• Een groep jongeren word uitgekozen voor een geheim project. Project Morbid. Ze zijn met niet veel maar ze zijn heel verschillend en afkomstig uit bijna alle werelddelen. Op het kleine eiland worden ze getraind en opgeleid zonder dat ze weten waarom, zonder te weten dat ze speciaal zijn, anders zijn. Want iedere mens heeft bepaalde Machten, ze moeten alleen maar tot uiting gebracht worden.




    Trainers
    - Carolina Maellis Sawyer (Hoofdtrainster|Oprichtster)
    - Rose Victoria Stann

    jongeren.

    - Joachim Nowak
    - Jess(ica) Alexis Lane
    - Jayden Micah Rhodes
    - Celeste Artemis Dubois
    - Val (Valentin) Gray
    - Elín Jónsdóttir
    - Liberty Roxanne Summers
    - Jace Dagget



    Rose Victoria Stann

    Joachim Nowak
    Jess(ica) Alexis Lane
    Celeste Artemis Dubois
    Jace Dagget



    Carolina Maellis Sawyer

    Val (Valentin) Gray
    Elín Jónsdóttir
    Liberty Roxanne Summers



    Wat afspraken.


    # Ik wil vragen om toch iets meer dan 1 zinnetje te schrijven, het is heus niet zo moeilijk om een post te schrijven van een vijftal zinnen. Je hoeft ook geen posts van 800 woorden te gaan schrijven als de rest dat doet.
    # Maak geen ruzie, hou het leuk. Personages onderling mogen natuurlijk wel ruzie maken.
    # Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn.
    # Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    # Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    # Je maakt geen grote beslissingen in je eentje en bestuurt de anderen hun personage niet!
    # Have fun

    Je kan nog steeds inspringen als jongere!


    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 19:21 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Jammer, but I understand :].


    No growth of the heart is ever a waste

    Ah, jammer.

    Carolina Maellis Sawyer

    Ik keek ze even allemaal één voor één aan voor ik van wal stak. "Ik hoop dat iedereen hier is en wie er niet is komt maar achter." Ik keek even berekenend naar Val, hij was degene die dit alles doorhad of toch met het beste vermoeden, net zoals zijn dossier al aangaf, hij was goed in zulke dingen te doorgronden. Hij was een uitdaging. "De groepen zijn heel simpel. Groep blauw is de groep van Rose," Ik wees even naar mijn collega. "dat zijn Joachim, Jess, Jace en Celeste. De anderen zijn groep groen, die zijn mijn groep." Niemand hoefde te weten dat de andere trainster weg was behalve Rose, anders zou ik hier nooit gestaan hebben. Ik klapte even in mijn handen. "Het is heel simpel, jullie, groep groen dus, mogen beginnen met 8 rondjes te rennen rond het gebouw, de helft van het parcours gaat over het stuk strand. Er wordt niet gestopt, als je moet overgeven, geef je over en loop je door. Jullie krijgen 6 minuten, iedereen die er buiten gaat, gaat 50 keer pompen."

    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 19:20 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    [Je bent Jace vergeten indelen]

    Elín

    "Ik hoop dat iedereen hier is en wie er niet is komt maar achter. De groepen zijn heel simpel. Groep blauw is de groep van Rose, dat zijn Joachim, Jess en Celeste. De anderen zijn groep groen, die zijn mijn groep. Het is heel simpel, jullie, groep groen dus, mogen beginnen met 8 rondjes te rennen rond het gebouw, de helft van het parcours gaat over het stuk strand. Er wordt niet gestopt, als je moet overgeven, geef je over en loop je door. Jullie krijgen 6 minuten, iedereen die er buiten gaat, gaat 50 keer pompen."
    Ik trek een wenkbrauw op wanneer ik onze opdracht hoor. Wat is dit, een militaire basis? Ik besluit echter niks te vragen voor het mens, of moet ik onmens zeggen, er nog vriendelijk enkele rondjes bovenop doet. Het enige dat uit mijn mond komt is een zucht. Daarop draai ik me om en begin te rennen. Acht rondes in zes minuten. Als ik het nou alleen van uithouding moest hebben dan was er geen enkel probleem. Maar qua snelheid weet ik dat ik niet bij de besten behoor. Zoals me verteld is kom ik bij het stuk strand. Hier verlies ik tijd om ik enkele keren struikel. Opnieuw verlaten er enkele IJslandse vloekwoorden mijn mond, deze keer hou ik me niet in. Ik krijg een opstoot van geluk wanneer ik uit het vieze zand ben, maar die wordt al snel weg gespoeld als ik me bedenk dat ik er nog zeven keer door moet. Wanneer ik de vrouw, mijn trainster opnieuw passeer grom ik een keer. Kun je wel tegen mensen met korte beentjes?! Met mijn 1m62 is dit een hele beproeving. Maar ik val nog liever dood dan dat ik opgeef. Die voldoening gun ik een ander niet. Meer nog, ik besluit een tandje bij te steken en ren sneller. Hoe langer ik ren, hoe dunner de mist wordt. Tegen de vierde ronde, echter, ben ik bekaf. Het enige dat me nog vooruit drijft is pure wilskracht. Als ik nu opgeef, dan ben ik voor de rest van mijn verblijf hier -God weet hoe lang dat mag zijn- de pispaal. Correctie; dan ben ik een nog grotere pispaal. En laat ik daar nou geen zin in hebben. Vermoeid probeer ik lucht binnen te krijgen tot ik plots een tweede adem vind. Tot mijn grote verbazing voel ik me een stuk vrolijker en lijkt het alsof ik pas aan het rennen ben. Zou het komen door de zon die opnieuw door de wolken breekt? Ik probeer erover na te denken tot ik me plots een artikel herinner dat ik enkele jaren geleden een keer gelezen heb. Het ging over een fenomeen genaamd Runner's High. Hierbij krijgen mensen die een fysiek zware beproeving ondergaan een opstoot van endorfine, waardoor ze geen pijn meer voelen en zichzelf veel verder kunnen pushen dan hun limiet. Ik aanvaard de theorie maar als de waarheid, gezien ik het nu waarschijnlijk aan den levende lijve ondervind. Ondertussen probeer ik nog enkele truukjes uit waar mijn gymleerkracht op school zo op hamert. Inademen door de neus, uitademen door de mond. Vuisten maken en je armen naast je lichaam houden en afwisselend meebewegen met je benen. Grote passen nemen in plaats van snel gaan. Ik pas het allemaal toe maar moet toegeven dat het niet heel veel verschil maakt. Mijn longen beginnen opnieuw te branden en ik besluit korter adem te halen. Het helpt een beetje. Zeven rondes, Elín. Nog ééntje te gaan. Met knikkende knieën ren ik over het zand. Ik hang inmiddels vol met smurrie omdat ik menig keer gevallen ben op dit stuk. Ik merk dat ik een schoen kwijt ben, maar besluit gewoon op mijn kous verder te rennen. Ik heb geen tijd te verliezen, ik ben waarschijnlijk zo al ver buiten de tijd. Hijgend hou ik halt bij mijn trainster. Ik kijk haar recht in de ogen en probeer ook maar iets van emoties door te krijgen. Wanneer ik een beetje bekomen ben, ga ik maar in de pomphouding liggen gezien ik zeker en vast te laat ben.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [Damn, nu je het zegt, ik deel hem ook even in.]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Val Gray.

    De naamloze vrouw begint te spreken. Ik noem haar voorlopig Jane Doe.
    "Ik hoop dat iedereen hier is en wie er niet is komt maar achter." Met die woorden maant ze iedereen tot stilte. Zwijgend wacht ik af, neem haar in me op. Nu gaat het gebeuren. Mijn wenkbrauwen fronsen zich heel licht. Zag ik dat nu verkeerd of.. of flitsten haar ogen net mijn kant op? Ik besluit het maar af te doen als paranoia. Immers, zal ik mezelf er niet veel vooruit mee helpen door te praktiseren over dit soort zaken op het moment.
    "De groepen zijn heel simpel. Groep blauw is de groep van Rose." Ik volg met mijn ogen haar vinger die naar haar collega wijst.
    "Dat zijn Joachim, Jess en Celeste. De anderen zijn groep groen, die zijn mijn groep." Ik zit dus bij Jane Doe in de groep.
    "Het is heel simpel, jullie, groep groen dus, mogen beginnen met 8 rondjes te rennen rond het gebouw, de helft van het parcours gaat over het stuk strand. Er wordt niet gestopt, als je moet overgeven, geef je over en loop je door. Jullie krijgen 6 minuten, iedereen die er buiten gaat, gaat 50 keer pompen."
    Mijn ogen sperren zich kort open. Hier ben ik niet goed in. Ik bijt op de binnenkant van mijn lip. Val, blijf tot jezelf. Dit is een lichamelijke afmatting, een poging om je geest uit te putten. En iedereen weet dat een uitgeputte geest kwetsbaar is. Ik moet scherp blijven. Maar hoe? Hoe kan ik dit ooit volhouden? Bij de coopertest haalde ik nog maar net een voldoende en toen al moest ik al mijn wilskracht naar voren halen.
    Ik ben een van de beste leerlingen van het land, ik heb voor moeilijkere uitdagingen gestaan, ik-
    Elin loopt me voorbij en daarmee is de training begonnen. Ik moet opschieten. Op een sukkeldrafje loop ik haar achterna. Acht rondes in zes minuten. Ik moet op z'n minst proberen elke ronde in een minuut te kunnen, zodat ik een buffer heb wanneer het echt moeilijk wordt.
    Ronde 1.
    Net als Elin kom ik op het zand terecht. Ik heb nu al moeite met ademen. Ik zorg ervoor dat de bal van mijn voet niet te ver in het zand terecht komt, zodat ik niet te veel kracht verlies.
    'Verdeel.. je.. gewicht,' puf ik tegen Elin en waag me eraan om haar voorbij te rennen.
    Ronde 3.
    Mijn adem begint nu echt het maximale van me te vergen. En dan te bedenken dat ik er nog vijf te gaan heb. Ineens val ik over een uit stekende boomwortel en val op de grond.
    'Verdomd,' vloek ik ingehouden. Blijf bij jezelf! Ik kom overeind en loop verder. Kom op, Val. Laat je niet gek maken.
    Ronde 6.
    Mijn zicht is vertroebeld en wazig, ik strompel puur op wilskracht verder want ik voel dat mijn lichaam op het randje van opgeven staat. Ik weet zelf niet eens of ik nog ren of niet. Inmiddels ben ik nogmaals over een wortel gestruikeld. Ik heb de kracht niet meer om te vloeken.
    Ronde 8.
    Ik zie dingen die er niet zijn, de wereld pulseert voor me in de meest vreemde kleuren. Ik heb moeite de ogen open te houden, ik weet niet meer waar ik ben. Moet wakker blijven. Blijf lopen.. moet.. wakker.. blijven. Moet.. koffie. Met heel veel moeite weet ik enkele woorden naar buiten te persen, als schreeuw om hulp. Mijn lichaam kan niet meer.
    'Ik.. kan niet..'
    Op dat moment bezwijkt mijn rechterbeen en val ik in een kolkende massa van een onbekende substantie. De vreemde kleuren vervagen en alles wordt zwart.


    No growth of the heart is ever a waste

    [Ah, nee! Dat stukje van Val. ):]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Val had een kort knikje gegeven als bevestiging, en hij liep richting Rose. Gelukkig, had hij het niet gehoord. Of hij had het wel gehoord, maar had hij er niets over gezegd? Nou ja, dat maakte niets uit. Ik was al blij genoeg dat er niets op gezegd was. Alhoewel, er aan de andere kant het misschien wel fijn geweest was. Vannacht had ik hem eerlijk verteld waar ik mee zat, tenminste waar hij niet op moest letten en hij gaf eerlijk zijn mening en advies. Ergens had ik het wel fijn gevonden als hij een arm om me heen deed, en zei dat alles wel goed zou komen, maar nu zie ik hem steeds verder in de mist verdwijnen. Misschien was dit een teken geweest? Een teken geweest van dat we geen vrienden kunnen worden of dat we uberhaupt niet met elkaar om mogen gaan? Met dat ik dit denk, kijk ik Valentin weer na. Hij stopt even en kijkt kort over zijn schouder naar achteren. Ik kijk verbaasd naar hem. Wat doet hij nou weer? Kijkt hij nou naar mij? Mijn hoofd beweeg ik snel de andere kant op, en mijn ogen volgen hem vanuit mijn ooghoeken. Hij mag niet weten dat ik naar hem keek. Dan zie ik hem doorlopen naar Rose toe. Ja, ga maar naar hun toe lopen Valentin.
    Ik pak nog een sigaret, en steek die vervolgens op. Als ik met deze klaar ben dan ga ik maar eens aansluiten, en die verdomde training maar eens doen. Het is wel een goed ding dat sommigen hard praten, dus sommige gesprekken kan ik horen die ze voeren, maar ik kan niet alles volgen. 'Dat zijn Joachim, Jess en Celeste. De anderen zijn groep groen, die zijn mijn groep.' Shit, dus ik zit niet bij Valentin in de groep. Toch niet. Waarom niet eigenlijk? Zouden ze de groepen in een soort categorie opstellen. Drukke mensen bij drukke mensen, en rustige bij rustige? Of zouden ze ons opstellen in een ander soort categorie? Oh, ik moet hier echt mee ophouden. Ik schudt mijn hoofd. Sinds ik Val heb leren kennen neem ik zowat zijn denkgedachtes van deze training en dit alles over. Ik neem een hijs van mijn sigaret. Chill, Jess. Er gaat niets met Valentin gebeuren.
    Mijn ogen schieten open, en gaan richting Val. Vaag in de dichte mist zie ik hem staan, maar dan heb je ook echt goede ogen ervoor nodig om hem te kunnen zien. '.. groep groen dus, mogen beginnen met 8 rondjes te rennen rond het gebouw, de helft van het parcours gaat over het stuk strand. Er wordt niet gestopt, als je moet overgeven, geef je over en loop je door. Jullie krijgen 6 minuten, iedereen die er buiten gaat, gaat 50 keer pompen.' Hoor ik een trainster zeggen. Ze is een trainster toch? Ik zie een meisje wegrennen. Geen idee wie het is. Ik kon haar niet goed zien, maar Val volgt haar. Pardon? Acht rondjes in zes minuten? Is dat wijf gek geworden ofzo? Dat red Val niet! Oké, misschien ook wel. Ik ken hem ook pas een dag of twee, dus geen vooroordelen hebben. Een paar keer zie ik de andere groep voorbij rennen, en ik zie ze ook een paar keer struikelen. Oh god, dit gaat niet goed komen. Ik heb hier echt een slecht gevoel over. Misschien heeft Valentin toch gelijk, en is deze training om een reden..
    Ik schudt mijn hoofd. Nee, dit gaat Val niet redden. Ik heb hem al een paar keer voorbij zien komen, en die paar keer struikelde hij. Hij heeft er geen puf meer voor. Geen ene adem heeft hij meer. Die jongen die heeft koffie nodig, en wel nu. Ik kijk naar mijn kopje - die is nog halfvol met koffie. De koffie is niet heet meer, maar het was nog zeker te drinken. Dan zie ik Val weer voorbij speuren, in zijn bezwete kleding. Opeens valt hij neer in het zand, en staat hij niet meer op. Er zal toch niet wat verkeerds zijn hé? Val, kom op.. Sta toch op! Dan zegt er iets tegen me dat hij dat niet gaat doen, en ik speur naar hem toe. Ik schudt aan zijn schouders en armen, maar hij staat maar niet wakker. Laat staan dat hij zijn ogen open doet. Ik draai hem op zijn rug, neem een hijs van mijn sigaret - gooi die vervolgens weg, en schudt dan nogmaals aan de schouders van Val. Een paar keer geef ik wat klapjes op zijn wangen, zodat hij misschien wakker zou worden, maar dat doet hij niet. "Val, opstaan! Ik heb koffie voor je." Fluister ik hem toe. Crap. Ik kijk om me heen, en zie niemand eraan komen. Waarom komt er niemand aan? Er moet toch een alarmbel in hun hoofd afgaan als iemand niet meer komt opdagen? "Val, kom op!"
    Opeens kwam er een beademing in mijn hoofd, maar schudde dat toen snel weg. Nee, dat kan niet. Dat kan alleen als je verdronken bent, toch? Ik heb totaal geen verstand van EHBO. Alhoewel, ik wel weet hoe je iemand mond op mond beademing moet geven, maar niet wanneer je dat allemaal moet doen. Gosh, ik voel me nu echt dom. Ik kijk weer naar Valentin. Kom op. Je kan het. Ik geloof in je.

    Wow. Dit is echt een lang stuk, haha. Ik heb er mijn best op gedaan. (':

    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 20:17 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Valeria Maellis Sawyer

    Tevreden keek ik toe hoe iedereen keer op keer voorbij kwam. Ik nam zelfs de tijd om even de andere groep te observeren. Pas als ik merkte dat Val al een tijdje niet meer was komen opdagen begon ik me zorgen te maken, nu ja zorgen, ik dacht eerder dat hij het had opgegeven en dat maakte me best gefrustreerd. Hadden die jongeren dan echt geen uithoudingsvermogen meer? Zuchtend begon ik op een snel wandeltempo ook de tour te maken. In de verte zag ik iemand in het zand liggen met een meisje dat erover heen gebogen zat waardoor ik een snelle spurt inzette, los door het zand dat op spatte onder mijn sneakers. Met een paar snelle bewegingen probeerde ik hoogte te krijgen van Valentins situatie. "Jess, jij gaat naar de ziekenkamer om de schoolarts te halen, daarna verwacht ik je hier om je rondjes af te maken." Besloot ik uiteindelijk op een neutrale toon terwijl ik opstond en terug naar mijn eerdere plek begon te marcheren.


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Nog steeds had Val niet geantwoord of zelfs geen krimp gegeven. Ik begon in paniek te raken. Shit, wat moet ik nu doen? Ik wou net om hulp roepen, maar in de dichte mist zie ik iemand dichterbij komen. Het is een vrouw, en ze was vast een van die trainsters. 'Jess, jij gaat naar de ziekenkamer om de schoolarts te halen, daarna verwacht ik je hier om je rondjes af te maken.' Ik knik vastbesloten, en stond op. Wacht eens even! Waar is de schoolarts? Ik ben hier pas net, dan weet ik toch niet al waar alles is? "Hey, waar is die arts dan?!" Roep ik de trainster achterna als ze wegloopt. Ik kijk naar Valentin, en zet het kopje met koffie naast hem in de zand. Voor als hij toch wakker wordt, en ik er niet ben. Ik wrijf op zijn hoofd om zijn haarlokken van zijn bezwete voorhoofd te halen, en druk er een zacht kusje op. 'Dat je maar snel beter wordt, vriend.' Mompel ik. Ik spring weer overeind, en volg de trainster. "Nou?" Vraag ik nogmaals.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Val Gray.

    'Je loopt achter, Valentin. Bijbenen! God heeft je niet voor niks een stel poten gekregen, gebruik ze dan ook!' Ik ren verder. Vermoeid, dorstig, hongerig, bezweet. Ik smeek hem om een pauze, zeg hem dat ik mijn wiskunde voor de komende drie jaar zal maken, beloof hem dat ik de beste van Engeland word na de examens. Het maakt niet uit. Hij wil me zien rennen, zien lijden. Hij wil me breken.
    Ik ben doodmoe. Ik kan niet meer. Dus ik laat me vallen.
    'Valentin Gray! Opstaan! Wat denk je dat je hier aan het doen bent!' Ik zie een mes.
    'Ik zal je een les leren!' Hij grijpt me vast bij mijn kraag, ik zie het lemmet schitteren in de lucht. Ik wend mijn gezicht af, hou de handen voor me als ijdele hoop op bescherming.
    Mijn witte blouse is besmeurd met rode vlekken. Ik kijk in zijn ogen - een sadistische grijns.
    'In dit land is geen plaats voor inferieure wezens. Ze moeten vernietigd worden.' Hitler, hij is Hitler. En hij wil me vergassen, nu ik hier zwak en uitgeput lig. Overgeleverd aan zijn genade. Ik ben bang. Nee. Nee, nee, nee! Ik wil niet dood!
    Ik open de mond, staar de dood in de ogen aan en bal de vuisten.
    'Ik ben niet.. inferieur!'
    Hij richt de slang op me, ik wend mijn gezicht af, knijp de ogen toe. Nee. Nee. Nee, nee, nee, NEE!


    Geschreeuw. Ik hoor geschreeuw. Waar ben ik? De hel, de hemel? Wil ik het weten? Ik voel wind, ik hoor een zachte stem. Ik voel iets zachts op mijn voorhoofd. Ik focus me en besef me dat ik ademhaal. Ik leef nog. Ik knijp de ogen samen, om ze vervolgens langzaam open te doen. Het is licht, de wind is nu duidelijk te voelen. Toch is het heel warm. Ik beweeg een arm, die pijnlijk aanvoelt.
    Moeizaam ga ik zitten en zie vervolgens op een afstandje een aantal gestaltes staan.
    'Eh...' Ik kreun even zwakjes en wrijf langs mijn slapen. Ik herinner me alles weer, alsof iemand de sluizen van de Hooverdam heeft opengezet in mijn hoofd.
    Die stem, ik heb een stem gehoord. Een stem die me geruststelde. Mijn ogen sperren open en mijn hand schiet naar mijn voorhoofd.
    'Jess..' Ik zeg het fluisterend. Ze was bij me geweest, ik was niet alleen. Het is allemaal een facade, ik weet het zeker. Dus dit is haar ware karakter.
    Mijn blik schiet naar een helder voorwerp links van me. Een.. een koffiekopje? Verbaasd neem ik het kopje in mijn handen en neem er een paar slokken van.
    Ze heeft voor me gezorgd.
    Langzaam kom ik overeind, loop met rustige passen weer terug naar de vrouw. Ik heb vijftig meter om weer tot mezelf te komen. Ik neem een diepe hap adem. Alles is goed, Val. Je leeft nog, Hitler is weg.
    Ik ben nu weer terug op het terrein waar we net startten.
    'Het spijt me,' zeg ik, tot mijn oprechte verbazing in mijn normale neutrale stem tegen trainster Jane Doe.
    'Ik heb het niet gered.' Ik wend me tot Jess en werp haar een oprecht dankbare blik toe. Er verschijnt een heel subtiel glimlachje op mijn mond.
    'Dank je,' vormen mijn lippen.

    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 21:35 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Jess(ica) Alexis Lane.
    De vrouw had niet geantwoord, en de paniek nam me beetje bij beetje over. Samen met de woede. Ik wou net tegen de vrouw schreeuwen toen ik een gedaante dichter bij zag komen. Mijn ogen werden wijdt van ongeloof toen ik Valentin zag staan. Levend, en wel. Ja, tuurlijk leefde hij nog, maar de bezorgdheid had me overgenomen toen ik Val zo zag neervallen. 'Het spijt me,' zegt hij richting de trainster. Waarom zegt hij 'sorry' tegen haar? Hij is serieus te aardig voor de mensheid, zelfs als het echte monsters zijn. Met dat ik dit dacht keek ik naar de trainster. Toen keek ik naar Val, die bijgekomen is. Zijn lippen vormen een 'dank je,' en ik glimlach. Dat maakt niets uit Val. Je hoeft me hier niet voor te bedanken. Wacht eens even! Val is er weer! Mijn boze chagrijnig' gezicht veranderde meteen, en ik snelde naar hem toe om hem een stevige knuffel te geven. 'Oh, Val! Je leeft weer!' Ik zuchtte van opgeluchtheid, en liet toen meteen los. Natuurlijk, Val houdt er niet van als meisjes hem een knuffel geven. 'Ik ben zo blij. Heb je mijn kopje koffie gevonden?' Ik grinnik.
    Ik zette een paar stappen naar achteren voor Val. Ik had hem die stevige knuffel ook eigenlijk niet moeten geven, vanwege dat hij net knock-out is gegaan en waarschijnlijk ook geen lucht meer kreeg.
    De gebeurtenis speelde weer af in mijn hoofd met Val. De trainster kwam er aan, en zei tegen me dat ik snel de arts moest halen. Mijn pupillen verwijdden zich toen, maar mijn ogen niet. Hoe kon het dat zij mijn naam weet? Ik heb mezelf geen eens voorgesteld! Laat staan dat ik haar eerder gezien heb, want dat heb ik niet. Dit is de eerste keer. O-mijn-god. Valentin heeft gelijk. Ik probeerde oogcontact met Valentin te krijgen. Snel rende ik naar binnen. Ik griste een kopje tevoorschijn, zette die bij het senseo-apparaat, drukte op de koffie, en toen het klaar was met pruttelen - gooide ik er vijf suikerklontjes in. Dat wilde Val toch altijd? Nou ja, geen tijd om na te denken. Ik pak het kopje met koffie, en ik loop naar Val toe, trek hem mee aan zijn arm. "Valentin, kom eens mee." En ik duw het kopje met koffie in zijn hand. "Ik ga mijn rondjes rennen!" Riep ik naar de trainster, toen ik weg liep.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Val Gray.

    Voor ik het doorheb, voel ik Jess' armen om me heen. Wat verdwaasd onderga ik wat me overkomt en glimlach dan.
    'Oh Val! Je leeft weer!' Ik zie oprechte blijdschap in haar stem. Ik kan me niet herinneren dat een vriend ooit zo bezorgd om me was geweest. Ik glimlach kort, alhoewel er van binnen iets open gaat.
    'Mijn excuses dat ik je aan het schrikken heb gemaakt.' Ik voel een warm gevoel door me heen golven, iets wat ik niet eerder bij iemand heb gehad. Het kan ook komen door de overweldiging zojuist, in combinatie met mijn droom. Mijn geest is op het moment zichzelf nog niet helemaal, ook al doet het zijn best om alles weer op orde te krijgen. Ik ben in een vreemde emotionele staat, ook al valt er aan de buitenkant niks vanaf te lezen. Maar wat zij heeft gedaan.. ik denk niet dat ze beseft hoeveel indruk het op me heeft gemaakt. Ze heeft me niet laten stikken.
    'Ik ben zo blij. Heb je mijn kopje koffie gevonden?' vraagt ze dan. Ik knik.
    'Ja. Ik wist meteen dat jij het was.' Ik open mijn mond om wat te zeggen, maar sluit hem vervolgens net op tijd. Ze gaf me een kus. Ik weet het zeker. En het voelde.. het voelde.. aangenaam. Ze zet een stap achteruit om me de ruimte te geven.
    'Het is oke, ik ben in orde,' zeg ik. Ineens vliegt ze er vandoor. Huh? Ik zie haar door de deuren van het imposante gebouw verdwijnen. Even sta ik perplex voor me uit te kijken. Wat is er aan de hand?
    Na een paar minuten verschijnt ze weer, met koffie in haar hand. Ik knipper een paar keer met mijn ogen.
    Ze komt voor me te staan en duwt me de koffie in de handen.
    'Eh, dank j- aah. Jess, wat doe je?' Ze trekt me aan een arm mee.
    'Valentin, kom eens mee,' zegt ze resoluut.
    'Ik ga mijn rondjes rennen!' roept ze achterom naar Jane Doe.
    'Ehh.. Jess? Wat ben je van plan? Ik denk niet dat het verstandig is als ik nog acht rondjes ga lopen.' Mijn geest is nog een grote soep. Ik heb tijd nodig om even tot mezelf te komen. Rust, even weg van iedereen. Als dat Jess' uitgangspunt is, dan vind ik het een prima idee.


    No growth of the heart is ever a waste

    Jess(ica) Alexis Lane.
    De trainster verdween in de dichte mist toen Val en ik steeds verder van haar vandaan liepen. 'Ehh.. Jess? Wat ben je van plan? Ik denk niet dat het verstandig is als ik nog acht rondjes ga lopen.' Nee, daar had hij inderdaad gelijk in, maar dat ben ik helemaal niet van plan. En hoe bedoelt hij met 'ik wist meteen dat jij het was'? Hoe wist hij dat dan? Ach ja, misschien kwam het doordat die trainster mijn naam had genoemd. Of nee, dat kon niet. Hij lag daar knock-out, dus hij kon niets van het gesprek mee geluisterd hebben. Hoe wist hij het dan wel?
    "Daar heb je gelijk in," zeg ik tegen hem, en ik stop eventjes met praten. Oké, hoe ga ik tegen hem zeggen dat hij waarschijnlijk toch gelijk heeft? Dat dit alles toch misschien zo is om ons te trainen in iets.. Iets waarvan wij geen bestaan weten, maar wat we wel hebben.. ieder van ons. Iets wat ons alles bindt, maar wat? Wij zijn allemaal anders. De een is rustig, en de ander handelt weer veels te druk. "Ik denk toch dat je gelijk hebt." Gooi ik er dan uit. "De trainster noemde mijn naam toen jij daar lag, en dat terwijl ik haar niet ken. Dit is de eerste keer dat ik haar heb gezien." Ik keek Val aan met een wantrouwende blik. Kijkend hoe zijn reactie zou zijn. Zou hij me snappen? Vast wel. Vanwege hem ben ik zo gaan denken.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Val Gray.

    "Daar heb je gelijk in," zegt ze op mijn woorden. Ze stopt en kijkt me aan. Ik zie aan haar uitdrukking dat ze denkt. Wellicht om de woorden op volgorde te zetten. Ik weet het niet.
    "Ik denk toch dat je gelijk hebt," zegt ze uiteindelijk. Ik haal de bril van mijn ogen en wrijf in een oog.
    'Waarover?' vraag ik.
    "De trainster noemde mijn naam toen jij daar lag, en dat terwijl ik haar niet ken. Dit is de eerste keer dat ik haar heb gezien," legt ze uit. Ik knik.
    'Ooh ja, daar was ik vanaf het begin van overtuigd. Toen je zat te roken, noemde ze me al 'Val' als teken van begroeting, terwijl mijn officiële naam Valentin is. Dat ze onze namen weten is niet verwonderlijk, dat ze achterliggende informatie kennen die alleen mensen kunnen weten die dicht bij ons staan wel.' Ik neem een slok van mijn koffie. Wat verrast kijk ik op naar Jessica.
    'Het perfecte suikergehalte. Dank je.' Ik ga verder met mijn dialoog.
    'En ik heb ook het vermoeden dat wat we nu doen niet de werkelijke reden is waarom we hier zijn. Misschien is het een onderdeel van, maar niet de hoofdzaak. Velen van ons zijn namelijk niet echt fysiek bekwaam dus ons trainen om gevechtsmachines te worden is een verspilling van tijd, moeite en dus waarschijnlijk ook geld. Maar er zitten nog wat gaten aan die theorie en op het moment kunnen we niet veel anders doen dan afwachten.' Ik neem nog een slok van mijn koffie. Ik trek kort een mondhoek omhoog.
    'Ik hoop overigens niet dat de rest van de dag rondjes moeten gaan rennen, want in dat geval kunnen ze me afvoeren.' Het tragische is dat het waarschijnlijk nog waar is ook. De enige vorm van sport waar ik ooit echt goed in ben geweest is - geloof het of niet - schieten.
    Ik werp kort een blik op mijn shirt. Nu pas besef ik dat het witte ding onder de vegen zit en ik ergens aan een arm een schram heb opgelopen. Mijn hand glipt kort over mijn haar, dat een grote ragebol is.
    De mist maakt langzaam plaats voor de zon.


    No growth of the heart is ever a waste

    Jess(ica) Alexis Lane.
    'Ooh ja, daar was ik vanaf het begin van overtuigd. Toen je zat te roken, noemde ze me al 'Val' als teken van begroeting, terwijl mijn officiële naam Valentin is. Dat ze onze namen weten is niet verwonderlijk, dat ze achterliggende informatie kennen die alleen mensen kunnen weten die dicht bij ons staan wel.' Had Val uitgelegd. Hij neemt een slokje van zijn koffie, en kijkt dan verrast naar me. "Wat? Wat is er?" 'Het perfecte suikergehalte. Dank je.' Oh, dat is er. Ik knik. Geen dank, Val.
    Dan gaat hij verder met wat hij aan het zeggen was. 'En ik heb ook het vermoeden dat wat we nu doen niet de werkelijke reden is waarom we hier zijn. Misschien is het een onderdeel van, maar niet de hoofdzaak. Velen van ons zijn namelijk niet echt fysiek bekwaam dus ons trainen om gevechtsmachines te worden is een verspilling van tijd, moeite en dus waarschijnlijk ook geld. Maar er zitten nog wat gaten aan die theorie en op het moment kunnen we niet veel anders doen dan afwachten.' Hij neemt dan nog een slok van zijn koffie.
    Tsja, het klonk erg gek en onredelijk - maar misschien had hij toch gelijk hier in? Ik had er zoiezo al geen goed gevoel bij dat we hier naartoe zijn gebracht. Zo op een eiland, midden in 'weet ik veel waar-zee'. Waar ze ons niet kunnen vinden als we hulp willen of zoeken. Verder met wat Valentin zei ging ik hier niet op in, en als er nog wat in mijn hoofd opkwam dan zou ik dat wel vanavond aan hem vertellen of vragen.
    Ik knik mijn hoofd met wat Val allemaal aan het zeggen is. Ookal gaan er allerlei gedachtes door mijn hoofd; ik kan Val nog goed op de achtergrond horen wat hij zegt. 'Ik hoop overigens niet dat de rest van de dag rondjes moeten gaan rennen, want in dat geval kunnen ze me afvoeren.' Ik grinnik. Oké, hij meent dit serieus, maar het klonk erg grappig hoe hij dit had gezegd. "Precies. Denk ook niet dat het goed voor je is." Zei ik eerlijk. Het klink misschien lullig, maar dit bedoelde ik totaal niet zo. Als hij dat maar weet. "Pfoe, wat ben ik blij als het avond is zeg." Mompel ik zachtjes. Dan stop ik abrupt met lopen, en ga voor Valentin staan. Ik ga op mijn tenen staan, en breng mijn hand dan naar zijn voorhoofd. Zijn voorhoofd is warm, niet erg warm waarvan je zou denken dat hij heel ziek is, maar wat warmer dan zou moeten. Misschien heeft hij een griepje? "Gaat alles nu goed met je?" Vraag ik een beetje bezorgd, maar laat mijn emotie niet hierbij zien.



    Dit topic is gesloten omdat het maximum van 300 berichten is bereikt


    Don't walk. Run, you sheep, run.