, en zo kreeg de natuur ook de nodige dingen; de bomen maken zuurstof voor ons, de bloemenknopjes kwamen mooi uit, en het gras kreeg een prachtig glanzende kleur over zich heen. De bladeren vingen sommige regendruppels op, en als je goed in de druppels keek kon je jezelf erin terug zien. Maar nu ik mijn sigaret op heb gestoken was het opeens een stuk minder. Als ik geen sigaret in mijn handen had, dan was het totaal geen probleem geweest.. maar nu zat ik op het zand, en dat werdt klonterig. Het ging aan mijn broek en voeten plakken. Mijn sigaret werdt nat, waar ik niet erg vrolijk van werdt, want ik wou gewoon normaal kunnen roken.
Ik stond op, en pakte snel mijn spullen bij elkaar. De sigaret had ik in mijn mond gestopt toen ik mijn spullen pakte, en ik rende naar het afdakje toe bij de aankomsthal. 'Pffoe. Hoe komt dit opeens?' Vroeg ik verbaasd aan mezelf. Misschien is Hij daarboven verdrietig? Ik schudde lachend mijn hoofd. Nee, dat kan niet. Waarom heeft mijn oma en opa dat ook vroeger telkens aan me verteld? Nu denk ik er elke keer aan als het weer zo omslaat. Ze zeiden dat als God blij was, dat de zon scheen. Dat als God verdrietig was, dat het zou gaan regenen, en dat als Hij boos was dat het zou gaan onweren. Maar is Hij nu dan verdrietig? Ugh, oke. Stoppen Jess. Je weet zelf ook dat het onzin is. Dit kan gewoon niet. Maar nog steeds ben ik er verbaasd om dat het weer zo snel om kan slaan.
Ik keek naar mijn nu natte sigaret, en haalde mijn aansteker tevoorschijn. Deze deed ik aan, en haalde mijn sigaret er doorheen. Mooi, nu is hij niet nat meer. Ik nam tevreden nog een hijs, en keek naar het nu prachtige weer. Al had dit weer mijn haar nu verpest, het kon me niets schelen, het is maar in feite water. Ik ga er niet dood aan.
Snel rookte ik mijn sigaret op, en haalde mijn haarborstel nog eens tevoorschijn, die haalde ik toen weer door mijn haar om het goed te doen, en liep naar binnen. Ik zag de lijst hangen met wie we in een groep zouden zitten, en was van plan om daarop te gaan kijken. 'Huh? Zit ik nu opeens wel bij Val in de groep?' Mompelde ik. Ik fronsde mijn wenkbrauwen, en keek verder op de lijst bij wie ik allemaal zat. Toen kwam ik de naam Celeste tegen. Ah god, nee toch. Ik sloot mijn ogen, en masseerde mijn slapen. Oké, rustig. Ik ken haar geen eens, dan moet ik haar ook niet meteen bekritiseren. Mijn hazelbruine ogen opende ik weer, en liep de eetzaal weer binnen.
Toen zag ik Val staan. Meteen liep ik naar hem toe om te zeggen dat ik bij hem in de groep zat, maar abrupt stopte ik. What the heck? Waarom stond hij daar met die Celeste en dat andere wijf? Oké, wat heb je nou net tegen jezelf gezegd Jess? Juist. Geen vooroordelen, en niet bekritiseren. Ik zuchtte, en liep richting Val.
[ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 16:38 ]
Don't walk. Run, you sheep, run.