Blaise Wolf Hunter
Wat er gisteren allemaal gebeurd is, verlaat mijn gedachten maar niet. Ik wil er maar niet aan geloven dat Zane het nu van Avery weet en bovendien doet het me al helemaal niet goed dat Alice en ik ruzie hebben. Hadden we op dit moment eigenlijk nog wel ruzie? Het was zo verwarrend, het zorgt ervoor dat ik hoofdpijn begin te krijgen. Het liefste wil ik ook terug in mijn bed kruipen hierdoor en er niet uit komen, maar dat staat natuurlijk niet aan mijn kant. Ik zal en moet eruit komen, we moeten gewoon doorgaan, al snap ik nu wel dat vrouwen rare wezens zijn. Volgens mij zou ik ze nooit kunnen snappen, zelfs van Avery begreep ik bijna niets en zij was mijn nichtje. Dat zegt wat, vind ik.
Diep zuchtend douche ik me snel, mede omdat het water koud begint te worden door de boiler. Daarna droog ik me af en kleed me snel aan. Een simpele spijkerbroek en shirt moet maar voldoende zijn voor vandaag. Geen gedoe ermee, daar heb ik geen zin in. Ik haal een hand door mijn natte haar, waardoor de plukken naar achter gaan en ik naar beneden ga om mijn schoenen aan te doen. Voordat ik echter vertrek, zoek ik mijn mobiel en sleutels nog bij elkaar, welke ik in mijn jack doe om vervolgens echt te vertrekken. Voor de rest maakt het me ook niet uit of ik iets vergeten ben, daar kom ik later wel achter.
Avery is vandaag jarig en die gedachte verlaat mijn hoofd ook niet als ik de auto start en naar het hoofdkwartier rijd. Dus besluit ik haar, ondanks de knallende ruzie van eerder, maar een belletje te geven. De telefoon gaat enkele, ellenlange seconden over, maar ze neemt niet op. Jezus, zal ze nog steeds boos zijn? Niet te geloven! Nou ja, ik heb haar ook wel hard aan gepakt… Verdomme. Opnieuw geef ik het een poging door haar te bellen, terwijl ik daarna al binnen een tiental minuten bij het hoofdkwartier ben gekomen. Ze had niet opgenomen, waardoor ik maar wat had ingesproken. Een gelukkige verjaardag gewenst, maar ook dat ze vandaag op moest passen. Voor wat had ik er niet bij gezegd. De auto doe ik op slot, waarna ik zonder verder aandacht aan de auto te gunnen naar binnen te lopen.
Avery Violet Stone
Vandaag ben ik jarig. Dat was mijn enige gedachte dat door mijn hoofd ging, vanaf zeven uur vanochtend. Deze nacht kon ik niet zo goed slapen, het zullen wel de zenuwen of iets zijn, bedacht ik me, omdat ik nooit echt mijn verjaardag gevierd had. Toen vielen mijn ogen toch dicht, omdat de slaap me overnam. Hoewel ik wakker schrok en hierbij bijna uit bed viel, toen ik mijn telefoon over hoorde gaan. Meerdere keren. Wie was er zo ongeduldig dat ‘ie niet kon wachten? Duf stond ik toen op, om vervolgens op het schermpje van mijn telefoon te kijken. Mijn ogen werden abrupt groot toen ik merkte hoe laat het al was.
“Shit!” riep ik uit, terwijl ik de telefoon op mijn bed gooide en naar de spullen rende die ik nodig had voor het douchen. Blaise had me gebeld, ik kreeg ook een bericht binnen van voicemail, maar daar had ik nu geen tijd voor. Dat zal ik zo meteen wel afluisteren. Hoewel ik liever wel gewild had dat hij nu naar mijn verjaardag kwam. Zal ik hem zo toch even bellen? Terwijl ik dit dacht, liep ik naar de douche en probeerde de pijn zo goed mogelijk te negeren. Dat ongeluk en het soort gevecht met Blaise deed geen wonderen voor mij, het deed echt verschrikkelijk pijn. Toen ik mijn kleding uitdeed, merkte ik ook enkele blauwe plekken op mijn armen op, maar gelukkig was er op mijn benen niet veel ervan te zien. Vandaag zou wel stroef gaan, heb ik zo het idee.
Na een warme, maar snelle douche kwam ik eronder vandaan, droogde me af en deed snel een jurk aan. Die deed ik alleen met feestelijkheden of iets dergelijks aan, wat vandaag was. Hoewel ik het nog altijd jammer vond dat mijn moeder er niet bij kon zijn, die was toch veel te druk voor mij. En zelfs als ze het kon redden, zou ze niet komen. Bij deze gedachte werden mijn lippen een dunne streep op elkaar, waarna ik de brok uit mijn keel slikte. Ik föhnde mijn haren en maakte mezelf helemaal klaar, misschien had Tante ook wel de buren uitgenodigd. Die waren wel aardig, al vroeg ik me wel af of ze me nog herkende. Net toen ik met alles klaar was, mijn hakken aan had getrokken en de telefoon van het bed had gepakt, ging deze af. Een beetje geschrokken wilde ik het dingetje bijna uit mijn handen laten vallen, maar hield het vervolgens stevig in mijn handen en nam het op. “Met Avery,” glimlachte ik nerveus. Gelukkig was dat niet te zien aan de andere kant van de lijn.
[ bericht aangepast op 9 feb 2013 - 21:22 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.