• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)
    Capitivity - Helena Vylore - 20

    Sid - Natambu Mmba - 25
    MoonyLove - William Davis - 18
    C18 - Ace Franklin Johnson -24

    GoogleIt - Ticimo Carabét - 26

    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Vluuv - Bee - 19
    Fae - Mallory Farrah Pierce - 19

    Maitresse - Andrew Kelvin Ronalds - 23

    De Aveloniërs:
    Stamhoofd: Zoeken we nog! (eigenlijk weer --'')
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    MoonyLove - Katy Griffin - 14
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19

    SomeMusic - Zoltan Donovan Osweld - 27[/q]
    Maitresse - Nawizi Ceta - 17
    MustacheMe - Phani Cinta Carabét - 11

    'Regels'
    Ik wil niet echt regels opgeven, maar heb liever wel dat jullie je hieraan houden of het onthouden.

    - Doe alsjeblieft je best om een redelijk stukje neer te zetten, dus niet 1 regel en dan denken ‘klaar’. Mocht je geen inspiratie hebben voor langer stuk, meld het dan gewoon. En nee, je hoeft niet 800 woorden te schrijven, zelf niet als anderen dat wel doen, maar 5 regels moeten je vast wel lukken.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Zeg het dan, dan brengen we je personage even om het leven :P
    - De meesten vinden het niet prettig als je beslist wat hun personages doen, dus vraag het voor de zekerheid of ze het erg vinden of niet.
    - Je hoeft echt niet elke dag meteen te reageren op elke post, maar wacht alsjeblieft niet een week met posten. Ga je weg? Meld het dan en stuur je personage even op pad, laat hem/haar bijvoorbeeld verdwalen in de rimboe.
    - Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn en als je een ‘speciaal’ personage wilt, vraag het dan even, ik sta open voor interessante personages die het verhaal leuker maken.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    - Er zijn een hoop personages nodig, maak er gerust meer en je kan ook voor niet bestaande personages schrijven natuurlijk! En kijk ook een beetje welke 'groep' nog weinig personages heeft en dergelijke!

    Nogmaals; Niet echt regels, maar meer dingen om jullie aan te herinneren [;

    [ bericht aangepast op 1 feb 2012 - 19:01 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    O mijn god ja, allemaal in dat bootje! Zitten ze daar allemaal met zo'n grafhoofd :'D Prachtig, dat moeten we doen.

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Als Leopold zonder me een uitbrander te geven slechts murmelt dat het wel goed zit kijk ik verbaasd op van de grond. Hij ziet er nogal afgemat uit, zoals hij daar zijn sigaartje zit te roken, en ik vraag me af of er wat gebeurd is. Het lijkt me echter verstandiger om te zwijgen aangezien Leopold niet in een opperbest humeur lijkt te zijn en nadat ik nog een enkele tel heb getwijfeld wat te doen besluit ik mijn neus te volgen naar het eten. "Nogmaals sorry dan maar." Ik glimlach even naar Leopold maar een dodelijke blik van zijn kant zorgt er voor dat ik me snel uit de voeten maak. Ik loop richting de hutjes en zie Aiyana lopen. Vlug loop ik op haar af. "Aiyana, is er ergens een gezamenlijke eetplaats?"

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Nadat ik heb ontbeten en schone kleren heb aangetrokken loop ik naar de wapenkast in mijn hut. Ik open de deuren en pak de gegraveerde rapier die ik eerder heb gevonden. Jane. Een belachelijke naam voor zo'n wapen, maar het wordt er niet minder mooi van. Met een tevreden glimlach sluit ik de kast, steek het wapen in zijn huls bij mijn wapenriem en stap het dek op. De sloep komt net terug van de eerste lading en is bijna bij het schip. Tristan en Abby staan al te wachten, en ook Asilah staat vlak achter me. Ik tuur in de verte, naar het eiland. Het ziet er onbewoond uit, precies waar ik op had gehoopt. Maar ik kan me vergissen, dus probeer ik me nog niet al te veel te verheugen op een goede afloop. Het zal zeker niet makkelijk zijn bij die schat te komen, maar het zal het waard zijn. Dat weet ik zeker. Als de sloep eenmaal bij de boot is aangekomen en ik naar de reling toe stap zie ik dat er behalve Tristan, Abby en Asilah niemand op het dek staat. Ik vernauw mijn ogen even en tuur rond. Blijkbaar zijn de meesten al met de eerste lading meegegaan. Ik twijfel even of ik Asilah zal zeggen op het schip te blijven, om een oogje in het zeil te houden. Maar terwijl ik help de sloep omhoog te hijsen zodat we in kunnen stappen besluit ik dat ze mee moet gaan. Ze is een goede vechter, en ik kan straks op het eiland wel iemand gebruiken die ik kan vertrouwen, zeker als iedereen er achter komt waar we naar op zoek zijn.

    Tristan - Piraat, Medusa.
    Ik help Oliver niet bij het omhoog hijsen van de sloep, dat zou mijn rug niet aankunnen. Terwijl ik sta te wachten tot het ding hoog genoeg hangt om in te stappen, valt mijn blik op iets wat hij aan zijn zijde draagt. Mijn Jane. Stelen van je eigen bemanning, hoe laag kan je vallen? Woedend knijp ik mijn ogen tot spleetjes. Klootzak. De sloep is intussen hoog genoeg gehesen en ik houd Abby's hand vast wanneer ze instapt, heel erg mijn best doend die niet fijn te knijpen. Als hij me gisteren niet verrot had laten slaan, dan had ik hem nu ter plekke uitgedaagd voor een duel. Wat voor een goede schermer hij ook mag zijn, ik ben beter, zonder twijfel. Hij zou er niets aan hebben Jane in zijn poten te hebben: ze is een pracht van een wapen, maar ze dient maar één meester. Oh, ik háát het zo machteloos te zijn, ik háát het.

    Suckt, sorry.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Don't worry. Els, ik schuif mijn beurt even door aan jou (x
    Als jij nou schrijft dat ze aan land gaan en hem even laat commanderen, kom ik niet aanzetten met zielig postje van 5 regels.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Naaaaaaah, laat hem instappen, dan kan ik Tristan nog wat laten mokken in de boot/ ruzie stoken (:


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Sid schreef:
    Naaaaaaah, laat hem instappen, dan kan ik Tristan nog wat laten mokken in de boot/ ruzie stoken (:

    Sowieso, dat stuk in de boot moet echt heel lang en awkward worden :'D
    Ik weet alleen niet of het me nog lukt om vanavond nog te schrijven, want ik ben echt kapot moe :')

    Vluuv schreef:
    (...)
    Sowieso, dat stuk in de boot moet echt heel lang en awkward worden :'D
    Ik weet alleen niet of het me nog lukt om vanavond nog te schrijven, want ik ben echt kapot moe :')

    Je ziet maar (:


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Dan schrijf ik even korte post -gayhandje- Heb verder weinig te doen :'D

    Abigail Rosaline Valence.
    Haar blik gleed van Tristan naar de sloep die gehesen werd door, wacht, de kapitein? Nee toch, het zou toch niet.. Gauw keek ze het schip over, iedereen was al verdwenen behalve zij. Nee hè, moesten ze echt bij hem in de sloep? Ze bleef nog liever achter dan dat ze met die klootzak in één bootje te zitten, helaas was dat geen optie. Ze had simpelweg geen keus, ze wisselde een blik met Tristan en liep toen richting de sloep. Tristan hield haar hand vast bij het instappen, die kleine dingen waardeerde ze. Hij was attent en accepteerde haar zoals ze was, in tegenstelling tot haar ouders. Bij het instappen merkte ze dat Tristan nogal geïrriteerd leek, ze voglde zijn blik en ze zag al gauw waarom. Ze herkende het zwaard meteen, ze had het vaak genoeg gezien om te weten dat het van Tristan was. Helaas kon ze het niet voor hem terugkrijgen, hoe graag ze het ook zou willen, het was een onbegonnen taak en tevens veels te gevaarlijk. Ze gaf een zacht kneepje in Tristans hand en ging toen zitten, ze vestigde haar blik op het eiland. Als ze alleen al naar de kapitein keek voelde ze de woede van binnen borrelen, de afschuw die ze voor hem had en de haat die ze voor hem koesterde.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Als Leopold zonder me een uitbrander te geven slechts murmelt dat het wel goed zit kijk ik verbaasd op van de grond. Hij ziet er nogal afgemat uit, zoals hij daar zijn sigaartje zit te roken, en ik vraag me af of er wat gebeurd is. Het lijkt me echter verstandiger om te zwijgen aangezien Leopold niet in een opperbest humeur lijkt te zijn en nadat ik nog een enkele tel heb getwijfeld wat te doen besluit ik mijn neus te volgen naar het eten. "Nogmaals sorry dan maar." Ik glimlach even naar Leopold maar een dodelijke blik van zijn kant zorgt er voor dat ik me snel uit de voeten maak. Ik loop richting de hutjes en zie Aiyana lopen. Vlug loop ik op haar af. "Aiyana, is er ergens een gezamenlijke eetplaats?"

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Als de sloep eenmaal is opgehesen stappen ik, Asilah, Abby en Tristan in. Ik zie die laatste even een geïrriteerde blik op mijn wapen werpen, die ik niet helemaal kan plaatsen. Jaloezie? Woede? De gedachte boeit me niet lang, want zodra de sloep wordt neergelaten kijk ik weer naar het weelderige eiland. Voor het eerst sinds lange tijd voel ik iets van vreugde als we op het klotsende water richting het eiland beginnen te varen. Ik trek kort en onbedoeld mijn mondhoek omhoog. Niemand in de sloep heeft nog iets gezegd, en de stilte doet me goed. Het rumoer van een piratenschip kan fijn zijn als je afgeleid wilt worden, maar ik heb al vaker ervaren dat het slechte gevolgen op mijn humeur heeft als ik me te lang onder de lallende piraten bevind. Met mijn gezicht weer nors kijk ik naar het donkere water dat de boot en het eiland verder op omgeeft. Vroeger was ik er bang voor, weet ik nog wel. Bang om er in te vallen en nooit meer terug te komen. Nu heb ik zoveel mensen naar de diepten van de oceaan gestuurd dat ik niet zozeer meer bang ben voor het water als wel voor de vergeten zielen die daar beneden ronddwalen. Al twijfel ik er sterk aan of het angst is wat ik voel. Eerder een soort tegenzin om me bij al die doden te voegen.

    Oke. Aangezien ik niet echt veel geduld meer heb om te zitten wachten op het stamhoofd, post ik zelf nu wel door met Sygmund :'].

    Sygmund - Kapitein Poseidon.

    Door een warme zonnestraal op mijn oogleden word ik wakker. Langzaam hijs ik mezelf overeind en zoek in de hut naar mijn sigaren. Ik vind er nog een paar en concludeer dat ik gauw maar weer richting de Mermaid mag gaan om nieuwe sigaren in te slaan voor op het eiland. Ik haal een kam door mijn haren, trek mijn blouse recht en wandel met mijn inmiddels aangestoken sigaar het dorpsplein op. Het leven is al in volle gang. Her en der worden nog steeds nieuwsgierige blikken naar me geworpen, maar de meesten zijn inmiddels wel gewend aan ons gezelschap. Ik besluit een flinke ronde door de bergen te doen, om mijn geest tot rust te laten komen en tegelijkertijd de zintuigen te prikkelen. Ik groet een jongen die langs me heen het dorp in schiet en verlaat het terrein.
    In het oerwoud vind ik de rust weer. De sigaar is al lang en breed op, maar op de één of andere manier deert het me niet. In een kraakheldere beek was ik mijn gezicht en vind verkoeling. Ik ben nu inmiddels een uur aan het wandelen en denk terug aan gisteravond. Het eten was heerlijk en ik heb zelfs kans gezien de bemanning toe te spreken zich vooral niet onpasselijk te gaan gedragen. Bepaalde zaken bewaren ze maar voor Tortuga. Ik wandel weer verder, besluit weer terug te gaan. Even hou ik halt om van het immense uitzicht te zien, van de berg tot aan de stranden en de baai. En een fraai piratenschip. Wacht, piratenschip? Mijn ogen verwijden zich en nemen het schip in zich op. De zeilen en de versiersels verraden mijn ergste nachtmerrie.
    'Wel verdomd,' fluister ik ongelovig, om meteen mijn hand voor de mond te slaan. 'Sygmund, niet vloeken,' zeg ik tegen mezelf, om de stem van mijn moeder voor te zijn. Ik zet het op een sprintje en vlieg het bospad weer terug naar het dorp. Mijn ijzeren conditie houdt me op de been. Na een tijd die voor mij een eeuwigheid duurt, ben ik eindelijk het dorp binnen en snel gauw richting de hutten van de bemanning. Zonder waarschuwing gooi ik de deuren open.
    'Wakker worden, we hebben gezelschap. Aan de andere kant van het eiland en ik kan wel raden waarom ze hier zijn.' Een piraat kijkt me met een slaperig oog aan. 'Oliver Dalton,' zeg ik ter verheldering. Mijn ogen kruisen die van Bee. Naast haar ligt haar zelf gemaakte boog.
    'Weet je hoe je dat ding moet hanteren? We gaan het namelijk nog hard nodig hebben.'


    No growth of the heart is ever a waste

    nuah astrid, dat wou ik vandaaag ook doen (x haha


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ik reageer waarschijnlijk vanavond, maar áls iemand reageert. Asilah is stil om zich heen aan het kijken.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ik haak gewoon verder in op het idee van een nieuwe dag. ^^
    + Heb oplossing voor het msisen van ene stamhoofd voor een poos, aangezien moonylove ineens niet meer online is enzo xo

    Aiyana Kateri Chestio
    Gisteravond had de bemanning van Sygmund weer meegegeten en Aiyana had gemerkt dat de Aveloniërs al wat meer aan hun aanwezigheid gewend raakten en dat ze hun ook begonnen te accepteren, op een aantal oudere Avaloniërs na. De oudere bewoners hadden vaak moeite met nieuwe situaties en zo ook met de gasten. Zelf wist ze ook nog niet zo goed wat ze ervan moest vinden. Toen Sygmund haar gisteren haast aangevallen had, was hij daarna wel erg attent en beleefd geweest. Bee mocht ze ook wel, de jongevrouw wie ze had geholpen met het maken van haar pijl en boog, maar de rest van zijn mannen bleek in haar ogen nog steeds respectloos te zijn. Aiyana liep naar buiten en meteen kwam er iemand op haar afgelopen. Het was Atsila, haar naam betekende vuur en dat paste perfect bij haar temperamentvolle karakter vond ze altijd. "Is het waar van je broer? Dat hij ziek is bedoel ik," vroeg ze en Aiyana knikte, niet verbaasd over het feit dat het nieuws zich zo snel verspreid had. "Hij is behoorlijk ziek ja, tot hij er weer bovenop komt zal ik de leiding hebben. Maar maak je geen zorgen, hij zal zich binnen een week vast weer goed voelen," verzekerde ze haar. De jongevrouw leek tevreden met het antwoord, groette haar nog kort en liep toen terug naar de rest. Ze hoopte dat er niet al te veel onrust zou ontstaan door dit nieuws, maar ze hoopte al helemaal dat haar broer er inderdaad bovenop zou komen. Hij was niet het type dat snel ziek werd, hij was gezond, jong en sterk.. Een bezorgde zucht verliet haar mond en net toen ze van plan was een plek op te zoeken voor zichzelf zag ze Sygmund zich haasten naar de hut waar zijn mannen verbleven. De enkele vrouwen die bij hem hoorden sliepen in een aparte hut, aangezien het ongehoord was als man en vrouw in één hut te slapen voor het huwelijk. Nieuwsgierig waar de ophef over ging liep ze naar Sygmund toe. "Problemen?" vroeg ze en keek hem kort onderzoekend aan. Nu zij de leiding had hoopte ze op niet al te veel problemen, het voelde goed ene beetje macht te hebben, maar ze moest toegeven dat ze er nog niet klaar voor zou zijn de volledige leiding te krijgen. Al die verantwoordelijkheid zou ze nog niet aankunnen en ze had dan ook respect voor haar broer.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ah, da's een goede reden ^-^
    In Sam's post staat trouwens dat Bee wel in die hut ligt, en in die van Simone staat dat dat ongehoord was of iets dergelijks, maar ik zeg maar gewoon dat Bee argeloos genoeg is om toch in de mannenhut te slapen :p Dan kan Aiyana daar nog over ragen, mocht je daar zin in hebben.

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Als ik wakker word doet mijn rug pijn en heb ik een vieze smaak in mijn mond. Ik rochel en spuug op de grond, die uit niet veel meer bestaat dan aangestampte aarde. Vermoeid wrijf ik in mijn ogen en kijk de hut rond. De mannen liggen te snurken en te woelen als varkens. Ze maken me blij, zoals ze daar in al hun goorheid liggen te maffen, zich onbewust van de rest van de wereld. Ik glimlach en ga weer liggen, maar hoor dan plots gehaaste voetstappen buiten de hut. Het vliegengordijn voor de hut wordt weggeschoven en het licht van de zon valt naar binnen. Verstoord kijk ik op, en zie dan dat het de kapitein is. "Wakker worden, we hebben gezelschap. Aan de andere kant van het eiland en ik kan wel raden waarom ze hier zijn." Ik hoor de mannen vragend mompelen en ook zelf kijk ik fronsend naar de kapitein. "Oliver Dalton." zegt hij dan, en meteen verstomd het mompelen. Ik heb hem zelf nog nooit gezien, maar heb genoeg verhalen gehoord. Er is veel voor nodig om er voor te zorgen dat Sygmund je haat, maar die man heeft het voor elkaar gekregen. Ik sla mijn dunne deken van me af en ga rechtop zitten. "Weet je hoe je dat ding moet hanteren? We gaan het namelijk nog hard nodig hebben." Ik werp een blik op mijn boog in wording en schud spijtig mijn hoofd. "Hij is nog niet eens af, Kap'tein, laat staan dat ik hem kan gebruiken." Met een geeuw kom ik overeind, nog steeds in dezelfde kleren als gisteren. Iets anders dan deze broek en dit overhemd heb ik immers niet. "Wat doen we nu, Kapitein? Aanvallen of afwachten?" hoor ik een piraat roepen en benieuwd kijk ik naar Sygmund. Ik vraag me af of hij überhaupt wel rekening heeft gehouden met de mogelijke komst van Dalton.

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Als de sloep eenmaal is opgehesen stappen ik, Asilah, Abby en Tristan in. Ik zie die laatste even een geïrriteerde blik op mijn wapen werpen, die ik niet helemaal kan plaatsen. Jaloezie? Woede? De gedachte boeit me niet lang, want zodra de sloep wordt neergelaten kijk ik weer naar het weelderige eiland. Voor het eerst sinds lange tijd voel ik iets van vreugde als we op het klotsende water richting het eiland beginnen te varen. Ik trek kort en onbedoeld mijn mondhoek omhoog. Niemand in de sloep heeft nog iets gezegd, en de stilte doet me goed. Het rumoer van een piratenschip kan fijn zijn als je afgeleid wilt worden, maar ik heb al vaker ervaren dat het slechte gevolgen op mijn humeur heeft als ik me te lang onder de lallende piraten bevind. Met mijn gezicht weer nors kijk ik naar het donkere water dat de boot en het eiland verder op omgeeft. Vroeger was ik er bang voor, weet ik nog wel. Bang om er in te vallen en nooit meer terug te komen. Nu heb ik zoveel mensen naar de diepten van de oceaan gestuurd dat ik niet zozeer meer bang ben voor het water als wel voor de vergeten zielen die daar beneden ronddwalen. Al twijfel ik er sterk aan of het angst is wat ik voel. Eerder een soort tegenzin om me bij al die doden te voegen.

    [ bericht aangepast op 21 dec 2011 - 19:08 ]

    -Genesis
    Het is schemerig en muf in het ruim. De koelte en frisse lucht van het dek eist nu zijn tol. Benauwd en vies is het hier beneden.
    Met een flauwe glimlach bekijkt ze de manschappen die nu al onder zeil liggen.
    Ze schud glimlachend haar hoofd en pakt emmers gebruikt water, om die vervolgens mee de trappen op te slepen.
    Even op adem komend leunt ze half Wwat op de reling, de slaaatste sloep nakijkend.
    Haar ogen schieten even naaar de lucht.
    'Laat Ace alstublieft heel terugkomen.' Prevelt ze in een schiedgebedje, waarna ze het bieze water emmer voor emmer in de kolkende zee onder haar dumpt, en dan haar jurk enigszins schoonmaatkt.
    Even op het dek staan om uit te waaien, kan geen kwaad.
    Dan vallen haar ogen op een fles rum.
    Bedenkelijk glijden haar ogen naar de inhoud.
    Properen kan geen kwaad.. En iedere man hier lijkt het geweldig te vinden.
    Met een twijfelend gebaar neemt ze een klein slokje, om vervolgens de fles ver uit haaar uit haar buurt te gooien, en proestend over de reling te hangen.
    'Ooh gedver. Dat smaakt naar kattenpis.' Mompelde ze bitter.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ja lol, ik probeer indiaans te denken.. :'D Dus dat leek me heel logisch, ghaha (x


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.