• De credits van deze RPG gaan in zijn geheel naar Escritura. Ik heb toestemming van haar om hem te heropenen, maar het idee is volledig van haar.





    Welkom op Camp Springwood!


    Camp Springwood staat over heel de wereld bekend als het meest effectieve kamp tegen homoseksualiteit. 75% van de kinderen komen terug compleet genezen van deze ziekte en als uw kind geen vooruitgang toont krijgt u 100% van uw geld terug.
    Schrijf uw kind nu in voor zomerkamp in Camp Springwood!

    15 kinderen worden ook dit jaar weer naar Camp Springwood gestuurd. Dit ‘Straight Camp’ maakt gebruik van verschillende manieren en activiteiten om kinderen van hun homoseksualiteit te genezen. (Waaronder team-building, therapie en andere activiteiten.)

    Deze RPG volgt de zomer van deze kinderen en hun begeleiders. Voor wie het niet doorhad, ik denk dus niet echt dat homoseksualiteit een ziekte is, zo werkt dat kamp gewoon.



    Regels en waarschuwingen:
    - Schelden en 16+ mag
    - Gelieve stukjes te schrijven van meer dan zes regels
    - Gelieve alleen ervaren RPG’ers
    - Respecteer de andere spelers
    - Bestuur alleen je eigen karakters

    ***
    Begeleiders (3):
    Daria Zena Nassir - Boira
    Sionnach Regan - Theodora


    Kampeerders:
    Jaime Conneely - Homoseksueel - Theodora
    Giorg Levi Willson - Homoseksueel - KellyBelly
    Emmanuel Zacherias Ezra Russo Smit - Biseksueel - Boira
    Thimo Cummings - Homoseksueel - Shelob
    Vanity Johnson - Biseksueel - Jaimes
    Ashley 'Ash' Caroline Billington - Biseksueel - Macabre
    Callia Joanne Wicklow - Homoseksueel - Mirare
    Valérie ´Val´ Rose Hattaway - Biseksueel - Nerys
    [Vrouw - Biseksueel - Caleo]

    We beginnen bij de aankomst op het terrein. In de brief die de kampeerders hebben gekregen staat dat ze zich moeten melden bij één van de begeleiders, die vertelt hen hun zaal. Hierna begint de RPG echt. De begeleiders delen de groep in tweeën en de eerste activiteit zal zijn dat ze in kleine groepjes kennis met elkaar maken.
    story

    [ bericht aangepast op 6 april 2013 - 10:54 ]


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    [ Cybele --> Nerys ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    [Heeft Sionnach door dat Callia tegen hem praat, eigenlijk? :') ]


    Our Father who art in Heaven. Our Father who art buried in the yard.

    [Jawel, maar ik wacht af tot Demi gereageerd heeft met Ezra, gezien hij daar iets tegen zei. En dan laat ik hem reageren op zowel Giorg, Ezra, Ashley en Callia ^^. Ben ik nog iemand vergeten? :')]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [Ah, oké, ik had over Ezra heen gelezen geloof ik. Ik moet even wat boodschappen doen, ben met twintig minuten wel terug denk ik.]


    Our Father who art in Heaven. Our Father who art buried in the yard.

    [ Ehm, Valérie heeft haar naam geroepen, ergens tussen de tafels van de begeleiders in. ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Roane schreef:
    [Jawel, maar ik wacht af tot Demi gereageerd heeft met Ezra, gezien hij daar iets tegen zei. En dan laat ik hem reageren op zowel Giorg, Ezra, Ashley en Callia ^^. Ben ik nog iemand vergeten? :')]


    Ik heb nog steeds last van mijn internettoegang, het zal niet een, twee, drie opgelost zijn helaas aangezien het in mijn instellingen zit.


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    [Dat geeft niet, ik wacht wel :Y)]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Daria Zena Nassir

    “Nee, niet Vanity. Je hebt allang in je papieren gekeken dus weet je dat ik Vanity ben.”
    Ik trek mijn wenkbrauwen op, maar laat het meisje gaan. Ze zucht diep en bekijkt me goed. Ongeduldig wacht ik op haar oordeel, die zij sowieso lijkt te hebben.
    “En jij bent, Miss Beautiful?” De knipoog die volgt, maakt mij niet warm of kou en ik gun haar een klein glimlachje.
    “Klopt,” zeg ik. “Leuk dat je het opmerkt. Mijn naar is Daria Nassir.” Enige vorm van bescheidenheid ken ik niet nee, dat is ook niet nodig. Beter te vol van jezelf, dan te bescheiden. Met een bescheiden mening bereik je niets. Kansen zullen je voorbijgaan en je zal jezelf alleen maar op nummer 2 – of lager – zetten. Ik laat niet over me heen lopen en helemaal niet door een groepje tieners.
    “Dus, Vanity Johnson meldt zich en heeft geen telefoon om af te geven, aangezien haar ouders dat niet toe lieten. Ik stem er trouwens ook niet mee in als mijn tas wordt gecontroleerd. Daar heb je geen recht toe.”
    Ik glimlach en kruis Vanity aan op de lijst.
    “Tuurlijk heb je geen telefoon,” zeg ik met een lachje. “En natuurlijk geloven Shy en ik dat meteen. Geen twijfel over mogelijk.” De uitdagende blik van het meisje staat me niet aan, alles behalve zelfs, maar ik laat haar gaan. Mij is geleert; wie het laatste lacht, lacht het beste en ik ben er heilig van overtuigd dat het mijn beurt is om te lachen als dit kamp is afgesloten. “Vanity,” begin ik zachtjes. “Jij moet eens weten waar ik allemaal recht toe heb op dit kamp. Jij houdt mij er echt niet tegen hoor, daar ben ik niet bang voor.” Ik glimlach zachtjes terwijl ik op mijn papieren kijk. Mijn glimlach groeit als ik zie dat Vanity in mijn groep zit. Ze wordt een leuke uitdaging, zo’n eentje die je werk interessant maakt. “Dus, lieverd, je slaapt in zaal 1. Ik neem aan dat je niet hoef te brengen want volgens mij vind je jezelf een hele volwassen meid. Veel plezier, meisje.”

    Emmanuel Zacherias Ezra Russo Smit

    Ik vang nog een aantal woorden op over koffers controleren voordat ik zelf word aangesproken. De man die de woorden uitspreekt lijkt een beetje verward, maar herstelt zich snel na een blik op zijn papieren.
    "Emmanuel, had dat meteen gezegd, je maakt het me moeilijk zo." Ik rol met mijn ogen. Is het zo moeilijk om me gewoon te noemen hoe ik genoemd wil worden. "Ik ben Sionnach, je begeleider,” gaat de man verder. “Maar als je Shy zegt dan zal ik ook wel reageren. Jij mag in hut drie slapen. Je mobiel mag je in de zak op tafel doen, en ik kom vandaag nog eens langs om je koffer te controleren. Dat is gewoon standaard routine, dus je hoeft je geen zorgen te maken.” Onder Shy’s welkomspeech heen voel ik de ogen van de jongen naast me over me heen glijden. Ik glimlach naar hem en een diepe zucht verlaat daarna mijn mond. Een geile puber. Je kan het in zijn ogen lezen. Hij lijkt wel een koeienkeuring te doen. “Zijn er nog vragen?” Ik moet toegeven Shy is beleefder dan dat ik had gedacht, iets wat me niet tegenvalt. Vriendelijk.
    "Nou... Wanneer mag je weg?" Even kijk ik naar de jongen naast me, waar de vraag vandaan komt. Zijn nonchalante actie door zijn hand door zijn haren te halen maakt de vraag niet heel veel slimmer. "En... ik bedoel niet hier, maar van het kamp.” Een iets wat spottende lach vormt zich op mijn gezicht. Nee, dit getuigd niet van enige intelligentie, aangezien elke koe wel kan bedenken dat we eerst ‘genezen’ moeten zijn. Ik zet mijn zachte tas – die nog steeds op mijn schouder rustte – op ze grond en steek mijn handen in de zakken van mijn versleten jeans.
    “Niet echt een vraag,” begin ik rustig. “Het is meer een verzoek. Als je me Emmanuel noemt, zou je het dan bij de hele naam willen houden? Ik ben niet zo gediend van afkortingen van mijn eerste naam. Als je het niet kan laten om het toch af te korten, noem me dan maar Ezra, zoals ik me ook al voorstelde.” Ik glimlach naar de begeleider terwijl de jongen naast me plaatsneemt op de tafel. Nonchalant laat hij zijn voet bungelen.
    “Ashley Billington,” hoor ik naast me. Ik begroet het meisje wat zojuist is verschenen en richt me nogmaals op Shy.
    “Ik ga naar mijn hut.” Met deze woorden sluit ik mijn ‘gesprek’ met de begeleider af en hijs mijn tas weer op over mijn schouder waarna ik het cafetaria verlaat. Op mijn gemakje loop ik over het kamp heen. Zo te zien heeft het net geregend want het vochtige gras veroorzaakt natte plekken in mijn katoenen schoenen. Het is niet makkelijk om hier te verdwalen want alle hutten staan prima aangegeven. Ik houd halt bij nummer 3, ‘mijn’ hut. Met een diepe zucht duw ik de deur open. In de deuropening blijf ik staan. In de hut staat nog een jongen. Moeilijk te peilen maar hij lijkt me een jaar of zeventien.
    “Hee,” begroet ik hem. Ik loop de zaal verder in en dump mijn zwarte tas op één van de bedden waarna ik op hem afstap. “Mijn naar is Emmanuel Ezra Smit.” Ik steek mijn hand naar hem uit. “Maar noem me maar Ezra.”


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    [Wie is die geile puber dan? xd]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Sionnach Regan

    "Nou... Wanneer mag je weg? En... ik bedoel niet hier, maar van het kamp," zegt Giorg. Ik trek een wenkbrauw op, hou mijn klembord onder mijn arm en krab met mijn vrije hand even in mijn haar. Nog nooit, in de vier jaar dat ik begeleider ben heb ik zo'n stomme vraag gehoord. Ik sta Giorg even aan te staren, om er zeker van te zijn dat hij me niet in het ootje neemt, maar de jongen ziet er helaas bloedserieus uit.
    Ik steek een vinger op naar de jongedame die zichzelf voorstelt als Ashley, zowel als teken dat ik haar gehoord heb als teken dat ze even moet wachten.
    "Mijn beste jongen," zeg ik, nog steeds verbaasd door deze vraag. "Het spreekt toch voor zich dat je naar huis mag zodra je hetero bent? Het spijt me als dat je niet zint, maar je zult toch echt moeten blijven tot je genezen bent, knul."
    Ik tover een voorzichtige glimlach tevoorschijn. De arme kerel moet wel van streek zijn, dat hij zo'n vraag stelt. Dat is ook wel begrijpelijk, hij is al ziek en dan wordt hij nog een keer gedumpt in een kamp vol vreemden. Maar ik ga hem helpen, dat staat vast. Weldra zal hij gezond en gelukkig zijn.
    Ik gebaar nog een keer naar de zak op tafel, waar een van de jongens zijn mobiel al heeft in gedaan, als teken dat hij dat ook nog moet doen. Ondertussen ben ik gedwongen mijn aandacht op Emmanuel te richten.
    “Niet echt een vraag. Het is meer een verzoek. Als je me Emmanuel noemt, zou je het dan bij de hele naam willen houden? Ik ben niet zo gediend van afkortingen van mijn eerste naam. Als je het niet kan laten om het toch af te korten, noem me dan maar Ezra, zoals ik me ook al voorstelde.”
    Ik moet, ondanks de ernst van dit kamp en het feit dat hij een serieuze vraag stelt toch even lachen. Hij heeft dus niet graag dat ik hem bij zijn voornaam noem, en verwacht dat ik dan meteen de hele riemram in de mond neem, maar Ezra is wel oké. Ik haal mijn schouders op en knik.
    "Dat is prima, ik zal er proberen aan denken, Ezra," zeg ik als teken van goede wil.
    Verder hoor ik hem nog iets mompelen, maar ik ben afgeleid door het meisje dat vanuit de verte meedeelt dat Valérie Rose Hattaway zich meldt. Ik haal mijn lijst onder mijn arm vandaan en zoek allereerst Ashley op, gezien zij er eerst stond. Ze zit in mijn groep, net als Valérie. Ik wenk de laatste en wanneer ik opkijk van mijn klembord, zie ik nog een vrouwelijk figuurtje voor me staan.
    "Callia Wicklow."
    Ik richt mijn blik opnieuw op de lijst met de namen, en kom al snel tot de conclusie dat deze dame bij Daria in de groep zit. Ondertussen is ook Valérie er bij komen staan.
    "Ashley, Valérie, Callia. Welkom op Camp Springwood," zeg ik, opgelucht dat ik er nu drie tegelijk heb en dit geen twee extra keren meer moet doen. "Ik ben Sionnach, één van de begeleiders. Maar noem me gerust Shy. Ashley en Valérie, jullie zitten in mijn groep en slapen beiden in zaal twee. Callia, jij bent ingedeeld bij Daria, zij zal je je hutnummer meedelen. Als jullie even zo vriendelijk willen zijn jullie mobieltjes in de zak te doen, dan kan ik zometeen eventuele vragen beantwoorden," zeg ik met een glimlach.
    Mooi, mijn groep is volledig. Het gaat goed vooruit zo. Met een beetje geluk kan ik na het controleren van de koffers "mijn" kinderen al een beetje leren kennen. Dat zou een mooie start van het kamp zijn.

    Jaime Conneely

    “Hee."
    Ik kijk, nog steeds van mijn melk af, op naar de onbekende stem. Bij die stem blijkt een al even onbekende jongeman te horen. Ik knipper een keer met mijn ogen en wanneer ik weer opkijk, staat hij vlak voor mijn neus.
    "Mijn naar is Emmanuel Ezra Smit. Maar noem me maar Ezra.”
    Ik schud zachtjes de hand die hij naar me uitstrekt, maar ik ben er helemaal niet bij met mijn gedachten. Ik hoor steeds weer opnieuw de woorden van mijn broer, en ik heb nog steeds geen idee hoe ik ze moet opvatten. Kiezen voor de kant waar ik me best bij voel? Wat is dat voor onzin, Tiernan is toch ook genezen? Hij kwam naar dit kamp, en kwam genezen terug. Toch?
    "Ik ben zo in de war." Pas na twee seconden krijg ik door dat ik het luidop zei en dat ik de hand van de jongen nog vast heb. "Jaime! Ik bedoel Jaime! Ik ben Jaime," verbeter ik mezelf snel. Ik laat mijn hand uit de zijne glijden en haal hem door mijn haar. Wanneer ik van de schok bekomen ben, moet ik toch even lachen om mezelf. Ik rol met mijn ogen en zucht even, de glimlach op mijn lippen nog intact. Goede eerste indruk, zeker wel. Ach, ik hoef me dan in elk geval geen zorgen te maken dat hij me een elegant, aantrekkelijk wezen zou gaan vinden. Niet dat dat me vaak overkomt. Zeg maar; nog nooit eerder.
    "Sorry, ik heb je naam niet helemaal meegekregen, volgens mij zat ik even op een andere planeet," verklaar ik dan mijn onvrijwillige bekentenis van net. "Manu?" waag ik een gokje.
    Oké, ik schaam me nu officieel kapot. Ten eerste voel ik me een ongemanierde eikel omdat ik zijn naam niet gehoord heb, en ten tweede heb ik iets toegegeven dat ik normaal niet eens tegen mijn ouders zou zeggen. Nou, dan kunnen we stellen dat ik het ergste voor vandaag wel gehad heb, niet? Ben ik daar ook meteen vanaf.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [Thimo had ook zijn naam gemompeld, hij zit op zijn koffer.]


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!

    Giorg Willson

    Ik zit nog op de tafel en kijk nog altijd vragend naar Shy.
    "Mijn beste jongen. Het spreekt toch voor zich dat je naar huis mag zodra je hetero bent? Het spijt me als dat je niet zint, maar je zult toch echt moeten blijven tot je genezen bent, knul." Ik kijk naar Shy. Zei hij nou echt het woord genezen. Genezen... Pardon? Ik zie het kleine glimlachje op Shy zijn gezicht maar echt terug glimlachen lukt me niet. Ik open mijn mond en wil wat zeggen maar Ezra komt er al doorheen.
    “Niet echt een vraag. Het is meer een verzoek. Als je me Emmanuel noemt, zou je het dan bij de hele naam willen houden? Ik ben niet zo gediend van afkortingen van mijn eerste naam. Als je het niet kan laten om het toch af te korten, noem me dan maar Ezra, zoals ik me ook al voorstelde.” Mijn blik volgt de uitdrukkingen van Shy en Ezra. "Dat is prima, ik zal er proberen aan denken, Ezra," zegt Shy dan en ik krab even achter mijn oor. Ik kan een geeuw niet onderdrukken en ik rek mezelf even uit op de tafel. Ik zie een paar mensen hun mobiel in de zak gooien. Zelf kan ik dat niet doen, want ik heb geen mobiel. Tja, gierige vader hé.
    "Callia Wicklow." Ik kijk naar degene die dat zei en leun achterover op de tafel. Ik zie Shy de naam aanvinken. "Ashley, Valérie, Callia. Welkom op Camp Springwood, Ik ben Sionnach, één van de begeleiders. Maar noem me gerust Shy. Ashley en Valérie, jullie zitten in mijn groep en slapen beiden in zaal twee. Callia, jij bent ingedeeld bij Daria, zij zal je je hutnummer meedelen. Als jullie even zo vriendelijk willen zijn jullie mobieltjes in de zak te doen, dan kan ik zo meteen eventuele vragen beantwoorden," zegt Shy weer, net als dat hij tegen ons zei. Nou dat van de nummers niet, want hij vertelde mij mijn kamernummer wel al... Al weet ik die niet meer.
    "Ehm, Shy?" zeg ik en ik doe mijn hand even omhoog. "Wat was mijn nummer ook al weer?" vraag ik en ik kijk hem aan, ik voel mezelf een beetje rood worden. Ik moet toegeven, ik ben niet een van de slimste personen. Maar ik probeer het wel gewoon hoor. "Ik onthoud niet zo goed," mompel ik dan zacht en rood.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Callia Joanne Wicklow
    'Ashley, Valérie, Callia. Welkom op Camp Springwood,' glimlachte de man. Hij klonk best aardig, in ieder geval niet alsof hij van plan was om me met een zak over mijn hoofd in een rivier te gooien, waarmee een aantal van de ergste scenario's in mijn hoofd al meteen werden doorgekrast. 'Ik ben Sionnach, één van de begeleiders,' ging hij verder, 'maar noem me gerust Shy. Ashley en Valérie, jullie zitten in mijn groep en slapen beiden in zaal twee. Callia, jij bent ingedeeld bij Daria, zij zal je je hutnummer meedelen. Als jullie even zo vriendelijk willen zijn jullie mobieltjes in de zak te doen, dan kan ik zo meteen eventuele vragen beantwoorden.'
    'Is goed,' knikte ik. Terwijl ik koers zette naar de vrouw die ik voor Daria hield, maakte ik een kleine omweg om mijn mobiel in de zak te stoppen. Ik nam de moeite niet om tegen te sputteren, aangezien de iPod die nog steeds vlak onder mijn BH geplakt zat hoe dan ook een stuk interessanter was. Daarna liep ik verder naar de begeleidster. Ze was in gesprek met een ander meisje, dus ik wachtte rustig af en stapte pas naar voren toen ze uitgesproken leek.
    'Hoi, Callia Wicklow. Sio... Sion... Shy zei dat ik in jouw groep zat?'


    Our Father who art in Heaven. Our Father who art buried in the yard.

    Valérie Rose Hattaway

    Na enkele minuten een beetje stilletjes voor me uit hebben zitten staren wordt mijn aandacht getrokken door de mannelijke begeleider. Een kort gebaar wordt mijn kant in gemaakt als teken dat ik naar hem moet komen. Een van mijn wenkbrauwen schiet even omhoog, waarna ik rechtop ga staan en mijn rugzak van de grond afpak.
    'Ashley, Valérie, Callia. Welkom op Camp Springwood,' zegt de begeleider wanneer ik bij hem en twee andere meisjes aankom. In plaats van te reageren houd ik mijn lippen stijf op mekaar en laat mijn kort over hem heen glijden. 'Ik ben Sionnach, één van de begeleiders. Maar noem me gerust Shy. Ashley en Valérie, jullie zitten in mijn groep en slapen beiden in zaal twee. Callia, jij bent ingedeeld bij Daria, zij zal je je hutnummer meedelen. Als jullie even zo vriendelijk willen zijn jullie mobieltjes in de zak te doen, dan kan ik zometeen eventuele vragen beantwoorden,' vervolgt hij waarop ik een lichte zucht sla. Ik hoefde mijn mobiel niet in te leveren aangezien mijn vader mijn koffer en tas al doorzocht had. Mijn blik glijdt weer een keer over hem heen. Fijn voor hem dat hij onze begeleider was. Ik zou met hem praten daar waar het nodig was, maar ik was totaal niet van plan in te gaan op zijn, of hun, pogingen tot het ompraten. Oftewel zogenaamd genezen. Misschien, als hum druk echt te irritant werd dat ik zou doen alsof. Tenslotte viel ik op zowel jongens als meiden, moest me vast lukken uiteindelijk over te komen alsof ik niks meer om meisjes gaf.
    Het meisje, Callia, loopt na een korte knik en een bevestiging weg om haar mobiel in te leveren en naar de vrouwelijke begeleider te lopen. Ondertussen houd ik nog steeds mijn mond dicht en laat mijn ogen over de mensen om me heen glijden. Ik wilde dat ik thuis was, omringt door in ieder geval mijn eigen vrienden en niet iemand die probeerde te veranderen wie ik was. Wederom verlaat een zucht mijn lippen terwijl een flauwe glimlach op mijn gezicht verschijnt. Het kwam wel goed. Hier sloeg ik mezelf ook wel weer doorheen, en na een paar keer rond te hebben gekeken wist ik wel dat ik vast wel een paar vrienden zou maken. Alles om de tijd maar een beetje goed door te komen.
    Licht knipper ik een paar keer met mijn ogen als een jongen aan Shy vraagt welk nummer hij nou had. Blijkbaar niet goed op zitten leggen.
    'Ik heb geen mobiel bij me,' reageer ik met een schorre stem. Zacht schraap ik mijn keel en kijk met een ietwat verveelde blik op naar Shy. Mijn interesse mocht dan momenteel weg laag zijn als het ging om dit kamp, maar ik loog niet, mocht hij dat gaan denken. 'Is het goed als ik mijn tassen dan nu ga wegbrengen?' Vervolg ik en graai mijn tas van de grond af voordat ik mijn blik weer terug op Shy richt.

    [ bericht aangepast op 30 maart 2013 - 21:34 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Vanity Johnson
    De vrouw trekt haar wenkbrauwen op en lijkt daarna zelfs ongeduldig. Eigenlijk komt mij dat alleen maar goed uit, want dan doe ik er graag extra lang over. Ik zal ervoor zorgen dat zij het net zo min naar haar zin heeft als ik. Hoewel ik het leuk vind als zij het niet naar haar zin heeft. Dus dan is zij toch in het nadeel. Na mijn knipoog, gaat er toch nog een klein glimlachje van af en dat geeft voor mij aan dat ik misschien wel redelijk wat bij haar kan maken. Aangezien het toch een flirtende opmerking was richting hetzelfde geslacht.
    “Klopt,” zegt ze dan. “Leuk dat je het opmerkt. Mijn naam is Daria Nassir.” Ik knik dan, aan haar huidskleur was ook al te zien dat ze waarschijnlijk ergens anders vandaan komt of gemengd bloed heeft. Bescheiden is ze in ieder geval niet, maar dat ben ik zelf ook niet. Dat gaat of heel erg botsen, of samen door één deur. Hoewel ik eigenlijk graag wil dat we botsen, ik ga graag de confrontatie aan met mensen. Zo ben ik nu eenmaal en zo zal ik ook altijd blijven. Heel even gaat er een zachte fluistering door mijn gedachten, die zegt dat ik helemaal niet zo was, maar gewoon een lief meisje. Gelijk duw ik die stem ook weer weg en kijk Daria aan.
    “Tuurlijk heb je geen telefoon,” zegt Daria dan met een lachje. “En natuurlijk geloven Shy en ik dat meteen. Geen twijfel over mogelijk.” Ik ga er vanuit dat de man die hier staat Shy is, want wie anders is er dan nog. Het is mij ook gelijk duidelijk dat Daria mij niet gelooft, maar dat maakt me niets uit. Vanaf nu houd ik gewoon de hele tijd mijn telefoon in mijn beha en dan zal ze die niet vinden... hoop ik dan toch. Anders dan zal ze me wel moeten aanraken en dat gaat denk ik in tegen het protecol van het kamp, want die hoort juist voor genezing te zorgen. Een belachelijk woord, genezing. Alsof we ziek zijn.
    “Vanity,” begint ze zachtjes. “Jij moet eens weten waar ik allemaal recht toe heb op dit kamp. Jij houdt mij er echt niet tegen hoor, daar ben ik niet bang voor.” Haar woorden doen me helemaal niets en laten mij zelfs grijnzen. "Hm, een uitdaging dus, kijken wat jij wel en niet mag. Voor zover ik weet heb je geen papiertje waar op staat dat je in mijn spullen mag zoeken." Ik kijk haar nog steeds met diezelfde uitdagende blik aan. “Dus, lieverd, je slaapt in zaal 1. Ik neem aan dat je niet hoef te brengen want volgens mij vind je jezelf een hele volwassen meid. Veel plezier, meisje.” Haar 'koosnaampjes' komen heel denigrerend over, maar ik laat me er niet zomaar door uit het veld slaan. 'Natuurlijk, schat, dat moet mij wel lukken om naar de slaapzaal te komen. Ik ben immers ook naar deze stinkende cafetaria gekomen in mijn eentje, niet waar? En ik vind het niet alleen, ik ben het ook. En dankje, ik zal hier zeker nog veel plezier hebben."
    Dan draai ik me om zonder nog op een antwoord te wachten, want dat is toch alleen maar verspilde moeite. Ik pak mijn koffer op en gooi mijn haar over mijn schouder. Met ferme passen loop ik dan de cafetaria uit en ga op weg naar mijn zaal. Ik moet mijn drank gaan verstoppen en ik heb al een aantal ideetjes. Die moeten vast wel uit te voeren zijn, aangezien hier ook een bos is. Al gauw heb ik de slaapzaal gevonden en gooi dan mijn koffer op mijn bed.


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.