Jo
Na ongeveer 3 uur geslapen te hebben word ik wakker in een grote hut, een Kajuit beter gezegd. Snel kijk ik om me heen, de hoofdpijn is zo goed als over dus ik kan beter zitten. Ik zie overal vieze schimmel en het stink verschrikkelijk, net zoals bij Davy op het schip... Wacht, net zoals bij Davy op het schip? Snel stond ik op en loop naar buiten, zwarte masten, de Black Pearl! Ik zit op de Black Pearl! Net toen ik de deur wou opendoen zag ik kleding liggen met een briefje erop,
Jo, deze kleding is voor jouw, dan ben je wat meer gekleed als een Piraat
Snel trek ik mijn kleren aan, ze passen perfect! Nog snel een hoed en ik ben er klaar voor!
Snel loop ik naar buiten en kijk rond, "Jo!" hoor ik iemand zeggen, het was niet mijn vader...
"Jo wat leuk dat je er weer bent!" zei een mollige man, Mister Gibbs, "Jij bent gegroeid..."
"Ja, weet ik, wat leuk dat ik hier weer ben!" ik voelde me weer de meester, ik had het hier niet 100% voor het zeggen maar het voelde alsof ik de Captain was. Ik was eindelijk weer een Piraat. Het voelde zo vertrouwd! Mijn trots kwam weer naar boven, met mijn kin omhoog staan en met mijn schouders recht liep ik de trap op naar mijn vader. "Jo! Wat fijn dat je er bent!" riep hij uit.
"Ja, ik ben ook echt super blij!" riep ik uit. In een ooghoek zag ik iemand een mast vastgebonden. Vluchtig keek ik ernaar, was dat nou Iratus? Ach, het zal wel niet! ]
Ondertussen waren er heel veel mannen naar mij toe gekomen, ze kende mij allemaal nog van vroeger en wouden alles weten! "Nee..!" begon mijn vader, "Laat mij maar..." zei ik snel en ging op een leuning staan zodat ik boven iedereen uitkwam, "Iedereen die iets tegen me wil zeggen moet dat vanavond komen doen, bij het eten! En nu, ALLEMAAL AAN HET WERK!" schreeuwde ik, ik was weer een echte, trotse, gemene piraat geworden. Ik zag, alweer in mijn ooghoek, de gevangene met open mond naar me kijken, zo die heb ik even laten zien wie hier de baas is, dacht ik trots.
[ bericht aangepast op 21 mei 2016 - 16:21 ]
het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]