• Survival of the Fittest
    Het jaar 3120, het jaar waarin de mensheid zichzelf voor goed van de aarde vervaagde… Dácht men.

    Rampen zoals hongersnood en tsunami’s waren niet meer het ergste wat men zich kon voorstellen. Oorlogen werden de gewoonste zaak van de wereld, overal ter wereld slachtten mensen elkaar af en lieten straten verlaten achter. Huizen kwamen leeg, winkels werden gesloten, mensen vluchtten… Maar uiteindelijk kon niet ontsnappen aan de verwoesting van de mens.

    Er was één ding dat iedereen was vergeten. In het jaar 3082 was er namelijk een doorbraak, het zou voortaan mogelijk zijn je in te laten vriezen. Het was te vergelijken met een kunstmatige coma van een aantal jaren, waarna je weer zou ontwaken alsof je enkel een paar uur had liggen slapen.
    Alleen stond niet iedereen te popelen om zich in te laten vriezen, het was de eerste keer dat het mogelijk was en de mensen wisten niet wat ze er van moesten denken. Was het wel veilig?

    Hier verzon de regering iets op. Op er voor te zorgen dat er mensen zouden komen die het wilden testen loonden ze een flinke som geld uit aan diegene die zich aanboden als ‘proefpersoon’. Verscheidene mensen meldden zich aan, ieder met zijn eigen reden. Het geld voor hun arme familie, het avontuur, omdat ze hun eigen leven zat waren.. Toch hadden ze één ding gemeen, al wisten ze dat niet voordat ze instapten en hun eigen, veilige, rustige en bijna saaie leventje voorgoed gedag zeiden.

    De lichamen werden bewaard in de grote stad New York City, het was toen groots, prachtig en vol leven, maar in 3120 was het totaal uitgestorven en deels verwoest. De omgeving om de stad was totaal weggevaagd waardoor de stad in de middle of nowehere gekomen was.
    Eén jaar nadat de gehele mensheid verwoest was werden de ingevroren mensen wakker en het enige wat ze hadden was een grote sporttas die ze voordat ze ingevroren werden zelf hadden mogen inpakken naar hun wensen.

    Het jaar 3121, het jaar waarin de ooit ingevroren mensen ontwaakten in een wereld die ze niet kennen met geen andere keus dan een manier te vinden om te overleven. Doen ze dit alleen, of zoeken ze bondgenoten? Bedriegen ze hun eigen vrienden om alles voor zichzelf te houden, of doen ze er geen moeite voor hun heblust naar al het kostbare dat nog over is te verbergen. Of nog erger, zullen ze de rest uitroeien, enkel om hun eigen hachje te redden?


    Verhaallijn in het kort.
    Het is het jaar 4033 en de mensen die ooit ingevroren waren zijn sinds een twee weken weer ontwaakt. Er zijn mensen die al gauw bondgenoten vonden en zo werden er twee groepen gevormd, ieder met een eigen leider. Deze twee groepen raakten al gauw verwikkelt in een strijd om leven en dood. Het voedsel is immers schaars, net zoals het drinken, en dat terwijl het gevaar continue op de loer ligt. Een aantal dieren blijken de verwoestingen te hebben overleefd, doordat ze bijvoorbeeld onder de grond leefden, en zijn langzaamaan gemuteerd tot wezens die nieuw zijn voor de ooit ingevroren mensen. Hoe redden ze zich hieruit?

    Meedoen.
    Je kan mee doen als je:
    1) Graag langere stukken schrijven (zeker min. 15) en bereidt zijn dit te doen.
    2) Graag meedoen aan RPG's die beter uitgewerkt zijn, dus niet 'het gaat over 4 vrienden die op vakantie gaan', maar een dieper verhaal.
    3) Liever geen Mary Sue's hebben in RPG's en die zelf ook niet spelen.
    4) Graag meedoen aan RPG's waarbij het topic niet na één dag alweer vol zit, waardoor als je het wat drukker met school hebt, ook gewoon nog mee kan doen, omdat er simpelweg minder vaak gepost wordt (maar wel langer geschreven natuurlijk)..
    5) Het prettig vinden dat het gemeld wordt als iemand wilt stoppen met de RPG en als ze dit zelf ook doen.

    Als je het eens bent met alle bovenstaande punten, maak je hier een personage.

    Personages:
    Groep A – Chase
    Lexus; Chase Armedi - 22
    Iyatiku; Clyve Qwynn Lovell - 22
    SUMMERx; Luca Keegan Fanning - 21
    Cyberlord; Donovan Nickolas - 21

    Yuffie; Desirae Amelia Brown - 24
    General; Olivia Lanee Peterson - 26


    Groep X – Elisabeth
    Keegan; Elisabeth Romy Hirsch - 23
    Cocon; Roxanne (Roxy) Veronica Barlow – Lolita - 22
    Ebola; Natalya Krupin - 21

    Roden; Prescott Elias Whittemore - 24
    Aotearoa; Lucien Nicola Castellan - 19


    Loners:
    Endure; Alison Jade Skyler - 23
    Sid; Richard Hirsch - 25

    [ bericht aangepast op 13 sep 2012 - 15:31 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    16+


    Roxanne Veronica Barlow, Lolita

    ‘Natuurlijk,’ had hij geantwoord met een verleidelijke glimlach, waarna ik al geen tijd om een antwoord uit te kramen kreeg, want hij drukte zijn lippen al op die van mij. Ze waren zachter dan ik wilde geloven, al kuste ik hem behoorlijk ruw terug, gewoonweg omdat het kon en ik daar zin in had.
    Ondertussen was ik al bezig met mee bewegen, waardoor hij weer eens kreunde van het genot. Hier alleen maar door wilde ik al meer, maar het leek wel alsof hij me expres wilde plagen. ‘Klaar voor meer?’ Vroeg hij uitdagend en ik knikte er vrijwel direct op, omdat ik eerst nog mijn emotieloze act bij elkaar wilde schrapen. Het zou wel niet meer werken, maar zolang ik mijn best deed, vond ik het al goed. Ik had het gevoel gemist, bedenk ik me nu, dat iemand me aanraakte met warme handelingen.
    Hoewel Donovan een perverse klootzak is, weet hij wel goed hoe hij me op moet winden en aanraken, dat moet ik hem wel geven.
    Hij sloeg zijn armen weer stevig om mij heen en drukte me dicht tegen me aan, hier alleen al door slaakte ik al een zachte zucht van genot. Hierna begon hij langzamerhand het tempo op te voeren, totdat hij zo hard stootte dat ik mijn wond door zijn bewegingen toch lichtelijk voelde branden. Ik bewoog heftig op en neer, als hij mij niet zou vasthouden zou zijn lid uit mij stootten, dus het was maar goed van hem dat hij me goed vasthield. ‘Zo beter?’ Vroeg hij grinnikend en met een heftige ademhaling. Ik zei er niets op, mijn ademhaling was heviger en ongecontroleerde geworden, terwijl mijn nagels zacht maar toch lichtelijk ruw in zijn huid boorden. Er was weer een luide kreun over mijn lippen gegaan, terwijl ik mijn ogen van verrukking dichtkneep.
    Door zijn heftige bewegingen, merkte ik hoe mijn lichaam zelfs ietwat klam begon te worden, maar ik stopte niet om met hem mee te bewegen en sloeg zijn armen zelfs nog dichter om mij heen. Terwijl ik een soort gebaar of beweging probeerde te maken dat hij minder moest praten, merkte ik hoe het niet lang meer zal duren voordat ik klaar zou komen. Ik probeerde het alleen zo lang mogelijk vol te houden, want ik was nieuwsgierig naar wat hij nog meer zou doen. Mijn hoofd draaide ik naar hem toe en drukte mijn lippen weer op hem, terwijl ik op zijn lip beet om het vervolgens weer te verbreken. Grijnzend, maar nog steeds lichtelijk uitdagend, keek ik hem aan. Totaal anders hoe ik eerder was geweest, ik had dan ook niet verwacht dat ik dit met hem zou doen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Donovan Nickolas
    16+

    Haar ademhaling was nu heftig en ongecontroleerd geworden, verder had ze haar ogen ook dicht geknepen. Het was een bevestiging dat ik het goed deed, maar dat was iets wat ik allang wist. Dat hoefde ze me niet te vertellen of wijs te maken. Ik had geen enkele seconde een geintje gemaakt over mijn lid en over hoe ik seks heb. Ik kan het en dat wist ik maar al te goed.
    Haar nagels boorden zich iets in mijn huid, waardoor ik eventjes kreunde. Ze was zo heerlijk ruw. Het liefst ging ik nog harder en ook in een andere positie, maar ik wist niet of haar zij dat aankon en daar wilde ik toch echt rekening mee houden.
    Haar lichaam begon kalm te worden en haar bewegingen, geluiden en haar lichaam zelf verraden me dat het niet meer lang zou duren voordat ze klaar zou komen. Ze draaide haar hoofd naar mij toe en drukte haar lippen tegen die van mij aan. Ze kuste me even, waarna ze op mijn lip beet. Nog voordat ik hierop kon reageren brak ze de kus af en keek ze me grijzend en lichtelijk uitdagend aan.
    Ik grijnsde terug, meer deed ik niet. Ik had geen zin om iets te zeggen of meer te doen. Ik was haar aan het nemen en dat was het enige wat nu telde. Alle onzin erom heen had ik al gedaan. Ik haalde mijn lid uit haar en keek haar plagerig aan. Ik liet haar eventjes zo liggen om haar daarna voorzichtig op haar buik te leggen.
    Ik sloeg mijn ene been over haar heen en ging half op haar billen en half op haar benen, zodat haar rug en dus haar zij niet te erg belast zou worden. Hierna duwde ik mijn lid er weer met redelijk wat kracht naar binnen en een heftige kreun ontsnapte aan mijn lippen. “Nu het echte werk.” Zei ik zachtjes en gehaast doordat mijn ademhaling gehaast was. Ik stootte nu diep en hard in haar terwijl ik mijn armen om haar heen geslagen had.

    [ bericht aangepast op 24 okt 2012 - 1:33 ]


    I hope you drown in all the cum you fucking swallow, to get yourself to the top.

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Riley was niet het type dat uit zichzelf tegen vreemden begon aan te praten, had hij al wel opgemerkt. Zo dom was ze niet. Zijn vingers tikten nog steeds tegen de vloer aan. De wind die door het raam kwam was kil en koel, en weerspiegelde zijn stemming op dit moment perfect. Hij was niet bepaald tevreden met haar antwoord. Het was net zo nietszeggend als Lolita haar antwoorden en hij begon zich af te vragen of iemand hier, in dit verwoeste New York, niet op zijn hoede was en niet iedereen wantrouwde. Het was de beste manier van overleven, om mensen niet zomaar te vertrouwen en om niet zomaar informatie over zichzelf bloot te geven maar het was ook erg irritant voor hem, omdat hij niet zo makkelijk informatie uit mensen kon loswrikken als dat hij verwacht had. Haar gezichtsuitdrukking zei hem ook niet zoveel. Haar glimlach stond hem ook niet aan, alsof ze hem niet serieus nam. Het was eigenlijk ook wel logisch dat ze hem niet serieus nam, want het was voor hemzelf ook een beetje onduidelijk wat hij nou precies wilde bereiken. Op haar antwoord keek hij haar alleen maar emotieloos aan, een beetje kil, maar hij drukte geen mes tegen haar keel aan om het antwoord uit haar te dwingen. Op de een of andere manier had hij daar de kracht niet meer voor. Hij had geen zin meer om zoveel moeite te doen voor informatie die vervolgens onjuist zo blijken. Misschien moest hij het weer op een andere manier aanpakken dacht hij.

    Hij was opgestaan om naar het raam te lopen en het te sluiten, ondanks dat hij zelf niet zoveel last had van de kou. Het geluid van de omgeving buiten, al was het niet heel hard, leidde hem af, en dus sloot hij het raam. Het was al een stuk frisser in de kamer dan tevoren. Met beheerste stappen liep hij terug van het raam naar haar, al voelde hij zich helemaal niet goed, waardoor die stappen toch iets onstabieler waren dan normaal. Hij was van plan om te gaan zitten, op diezelfde plek voor haar, maar bleef staan toen ze weer sprak. Ze noemde hem bij zijn voornaam, en dat beviel hem niet, al wist hij niet waarom. Haar woorden begonnen ietwat bijdehand te worden. Ze moest niet gaan denken dat ze hier zomaar wegkwam, hij moest vanaf nu geen zwakte meer laten zien, al was dat nog zo moeilijk. ‘Wanneer ik daar zin in heb’ antwoordde hij net zo bijdehand en vaag als dat zei had gedaan. Hij schonk haar een kleine glimlach. ‘En ik kan je altijd nog doden als ik daar zin in heb’ antwoordde hij zonder enige emotie tegen haar, en hij liep plots naar een van de weinige dozen die nog in zijn kamer stond. Daarachter haalde hij een bidon water vandaan. ‘Je hebt vast dorst, wil je wat drinken?’ vroeg hij aan haar, alsof het een doodnormale vraag was om op dit moment te stellen. ‘Water..?’ vroeg hij aan haar en hij gooide de bidon naar haar, al zou ze daar niet uit kunnen drinken omdat haar handen nog aan elkaar vast zaten. ‘Of wat anders?’ zei hij, toen hij de fles whisky zag staan die hij blijkbaar nog had, en hij hield hem even voor haar omhoog en zette hem weer neer. Hij ging weer voor haar zitten, in diezelfde positie als dat hij eerst had gedaan.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Zijn vingers tikten nog altijd tegen de vloer en het was overduidelijk dat hij niet opgezet was met het antwoord dat ze hem gegeven had. Het liet Riley echter koud wat hij dacht en ervan vond. Het was zijn probleem, niet het hare. Hij bleef haar strak aankijken en er verscheen geen enkel spoortje van emotie op zijn gezicht. Dat was echter iets wat Riley niet koud liet, aangezien ze hierdoor absoluut geen weet had van hetgeen dat er achter zijn masker schuilging.
    Hij stond op en liep op het raam af. Met lede ogen keek Riley toe hoe hij deze sloot en de toevoer van koude lucht afsneed. Ze moest toegeven dat het redelijk fris was geworden in de kamer en dat ze dus ergens dus wel blij was dat hij het raam gesloten had. Met beheerste stappen liep hij van het raam weg. Toch viel het Riley op dat iedere stap steeds onstabieler werd. Ze bleef hem met die bijdehante glimlach aankijken en zag dat hij in eerste instantie terug tegenover haar wilde gaan zitten. Dit deed hij echter niet toen ze opnieuw begon te spreken en zijn naam uitsprak.
    ‘Wanneer ik daar zin in heb,’ antwoordde hij haar toen ze hem gevraagd had wanneer hij van plan was om haar te laten gaan. Hij had even bijdehand geklonken als dat zij had gedaan om haar gevolglijk een kleine glimlach toe te werpen. ‘En ik kan je altijd nog doden als ik daar zin in heb,’ vervolgde hij toen waarbij weeral geen enkele emotie zichtbaar was. Riley beet op haar onderlip aangezien ze het haatte dat hij eigenlijk gelijk had.
    ‘Dat je maar doet wat je niet laten kan,’ liet ze echter al vlijtig over haar lippen rollen. Ze glimlachte opnieuw. Ze was redelijk goed getraind in het op iemand op de zenuwen werken. Wat wilde je ook met 3 broers die haar behandelden alsof ze one of the guy’s was. Soms ging het er echt hard aan toe en als woorden of blikken daadwerkelijk konden doden, hadden er al vele bloedbaden plaats gevonden. Haar broers ontzagen haar simpelweg niet, ondanks dat ze een meisje was. Die dingen wist ze echter geslaagd in haar voordeel te gebruiken bij vele anderen.
    Ze zag hoe Chase opstond en naar enkele dozen toe stapte. Haar blik bleef op de bidon rustten die hij erachter vandaan haalde. ‘Je hebt vast dorst, wil je wat drinken?’ vroeg hij haar vervolgens alsof ze doodleuk bij hem op de thee zat. ‘Water…?’ Hij gooide de bidon al naar haar toe, nog voordat ze geantwoord had. Ze rolde met haar ogen doordat hij evengoed wist dat ze de fles niet kon pakken doordat ze nog altijd vastgebonden zat. Het was in ieder geval een slimmerik eerste klas. Al vermoedde ze dat hij dit evengoed kon doen om haar op de zenuwen te werken.
    ‘Of wat anders?’ vroeg hij toen. Hij had blijkbaar een fles whisky gevonden en hield de fles even omhoog, vooraleer hij deze terug neerzette. Hij ging vervolgens weer terug voor haar zitten, in dezelfde positie zoals hij eerder had gedaan.
    Riley had er in ieder geval het schurft in. De touwen sneden nog steeds in haar huid en de ducktape leek zowaar nog strakker te zitten en striemen achter te laten. Daarbij kwam nog dat ze kramp in haar ledematen begon te krijgen doordat ze al zo lang in dezelfde positie zat en zich niet bepaald kon bewegen. Ondanks dat ze niet wilde laten zien dat ze last kreeg van al deze ongemakken, wisten haar lippen zich toch terug te dringen in een grimmige trek.
    Ze liet haar blik echter strak op Chase gevestigd en kon nu pas plaatsen wat er met hem aan de hand kon zijn. Hij was bleek, was niet optimaal in zijn kracht, stond wankelend op zijn benen en ze dacht zelfs zijn maag tot hier te kunnen horen door de stilte die was ontstaan.
    ‘Ik heb ergens nog wel een half aangeknabbelde mars, mocht je honger hebben,’ liet ze hem dan ook weten, haast vriendelijk. De glimlach die volgde leek gemeend te zien. ‘Als je me los maakt, kan ik hem pakken.’ Natuurlijk ging ze er niet vanuit dat hij haar zomaar los zou maken en ze wist ook wel dat hij de mars ook zelf kon pakken uit haar broekzak, maar ze kon het allicht proberen om te onderhandelen. ‘Die touwen zitten namelijk echt strak en het doet pijn.’ Ze had haar stem zachter laten klinken om meer zijn vertrouwen te wekken. Riley was niet iemand die gauw klaagde of snel toegaf, maar hoe langer ze zou zat, hoe onaangenamer de pijn werd.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Hij begon meer op haar gezichtsuitdrukking te letten. Hierop kon hij misschien wat meer informatie vinden, al zou ze niets zeggen. De touwen die ze om haar polsen had en om haar voeten lieten haar ongetwijfeld niet koud. Zelf zou hij allang moe van die dingen zijn geworden, maar zij zat er nog aardig kalm bij. Iets te kalm vond hij. Ze bleef maar die glimlach hebben, die hij het liefste van haar gezicht wilde meppen. Misschien moest hij dat maar doen, haar gewoonweg een klap in het gezicht geven zodat hij even van die glimlach af was. Maar dat deed hij niet, want ergens was hij nog wel menselijk. Hij sloeg mensen niet zonder een reden, behalve dan als hij helemaal onder de drugs zat, maar hij was nu te nuchter om haar een klap te verkopen. Bovendien zou het niet veel uithalen, behalve dat ze misschien nog meer een hekel aan hem zou kunnen krijgen. Bij zijn opmerking over dat hij haar nog evengoed later kon doden had hij wel gezien dat ze op haar onderlip beet. Ze was dus toch niet zo zeker van haar zaakje als dat ze wilde overkomen, had hij door. Al snel gaf ze hem echter een opmerking waar hij niet op reageerde. Het irriteerde hem dat ze er zo kalmpjes bij zat en het lef had om een beetje tegen hem in zitten te gaan. Haast niemand stond hij toe om dit te doen. Hij liet diegene dan snel blijken dat hij daar niet van gediend was, waarbij zijn mes best van pas kwam af en toe. Maar bij deze Riley had hij het gevoel alsof dat geen zin zou hebben. Hij liet haar haar gang gaan met haar opmerkingen, omdat hij heel stiekem ergens wel nieuwsgierig naar haar was. En weer rolde ze met haar ogen, dat kon ze erg goed vond hij, en hij wist best dat ze niet kon drinken met haar handen in de touwen. Haar plagen, dat vond hij nog wel even leuk om te doen.

    Aan haar gezicht kon hij zien dat ze niet op haar gemak was, wat ervoor zorgde dat hij een klein gemeen glimlachje op zijn gezicht kreeg. Hij kon ook best vervelend worden, als zij hem niet de gewilde informatie zou geven die hij wilde. Nog steeds wilde hij weten waar ze in godsnaam dat kettinkje vandaan had. Nu het effect van de drugs langzaam maar zeker weg leek te ebben, werd hij er steeds nieuwsgieriger naar. Toch moest hij zich proberen in te houden, want ze kon best een sluwe tante zijn, en dan zou ze doorhebben dat hij maar al te graag informatie over dat kettinkje zou willen hebben, en als hij daarvoor een offer moest maken daar nog best in staat zou zijn. Ze raadde wat er mis met hem was, wat hij vervelend vond, maar het was niet anders. Hij kon nu hij zich zo slecht voelde eenmaal niet verbergen hoe hij zich voelde. Het kostte hem te veel kracht om net te doen alsof hij zich goed voelde en dus schemerde er steeds meer van zijn gemoedstoestand door. Toch bleef hij recht zitten, al wilde hij het liefste in een hoekje kruipen om daar te creperen van het maagzuur wat hij nu in zich voelde borrelen en wat een vieze smaak in zijn mond achterliet. Hij wist dat zij nu wist dat hij honger had, omdat hij niet meteen op haar opmerking reageerde, en haar stem in zijn oren iets te vriendelijk was. Ze kon hem best chanteren met eten, maar dat liet hij niet zomaar toe. Maar ze was een vreemde, dus hoeveel kon het schelen als ze lucht kreeg van zijn problemen? Zij was nog altijd diegene met de touwen om haar polsen.. Hij twijfelde en zijn ogen gingen even naar haar broekzakken, en hij vermoedde dat ze het ding daarin had zitten. Hoewel hij op dit moment alles behalve zin had in zo’n suikerbom, wist hij dat hij het wel nodig was. Hij had geen eten gevonden en zonder eten zou hij het niet lang meer uithouden, al was het maar een beetje, dat zou ervoor kunnen zorgen dat hij zich minder duizelig zou voelen. Bij haar laatste woorden sprak ze zacht, waardoor hij haar even duidelijk wantrouwend aankeek. Hij had zijn emotieloze afweersystemen laten zakken, met tegenzin, maar hoopte dat ze hier niet al te veel gebruik van zou gaan maken. Hij keek haar even twijfelend aan en keek toen naar de touwen, waarvan hij wist dat hij ze heel strak had vastgebonden. Hij had de deur op slot, dus ze zou zo niet kunnen ontsnappen. Althans, dat hoopte hij maar. Hij nam het risico en maakte vlug de touwen van haar handen los, waarbij zijn ene handen even trilden, maar het lukte hem goed om ze snel los te krijgen. In zijn ene hand had hij al zijn mes gepakt. ‘Denk maar niet dat ik je spaar als je me ook maar iets flikt’ zei hij tegen haar, waarbij in zijn ogen een felle blik rustte. Hij keek even vluchtig naar haar handen en hoopte maar dat zijn dreigement overtuigend was overgekomen, en ze hem niet meteen zou aanvliegen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Riley was opgelucht toen hij haar naderde en de touwen losmaakte. Dat hij twijfelde, was haar zeker niet ontgaan. Ze had ook gezien dat hij zijn blik nog snel naar haar broekzak had laten glijden vooraleer hij het besluit had gemaakt om haar los te maken. Ze vermoedde dat het idee inderdaad voor even gespeeld had dat hij haar evengoed kon fouilleren om zo te krijgen wat hij wilde. Riley wist ook dat hij haar eigenlijk niet noodzakelijk los hoefde te maken en dat haar chantagemiddel niks waard was. Hij had haar wantrouwend gadegeslagen, toen ze haar laatste woorden had uitgesproken, dat de touwen echt wel pijn deden. Zijn emotieloze blik leek toch af te zwakken en ondanks dat zijn handen even trilden, maakte hij haar toch los.
    ‘Denk maar niet dat ik je spaar als je me ook maar iets flik,’ zei hij, terwijl hij in zijn ene hand z’n mes vasthield. Riley knikte timide toen hij haar fel aankeek. Het voelde vreemd nu hij zo dicht op haar stond, nu ze bij bewustzijn was. Ze slikte dan ook toen hij haar aanraakte, terwijl hij de touwen verder losknoopte en de ducktape verwijderde. Ze voelde zijn adem op haar huid en het leek eeuwen geleden dat er iemand nog zo dicht in haar buurt was geweest, op een haast welwillende manier, buiten haar broers om.
    ‘Dank je,’ sprak ze zacht toen ze daadwerkelijk bevrijd was. Ze bracht direct haar handen naar voren en liet haar blik meteen op de rode striemen rusten. Nu ze los was, leek de pijn nog meer aanwezig en ze deed haar best om deze te verbijten.
    Voorzichtig liet ze een hand naar haar broekzak glijden en bedachtzaam pakte ze de mars tevoorschijn. Ze wilde absoluut geen verkeerde beweging maken die hem alarmeerde of hem een verkeerde indruk geven.
    ‘Hier,’ zei ze, terwijl ze hem de mars aanreikte. ‘Hij is ietwat over de datum, maar het helpt tegen de honger.’ Ze slaakte een zachte zucht toen hij de reep had aangenomen. Ze liet zich vervolgens meer ontspannen tegen de bank zakken en sloeg hem met haar lichtbruine ogen gade. Ze dacht na en dit had zich geheid weerlegd in een haast minzame blik. Hij was niet onaantrekkelijk, realiseerde ze zich nu, en al bij al had ze het vele male slechter kunnen treffer. Hij was niet zo hardvochtig als dat hij zich voordeed, al was hij ook absoluut niet het type dat zich zomaar liet doen. Ze was er nog steeds niet aan uit wat ze wel en niet kon verwachten van hem en wat zijn beweegredenen waren, dat was voor haar een nog groter raadsel.
    ‘Wat ben je nu eigenlijk van plan met me?’ vroeg ze daarom inschikkelijk. Haar hoofd rustte tegen de rand van het slaapbankje, terwijl ze de zwarte veldfles pakte die aan haar riem bevestigd zat. Ze hoefde andermans water niet, aangezien dit betekende dat ze dan enkel maar afhankelijk was van hen. Ze nam een slokje van het water dat er nog inzat en bevestigde toen de fles terug aan de riem.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Hij kon zien dat het haar goed deed om weer vrije handen te hebben. Toen hij haar touwen had losgemaakt had hij even gevoeld dat haar handen warm waren, zo veel warmer dan de zijne, wat hem enigszins alarmeerde. Als hij haar lichaamswarmte kon stelen had hij het gedaan, want hij voelde opeens een temperatuurswisseling plaatsvinden in zijn lichaam. Misschien was het koorts. Hij had het niet meer zo warm als eerst maar kreeg het zelfs koud. Steeds kouder en kouder, en misschien was dit ook wel de reden geweest dat zijn handen hadden getrild. Eerst had hij het raam open gedaan en was hij vol in de wind gaan zitten omdat hij het warm had, maar misschien was dat een fout geweest. Zijn warmte leek uit zijn lichaam zijn getrokken, plots, alsof hij werkelijk helemaal geen energie meer over had om ervoor te zorgen dat zijn lichaamstemperatuur op peil bleef. Waarschijnlijk kwam het door de drugs, maar dit besefte hij zich niet. Deze hadden ervoor gezorgd dat zijn lichaam in nog mindere conditie verkeerde. Maar haar warmte, stond zo schril in contrast met zijn koude handen dat hij er toch even lichtelijk van was geschrokken. Werkelijk, het was verbazingwekkend angstaanjagend hoe snel hij zich op zo veel verschillende manieren belabberd kon voelen. Toch was hij niet zo snel bang en verzette hij iedere gedachte die over zijn gezondheid ging het liefste. Hij dwong zichzelf om zijn aandacht op haar te richten en niet op zijn gevoelens.

    Ze had hem timide toegeknikt, wat ervoor had gezorgd dat hij zijn mes niet onder haar keel had geplant maar dat hij er wat met de punt in de vloer zat te prikken. Hij bleef haar echter een tikkeltje wantrouwend aankijken en volgde haar bewegingen nauwlettend. Ondanks dat ze geen bedreigende blik in haar ogen had verwachtte hij nog elk moment een klap of iets dergelijks te krijgen, en dus was hij op zijn hoede. Ze had hem bedankt, wat hem enigszins had verbaasd omdat hij dat vreemd vond. Het lukte hem niet om zijn afweersystemen te herpakken en dus keek hij maar naar haar handen, waar rode striemen op zaten, om zijn emoties niet al te duidelijk aan haar te laten zien. Haar bewegingen waren ietwat langzaam, wat hij prettig vond, omdat hij haar zo wel kon vertrouwen en niet schrok door haar acties. Hij pakte het half opgegeten zoete ding aan, voorzichtig maar wel snel, omdat hij niet wilde dat zij zijn koude handen zou voelen. ‘Dankje..’ zei hij tegen haar, welgemeend, maar niet met een al te opgewekte stem. Haar volgende bewegingen nam hij ook in zich op en hij stelde langzamerhand voorzichtig vast dat zij hem niet zo snel iets aan zou doen als hij haar ook maar niets aan zou doen. Hoopte hij. Haar blik kon hij niet helemaal plaatsen en hoewel hij de mars al een tijdje in zijn handen had nam hij pas na een tijdje voorzichtig een hap van. Het was niet eens een hap te noemen, zo klein was het stukje dat hij er van af beet. Hij had zo lang niets gegeten dat hij een beetje vergeten was hoe hij met dit eten moest omgaan. Het was ook zo zoet, dat hij er voorzichtig mee deed. En als hij het te snel zou eten, omdat hij honger had, zou het slecht zijn. Bovendien was het eten dan ook al snel op. Hij kauwde een eeuwigheid op dat ene stukje en het duurde nog langer voordat hij het werkelijk had doorgeslikt. Hoewel hij wist dat hij moest eten, dat het een noodzaak was, en dat de duizeligheid en andere symptomen die hij vertoonde afkomstig waren van ondervoeding, kon hij het amper naar binnen werken. Het smaakte hem niet, was te zoet, proefde vreemd, en hij besefte zich dat hij helemaal geen eetlust had. Daarnaast voelde hij zich nogal ongemakkelijk, zo etend voor haar neus, en dus legde hij het ding snel aan de kant. Op haar woorden reageerde hij niet meteen. Hij moest een juist antwoord zien te verzinnen, en wilde ook niet open kaart tegen haar spelen. Eigenlijk wist hij het antwoord ook niet, behalve dat hij wilde weten van wie dat verdomde kettinkje toch was. ‘Informatie..’ zei hij daarom terwijl zijn ogen weer even heen en weer gingen in de kamer. ‘Ik wil informatie van je, omdat je een van de weinige overlevenden bent’ zei hij en toen begon hij zowaar hardop te denken. ‘Maar misschien ook niet, misschien zijn er veel meer anderen..’ zei hij iets zachter, maar nog duidelijk hoorbaar. Hij herpakte zich weer. ‘Maar je werkt niet mee, en dan zal ik je ook niet zomaar laten gaan’ zei hij tegen haar, geheel volgens de waarheid. Hij zei niets over haar vermoorden, of andere gruweldaden die hij met haar kon uitvoeren, gewoonweg omdat hij dat niet van plan was.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Chase kauwde uiterst langzaam op een pietepeuterig hapje mars en ergens kon Riley hem geen ongelijk geven. De overdreven zoete troep had een vreselijke nasmaak en het zat niet voor niets half opgegeten in haar zak. Voedsel was echter voedsel en het bestreed de ergste honger en dus had ze het altijd bij voor noodgevallen. Niet dat dit bepaald een noodgeval was geweest, maar het had ervoor gezorgd dat ze tenminste terug bewegingsvrijheid had.
    Nadat Chase de minihap had doorgeslikt, legde hij de mars aan de kant. Ze betwijfelde dat zijn honger al gestild was, maar ze zweeg erover. In plaats daarvan vroeg ze wat hij nu eigenlijk van plan was met haar. Er kwam niet in haar op wat hij ook maar aan haar kon hebben en dus begreep ze gewoonweg niet waarom hij haar überhaupt had meegenomen.
    ‘Informatie,’ antwoordde hij echter. Riley vroeg zich werkelijk af welke informatie ze hem zou kunnen verschaffen wat ook maar iets van nut kun hebben. ‘Ik wil informatie van je, omdat je een van de weinige overlevenden bent,’ vervolgde hij toen hardop. ‘Maar misschien ook niet, misschien zijn er veel meer anderen.’ Hij had het laatste zachter uitgesproken, maar het was voor haar nog duidelijk hoorbaar. Blijkbaar overpeinsde hij zijn eigen gedachten. Riley had geen idee of er zoveel anderen waren. Dat wicht van deze ochtend, was de enigste die ze in lange tijd was tegen gekomen, en die had vermeld dat er zich een groep ophield. Een nieuwe gedachte trok door haar heen. Ze koppelde het aan het laatste wat hij gesproken had, - misschien zijn er veel meer anderen. Wist hij misschien dat er zich een groep hier in de buurt ophield? Of verzweeg hij nog meer? Wie weet behoorde hij wel bij een groep en was het aan hem om haar uit te horen. Riley haalde een keer diep adem doordat haar eigen gedachten een warboel werden en ze niet wist wat te denken. Hij maakte het haar onmogelijk om hem en deze situatie juist in te schatten.
    ‘Maar je werkt niet mee, en dan zal ik je ook niet zomaar laten gaan,’ sloot hij af. Riley wendde haar blik van hem af. Ze vreesde er ergens voor dat van zodra hij dus de informatie zou hebben die hij wilde, of dat ze de informatie die hij wilde gewoonweg niet kon verschaffen, dat hij zich van haar zou ontdoen. Ze keek hem daarom opnieuw aan om zo zijn blik vast te houden.
    ‘Wie zeg me dat je me laat gaan als ik je de informatie geef die je wilt weten?’ vroeg ze achterdochtig. ‘En wie verzekerd me ervan dat je me niks aandoet als ik de informatie gewoonweg niet heb die je wilt hebben?’


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Gadver, dacht hij. Hoewel hij maar een inimini hapje van die mars had genomen had hij er nog steeds een vieze nasmaak van in zijn mond. Het kwam niet door de zoete troep alleen, maar ook doordat hij een beetje maagzuur in zijn mond proefde, wat voor een onaangename mengeling van smaak in zijn mond zorgde. Hij kon er nog wel voor zorgen dat hij haar niet met een heel vies gezicht aankeek. Met een handbeweging graaide hij naar de bidon met water, die ergens naast hem stond, en nam een paar slokken. Water, dat zou hem goed doen. Dorst had hij niet echt, want ze hadden genoeg te drinken hier. De smaak verdween even uit zijn mond maar helaas was dit maar van korte tijdelijke duur. Hij kreeg door dat zij hem ook wantrouwde en dat kon hij zich ook wel voorstellen. Hij had genoeg inlevingsvermogen om zich in te denken hoe deze hele (bizarre) situatie voor haar moest zijn. Hij vond het nog steeds verrassend dat ze geen poging deed om te ontsnappen, misschien besefte ze zich dat hij haar echt niet zomaar zou laten gaan. Ondanks dat hij haar echt niet wilde laten gaan voordat hij wist waar dat kettinkje voor stond was hij vermoeid. Hij was vermoeid doordat deze dag voor hem vrij nutteloos en energieslopend was geweest. Lolita had hij proberen uit te horen, maar dat was geen succes gebleken. Daarna voelde hij de gevolgen van te weinig eten sterk opkomen en zijn zoektocht naar eten was op niets uitgelopen. Tot slot was hij een grote fout begaan door weer heroïne te gebruiken en had hij in een impuls de vreemdelinge die hij was tegengekomen ontvoerd. En toen had hij haar bewusteloos gemaakt, maar moest hij haar nog helemaal naar zijn kamer zien te vervoeren. Dat was allemaal veel gedoe geweest en het had weinig opgeleverd. En nu wist hij niet eens meer zeker wat hij met haar wilde doen. Het liefst wilde hij eigenlijk haar wegsturen, gewoon weg, zodat hij alleen zou zijn in zijn kamer. En dan ergens in een hoekje in het donker gaan zitten, gewoon zitten, en dan als het hem zou lukken in slaap vallen. Maar hij hield sterk vast aan het idee dat dat stukje informatie wat hij uit haar zou kunnen halen van belang kon zijn.

    Hij nam nog een paar slokken van het water, verslikte zich bijna in de laatste slok, en zette toen de bidon terug. Ze had haar blik van hem afgewend, wat hem niet beviel. Hij wilde haar gezichtsuitdrukking kunnen lezen. Nog steeds vertrouwde hij haar voor geen meter. Hij vertrouwde mensen sowieso snel niet. Zij was ook behoorlijk achterdochtig viel hem op, maar dat vond hij wel logisch. Hij bleef een tijd in haar amberkleurige ogen kijken met zijn donkere bruine ogen, en wendde toen zijn blik af. ‘Niemand.’ zei hij eerlijk, erom heen draaien had geen zin. Hij haalde even kort zijn schouders op. ‘Je kunt je best blijven verzetten en mij helemaal niets nuttigs vertellen maar dat levert ons beiden niets op’ ‘Als je gewoon meewerkt is het een stuk makkelijker’. Hij keek haar nu recht aan in haar ogen en was niet van plan om weg te kijken. ‘Je zult me maar moeten vertrouwen’ zei hij tegen haar.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Riley bleef onberoerd op haar plek zitten toen hij zich verslikte in de paar slokken water die hij genomen had. Ze besefte maar al te goed dat ze weinig kon beginnen op het moment, ook al was hij afgeleid. De deur zo geheid op slot zitten, tenzij hij een echte idioot was, maar dat betwijfelde ze. Ze kon niet bepaald een kant op en een ontsnappingspoging, een onderdacht plan, zou alleen maar tegenwerken. Wilde ze hier weg geraken, moest ze met iets doordachts komen.
    Ondanks dat ze bleef zitten waar ze zat, zonder ook maar de indruk te geven dat ze zou ontsnappen, leek hij haar verre van te vertrouwen. Ze gaf hem geen ongelijk, ze vertrouwde hem evenmin. Hij bleef haar een tijd aankijken nadat ze gevraagd had wie haar er ook maar van kon verzekeren dat er haar niks zou overkomen als hij de benodigde informatie had.
    ‘Niemand,’ zei hij eerlijk. Het was duidelijk dat hij er niet omheen draaide. Iets wat ze ergens nog zou appreciëren als ze in een andere situatie had gezeten. Misschien dat ze hem werkelijk zou mogen als de omstandigheden anders waren geweest.
    Hij haalde zijn schouders op. ‘Je kunt je best blijven verzetten en mij helemaal niets nuttigs vertellen, maar dat levert ons beiden niets op,’ sprak hij vervolgens. Riley beet op de binnenkant van haar wang. Wie zei verdomme dat ze überhaupt nuttige informatie had? ‘Als je gewoon meewerkt is het een stuk makkelijker?’ Hij keek haar recht aan en hield haar blik nu gevangen met de zijne. ‘Je zult me moeten vertrouwen.’
    ‘O ja, ik moet degene vertrouwen die me ontvoert,’ verzuchtte ze. Haar woorden hadden echter een scherpe ondertoon die hem niet zou kunnen ontgaan. Ze blikte even van hem weg en verbeet haar eigen koppigheid. Ze schudde dan ook lichtjes haar hoofd en keek hem vervolgens terug aan. ‘sorry,’ zei ze toen gemeend. ‘Ik zal niet weten wat voor nuttige informatie ik je ook maar zou kunnen geven.’ Ze bracht haar handen naar haar gezicht en wreef met de toppen van haar vingers langs haar ooghoeken. ‘Denk je nu echt dat ik je tegenwerk zodat je me langer vast kan houden?’ Ze keek hem terug aan en een verbeten trek hield zich op in het heldere bruin van haar ogen. ‘Ik heb wel belangrijkere dingen te doen dan je gezelschap te houden.’ Ergens had ze een simpele beredenering gemaakt. Misschien was hij inderdaad alleen, precies zoals zij alleen was met haar broers. En precies hoe dat wicht van deze ochtend alleen was. Het kon goed zijn dat hij behoefte had aan iets van gezelschap en dat hij haar daarom mee had genomen. Het zou kunnen. Ergens leek het niet hoofdzakelijk de reden te zijn geweest, maar doordat Riley gewoon niet zijn beweegredenen kon taxeren, wist ze het gewoonweg niet.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Hij begon zich enigszins aan haar te irriteren. Ze was echt bijdehand aan het worden vond hij. Veel te gevatte opmerkingen, vond hij ook, al waren ze op hun plaats. Hij kon niets anders doen dan even grijnzen om haar opmerking over dat ze hem moest vertrouwen, terwijl hij haar had ontvoerd. Toegeven, ze had wel een punt daar. Maar dat boeide hem niet, ze moest beseffen dat ze dat beter kon doen, wilde ze snel wegkomen. Haar scherpe ondertoon was hem niet ontgaan en hij had even één wenkbrauw opgetrokken. ‘Hmm, ja, dat zul je wel moeten doen’ zei hij een beetje vaagjes tegen haar. Haar verontschuldiging vond hij op zijn plaats, maar vond hij wel verrassend. Hij keek haar aan en hield zijn hoofd even schuin.

    Weer voelde hij een misselijk makend gevoel in zijn maag maar hij negeerde het. Straks zou hij nog op haar moeten overgeven, stel je voor. Hij beet even op zijn lip, alsof dit zou helpen om zowel zijn emoties als zijn misselijkmakende gevoelens binnen te houden. De vlekken verschenen ook even weer voor zijn ogen, maar verdwenen gelukkig al snel weer toen hij met zijn ogen knipperde. ‘Daar kan ik je wel mee helpen’ zei hij tegen haar, doelend op haar woorden van dat ze geen nuttige informatie bezat. Hij kon geen andere manier verzinnen om het doel wat hij wilde bereiken dan de manier die hij nu in zijn hoofd was. Het was heel simpel. Hij moest het haar gewoon vragen, een beetje dwingend misschien. Op haar opmerking dat ze belangrijkere dingen had te doen dan hem gezelschap te houden wist hij niet meteen een bijdehand antwoord. Hij had niet verwacht dat ze ooit zou denken dat ze hier voor de gezelligheid zat. De sfeer was nou niet bepaald gezellig te noemen tussen hen, het was eerder een vage sfeer. Hij wist niet precies wat het inhield. ‘Oh ja?’ zei hij tegen haar ‘Zoals? Gezellig bij je vriendinnen op de thee gaan?’ hij kon het niet laten om deze sarcastisch woorden over zijn lippen te laten rollen. Wat moest een mens nou in deze puinhoop voor ‘belangrijke’ dingen doen, vroeg hij zich af. Werk was er niet echt, voor zover hij wist. Hij was er zat van om tegen haar aan te praten zonder dichter bij zijn doel te komen. Hij pakte dan ook zijn mes en plantte deze vlug onder haar keel, zodat ze hem niet kon ontwijken. Hij zette er behoorlijk wat druk op, al trilde zijn hand wel, hij had het mes vrij stevig onder haar keel. ‘Vertel me waar precies je dat plectrum vandaan hebt, van wie en waarom je het nog bij je hebt’ zei hij, vrijwel emotieloos maar toch wat dwingend.


    Aan niets denken is ook denken.

    Eris Riley - Loner

    Chase trok een wenkbrauw op toen ze hem de opmerking toegeworpen had. ‘Hmm, ja, dat zal je wel moeten doen,’ zei hij vaagjes. Riley berispte zichzelf om het feit dat ze bitser was uitgevallen tegen hem dan dat ze aanvankelijk had bedoeld en bood hem daarom haar excuus aan. Ze wist gewoon niet wat ze met deze gast of deze hele situatie aan moest. Ze zag hoe hij op zijn onderlip beet en snel met zijn ogen knipperde. Blijkbaar mankeerde er nog steeds iets aan zijn gezondheid, iets wat ze zeker in haar achterhoofd hield om toe te voegen aan haar ontsnappingsplan.
    ‘Daar kan ik je wel mee helpen,’ zei hij uiteindelijk tegen haar, doelend op het feit dat ze niet bepaald in het bezit was van nuttige informatie. Ze verzuchtte dat ze wel iets beters te doen had dan hem gezelschap te houden.
    Natuurlijk bleef een sarcastische opmerking niet uit, ondanks dat deze toch iets langer op zich liet wachten dan ze aanvankelijk had verwacht. ‘Oh ja?’ had hij namelijk gezegd. ‘Zoals? Gezellig bij je vriendinnen op de thee gaan?’
    ‘Thee is nog best lekker,’ grapte Riley omdat ze het gewoon humor vond. Het was meer de manier waarop hij het gesproken had dat ze amusant vond. ‘Maar m’n vriendinnen wachten niet bepaald op me. M’n broers daarentegen wel.’ Ze vernauwde haar ogen iets aangezien ze zag dat hij iets van plan was. Iets in zijn blik verraadde dat hij dit hele gedoe meer dan zat was. Tot haar ongenoegen had hij dan ook haastig zijn mes gepakt en wist deze vliegensvlug onder haar keel tegen haar huid te drukken. Ze slikte, ondanks dat ze haar blik steevast op hem gericht hield en niet van plan was om van hem weg te kijken.
    ‘O ja, heel dapper,’ merkte ze schamper op. ‘Durf je wel tegen een meisje.’ Hij zette behoorlijk wat druk op het mes en ze voelde hoe hij ieder moment het mes diep in haar huid zou drukken.
    ‘Vertel me precies waar je dat plectrum vandaan hebt, van wie en waarom je het nog bij je hebt.’ Hij had vrijwel emotieloos, maar dwingend gesproken.
    ‘Gast, je had het ook gewoon kunnen vragen,’ beet ze nu. ‘Daarbij, wat gaat het jou verder aan? Ik kan me niet herinneren dat het van jou is, dus ik hoef je er geen donder over te vertellen.’ Ze slaakte een moedeloze zucht voor zover dat ging met het mes onder haar keel gedrukt. ‘Het is van een vriend geweest, nu blij?’


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Chase Armedi ~ [leider groep A]

    Hij had wel verwacht dat ze op zijn opmerking zou reageren, maar dat ze het ook echt deed.. Ze was echt een apart meisje bedacht hij zich. Hij zag haar helemaal niet voor zich als een meisjesachtig meisje, maar dat had hij alleen al uit haar uiterlijk geconcludeerd. Ze was niet iemand die snel op haar teentjes was getrapt maar reageerde juist op zijn opmerkingen, wat hij wel lef vond hebben maar in deze situatie was het niet handig. Hij hoefde niet iemand te hebben om gezellig mee te kletsen en vond het juist vervelend dat ze hem niet bepaald serieus nam . Waarom hij haar opmerkingen nog over zich heen liet gaan wist hij niet precies. Hij had liever dat ze sprak dan dat ze zweeg. Iets aan haar integreerde hem ook stiekem, hij vond haar een beetje een merkwaardig personage, doordat ze weinig angst vertoonde maar op sommige momenten kon hij toch zien dat ze lichtelijk bang was. Toch bleef ze ook risico’s nemen, maar niet zulke grote dat hij haar uit het raam zou gooien of iets dergelijks. Ze hield hem zo in de maling dat hij niet op haar opmerkingen reageerde, hij er niet bepaald meteen goede reacties op haar woorden kon geven en toch sprak ze net niet zo veel dat ze hem nog mateloos irriteerde. Hij gunde haar geen glimlach maar bleef haar ietwat emotieloos aankijken. Hij had niet door dat hij ondertussen lichtelijk aan het rillen was van de kou die hem in zijn greep had terwijl hij naar haar luisterde. Ze had dus broers, dat noteerde hij onder het kopje Riley in zijn gedachten. Zijn actie was haar niet helemaal ontgaan maar het was hem toch gelukt om zijn mes tegen haar keel te klemmen. Haar gezichtsuitdrukking beviel hem niet. Waarom was ze niet bang? En die opmerking dan ook nog,. Door die twee dingen was hij een beetje uit het veld geslagen, maar dat liet hij niet merken.

    Hij vernauwde zijn ogen even, al was het meer in een poging alles weer scherp te zien, en keek haar aan. Gast, zo noemde hij haar ook nog eens, niet dat hij wilde dat ze hem bij zijn voornaam aan zou spreken. ‘Dan had je vast wel antwoord gegeven’ sneerde hij haar sarcastisch toe. Hoewel hij het niet van plan was reageerde hij toch op haar woorden. ‘Ik stel hier de vragen en jij niet, dus het gaat mij wel wat aan’ was zijn logica, die hij met haar deelde. Hij was niet bepaald tevreden met haar antwoord. Hij meende wel dat ze de waarheid sprak, maar waarom zou zij dat kettinkje hebben? Hij was lichtelijk verward, doordat hij niet echt wist hoe hij veder moest vragen en wat hij überhaupt ging doen met de informatie die ze hem gaf. Straks was het iets wat hij niet wilde horen, was hij dood. Die gedachte zette hij snel uit zijn hoofd. Het mes drukte hij nog steviger tegen haar keel aan, zodat het voor haar lastig was om adem te halen. Als ze nu één verkeerde beweging zou maken, zou zijn mes in haar huid snijden. Hij keek haar aan met een furieuze blik , waarin ook een klein sprankje wanhoop was te lezen. ‘Waarom heb je het bij je?’ vroeg hij op dezelfde dwingende toon aan haar. Hij begon lichtelijk aan zich te twijfelen en zijn ogen gingen naar het kettinkje waardoor hij weer even bij zijn eigen gedachten was en ietwat afgeleid was. Er stond toch echt duidelijk L.C. in gegraveerd. Hij kon zich toch niet zo vergissen. Hij ging even zo op in zijn gedachten dat hij ze per ongeluk hardop uitsprak. ‘Luc Castellan..’ mompelde hij, zacht, maar voor haar nog hoorbaar doordat hij zo dicht bij haar zit. Hij had niet meteen door wat voor fout hij was begaan, maar keek snel van haar weg naar het raam toen hij zich besefte wat hij zojuist had gedaan. Nog steeds had hij zijn mes aan haar keel en hij hoopte dat zijn gemompel aan haar voorbij was gegaan.


    Aan niets denken is ook denken.

    Richard Hirsch
    Opluchting gaat door me heen wanneer het meisje het monstertje neerknuppelt en ik ontspan me terug. Morgen gaan alle spieren in mijn lichaam stijf zijn en pijn doen, dat weet ik nu al. Achteloos gooi ik de tak/baseballbat weg in de struiken, die heb ik nu toch niet meer nodig, en kijk ik nieuwsgierig naar het meisje. Ze staat over een van onze aanvallers gebogen, grijnzend. ‘En wie lacht er nu nog?’ zegt ze tegen het morsdode ding. Na haar felrode lippen –wie denkt er hier nu aan lippenstift?-, vallen haar ogen me het eerst op. Ze zijn groen, een oogkleur die ik niet gewend ben, en weinig hartelijk. ‘En wie ben jij?’ vraagt ze me bits, het wantrouwen zo duidelijk te horen in haar stem dat ik even een verbouwereerd lachje uit.
    Maar ondertussen draaien mijn hersens op volle toeren. Hoe kwam het dat niemand haar kwam helpen? En waarom is ze zo wantrouwig? Is er hier iets ernstigs gaande tussen de proefpersonen? Is het dan wel veilig mijn eigen naam te zeggen? Donovan Nickolas, stond er op één van de kisten.. Laat ik die naam maar gebruiken. Dit alles gaat door mijn hoofd in de tijd die nodig is om een lachje uit te stoten en iemand aan te kijken. Ze heeft blosjes op haar wangen door het lopen, maar daaronder ziet ze opvallend bleek. Of lijkt dat nu gewoon zo door haar donkere haar?
    ‘Mijn naam is Donovan,’ zeg ik, nog steeds lichtjes hijgend. ‘Maar noem me maar Don. En wie ben jij?’ Nu ben ik eens benieuwd.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    16+

    Roxanne Veronica Barlow, Lolita

    Eventjes kreunde hij doordat ik mijn nagels iets in zijn huid had geboord. Het was gewoonweg iets dat ik automatisch deed, zeker nu ik een hele lange tijd – net zoals hem – al droogstond. Jezus zeg, wat een vreselijke benaming eigenlijk, maar goed. Als ze maar snappen wat ik ermee bedoel, kan ik ermee leven. Mijn aandacht vestig ik weer op mijn heftige, ongecontroleerde ademhaling, welke ik met alle macht weer normaal probeer te krijgen. Het lukt echter niet, dus stop ik hiermee. Ik wil het niet eens meer controleren, Donovan kon het goed, ik had al te lang niets gehad, dus waarom zou ik nog “emotieloos” proberen te zijn? Het werkte toch voor geen ene flikker: Donovan wist het allang. Verdomme.
    Er was ondertussen al een kriebelend gevoel in mijn onderbuik opkomen zetten, maar ik probeerde het nog steeds zo lang mogelijk te negeren. Het verbaasde me dat, op het tempo dat hij nu ging, ik mijn wond maar nauwelijks pijn voelde doen. Na mijn kus grijnsde hij terug, meer niet. Hij haalde echter zijn lid uit mij en keek me plagerig aan, waardoor ik hem aankeek van “The hell doe je nou?” maar voordat ik het ook maar uit kon spreken, liet hij me eventjes zo liggen om me vervolgens voorzichtig op mijn buik te leggen. Ik liet het maar over me heen komen, als ik het gevoel maar weer zou krijgen. Raar hoe het eigenlijk gegaan is… Roxanne, vergeet vooral niet hem hierna te vermoorden!
    Donovan sloeg zijn ene been over mij heen en ging zowel half op mijn billen als op mijn benen zitten, zodat mijn rug en dus mijn zij niet te erg belast zou worden. Ik grinnikte hees door het feit dat hij er ook daadwerkelijk aan dacht. Ergens was het lief, ergens, maar ik liet mezelf niet om praten door dit en ik ging ook niet anders naar hem kijken. Dit was een eenmalig pleziertje en verder niets! Er kwam precies op het moment dat ik dat dacht een luide kreun tussen mijn lippen vandaan, omdat Donovan met redelijk wat kracht weer naar binnen ging. Hierdoor ontsnapte ook een heftige kreun aan zijn lippen. “Nu het echte werk,” zei hij zachtjes en gehaast doordat zijn ademhaling dit ook was.
    Door het feit dat hij nu diep en hard in mij stootte, kwamen er meerdere ongecontroleerde, maar zachte, kreuntjes over mijn lippen heen, welke ik graag zou willen smoren. Ik wilde nog altijd niet dat hij dit zou horen, dat was een teken dat ik een goede tijd had, maar ik wist dat hij het toch allang wist, dus zo erg vond ik het niet. Zijn armen had hij om mij heen geslagen, terwijl het kriebelende gevoel weer doorging. Weg, weg, weg! Sprak ik het zowat toe, het werkte niet. Het zou er bijna opzitten. Dit ging echter naar de achtergrond toen mijn wond wel weer pijn begon te doen en er meer pijnlijke kreunen mijn lippen verlieten, in plaats van genot. Toch wilde ik deze wel inhouden, dus probeerde ik met alles wat ik nog had. Ik begon te knarsetanden en drukte mijn gezicht in het matras van Donovan, zodat hij er misschien geen weet van zou hebben. Hij moest gewoon doorgaan.

    [ bericht aangepast op 27 okt 2012 - 0:48 ]