• Survival of the Fittest
    Het jaar 3120, het jaar waarin de mensheid zichzelf voor goed van de aarde vervaagde… Dácht men.

    Rampen zoals hongersnood en tsunami’s waren niet meer het ergste wat men zich kon voorstellen. Oorlogen werden de gewoonste zaak van de wereld, overal ter wereld slachtten mensen elkaar af en lieten straten verlaten achter. Huizen kwamen leeg, winkels werden gesloten, mensen vluchtten… Maar uiteindelijk kon niet ontsnappen aan de verwoesting van de mens.

    Er was één ding dat iedereen was vergeten. In het jaar 3082 was er namelijk een doorbraak, het zou voortaan mogelijk zijn je in te laten vriezen. Het was te vergelijken met een kunstmatige coma van een aantal jaren, waarna je weer zou ontwaken alsof je enkel een paar uur had liggen slapen.
    Alleen stond niet iedereen te popelen om zich in te laten vriezen, het was de eerste keer dat het mogelijk was en de mensen wisten niet wat ze er van moesten denken. Was het wel veilig?

    Hier verzon de regering iets op. Op er voor te zorgen dat er mensen zouden komen die het wilden testen loonden ze een flinke som geld uit aan diegene die zich aanboden als ‘proefpersoon’. Verscheidene mensen meldden zich aan, ieder met zijn eigen reden. Het geld voor hun arme familie, het avontuur, omdat ze hun eigen leven zat waren.. Toch hadden ze één ding gemeen, al wisten ze dat niet voordat ze instapten en hun eigen, veilige, rustige en bijna saaie leventje voorgoed gedag zeiden.

    De lichamen werden bewaard in de grote stad New York City, het was toen groots, prachtig en vol leven, maar in 3120 was het totaal uitgestorven en deels verwoest. De omgeving om de stad was totaal weggevaagd waardoor de stad in de middle of nowehere gekomen was.
    Eén jaar nadat de gehele mensheid verwoest was werden de ingevroren mensen wakker en het enige wat ze hadden was een grote sporttas die ze voordat ze ingevroren werden zelf hadden mogen inpakken naar hun wensen.

    Het jaar 3121, het jaar waarin de ooit ingevroren mensen ontwaakten in een wereld die ze niet kennen met geen andere keus dan een manier te vinden om te overleven. Doen ze dit alleen, of zoeken ze bondgenoten? Bedriegen ze hun eigen vrienden om alles voor zichzelf te houden, of doen ze er geen moeite voor hun heblust naar al het kostbare dat nog over is te verbergen. Of nog erger, zullen ze de rest uitroeien, enkel om hun eigen hachje te redden?


    Verhaallijn in het kort.
    Het is het jaar 4033 en de mensen die ooit ingevroren waren zijn sinds een twee weken weer ontwaakt. Er zijn mensen die al gauw bondgenoten vonden en zo werden er twee groepen gevormd, ieder met een eigen leider. Deze twee groepen raakten al gauw verwikkelt in een strijd om leven en dood. Het voedsel is immers schaars, net zoals het drinken, en dat terwijl het gevaar continue op de loer ligt. Een aantal dieren blijken de verwoestingen te hebben overleefd, doordat ze bijvoorbeeld onder de grond leefden, en zijn langzaamaan gemuteerd tot wezens die nieuw zijn voor de ooit ingevroren mensen. Hoe redden ze zich hieruit?

    Meedoen.
    Je kan mee doen als je:
    1) Graag langere stukken schrijven (zeker min. 15) en bereidt zijn dit te doen.
    2) Graag meedoen aan RPG's die beter uitgewerkt zijn, dus niet 'het gaat over 4 vrienden die op vakantie gaan', maar een dieper verhaal.
    3) Liever geen Mary Sue's hebben in RPG's en die zelf ook niet spelen.
    4) Graag meedoen aan RPG's waarbij het topic niet na één dag alweer vol zit, waardoor als je het wat drukker met school hebt, ook gewoon nog mee kan doen, omdat er simpelweg minder vaak gepost wordt (maar wel langer geschreven natuurlijk)..
    5) Het prettig vinden dat het gemeld wordt als iemand wilt stoppen met de RPG en als ze dit zelf ook doen.

    Als je het eens bent met alle bovenstaande punten, maak je hier een personage.

    Personages:
    Groep A – Chase
    Lexus; Chase Armedi - 22
    Iyatiku; Clyve Qwynn Lovell - 22
    SUMMERx; Luca Keegan Fanning - 21
    Cyberlord; Donovan Nickolas - 21

    Yuffie; Desirae Amelia Brown - 24
    General; Olivia Lanee Peterson - 26


    Groep X – Elisabeth
    Keegan; Elisabeth Romy Hirsch - 23
    Cocon; Roxanne (Roxy) Veronica Barlow – Lolita - 22
    Ebola; Natalya Krupin - 21

    Roden; Prescott Elias Whittemore - 24
    Aotearoa; Lucien Nicola Castellan - 19


    Loners:
    Endure; Alison Jade Skyler - 23
    Sid; Richard Hirsch - 25

    [ bericht aangepast op 13 sep 2012 - 15:31 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Donovan Nickolas

    Ze grinnikte eventjes. "Ik zei dat enkel om je te stangen, jij gaat er gemakkelijker op in dan Chase." Ik lachte eventjes. "Ja, dat had ik wel verwacht. Slecht hoor." zei ik met een grijns. "Ik denk dat je trouwens gelijk hebt." zei ik, als reactie op wat ze zei voordat ik het doekje met desinfectans tegen haar wond deed. "Misschien is het dan alleen maar beter dat je die wond hebt."
    Ze werd weer stil en keek emotieloos naar me. Het was een tijdje stil waarna ze naar haar ketting keek. Haar ademhaling schoot omhoog en ze deed het overhemd strak om zich heen. Hierna stond ze op en draaide zich weg van me. Ik keek haar verbaasd aan. "Wat is er?" vroeg ik rustig, "Betekent dat kettinkje veel voor je?"


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    Eris Riley - Loner

    Scott sliep terug en het was nu enkel een kwestie van wachten. De tijd zou het uitwijzen of hij het zou overleven of niet. Riley zat dan ook somber in het vuur te prikken met een stok, terwijl Ethan hun voorraden controleerde. Eten was er nog wel, maar gauw genoeg zouden ze niet enkel zonder water komen te zitten. Ethan slaakte dan ook een zucht waarna hij naast Riley door zijn hurken zakte en in het smeulende vuur staarde.
    ‘We kunnen hier niet te lang blijven,’ meldde hij. Riley maakte enkel een onbestemd geluidje vanachter uit haar keel.
    ‘Weet ik,’ zei ze vervolgens zacht. Nu was zij degene die een zucht slaakte. ‘Ethan,’ begon ze voorzichtig, terwijl ze naar hem op keek. ‘Ik ben vanmorgen een vrouw tegen gekomen.’ Ze peilde Ethans reactie omdat ze wist hoe hij kon reageren. ‘Maak je geen zorgen, ze vormt geen enkele bedreiging…’ Riley zweeg nadat ze dit gezegd had en keek terug in het vuur. ‘Ze vertelde dat er mensen zich groeperen hier in de buurt.’
    Ethan schudde zijn hoofd en kwam iets te voorbarig omhoog.
    ‘Dan moeten we zeker zo snel mogelijk vertrekken,’ zei hij. Hij liep al naar hun spullen en begon het meeste terug te steken in de twee rugzakken die ze bij hadden.
    ‘Maar Ethan,’ protesteerde Riley meteen. ‘Scott is niet in staat om te reizen en het is fysiek te zwaar om hem mee te sleuren.’ Hierin moest Ethan haar gelijk geven en hij beet dan ook op de binnenkant op zijn wang.
    ‘Heb je enig idee waar ze zich kunnen ophouden?’ vroeg Ethan informerend. Riley schudde haar hoofd.
    ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Ik heb ook niks opgemerkt of dergelijke sporen gevonden.’ Ethan knikte enkel. Hij leek redelijk tevreden met dit antwoord aangezien ze voorlopig dus nog geen bezoek hoefden te verwachten.

    De tijd ging rusteloos voorbij. Riley was allang opgelucht dat Scott zienderogen was opgeknapt. Het ijlen was voorbij en de koorts leek iets te zijn gezakt. Ze was ervan overtuigd dat hij het zou redden.
    ‘Riley,’ hoorde ze Ethan opeens zeggen. Hij had de wacht gehouden aangezien hij het toch niet helemaal vertrouwde en ze vermoedde dan ook dat hij een pauze wilde inlasten waardoor zij voor even de wacht moest houden. Ze liep dan ook de helling iets omhoog en hield haar pas in toen ze haar oudste broer genaderd was. Meteen greep hij haar arm vast en trok haar naar de grond.
    ‘Kijk,’ fluisterde hij, terwijl hij de verrekijker aan Riley overhandigde en de richting op knikte waar ze naartoe moest kijken.
    ‘Godver,’ ontsnapte er direct aan haar lippen, terwijl ze de persoon zag lopen. Zelfs met het blote oog kon je hem zien lopen. Riley besefte nu ook waarom Ethan haar meteen zo ruw naar de grond had getrokken.
    ‘Wat nu?’ vroeg ze aan Ethan, terwijl ze de vreemdeling observeerde. Hij leek van hun leeftijd te zijn, maar hoe graag ze ook zijn gezicht had willen zien, deze werd verborgen gehouden door de pet die hij droeg. In een oogopslag zag ze dat hij een mes bijdroeg maar ze had geen idee of hij nog andere wapens had.
    ‘Het ziet ernaar uit dat hij onze richting opkomt,’ concludeerde Ethan. Dit kon Riley enkel beamen. ‘Ik ga erop af, sla hem knock-out en smijt hem vastgebonden in een container hier een eind vandaan.’
    ‘Ja, heel slim,’ mompelde Riley direct. ‘Stel dat hij niet alleen is. Wie weet zijn er nog die we niet gezien hebben.’
    ‘Wat stel jij voor dan?’ vroeg Ethan.
    ‘Ik ga erop af, sla hem knock-out en als er niemand is, kan je hem vastgebonden in een vuilcontainer smijten. Als hij niet alleen is, ben je er op voorbereid en mag je de meesten zelf knock-out slaan.’
    Ze keek naar Ethan en glimlachte aangezien ze het nog geen al te slecht plan vond.
    ‘Geen sprake van,’ moest Ethan echter al meteen dwars liggen. ‘Wat als hij jouw nu knock-out slaat, of erger?’
    ‘Dan moet je bij Scott blijven en hem beschermen.’ Riley rolde met haar ogen. ‘Die gast zal niet de eerste zijn die ik knock-out sla, hoor. Daarbij, ik val hem van achteren aan, ongezien. Hij zal niks doorhebben, want tegen de tijd dat hij dat zou kunnen, ligt hij al gestrekt.’
    ‘Ik ga erop af,’ was al wat Ethan nog zei.
    ‘Slimmerik, wat als hij jou nu knock-out slaat, of erger? Of je wordt opeens aangevallen door een groep? We maken de beste kans als ik als eerste ga.’ Riley keek hem met een strak gezicht aan. Ethan wilde echter niet buigen en maakte zijn weg terug naar het vuur om zijn wapens te pakken. Riley, echter, had al haar wapens nog bij en snelde dus zo snel ze kon weg waardoor Ethan geen andere keus had dan achter te blijven.

    Voorzichtig naderde Riley de vreemdeling. Ze voelde hoe Ethan haar vanaf een afstand gade sloeg met de verrekijker en ze legde daarom vastberaden haar hand rond het hansvat van haar mes. De gozer zag er niet bepaald uit als een werkelijke bedreiging en Riley had niks kunnen ontdekken wat kon wijzen op anderen. Daarom had ze besloten om haar plan iets aan te passen aangezien informatie nooit weg was. Daarna kon ze hem nog altijd bewusteloos neerslaan. Geruisloos sloop ze dan ook dichterbij, tot ze dicht genoeg was om hem vanachter vast te grijpen. Meteen zette ze het mes op zijn keel en drukte deze hardhandig tegen zijn huid.
    ‘Wie ben je en wat doe je hier?’ siste ze in zijn oor, terwijl ze hem met haar andere hand stevig vastgreep.

    [ bericht aangepast op 18 okt 2012 - 16:34 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Nietsvermoedend keek hij naar de grond, waar voor ieder ander niets bijzonders te vinden zou zijn, maar waar hij wel aardig lang naar kon turen. De frisse lucht, samen met de heroïne leek hem plots heel goed te doen. Hij voelde zich een stuk beter en opgewekter dan dat hij minuten eerder had gedaan. Natuurlijk wist hij dat hij zich een stuk beter zou voelen en fitter als hij heroïne gebruikte, want hoe vaak had hij in zijn verleden wel niet zo’n spuit in zijn arm gezet? Maar wat hij ook wist, en wat meer telde dan het genotgevoel, was dat het een illusie was. Het was een illusie omdat het genotgevoel zo snel verdween voor de zon als het eenmaal was uitgewerkt. En dan was er geen andere optie dan weer gebruiken, want als hij dat niet deed zou hij weer zijn eigen lichaam voelen. Zijn eigen lichaam dat was aangetast en juist meer uitgeput door de heroïne. Dan was hij helemaal niet fitter en energieker, maar kreeg hij al snel afkickverschijnselen en was het opeens veel lastiger om normaal te functioneren. Als hij dan niet meer nam, voelde hij zich verschrikkelijk en zo kwam het dat hij dan direct ook weer wat bij spoot, en zo ging het vicieuze cirkeltje rond. Totdat hij niets meer kon doen dan voor zich uit staren en trillen, omdat hij zoveel was afgevallen doordat de heroïne zijn hongergevoel had weggenomen en hij niet door leek te hebben dat hij diegene was die zijn eigen lichaam kapot maakte. Nee, daar moest hij niet aan denken, zo erg was het nog nooit bij hem geweest. Hij had altijd nog het verstand gehad om nog enigszins voor zichzelf te zorgen, althans, dat dacht hij, Hij had zo lang clean kunnen blijven, zo was hij ook aan die leiderrol kunnen komen. Hij dacht aan hoe stom het van hem was om weer te spuiten, terwijl hij net die ellenlange weg van afkickverschijnselen had afgelegd en zowaar een gezond en sterk lichaam had gekweekt. Maar die gedachte verdween al weer snel en hij dacht alweer aan wat anders. Hij graaide met zijn hand in zijn tas en vervloekte zichzelf dat hij niet meer had meegenomen. Dat was niet goed voor zijn humeur. De zwarte vlekken waren gelukkig verdwenen en het hongergevoel ook, dat stelde hem gerust. Toch liep hij niet helemaal gerust door de straat waar hij zich in bevond. Het was een kwestie van tijd voordat die gevoelens weer terug zouden komen en hij was opzoek naar eten. Daar moest hij zichzelf steeds aan blijven herinneren nu, dat hij opzoek was naar eten. Normaal gesproken zou hij dan ook voor de groep eten meenemen en het eerlijk delen, omdat hij dat wel zo fair vond in een groep maar nu had hij die gedachte van zich afgezet. Wat hij zou vinden aan eten, zou hij zelf moeten opeten, en anders zou hij het zelf ergens verbergen, zodat hij het in tijden van nood weer kon benutten. Hij bleef zichzelf inprenten dat hij wel moest eten, ondanks dat hij er helemaal geen zin in had. Maar dan moest er eest wel eten zijn en zijn ogen die steeds links heen en weer flitsen konden niets vinden. Frustrerend.

    Omdat hij zo bezig was geweest met zichzelf en zijn eigen gedachten te veel ruimte opslokte om nog op de omgeving te letten, had hij de naderende voetstappen niet opgemerkt. Anders was hij al lang op de hoogte geweest van het andere levende wezen en had hij zijn mes al in de aanslag gehad. Maar nu schrok hij zelfs van de aanraking die hij plots voelde. Zijn lichaam verstijfde zelfs enigszins, maar hij probeerde snel net te doen alsof hij niet gealarmeerd was door wat hem overkwam. Als hij zijn mes eerder in de aanslag had gehad, had hij haar makkelijk kunnen steken, ergens, in haar buik, maar dat kon nu niet. Hij vervloekte zichzelf omdat hij niet alert genoeg was geweest. Het gevoel van koud metaal tegen zijn keel, dat herkende hij meteen en hij wist dat dat mes vast scherp genoeg was om zijn keel door te snijden. Hij was dus ook niet zo dom om zich ook maar enigszins te verroeren. Toch gaf hij niet meteen antwoord op haar vraag, hij nam even de tijd om haar vanonder zijn pet aan te kijken. Zijn donkere bruine ogen waren nu iets duidelijker zichtbaar voor haar doordat hij met kleine minieme beweging zijn pet wat meer naar boven had weten te tikken. Hij wilde natuurlijk wel weten wie er voor zich stond. Zijn pupillen waren groter en donkerder dan normaal, als gevolg van de heroïne, maar die van haar waren minder donker en hij kon zien dat ze wat lichtere kleur ogen had dan hij. Ze zag er niet als een typisch dom blondje uit, en hij schatte haar dan ook niet meteen al te laag in. Toch dacht hij dat hij haar wel aankon en beantwoorde daarom haar vraag niet. Hij schonk zichzelf tijd door haar vraag niet te beantwoorden en zette zich schrap op wat hij van plan was om te doen. Hij had nog genoeg kracht op dit moment. Met het risico dat het mes half in zijn keel kon snijden, drukte hij haar met die kracht die hij kon verzamelen van zich af, trapte hij tegen haar voet aan, waardoor ze haar evenwicht hopelijk zou verliezen en hij haar door haar abrupt op te tillen over zijn schouder kon gooien.


    Aan niets denken is ook denken.

    Roxanne Veronica Barlow, Lolita
    Hij lachte kort op mijn woorden. Wat was daar grappig aan? Ik meende het en dan gaat Donovan lachen, ik zal nog eens eerlijk zijn. Zwakte tonen is dus totaal geen optie, nooit. ‘Ja, dat had ik wel verwacht. Slecht hoor.’ Zei hij met een grijns. Mijn donkere poelen waren op dat moment afgedwaald naar de wond welke hij schoongemaakt en verbonden had. Hij had goed werk verricht, al zeg ik het zelf. Zwijgzaam bleef ik op de woorden die hij had uitgesproken. Ik wist wel wat ik erop kon zeggen, als Roxy-zijnde, maar als Lolita-zijnde moest ik stil blijven en geen emoties tonen.
    ‘Ik denk dat je trouwens gelijk hebt.’ Zei hij, als reactie op wat ik eerder zei over of hij het zou doen of niet, waarbij ik mijn ogen weer op hem richtte. Ja, daarom zei ik het ook, zoiets dacht ik al, wilde ik zeggen, maar ik deed het niet, alweer niet. Lolita hé, geen woorden, geen emotie. Ik vervaagde naar de achtergrond. ‘Misschien is het dan alleen maar beter dat je die wond hebt.’ Vaag knik ik op wat hij zegt, dat was precies wat ik mezelf ook al in gedacht had. Ik ging het alleen niet aan zijn neus hangen, als ik nog meer dingen van mijn denkwijze ging vertellen, werd ik steeds voorspelbaarder. Dat moeten we niet hebben, want dan kon hij mijn stappen voorspellen.
    Er lag een verbaasde blik op Donovan’s gezicht toen ik me van hem weg draaide. ‘Wat is er?’ Vroeg hij rustig, ‘Betekent dat kettinkje veel voor je?’ Mijn gezicht verhardde zich voor enkele seconde waarop een pijnlijke blik verscheen, gelukkig stond ik met mijn rug naar hem gedraaid waardoor hij het niet kon zien. ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Klonk het emotieloos, terwijl ik snel alle knoopjes van het overhemd dichtdeed, behalve de eerste. Het was groot en ik verzonk er bijna in, waardoor ik een knoop erin maakte. Hierdoor werd een deel van mijn buik zichtbaar, maar leek het in elk geval niet zo erg meer dat ik erin verzonk. ‘Donovan,’ klonk het toen charmant, terwijl ik het ergens anders op probeerde te gooien, weg van mijn ketting. Mooi niet dat ik hem het verhaal erachter zou vertellen, dan had hij iets om mij ermee te pakken! De ketting deed ik onder het overhemd, veilig verborgen. ‘Waarom is Chase eigenlijk leider? Hij lijkt mij nou niet bepaald iemand die je zou willen volgen,’ eindigde ik, waarbij ik mezelf naar hem omdraaide en enkele stappen naar hem zette.

    [ bericht aangepast op 18 okt 2012 - 18:16 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Donovan Nickolas

    “‘Ik weet niet waar je het over hebt.” Zei ze zonder enige emotie. Ze probeerde dus iets te verbergen. Iets waar ik niet achter mocht komen. Ik zou er later nog eens op terug komen. No way, dat ik waardevolle informatie aan mij voorbij laat glippen. Ook al ben ik nu aardig, zwakte punten leren kennen is altijd handig. Je weet maar nooit wat iemand van plan is. Ze deed het shirt goed en maakte er een knoop in. Toen ze zich omdraaide kon ik daardoor haar buik zien.
    “Donovan.” Zei ze toen charmant. Ik keek haar aan. “Hmm?” was het enige wat ik zei. Ze wilde het blijkbaar over iets anders hebben. Tactisch was ze niet maar goed. “Waarom is Chase eigenlijk leider? Hij lijkt mij nou niet bepaald iemand die je zou willen volgen.” Vroeg ze aan me, terwijl ze weer dichter bij kwam.
    “Dat is een hele goede vraag en makkelijk te beantwoorden.” Zei ik grinnikend. “Hij straalt rust en kalmte uit en denkt, niet zoals ik, na voordat hij een beslissing neemt. Hij weegt mogelijkheden af en handelt dan pas. Dat is een leiders eigenschap die ik niet heb. Dat is een van de hoofdredenen waarom hij onder leider is. Hij heeft altijd de beste oplossing voor problemen.” Legde ik uit. “Verder is hij een snelle vechter. Qua kracht kan ik hem aan, maar ik ben niet zo snel en behendig als hij. Daar kwam ik achter bij ons eerste en voorlopig, laatste gevecht.” Ging ik verder. Chase was iemand waar ik gewoon respect voor had. “Daardoor verdient hij mijn respect en luister ik naar wat hij zegt.”


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    Roxanne Veronica Barlow, Lolita
    Hij keek me aan. ‘Hmm?’ Was het enige wat hij zei. Hij had duidelijk gemerkt dat ik het ergens anders over wilde hebben, maar ik heb dan ook niet gezegd dat ik het tactisch wilde doen. Nu maar hopen dat hij wel op mijn vraag antwoord, dan weet ik ten minste iets van Chase. Een stukje dichterbij het masker die zal afbrokkelen. Het doet me dan ook goed dat Donovan gewoonweg mijn vraag beantwoord, wat ik echter niet op mijn gezicht of houding laat zien, die is nog steeds emotieloos. We zouden niet willen dat hij er abrupt achter komt doordat ik aandacht naar mezelf trek door anders te doen.
    ‘Dat is een hele goede vraag en makkelijk te beantwoorden.’ Zei hij grinnikend. ‘Hij straalt rust en kalmte uit en denkt, niet zoals ik, na voordat hij een beslissing neemt. Hij weegt mogelijkheden af en handelt dan pas. Dat is een leiders eigenschap die ik niet heb. Dat is een van de hoofdredenen waarom hij onder leider is. Hij heeft altijd de beste oplossing voor problemen.’ Legde hij uit, terwijl ik notities maakte in mijn hoofd en kort knikte, als teken dat ik luisterde en niet ergens anders mee bezig was. ‘Verder is hij een snelle vechter. Qua kracht kan ik hem aan, maar ik ben niet zo snel en behendig als hij. Daar kwam ik achter bij ons eerste en voorlopig, laatste gevecht.’ Ging hij verder. Ze hadden daadwerkelijk respect voor hem. Ik kon het snappen, hij kon het gemakkelijk afdwingen met de kwaliteiten die Donovan net uitlegde en bovendien helpt zijn kalme, maar emotieloze, uitstraling daarbij. ‘Daardoor verdient hij mijn respect en luister ik naar wat hij zegt.’
    Ik ga weer naast hem zitten, onopvallend iets dichterbij dan eerst, waardoor onze armen elkaar licht raken. ‘Hm, dan snap ik waarom jij geen leider bent geworden,’ plaag ik hem een beetje, ietwat ondeugend, totaal niet aanvallend bedoeld. ‘Anders was ik nu dus allang dood geweest. Wil je me trouwens niet ondervragen, zoals Chase zei? Misschien kom je wel iets te weten,’ vraag ik heimelijk aan hem, terwijl ik de vingertop van mijn wijsvinger over zijn gezicht laat strijken, waardoor mijn nagel langs zijn huid gaat. Het is echter zacht, dus het is niet zo dat er krassen komen. Ik verveelde me en ik moest meer over Chase te weten komen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Eris Riley - Loner

    De gast antwoordde niet toen Riley hem gevraagd had wie hij was en wat hij hier deed. Daardoor drukte ze het lemmet van haar mes nog iets dichter tegen zijn keel aan, verwachtend dat hij hierdoor wel zou antwoorden. Hij keek haar echter enkel zwijgzaam aan en doordat zijn pet iets omhoog kwam zag ze nu wel een gedeelte van zijn gezicht. Zijn ogen waren donkerbruin van kleur en waren gevuld met een schattende blik, alsof hij alles behalve geïntimideerd was door haar.
    ‘Zeg op, wie ben je?’ herhaalde ze daarom onverbiddelijk. Voordat ze er echter erg in had, verplaatste hij zijn gewicht iets en trapte tegen haar voet. Doordat ze dit gewoonweg niet verwacht had aangezien ze wel degelijk dreigend genoeg overkwam, nam de kracht van haar greep af en schoot het mes van zijn keel af waardoor hij niet langer in de bedreigde positie stond. Met gemak trok hij haar over zijn schouder waardoor ze met een doffe klap voor hem op de grond belandde. Ze was nu niet bepaald zwaar te noemen met haar ranke postuur en weinige kilo’s aan gewicht.
    Met toegeknepen ogen keek ze dan ook naar hem op en meteen wilde ze recht overeind schieten. Het was haar niet eerder overkomen dat ze iemand zo zwaar onderschat had, ondanks dat ze bij moment echt wel hoogmoedig kon zijn. Riley vervloekte zichzelf dan ook vanwege deze stommiteit en wilde zo snel mogelijk haar mes grijpen die ze in de val had losgelaten.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2012 - 13:47 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Donovan Nickolas

    Ze ging weer naast me zitten en ik voelde dat onze armen elkaar lichtjes raakten. Ze was dus blijkbaar dichterbij komen zitten dan eerst. "Hm, dan snap ik waarom jij geen leider bent geworden." plaagde ze me. Haar stem klonk ondeugend, maar niet aanvallend. Ik grinnikte eventjes en knikte. "Anders was ik nu dus allang dood geweest." Ik grinnikte nog wat harder. "Dat weet ik wel zeker, schat." Op schat legde ik een sarcastische nadruk, maar dit keer was deze niet gemeen of kwetsend bedoeld.
    "Wil je me trouwens niet ondervragen, zoals Chase zei? Misschien kom je wel iets te weten." vroeg ze toen heimelijk aan me. Ze ging met haar vingertop over mijn gezicht heen. Haar nagel ging langs haar huid en ik trilde eventjes. "Niet doen." zei ik lachend en duwde haar hand weg. Hierna schudde ik mijn hoofd en keek haar aan. "Neh, je hebt geen waardevolle informatie, anders hadden we dat nu wel vernomen. Ik gok dat je alleen hier naar toe bent gekomen, nog geen contact hebt gehad met anderen, tenminste, nog geen echte bondgenoten hebt, en je hebt niks waardevols bij je." legde ik uit. "Dus helaas, ik ga je niet uithoren." Ik keek haar aan en gaf haar een kort duwtje.


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Hij had werkelijk helemaal niet de behoefte gehad om mensen tegen te komen. Hij was vooral bang geweest dat het een van zijn groepsgenoten zou zijn geweest, die hem om een of andere reden achterna was gelopen. Opgelucht, dat was hij zeker. Maar nog steeds vond hij het erg vervelend om iemand, al was het een vreemde, in zijn nabijheid te hebben als hij onder de drugs zat. Dan wilde hij liever helemaal niemand zien. Waarschijnlijk had ze er toch geen idee van, dacht hij. Hij voelde zich echt stukken beter, en het gevoel van genot stroomde nog steeds door zijn lichaam. Hoewel het heerlijk was kon hij er niet echt van genieten, nu hij zojuist een onbekende op de grond had gegooid. Dat dat was gelukt vond hij toch aardig knap van zichzelf. Hij dacht echter niet dat het aan de drugs zou liggen, al zou hij zonder deze waarschijnlijk een stuk minder kracht en puf hebben gehad. Ze had haar vraag herhaald, maar hij had nog steeds niet de behoefte gehad om deze te beantwoorde. Hij wist wel dat hij speelde met vuur, omdat hij niet in de conditie was om haar aan te vallen, maar hij dacht niet goed na. Hij dacht wel na, maar de gedachten vervlogen om de seconde om plaats te maken voor een andere. Impulsief, dat werd hij van die drugs en hij dacht ook veel minder na over de consequenties van zijn daden. Zonder dat hij het zich besefte flitste zijn ogen snel heen en weer, van links naar rechts, om te zien of er iemand in de buurt was. Normaal gesproken had hij al lang haar mes van de grond gehaald om hem snel te pakken, maar nu kwam de gedachte pas later en plots bij hem op. Hij zette snel zijn voet op haar mes, zodat ze deze niet met haar handen kon pakken. ‘Die krijg je niet zomaar’ zei hij met een vage halve glimlach. Hij griste hem van de grond voor haar neus weg en kwam plots op haar af. De bewegingen die hij nu maakte, om haar op een of andere vage manier de grond te drukken, waren snel en schichtig, en helemaal niet doordacht. Maar ze waren wel krachtig. Hij hing nu boven haar en zwaaide met het mes voor haar ogen langs, waarom hij dat deed wist hij niet, de drugs maakte dat hij deze situatie opeens heel grappig vind. De vage halve glimlach hing nog steeds op zijn gezicht en leek zich even te verbreden. ‘Zo, dus hoe heet jij?’ vroeg hij aan haar, terwijl hij erg onvoorzichtig met het mes speelde, van haar keel af, naar haar keel toe, en voor haar gezicht langs. Hij had het gevraagd met een soort van vriendelijke stem, die hij normaal nooit gebruikte. Nadat hij die vraag had gesteld was hij alweer afgeleid. Waardoor hij precies afgeleid was, was compleet niet duidelijk, aangezien er niets interessants in de omgeving te zien was. Toch vlogen zijn ogen weer naar links en naar rechts, om vervolgens weer naar haar terug te keren. Hij hield haar met de kracht die hij nog in zijn lichaam vast, al wist hij niet precies waarom hij dit deed. Ze was een vreemde, een andere levend wezen, en hoe lang was hij wel niet naar anderen op zoek geweest om meer informatie te verkrijgen over het huidige New York? schoot plots door hem heen. De rollen waren nu omgewisseld en dat beviel hem wel, al wist hij niet voor hoelang dit zo zou zijn. Nu voelde hij zich energiek, geweldig, maar erg lang kon dat gevoel niet duren.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2012 - 18:22 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    General schreef:
    Olivia Lanee Peterson ~ Groep A
          Ik voelde me nogal lui doordat ik zo lang op de grond had gezeten en eigenlijk zou ik er iets tegen moeten doen, mar desondanks stond ik niet op. Ik leunde met mijn hoofd tegen de muur van het donkergroene hokje en mijn benen lagen uitgestrekt voor me uit. Er zaten twee evenwijdige scheuren aan de onderkant van mijn spijkerbroek en er zat een gat aan de voorkant van mijn gymp. Ik had teksten op het wc-hokje in het magazijn zitten lezen en een daarvan was verbazingwekkend interessant geweest, vooral als je je bedenkt dat hij op de wc was gekriebeld. Het was als een bladzijde van een dagboek geweest, geschreven door iemand die elke dag een verslag maakte om niet gek te worden. Wat er precies met diegene was gebeurd was nogal moeilijk van de tekst f te leiden, maar ik kreeg een klein idee over hoe de mensheid is uitgestorven. Ik veegde met mijn hand over mijn voorhoofd. Het was een enorme chaos geweest, dat was duidelijk. Hoe hebben we zo diep kunnen zinken? Ik sloot mijn ogen en probeerde mijn gedachten te legen. Het lukte niet. Natuurlijk lukte het niet. Ik had constant een gore smaak in mijn mond en mijn hoofd jeukte als een gek door gebrek aan hygiëne. Ik sloeg met mijn handen op mijn bovenbenen als signaal dat ik weer eens wat actiever moest worden en stond langzaam op. Ik had hier al zo lang gezeten dat ik de stank hier niet eens eer had geroken, maar zodra ik de badkamer uit kwam merkte ik gelijk dat de lucht in de grote ruimte veel frisser was. Gedreven door de gedachte dat de lucht buiten nog fijner zou zijn liep ik richting de uitgang. Mijn maag maakte een rommelend geluid en ik voelde hem trillen. Ik was gewend geraakt aan honger, al had ik er nog aardig vaak last van. Het was alsof deze wereld het me verbood om een keertje te ontspannen en oprecht vrolijk te zijn.
          Toen ik naar buiten liep kwam een windvlaag me tegemoet. De straten waren overwoekerd door planten en schoot een hagedis van zeker één meter lang de schaduw in. Ik wist niet welk jaar het was, maar er had genoeg tijd tussen vroeger en nu ingezeten voor sommige soorten om te kunnen evolueren. Ik keek omhoog en draaide me om naar het pakhuis. De meeste ruiten waren kapot en er kwamen groene slierten uit de muur. Er was een boom tegen de muur aangegroeid en hij had een klein gat in de muur gemaakt.
          Bzzzzt. Ik begon gelijk als een gek met mijn handen te slaan en hysterisch te bewegen. Net als de hagedis waren sommige insecten veranderd en ik had geen zin om enge, onbekende ziektes van hen te krijgen. Om mijn matras in het pakhuis had ik dan ook een geïmproviseerde klamboe gemaakt. Vroeger was ik niet zo paranoia voor insecten en hun ziektes, maar ik kon het me niet veroorloven om nu ziek te worden. Bovendien was ik er heilig van overtuigd dat ook de ziektes waren geëvolueerd en dat ik door de invriezing nog vatbaarder was. Medicijnen waren lastig te vinden en bijna niemand wist wat wat precies genas. Na nog een paar keer om mijn hoofd heen te hebben geslagen besloot ik verder te lopen. Ik wist niet waar ik heen zou gaan, maar ik was niet van plan om heel ver te lopen. Met een beetje geluk vond ik iets om te eten dat ik ook aan anderen kon geven. Ik kon op mijn groep rekenen, maar zodra ik niet meer van nut was, zou ik keihard achter worden gelaten. Als ik ziek zou worden zou dat ook gebeuren, dus daar was nog een reden om zo ver mogelijk bij insecten vandaan te blijven. Ik liep langs twee verroeste autowrakken en liet mijn blik even naar binnen glijden. Je kon weinig vinden in auto's. Vooral omdat dieren het vaak tot hun huis hadden verklaard, ze vaak af waren gebrand en omdat mensen hun bezittingen er waarschijnlijk uit hadden gehaald. Ik liep een paar straten door en bekeek de gevels van de woningen en winkels. Het deed me sterk denken aan zombiefilms, maar er was een groot verschil tussen die films en de werkelijkheid. Ik kon mijn vinger er alleen niet op leggen. Lange tijd liep ik in gedachten verzonken te piekeren over dat verschil en toen ik eindelijk weer uit mijn gedachten opschrok zag ik dat ik een straat in was gelopen die ik nog niet kende. De gebouwen zagen er duur uit en er waren vooral kantoren gevestigd. Ik bekeek elke gevel aandachtig tot ik bij een gebouw aankwam dat voor het grootste gedeelte uit spiegelende ramen bestond. Ik verstijfde en keek omhoog. Het was hoog, zeker meer dan tien verdiepingen en om de een of andere reden deed het me denken aan vroeger. Nieuwsgierig liep ik naar de glazen schuifdeuren. Die deden het natuurlijk niet meer, maar er zat een gigantisch gat in, dus dat maakte niets uit. Ik stapte op de scherven de grote hal in.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2012 - 18:39 ]


    yeehh

    Roxanne Veronica Barlow, Lolita
    Hij grinnikte eventjes en knikte op wat ik had gezegd. Ik was lichtelijk verward dat hij het zo op nam, al liet ik dit niet zien in mijn blik, aangezien het al heel wat was dat we nu zowaar wat aardiger tegen elkaar doen. Al waren we nog altijd op ons hoede, bedacht ik me, Donovan vast ook. Hoewel ik zijn gedachten niet kan lezen, weet ik dat hij zich dingen ook moet bedenken.
    Er kwam een nog harder gegrinnik uit zijn mond. ‘Dat weet ik wel zeker, schat.’ Op het laatste woord had hij een sarcastische nadruk gelegd, echter niet met de intentie om gemeen of kwetsend te zijn, waardoor ik het lichtelijk kon accepteren. Het andere deel wilde nog zijn keel dichtknijpen voor alles, maar die kant zal er altijd wel bij zitten.
    Kort rilde hij van mijn aanraking over zijn gezicht, mijn nagels die over zijn wang streken. ‘Niet doen.’ Zei hij er lachend op, waarbij hij mijn hand weg duwde. Hierop kwam er ook een kort lachje over mijn lippen heen gerold, waarna ik geheimzinnig grijnsde. ‘Goed, goed, wat jij wilt.’ Gaf ik in, al deed ik dat natuurlijk niet echt. Hierna wende ik mijn blik kort af om deze de kamer rond te gaan, om vervolgens mijn donkere poelen weer in die van hem te boren.
    Hij schudde zijn hoofd en keek me aan. ‘Neh, je hebt geen waardevolle informatie, anders hadden we dat nu wel vernomen. Ik gok dat je alleen hier naartoe bent gekomen, nog geen contact hebt gehad met anderen, tenminste, nog geen echte bondgenoten hebt, en je hebt niks waardevols bij je.’ Legde hij uit, waar ik niets anders dan mijn emotieloze gezicht op liet zien. ‘Dus helaas, ik ga je niet uithoren.’ Donovan keek me aan en gaf me een kort duwtje. Het is maar wat hij zelf wilt denken. Toch brak er een sluw grijnsje op mijn volle lippen.
    ‘Ah, wil je het zo spelen?’ Lachte ik toen uitdagend, waarbij ik hem speels duwde en mijn lichaam vervolgens zo draaide dat ik er gemakkelijker in op kon gaan. ‘Je weet niet wat voor informatie ik heb, of ik iets waardevols bij me heb of wat ik van plan ben,’ grijnsde ik, waarna ik hem omduwde op het bed, zodat hij op zijn rug lag en ik boven hem hing, mijn handen ruw op zijn schouders. Er lag een licht, vermakelijk glimlachje op mijn lippen, die hem uitdaagde. Donkere haarlokken gleden over mijn schouders naast mijn gezicht, terwijl ik mijn blik in zijn ogen boorde. ‘Misschien was dit allemaal zelfs mijn plan om het vervolgens te melden aan mijn bondgenoten.’ Niet dat het zo was, maar goed, dat wist hij niet.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Eris Riley - Loner

    Riley kroop zo gauw ze kon naar haar mes toe, aangezien dit sneller was dan eerst opstaan om er dan op te duiken. Hij was echter toch sneller en zette zijn voet erop waardoor ze haastig met haar hand terug trok voordat deze eveneens onder zijn schoenzool werd vertrapt. Giftig keek ze naar hem op toen hij een ‘die krijg je niet zomaar’ uit bracht met een vage, halfslachtige glimlach. Hij bukte zich en raapte haar mes op. Ze had overeind willen komen toen hij haar naderde, maar door zijn snelle en schichtige bewegingen had hij haar al gegrepen. Voor ze daadwerkelijk iets kon uithalen, lag ze al onder hem doordat hij haar met zijn lijf stevig tegen de grond drukte en het mes duidelijk in haar gezichtsveld hield. Zijn lippen plooiden zich in een brede grijns, precies alsof hij het amusant vond.
    ‘Zo, dus hoe heet jij?’ vroeg hij toen. Roekeloos liet hij het mes over haar huid glijden en ze vertraagde haar ademhaling omdat ze vreesde dat hij haar weldegelijk iets aan zou doen, mocht ze teveel bewegen. Dreigementen schrokken haar niet gauw af, maar deze gast had iets over zich heen wat haar verontrustte. Ze had hem al eerder onderschat en dat zou haar simpelweg niet weer gebeuren.
    Toch liet ze haar lippen iets omhoog plooien. ‘Vergeten,’ zei ze uitdagend. Ze was veel te eigenwijs om naar het rationele in haarzelf te luisteren. Daarbij verwachtte ze toch dat Ethan ieder moment kon opduiken om die gast bewusteloos te slaan. Ze zou hem in ieder geval eigenhandig vastbinden en enkel in een short in de vuilcontainer dumpen.
    Tot haar ergernis dat ze nog altijd in deze positie lag en Ethan nog altijd niet had ingegrepen – om wist zij veel welke reden ook – slaakte ze een geïrriteerde zucht.
    ‘Gast, laat me gewoon los,’ zei ze humeurig aangezien de harde grond behoorlijk onaangenaam lag en er ook nog eens een verloren gelopen steen in haar onderrug pitste. Eigenlijk vroeg ze zichzelf al direct af waarom ze het hem vroeg. Mocht zij in zijn positie hebben gezeten, had ze enkel maar gegrijnsd en gevraagd waarom ze dat überhaupt zou moeten doen.
    Zonder verdere aarzelen trok ze dan ook haar knie omhoog om hem doeltreffend te raken in het kruis. Het meest effectieve wat je kon doen in een situatie als deze en ondanks dat Riley niet van zulke vuile dingen hield en deze vaak als laatste redmiddel gebruikte, had ze allang door dat de gast ondoordacht en behoorlijk roekeloos handelde. Ze voelde zich simpelweg genoodzaakt aangezien ze ervoor vreesde dat hij nog iets vreselijks in zijn kop kon halen en dat Ethan gewoonweg niet op tijd zou zijn.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Het kleine grijnsje wat zich rond zijn lippen had gevormd bleef daar een vrij lange tijd hangen. Zijn gezicht was nu niet zo gesloten als een ondoorgrondelijk masker. De alertheid was onofficieel verdwenen, als sneeuw voor de zon, en dus kon hij zijn gezicht niet meer emotieloos houden. Hij had zijn emoties helemaal niet onder controle, zoals hij dat altijd in gedachten had genoemd. Dit hield eigenlijk in dat hij helemaal geen spoortje van zijn gemoedstoestand verried doordat hij zo’n pokerface opzette. Hij had nog steeds dat gelukzalige gevoel. Je kon het niet precies omschrijven als blij of gelukkig, maar voor hem voelde dat wel zo. Hij haalde zich plots een kat en muis spelletje voor de geest, precies op het moment dat ze haastig haar mes terugpakte. Ach, dat mes, dat mocht ze ook wel van hem hebben. Zelf had hij er toch ook eentje, en waarom zou zij hem neersteken? Ergens waar zijn gezonde verstand hoorde te zijn kon hij het wel meerdere redenen bedenken, maar op dit moment wist hij er geen één. De blik die ze hem gaf registreerde hij nog net, toevallig, doordat zijn ogen zich op dat moment op haar gezicht gefocust hadden. Die blik zorgde er even voor dat zijn aandacht op haar gevestigd bleef, waarom precies wist hij niet, en hij knipperde op dat moment helemaal niet met zijn ogen. Hij zat zo ongeveer bovenop haar, wat hij normaliter naast erg gênant (als anderen het zouden zien) ook erg dom en onnozel zou vinden. Toch bleef hij haar polsen vasthouden, veel strakker dan dat eigenlijk nodig was. Hij merkte haar vertraagde ademhaling nauwelijks op. Hij wachtte op een antwoord, oh ja, dat was hij aan het doen. Toen ze antwoordde, leek voor hem al een eeuw verstreken te zijn. Het antwoord stelde hem teleur en zijn grijns verdween meteen van zijn gezicht. ‘Hmm ja, ik vind het ook altijd zo lastig om mijn eigen naam te onthouden’ flapte hij eruit met dezelfde vage glimlach als hij eerder had gehad. Plots vond hij de situatie weer grappig. Haar volgende woorden bevielen hem ook niet, en de glimlach verdween ook weer van zijn gezicht. Zijn ogen flitsten weer even heen en weer om de omgeving te zien, maar hij zag in die luttele seconden niemand anders. Voor een moment keek hij even scheel. Haar actie had hij totaal niet zien aankomen en hij was er ook totaal niet op voorbereid. Haar knietje was erg doeltreffend, want hij had geen schijn van kans om zich hier tegenover te verdedigen. In enkele seconden zakte hij als pudding in elkaar en was het enige geluid wat over zijn lippen kwam een soort van wolfachtige grom. Hij verroerde zich niet voor enkele seconden, dat was gewoonweg te pijnlijk. Hij kroop, zo snel als hij kon, van haar weg. Vervolgens, stond hij op, commandeerde hij zichzelf om zijn kracht weer bij elkaar te rapen, en keek hij haar even vuil aan. Daar was hij bepaald niet van gediend, en dat zou ze merken ook! Hij stapte vlug op haar af, trok haar aan haar arm omhoog maar merkte toen plots iets op wat hij vaag meende te herkennen (ding van luc). Hij was daardoor even afgeleid, waardoor hij niet doorhad dat zijn vuistslag, die bedoelt was om haar gezicht te treffen, niet uitermate goed gemikt was.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Hij leek totaal niet opgezet te zijn met haar antwoord en zijn grijns verdween meteen van zijn gezicht. Iets wat Riley juist triomfantelijk kon noemen aangezien het zeker niet haar bedoeling was om het hem naar de zin te maken.
    ‘Hmm ja, ik vind het ook altijd zo lastig om mijn eigen naam te onthouden,’ zei hij vervolgens toch met diezelfde verrekte glimlach als eerst. Iets wat haar aanmatigend irriteerde aangezien hij zichzelf duidelijk grappig leek te vinden.
    Zijn mondhoeken trokken echter alweer naar beneden toen ze hem gezegd had dat hij haar gewoon los moest laten. Waarschijnlijk stond haar toon hem het allerminst aan en dat was nu precies juist haar bedoeling geweest. Natuurlijk besefte ze maar al te goed dat hij haar absoluut niet los zou laten, hoe vaak en hoe lief ze het hem ook zou vragen.
    Daarom poogde ze om langs hem heen te kijken, naar de richting waarop ze Ethan verwachtte. Tot haar ongenoegen was hij er nog altijd niet en dat maakte dat ze ongeruster werd. Het kon niet anders of dat betekende dat haar broers zelf in de penarie zaten, anders lag deze gast allang bewusteloos in een vuilcontainer. Ze slikte dan ook bij deze gedachte en besloot in dat ogenblik haar knie op te trekken. Iets waar ze zich niet snel aan waagde, aangezien ze het simpelweg een lage en laffe streek vond, maar nu was het slechts noodzaak.
    Het was duidelijk dat ze hem pijnlijk geraakt had in het kruis en hij kroop dan ook zo snel hij kon bij haar vandaan. Doordat hij haar echter zo hard tegen de grond gedrukt had, was ze beperkt in haar snelheid en daarnaast moest ze haar mes terug hebben. Ze had het wapen nodig aangezien deze niet bepaald meer voor het oprapen lagen.
    Doordat ze echter vluchtig de grond afspeurde om te zien waar hij haar mes gelaten had, had ze niet gezien dat hij overeind was gekrabbeld en zich wist te herpakken. Pas toen ze haar mes in haar handen hield, keek ze hem terug aan en zag dat hij pislink was. Natuurlijk zou je voor veel minder over de rooie gaan en Riley slikte dan ook, ondanks dat ze hem even vuil aankeek als dat hij deed. Ze schatte haar kansen in en op dat simpele ogenblik besloot ze dat ze zo snel mogelijk recht moest komen, om dan weg te rennen, zo hard als ze kon. Ze mocht niet op de grote wegen blijven maar moest kleine straatjes en haast onmogelijke paden nemen aangezien ze behendig was en haar buitengewone lenigheid in haar voordeel had. Iets wat het overgrote deel van de mannelijke bevolking mistte.
    Voordat ze echter tegoed kon opstaan, had hij de afstand tussen hen verkleind en wist hij haar arm zo stevig vast te pakken waardoor hij haar in een simpele ruk omhoog trok. Haar donkerbruine ogen keken hem doordringend aan waardoor ze pas in de gaten kreeg dat hij zijn vuist gebald had op het moment dat deze haar richting opkwam. Doordat hij echter afgeleid leek te zijn, trof deze niet de plek waar hij wilde, maar wist ze de klap net te ontduiken.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]


    Zijn blik bleef even hangen bij datgene wat hij zojuist had gezien. Het bracht herinneringen bij hem op, vele herinneringen. Zowel goede als kwade, en hij wist ze niet te bedwingen. Zo kwam het dat er plotseling allemaal beelden door hem heen schoten, waar hij zich niet tegen kon verzetten en zijn blik was even op afwezig ingesteld. Hij knipperde met zijn ogen, en keek weg, weg van datgene dat hem zowel vreemd als bekend voorkwam. Hij wilde er niet aan herinnert worden, want het kon gewoon niet datgene zijn waarvan hij dacht dat hij het herkende. Datgene hoorde bij het oude New York, toen het nog levendig was, hij was nu in het nieuwe, of eigenlijk ook wel dode New York, hield hij zichzelf herinneren. Zijn ogen flitsten naar haar, oh hij had haar geen pijn gedaan, zag hij. Dat viel hem tegen, want hij had verwacht haar te raken. Een soort van verbeten trekje had zich gevormd op zijn gezicht. Hij had iets opgevangen van haar blik, maar wist niet wat deze te betekenen had. Nog steeds was hij pissig om het feit dat zij hem pijn had gedaan, en wilde hij haar het liefste nog een (rake) klap in haar gezicht verkopen maar hij leek er plots de kracht niet meer voor te kunnen opbrengen. Een paar vlekken dwarrelden voor zijn ogen, maar dat zou net zo goed door de drugs kunnen komen dacht hij. Het deed hem niets, behalve dat hij even moest blijven staan om weer alles redelijk scherp te kunnen zien. De adrenaline stroomde weer terug in zijn aderen bij het denken aan zijn volgende actie. Hij had zonder het te beseffen een paar stappen naar achter gewankeld, waardoor de afstand weer groter tussen hen was geworden. Hij dacht niet na over zijn volgende actie maar vond op dat moment dat het het juiste was om te doen, en of het zou werken boeide hem ook niet. Hij liep in een paar snelle passen naar haar toe, waarbij hij bij de laatste pas bijna tegen haar aan viel doordat hij niet had voorzien dat de afstand tussen hen al zo klein was geworden en hij eerder aan het wankelen was dan lopen. Hij keek haar aan met zijn donkere diepbruine ogen die nu zelfs zwart leken door zijn vergrote pupillen. De glimlach die hij haar schonk was groter dan normaal was, zijn mondhoeken trokken vrij ver omhoog, maar zijn ogen leken helemaal niet mee te lachen. Het zou voor hem goed uitkomen als zij in verwarring was gebracht door zijn gedrag, want anders zou zij hem makkelijk neer kunnen steken nu hij zich zo voor haar bevond. Hij voerde de volgende handelingen snel en schichtig uit, die snelheid was te danken aan de heroïne die nog steeds effect had. Hij pakte haar ene pols vlug vast en hield hem strak vast terwijl hij snel met zijn ene hand op dat plekje kneep, Dat had hij bij zijn zelfverdediginglessen geleerd en ook nog wel bij zijn bokslessen gehoord, maar jammer genoeg mochten ze dit nooit in de praktijk gebruiken. Hij hoorde de waarschuwende stemmen nog steeds in zijn hoofd, te gevaarlijk.. , en iemand kon onmiddellijk bewusteloos raken.. Belachelijk toch dat ze wel die informatie gaven maar je het niet mocht gebruiken bedacht hij zich plots. Hij kneep haar dus bij haar hals, heel hard, op die ene spier, de monnikskapspier, waar als je er hard genoeg op kneep je iemand zo bewusteloos mee kon maken. Het was een spier die vlak bij je sleutelbeen lag. Terwijl hij dit deed keek hij haar met zijn donkere ogen aan. Erg druk maakte hij zich er niet om als het zou mislukken, hij dacht er niet eens echt bij na.


    Aan niets denken is ook denken.