• Nummer 1: Blub.
    Nummer 2: Blub.
    Nummer 3: Blub.
    Nummer 4: Blub.
    Nummer 5: Blub.
    Nummer 6; Blub.
    Nummer 7; Blub.
    Nummer 8; Blub.
    Nummer 9; Blub.
    Nummer 10; Blub.
    11 & 12 komen vast nog x'D

    Joinen maar geen idee wat RPG's zijn?
    Kijk hier!

    Inspringen altijd mogelijk. Vraag maar een samenvatting aan mij en ik zal je helpen met in het verhaal komen (;
    Het verhaal
    Het gaat over een stel kinderen die om de een of andere reden in een verlaten villa in het bos komen. Denk aan weddenschap, weggelopen, verdwaald etc. De villa is enorm, heeft alles wat je maar wensen kan, ookal is het stoffig en wat oud. Maar wat ze niet weten is dat de villa die zo verlaten lijkt al bewoond is, niet door mensen of dieren. Door vampiers. Twee sorten nog wel, de slechte kennen geen medeleven en drinken van alles en iedereen en houden zich vaak niet in, de 'goede' doen het zo lang mogelijk met dierenbloed, maar moeten af en toe ook dat van een mens. Ze nemen dan zo min mogelijk en doen de mensen verder niks. Die twee soorten vampiers haten elkaar, obviously.
    Dan nu het grootste probleem, als een mens eenmaal binnen de poorten die rond de villa staan stapt, kan die niet meer terug. Enkel vampiers kunnen naar binnen en naar buiten. Overleven ze het?

    Rollen - Het waren er meer maar bon ;p
    Normale tiener: Dewi - Candy - Timothy - JamieGoede vampier: Elif - Gawyn - Lew - Odile - Yue
    Slechte vampier: Faith - Savoy
    Vampierjagers: Ask (Damiën) - Chase (James)

    Weetjes over vampiers
    - Ze kunnen in het daglicht, maar niet de hele dag. Eerst gaat het jeuken als ze te lang zien en dan pijn doen, als ze dan nog te lang blijven is er logisch wat er gebeurt.
    - Als een vampier van een mens drinkt wordt dat mens geen vampier, dat gebeurt pas als een vampier gif 'inspuit'
    - Een vampier die een mens ook tot nachtwezen maakt creëert als het ware een band en is eigenlijk verplicht die persoon te begeleiden in het begin.
    - Vampier worden is een zeer pijnlijk proces.
    - Als vampiers elkaar écht mogen drinken ze elkaars bloed zodat ze een sorot band krijgen ^^
    - Vampiers zijn sneller en sterker dan mensen en al hun zintuigen zijn ook sterk ontwikkeld.
    - Vampiers kunnen sluipen zonder geluid te maken en kunnen haast opgaan in de schaduwen.
    - Vampiers hebben geen eten/drinken nodig, ookal kunnen ze het wel eten.
    - Vampiers hebben bijna geen slaap nodig.
    - En als laatst; Elke vampier heeft een soort kleine gave, geen vuursturen of iets dergelijks maar denk aan gedachten lezen. Hier een

    lijstje met ideeën.
    Gedachten lezen door op persoon te concentreren of door aanraking
    Iemands hele verleden zien door simpele aanraking
    Persoon pijnigen als je wilt door enkel te kijken
    Dingen verplaatsen zonder aan te raken
    Hypnose
    Iemand in slaap kunnen laten vallen
    Zelf kunenn beslissen hoe je eruit ziet
    Ogen verkleuren naar je emotie
    Gedachten kunnen 'verzenden'
    Als iemand slaapt en je raakt die persoon aan kan je droom meekijken
    Dromen manipuleren
    Genezen
    Emoties aanvoelen
    Weten of iemand de waarheid spreekt
    Visioenen

    En ga zo maar door.

    HAVE FUN :'D

    [ topic verplaatst door een moderator ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Hehe, ik dacht dat ik de enige zou zijn die het grappig vond, but glad you liked it :3
    Trouwens nog even een vraagje - Die vechtkooi/ring, is dat gewoon letterlijk een kooi? :3 En dan met tribunes er om heen enzo? :3
    Want anders ga ik straks allemaal dingen beschrijven die niet eens kloppen, hehe.

    Yep, gewoon een kooi :Y). Ja, een beetje geïmproviseerde tribunes mogen wel. Geen Wembley Stadium ofzo :'D.


    No growth of the heart is ever a waste

    Oew dat gaat nog leuk worden, ik kijk er naar uit om het te mogen lezen

    Hehe, ik kijk er naar uit het te schrijven :3
    Eerst maar het ontbijt doen en dan het kooigevecht?

    ja ik vind het best, zo'n beetje iedereen is aan het ontbijten of bijna:Y)

    -Quint-
    Met een vrolijke goedemorgen komt Yue de kamer bennen. Ook Lewis is er en maakt het gezellig met Odile. Langzaam loop ik naar de bank waar mijn tas nog ligt. Ik pak hem op en loop terug naar de tafel. Rustig ruim ik mijn spullen op. Ondertusse drink ik wat van mijn thee. Ik vraag me af hoe we het willen gaan doen met ontsnappen. Of ze moeten iets weten om mijn geur te verbergen of ze moeten er voor zorgen dat mijn geur het zelfde wordt als die van de rest. Die gedachten doen me weer denken aan wat Lewis de eerste dag in deze kamer heeft gezegt, dat ik moet oppassen met zo'n ideeën bij vampiers. Toch lijkt me dat de makkelijtste oplossing, ookal heb ik dan een keer pech. Het is beter dan dat ik door mijn mensen-geur de rest van de groep laat opvallen en dan ook hun vrijheid ontnemen.
    'ik heb eigenlijk even een vraagje. Je hoeft hem niet te beantwoorden als je niet wilt. Hoe zijn jullie eigenlijk vampier geworden, en hoe voelt dat?' ik weet dat ik altijd nieuwsgierig ben, dat kan ik nu eenmaal niet veranderen. Rustig drink ik mijn thee verder op. Die vraag spookt al een hele tijd door mijn hoofd. ze weten mijn verhaal wel maar ik dat van hun niet.

    [ bericht aangepast op 15 nov 2011 - 7:17 ]

    Odile - Goede vampier.

    Dan stelt Quinten een vraag, waardoor ik me voorzichtig loswurm uit Lewis' omhelzing en het brood op het aanrecht zet. Mijn gemoedstoestand wordt wat treuriger, omdat ik voor de zoveelste maal met de feiten word geconfronteerd. Maar ach, hoe kan die jongen weten hoe tragisch het leven van een vampier kan zijn? Bovendien weet ik dat Fjodor elke kans aangrijpt om mijn verleden uit te buiten, op welke manier dan ook. Ik zal over de schaamte heen moeten stappen. Is dat niet wat ik immers deed toen we de grens braken?
    'Het is een lang verhaal, maar ik zal het vertellen. Ik heb nu toch niet veel beters te doen. De vampier die met me wil trouwen, de clanleider Fjodor Koltsov, is degene die me in 1956 vampier maakte. De meeste nieuwe vampiers worden lid van een clan. Er zijn veel clans die naast elkaar leven en elke clan zoekt hun nieuwe vampiers op basis van een bepaalde eigenschap, zoals er ook een voorselectie is in het leger. Deze clan onderscheidt zich van de andere omdat Fjodor vampiers uitzoekt met een verleden. What doesn't kill you makes you stronger, zei Nietzsche. De vampiers in die clan hebben veel meegemaakt en dat is de reden waarom ze gekozen zijn. Maar juist omdat ze zo veel hebben meegemaakt, is hun geest wat vervormd. Het is sterker op bepaalde gebieden, maar op andere gebieden zwakker dan dat van een normale vampier. We zijn erg vatbaar voor manipulatie. Vergelijk het met de Duitsers die na het verdrag van Versailles door een economische crisis werden gesleept. Zij hadden behoefte aan een sterke leider en die kregen ze op hun zwakst. Ze lieten zich zo makkelijk manipuleren en indoctrineren door dat monster dat ze zelf monsters werden, zonder dat ze er erg in hadden. Ze dachten dat ze het juiste deden en vermoordden mensen. Mensen die inferieur zijn aan hen. En dat is wat er in deze clan gebeurt. Jij, Quinten, bent inferieur aan de vampier. Je hebt het recht niet om te leven. Ik ben jarenlang niet beter geweest dan een SS'er in de gaskamers van Auschwitz, niet beter dan de man die mijn ouders vermo-' Ik stop even en draai me naar de keuken. Wat maakt het nu nog uit, Odile. Je hebt iemand die om je geeft en de rest van zijn leven bij je wil zijn. 'Ik ben niet beter dan de man die mijn ouders vermoordde en mijn kans op een normaal leven ontnam. Ik heb bloed aan mijn handen en er gaat geen dag voorbij dat ik spijt heb van wat ik heb gedaan.' Ik neem een slok thee.
    'Afijn.. vampirisme zie ik als een fout in de natuur. In feite zijn we dood, maar ook weer niet.' Ik loop op hem af en reik hem mijn pols toe.
    'Ik heb geen hartslag, ik heb geen moeite om lang onder water te blijven omdat ik nagenoeg niet adem. Ik genereer nauwelijks lichaamswarmte, maar toch ben ik niet volledig dood. Mijn spieren werken, net als mijn hersenen. Ons verouderingsproces is stopgezet, maar de hersenen kunnen nog wel hormonen aanmaken waardoor we dingen kunnen voelen. Emoties, verlangens en lusten. We zijn gezegend met een enorm goed reukvermogen, zijn sterker dan mensen en kunnen schotwonden makkelijk overleven. Maar we zijn bijzonder kwetsbaar voor de zon, omdat we eigenlijk wezens van de nacht zijn. Zet een vampier in de zon en hij zal je alles vertellen wat je wil weten. We kunnen geen kinderen krijgen of opvoeden. Mijn menselijke familie kan ik niet meer opzoeken. Het is een soort ongeschreven regel als vampier zijnde. Het verraden van ons ras betekent een oorlog van de mens tegen de vampiers. Dat zal onze wereld zoals we die kennen voorgoed veranderen.'


    No growth of the heart is ever a waste

    ben ik even blij dat ik het verdrag va Versaille laatst met geschiedenis heb gehad(lol)

    Yue
    Als ik in de keuken melk heb gevonden die nog goed ruikt en cornflakes die ook nog eetbaar lijken pak ik een kom om het in te doen. De cornflakes knisperen als ik de melk er over heen gooi en het geluid tovert een glimlach op mijn gezicht. Het zijn die kleine dingen die alles weer normaal laten lijken. Ik hoor Quinten praten en ben blij dat hij minder nors klinkt als gisteravond. Terwijl ik een lepel pak en de eerste hap naar binnen schep stelt hij zijn vraag. "Hoe zijn jullie eigenlijk vampier geworden, en hoe voelt dat?" De volgende volgeschepte lepel blijft in de lucht hangen en als versteend blijf ik enkele tellen staan. Dan kom ik weer tot mezelf en leg de lepel in de kom. Ik lik mijn lippen af en sla mijn ogen neer, terwijl Odile haar verhaal doet. Zij heeft ten minste een verleden, denk ik even verbitterd, maar meteen schaam ik me voor de gedachte. Odile heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt, die ik niemand zou toewensen. Dan is geheugenverlies nog beter. Als ze klaar is met vertellen kijk ik verwachtingsvol naar Lew. Ik weet natuurlijk wel flarden van zijn verhaal, maar niet veel.

    Savoy
    Uren heb ik stil met mijn armen over elkaar op de bank gezeten en nagedacht. Nagedacht over vroeger, over mijn tijd in het huis, over Dewi en nagedacht over mijn huidige situatie. Ik blijf bij mijn eerdere voornemen. Ik zal niet doen wat die strontvlieg van me wil zien, al betekent het mijn dood. Ik haal mijn neus op en werp een blik op de klok, die aan de grauwe muur hangt. Deze kamer is een stuk minder comfortabel dan die andere, maar er is tenminste een klok. Waarschijnlijk is die juist bedoelt om me angst aan te jagen. Zodat ik de secondes die ik nog heb tot ik moet vechten langzaam zie wegtikken en zo tot wanhoop wordt gedreven. Wat slap. Als ik op de gang stemmen en voetstappen hoor blijf ik rustig zitten, en zelfs als de deur openvliegt houd ik mijn armen over elkaar en mijn ogen op de klok gericht. "Tijd om te gaan." zegt een stem, en rustig kom ik overeind. Ik ben er klaar voor. Ik word door twee mannen door de gangen geleid en uit eindelijk in een andere kamer gezet. Er hangt een boksbal en staat een bankje, en het ruikt er naar zweet en bloed. "Wacht hier." beveelt de ene man, waarna hij de deur dichtslaat. Alsof ik ergens heen kan, jij idioot, denk ik minachtend en ik ga op het bankje zitten. Even overweeg ik om mijn frustratie en woede op de boksbal te botvieren, maar daar zie ik al snel van af. Ik wacht wel gewoon tot het tijd is.

    [ bericht aangepast op 15 nov 2011 - 20:34 ]

    Als versteend hield Lewis de jongen in het oog terwijl Odile haar verhaal deed. Het verontrustte hem ten zeerste dat de jongen ook maar geïnteresseerd was in het vampirisme, hoewel hij het hem ook niet kwalijk kon nemen. Het probleem was dat het veel romantischer klonk dat het was. Hij vroeg zich af wat er in de jongen om ging, hoewel hij het ergens wel kon raden. Desondanks weigerde hij die gedachten te denken, puur en alleen om het feit dat hij die zorg niet wilde torsen. Trouwens, hield hij zichzelf voor, zelfs al zou Quinten overwegen om een vampier te worden; niemand van hen zou dat willen doen. Hij zou het aan Fjodors clan moeten vragen en er was géén kans whatsoever dat die een mens die zichzelf op een presenteerblaadje aanbood, zouden laten leven. Hij hoopte dat Quinten dat besefte. Toen had Odile haar verhaal beëindigd en hij merkte dat haar laatste zinnen bijzonder treurig klonken, wat hem van binnen erg veel pijn deed. Haar vreugde na zijn aanzoek was ontzettend verlichtend om mee te maken, vooral omdat haar verdriet hem zo ontzettend ongelukkig had gemaakt. Lew zuchtte, wendde zijn blik af van de jongen en wilde een tas thee ingieten, toen hij merkte dat Yue hem verwachtingsvol aangaapte. Hij bleef even stil, draaide zijn ogen vragend naar Quinten, wendde zijn blik toen opnieuw af en zuchtte. 'Het was de klassieker bij mij,' glimlachte hij uiteindelijk triest, nadat hij een beker thee zorgvuldig had uitgegoten. 'Ik had erg vroeg mijn hart verloren, en zij brak het mededogenloos. De oorlog kwam toen als geroepen. Ik was ingelijfd bij het landmacht en was naar Japan gestuurd, om de natie tegen de Jappen te beschermen. Iedereen ging er heen om een held te worden, ik ging om te sterven. Klinkt achterlijk als ik het nu zo zeg,' vertelde hij aan één stuk, verbaasd door zijn eigen geratel,' maar ik was zo verliefd op haar, dat mijn leven geen zin meer had zonder haar. Niet dat ik met zelfmoordgedachten zat. Ik ging het een ander laten doen. Ik kende geen angsten, ik leefde met risico's. Anderen begrepen mijn roekeloosheid verkeerd en dachten dat ik dapper was,' Hij lachte schamper. 'Op een dag was ik met mijn marconist en nog enkele soldaten, ingesloten door de Jappen en we waren de rest van de companie kwijt. We hadden hen nodig dus ik ging terug om hen te zoeken. Daarna had ik een erg liefdevolle ontmoeting met een rijstvreter. Hij vermoordde me met zijn bajonet, net zoals ik gehoopt had. Toen ik lag te sterven, verloor ik bewustzijn, en toen ik wakker werd, had ik een ijzersterk lichaam en een onbeschrijfelijke, ongekende drang naar bloed... Ik weet niet wie me heeft veranderd, vriend of vijand, maar ik kan je één ding zeggen. Wie het ook was, hij heeft me niet gered die nacht. Sinds die nacht draag ik het vampirisme met me mee, en het heeft me tot voor kort nooit wat goeds opgebracht. Het vampierenleven is een erg eenzaam bestaan, jongen. Ik heb vijftig jaar rondgezworven, heb uit angst voor mijn eigen bloeddorst amper met iemand gecommuniceerd. Tot ik in de villa terecht kwam en voor het eerst in mijn leven een soortgenoot ontmoette. Het was geen pleziertje om uit te vissen dat de meesten van hen hun moordlust hadden geaccepteerd en er zelfs van genoten. Ze doden voor the thrill of the hunt. Snap je dat, jongen? Snap je hoe het zou voelen om iemand te willen doden, puur en alleen omdat je het lekker vindt? Een vampier kan leven op dierenbloed. Hij hoeft geen mens te doden, maar je hebt zelf gezien, dat er niet veel is wat hen tegen kan houden eenmaal ze hun zinnen op je gezet hebben.' Hij zweeg abrupt en keek naar Odile. 'Hoewel sommigen natuurlijk sterk genoeg zijn om hun zwakke, menselijke kant toe te laten,' voegde hij er glimlachend aan toe. 'Maar daar mag je niet vanuit gaan.'


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    -Quin-
    Rustig luister ik naar het verhaal van Odile en daarna naar dat van Lewis. Het verbaast me wel een beetje, maar nu begrijp ik hun reacties op sommige dingen wel beter. Als ook Lewis zijn verhaal klaar heeft merk ik dat Yue nog niks heeft verteld.
    'Sorry, ik wist niet-' begin ik, ik bedenk dat er geen excuse is. 'Laat maar, sorry.' zeg ik uiteindelijk maar. Langzaam loop ik richting de slaapkamer en ga op een, nog niet gebruikt, bed zitten met mijn hoofd in mijn handen.ik ben weer eens goed bezig geweest, denk ik, waarom ben ik ook altijd zo nieuwsgierig. Nu heb je weer de hele stemming verpest alleen maar omdat je je mond niet kan houden. Achter het bed zie ik mijn iPod liggen die ik de vorige keer niet had meegenomen. Langzaam pak ik hem en ga plat op mijn rug liggen. De muziek komt in mijn hoofd en geeft wat rust.

    [ bericht aangepast op 16 nov 2011 - 19:28 ]

    Odile - Goede vampier.

    Ik draai het hoofd naar Lew, die zijn verhaal voorlegt. Het doet me zeer hoe zijn vorige geliefde hem zo veel pijn heeft gedaan. Dit moet een hel voor hem zijn, al was het maar om met het feit te moeten leven dat ik voor eeuwig aan Fjodor vast zou zitten. Maar niet onder slag of stoot. Ook is het vreemd dat hij nooit opgenomen is in een clan. Mensen worden niet zomaar vampier gemaakt. Vampiers willen hun ras sterk houden, wat anders zou dat betekenen dat mensen al heel gauw achter de wezens van de nacht zullen komen.
    Na zijn verklaring verontschuldigt Quinten zich.
    'Sorry ik wist niet- laat maar, sorry.' En weg is hij. Ik wil hem zeggen dat het oke is, maar de kamerdeur is al gesloten. Ik slaak een zucht en werp een blik op het brood. Die jongen zou nu vast wel sterven van de honger. Waar was ik?
    Ik kom overeind en ga in de koelkast verder op zoek naar eten. Tot mijn verbazing vind ik een pot met chocopasta. Chocopasta? Ik til een wenkbrauw de lucht in en haal dan schouderophalend de pot tevoorschijn. Dan loop ik naar de slaapkamer en klop even op de deur.
    'Quinten.. het maakt niet uit. Het is gewoon..' Ik staar naar de gesloten deur. 'Het is gewoon lastig voor ons. Ons verleden is ons pakkie an, daar kun jij niks aan doen. Ik heb eh.. brood met chocopasta. Ik denk dat het laatste nog wel te eten is. En thee, als je daar nog zin in hebt.'
    Ik draai me om en loop de keuken weer in.
    'Yue,' zeg ik. 'Hoelang is het geleden dat je voor het laatst pasta hebt gehad?' zeg ik met een grijns en hou de pot omhoog. 'Mocht je zin hebben in wat te eten, ga je-'
    Ineens wordt de deur opengegooid. Mijn ogen kruisen die van de vampier die in de deuropening staat. Fjodor en Zachar.
    'Het gevecht begint zo.' Ik open mijn mond. 'Ik wens Savoy succes,' zeg ik.
    'Kom je niet kijken?' vraagt Fjodor. Ik zie zijn ogen twinkelen. 'Waarom zou ik?' 'Boris Kazinsky komt ook.'
    'Wat?' Hij glimlacht. 'Heb je hem ook gevangen genomen?' sis ik. 'Nee, hij kwam geheel vrijwillig naar me toe. Het is een taaie, dat moet ik je nageven.' Ik loop naar mijn slaapkamer, doe mijn schoenen aan en bekijk mezelf in de spiegel. Verdomde krullen.
    'Goed, dan zal hij antwoorden krijgen,' zeg ik, waarna ik uit de deur stap, die Fjodor vervolgens sluit. Wat voor geintjes hebben die idioten nu weer verzonnen? Boris Kazinsky, hier? Tussen al die vampiers? Zonder de bescherming van Fjodor of zijn maatjes houdt hij het hier geen tien tellen vol. En ik zie Fjodor hem er ook niet voor aan om hem te laten leven.


    No growth of the heart is ever a waste

    -Quint-
    Ik hoor iemand na een tijdje op de deur kloppen. Snel doe ik mijn oortjes uit en luister naar die gene.
    'Quinten.. het maakt niet uit. Het is gewoon..' zegt een sten aan de andere kant van de deur. Het is de zachte stem van Odile Die me gerust probeerd te stellen. 'Het is gewoon lastig voor ons. Ons verleden is ons pakkie an, daar kun jij niks aan doen. Ik heb eh.. brood met chocopasta. Ik denk dat het laatste nog wel te eten is. En thee, als je daar nog zin in hebt.' ik grinnik even bij haar opmerking over de pasta. 'nee dankje, ik heb daar straks al gegeten voordat jullie wakker waren.' zeg ik, ik weet niet eens of iemand me hoord. Vaag hoor ik Odile met iemand anders een gesprek voeren. Het klinkt geen fijn gesprek. Met een druk op de knop staat mijn muziek uit. Langzaam kom ik van het bed en loop weer naar de keuken. In mijn laatste blik zie ik Odile vertrekken. In nog wat thee ben ik wel geïnteresseerd. Rustig schenk ik nog wat thee in en ga op een afstandje staan.

    Lew staarde kort met een walgende blik naar de thee - die hem iets te slap was- keek snel in het rond of iemand keek, klakte er dan een stevige geut vodka bij. Meteen smaakte het warme drankje stukken beter, bedacht hij toen hij zich aan tafel zette en de thee op dronk. Enkele momenten lang staarde hij nietsziend en nietsdenkend naar de muur, genietend van het gevoelloze dat kort zijn lichaam overnam. Misschien dronk hij te veel, maar hij had niet de indruk dat hij er iemand last mee bezorgde. Verder ging het argument dat de alcohol zijn lichaam naar de zak zou helpen ook niet op, dus ging hij gewoon lekker verder. Bovendien raakte hij niet eens zo snel zat. Zijn lichaam moest alleen nog gewend worden aan de vodka. Whiskey kon het perfect aan, maar vodka had hij nooit echt veel gedronken.
    Uit zijn ooghoeken merkte Lew dat Odile Quinten op zijn gemak probeerde te stellen. Hij besefte dat hij waarschijnlijk te hard was voor de jongen, maar het leek wel of niets wat hij zei ook maar even tot hem doordrong. Hoewel hij moest toegeven dat hij hem beter kon genieten nu hij niet constant die Aimée zat af te likken en de gekwelde ziel zat uit te hangen. Hij grinnikte kort in zichzelf. Eigenlijk maakte hij zich zelf schuldig aan die dingen, bestrafte hij zichzelf. Maar hij was bijna 75 jaar ouder dan de jongen, voegde hij daar snel aan toe. That had to count for something, right?
    Op dat moment ging de deur open en dreef Fjodors geur binnen. Lew nam de moeite niet om om te kijken. Waarschijnlijk kwam hij toch Odile halen om de bruidsjurk te gaan kiezen, het had geen zin om nu ruzie met de man te gaan zoeken. Lew zou wel lachen als hij voor het altaar stond met de bevallige redhead, dacht hij grijnzend. Zonder het gesprek verder te volgen stond hij op, glimlachte naar Odile en begaf zich toen naar de badkamer om een douche te nemen.


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Yue
    Als Lew zijn verhaal heeft vertelt is het even stil in de kamer. Odile en hij hebben allebei een hoop meegemaakt. Misschien is dat wel precies waarom ze zo goed bij elkaar passen. Dan verontschuldigt Quinten zich en verbaasd kijk ik op. Hij hoeft zich toch niet schuldig te voelen om zijn nieuwsgierigheid? Odile loopt achter hem aan en ik zet mijn inmiddels lege kom in de gootsteen. Dan hoor ik haar mijn naam zetten en ik draai me met een vragend gezicht om. "Hoelang is het geleden dat je voor het laatst pasta hebt gehad?" Ik open mijn mond als ik de pot chocolade pasta zie, doe hem weer dicht en glimlach dan breed. "Lang, lang geleden." Ik loop op haar af om de pot van haar over te nemen als ineens de deur openvliegt en Fjodor en een van zijn hulpjes binnen stappen. Als in een reflex deins ik achteruit en houd me stil. Ik volg de conversatie tussen Odile en de man niet helemaal, maar voor ik het weet is ze de deur al uitgestapt en staat er als herinnering aan haar alleen nog de pot pasta op tafel. Ik slik en sla mijn ogen neer. Eigenlijk heb ik toch niet zo'n honger. Vanuit mijn ogen zie ik dat Lew iets in zijn thee gooit en het een stuk enthousiaster achter over slaat dan net. Vast alcohol. Ik slik en ga op de bank zitten, mijn benen opgetrokken tegen me aan. Ik hoop dat we hier snel weg kunnen. Ik hoop het echt.

    Savoy
    Eindelijk is het wachten voorbij. Ik sta bijna in de kooi, ik kan mijn tegenstander al ruiken. Er schijnen felle lichten op de plek waar ik en hij straks zullen staan. Ik lik langs mijn lippen, die droog en gebarsten zijn, en probeer een glimp van het publiek op te vangen, maar de lichten verhinderen dat. Ik kan ze horen, al zie ik ze niet. Ik hoor ze praten, en ik ruik ze. Ik vernauw mijn ogen tegen het felle licht, als ik ineens een luide stem hoor, die nagalmt door de ruimte. “Dames en heren. Welkom, welkom. Vandaag hebben wij iets speciaals voor u in de kooi staan. Aan de linkerkant staat Johannes-“ De omroeper wordt onderbroken door een luid gejoel, dat langzaam afneemt. “Zoals ik al zei, Johannes, een van onze kampioenen. Aan de rechterkant hebben we een buitenstaander. Naam doet er niet toe.” Er klinkt een onrustig geroezemoes, en ik voel de ogen branden, al zouden het ook de lampen kunnen zijn. “Laat het gevecht beginnen. Klaar?” vervolgt de stem, en het wordt doodstil. “3..” Ik haal diep adem en hoor hoe de scharnieren van het hek beginnen te kraken. Ik zal zo de kooi in kunnen lopen. “2..” Mijn tegenstander wordt duidelijker zichtbaar. Hij is zeker een kop groter, een stuk breder en gespierder en waarschijnlijk een stuk gemener dan ik ben. “1..” De hekken zijn nu helemaal open, en ik stap de ring in. Johannes doet hetzelfde. De hekken sluiten, en de stem geeft het startsignaal: “Laat het bloed vloeien.” Ik houd mijn gezicht neutraal, maar merk dat er op dat van Johannes een brede grijns staat. Ik loop naar het midden van de kooi, kijk hem minachtend aan en til een wenkbrauw op. Toe maar. Kom maar. Ga je gang. Hij loopt op me af, slaat zijn enorme vingers om mijn nek als de tanden van een hond, en tilt me de lucht in. Ik houd mijn ogen open en blijf hem rustig aankijken, zelfs als ik merk dat hij zijn greep verstrakt en ik mijn nekwervels voel kraken. Er schieten scherpe pijnscheuten door me heen, en ik voel hoe ik even schok, maar ik probeer me zo rustig te houden als ik kan. Ik gun ze het plezier niet van een mooi bloederig spektakel. Sure, mijn bloed mag gerust vloeien, zeker. Ik zal het niet tegenhouden, en ik zal niet zorgen voor een indrukwekkend gevecht van leven op dood. I don’t feel like entertaining them. Misschien gooien ze me wel de zon in hiervoor. Het maakt me eigenlijk niet heel veel meer uit. Ik merk dat ik mijn ogen op elkaar heb geperst van de pijn en als ik ze open zie ik dat ik op de grond lig. Mijn lichaam tintelt vreemd. Zou mijn nek gebroken zijn? Het zou kunnen. Veel tijd om er over na te denken krijg ik echter niet, want Johannes tilt me op aan mijn haar en slingert me tegen de tralies van de kooi. Een van de metalen stangen komt hard tegen mijn kaak en ik merk hoe er een tand door mijn lip schiet. Vergeleken bij de pijn van net valt het haast prettig te noemen. Kort krijg ik zicht op het publiek, en volgens mij zie ik even Odiles rode haren voorbij komen. Terwijl ik op de grond van de kooi val glimlach ik naar haar. Mijn nek lijkt van de ergste schade te zijn bekomen en ik kom overeind. Ik adem diep in en uit en kijk Johannes in de ogen. Even is het stil, dan begint er iemand in het publiek te joelen en stormt hij weer op me af. Ik voel hoe hij mijn arm breekt, en klem mijn kaken op elkaar. Mijn bloed, dat net als de rest van mijn lichaam koud is, stroomt over mijn arm en druppelt al snel op de vloer. Johannes pakt me bij mijn gebroken arm en slingert me weer door de kooi heen, als een levenloze pop. Even ben ik bang dat hij mijn arm er af heeft gerukt, maar die bungelt gelukkig nog steeds aan mijn romp. Hij herhaalt dit met mijn benen en als ik nog steeds geen reactie geef smijt hij me hardhandig op de grond, en knielt schuin over me heen. Hij zet zijn ene knie op mijn borstkas en begint druk uit te oefenen, waardoor de lucht uit mijn longen wordt geperst en mijn organen worden geplet. Nog steeds kijk ik hem aan, zo neutraal als ik kan. Ik voel dat er tranen over mijn gezicht glijden, en knipper om mijn zicht scherp te houden. Dit is vernederender dan ik me had voorgesteld. Maar er zal een einde aan komen. Ooit. Misschien is het maar beter als ze me de zon in gooien. Dan hoef ik die botten in ieder geval niet opnieuw te breken om ze recht te zetten.