• Het gaat over piraten ja, maar zelfs als je er bijna niks van weet kan je gewoon meedoen. Probeer het gewoon eens, ikzelf weet ook niks over die periodes, enkel dingen die ik toevallig heb gezien in POTC. (; En niemand zal je kwaad aankijken als je een klein foutje maakt door je personage bijv. een mobiel te laten pakken.
    Inspringen kan/mag altijd! We verzinnen er wel wat, geven je korte samenvatting en helpen je natuurlijk ook met in de RPG komen (;


    Lang geleden was er een kapitein, zo barbaars en zo harteloos, dat zelfs de stoerste mannen hem uit de weg gingen. Kapitein Olivier Dalton, hij had zijn eigen schip, de Medusa, en zijn eigen bemanning die hij als grof vuil behandelde, maar ze bleven, bang voor wat er zou gebeuren als ze vertrokken. Ze kregen bijna niks en als ze niet luisterden konden ze beter maken dat ze wegkwamen, want Olivier stond bekend om zijn gruwelijke straffen. Zweepslagen, kielhalen, laten vechten om leven en dood tegen een ander bemanningslid voor zijn vermaak, ze voor schut zetten door ze op te dragen vrouwenkleren aan te trekken en dergelijke. Cameron Sand, kapitein van de Posideon's Mermaid kon hem niet uitstaan, was ziedend van jaloezie en ze werden rivalen. Nooit gingen ze elkaar uit de weg, gingen juist altijd de strijd met elkaar aan, toch won er nooit iemand. Op een dag veranderde alles, Olivier zag wat hij aanrichtte met zijn harteloosheid. Huilende vrouwen die hun kleine kinderen probeerde te sussen, de stoerste mannen die hem smeekte om genade. Van de een op de andere dag zag hij het in, het achtervolgde hem in zijn slaap, maar hij dacht dat het wel weg zou gaan, het schuldgevoel. Het nare gevoel bleef, de nachtmerries gingen niet weg dus nam hij een noodzakelijk besluit. Hij stuurde zijn bemanning weg, vastberaden een nieuwe start te maken, hij liet zijn aartsrivaal achter. Er was één ding dat hij niet achter liet, hetgeen wat wel tegen zijn barbaarsheid kon en hem niet zou laten vallen, zijn schip de Medusa. Hij zocht een nieuwe bemanning en was milder dan ooit te voren, misschien zelfs té soft.

    Hij ontdekte dat een van zijn bemanningsleden geen man was, maar een vrouw. Hij liet haar blijven. Niet veel later werd hij verliefd op haar, maar het was niet wederzijds, toch bleef hij vriendelijk. De vrouw van zijn dromen werd verliefd op een ander, liet hem in de kou staan en vanaf dat moment kwamen zijn slechte kanten weer omhoog. Hij werd jaloers en verbande de man waar ze verliefd op was van het schip en het deed hem niks toen hij zag hoe stuk zij daar van was. Later kwam de man, door wat je een wonder kan noemen, toch weer aan boord. Olivier liet hem deze keer toch blijven, maar hij was niet meer zo aardig als hij geweest was. Zelfs tegen de vrouw waar hij verliefd op was geweest deed hij vreselijk, hij was weer net zoals vroeger. Snauwde zijn bemanning af, was weer een echte piraat en kende geen genade meer.

    Nu, met zijn nieuwe bemanning en weer zijn oude karakter terug, is hij op zoek naar een schat. Hij weet niet precies wat het is of hoe het eruit ziet, maar het blijkt geweldig te zijn en te liggen op een onbewoond, geheimzinnig eiland midden in de oceaan. Hij is vastberaden de schat te vinden, zijn aartsrivaal Cameron Sand voor te zijn. Toch zijn er kleine dingen die hij over het hoofd ziet.
    Hij gaat er namelijk niet vanuit dat er toch een volk blijkt te wonen op het eiland, verwacht niet dat er een verrader in zijn bemanning zit en dat zijn aartsrivaal het juiste moment om toe te slaan afwacht.


    De verhaallijn in het kort.
    Het gaat over de bemanningsleden en kapitein van de Medusa die op zoek zijn naar een schat. Eén van de bemanningsleden is een verrader (Tristan Wright) in dienst van aartsrivaal Cameron Sand, hij houdt zijn opdrachtgever op de hoogte met een postduif, stuurt hem berichten over de koers en informatie over wat er gaande is op de Medusa. Als ze eenmaal op het eiland aankomen, waarvan ze dachten dat het onbewoond zou zijn, blijkt hun een verrassing te wachten. Er woont een vreemd volk dat hun niet vertrouwd, de bemanningsleden moeten hun vertrouwen zien te winnen, maar hoe gaan ze dat doen als blijkt dat Cameron Sand, samen met zijn bemanning, al eerder op het eiland is aangekomen en het vreemde volk al helemaal voor zich gewonnen heeft?

    Lijstje
    Volledige naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Rol+rang: (Bemanning Medusa, kok. Avaloniër, krijger etc.)
    Extra:
    (Je mag er zelf dingen bij verzinnen zoals verleden enzo)

    Persones (Als je vragen hebt hierover, stel ze dan gerust)
    Bemanning Medusa:
    Kapitein Medusa: Vluuv – Olivir Dalton – 24
    Endure – Abby (Abigail Rosaline Valence) – 19
    Leave - Genesis Elisabeth Thrown - 20 (ontvoerd door Ace)
    Sid - Natambu Mmba - 25
    GoogleIt - Ticimo Carabét - 26
    MoonyLove - William Davis - 18
    C18 - Ace Franklin Johnson -24


    Bemanning Poseindon's Mermaid:
    Kapitein: C18 - Sygmund Yakov Engel - 28
    Verrader: Sid – Tristan Wright – 22
    Sid - Leopold Smiths - 24
    Maitresse - Andrew Kelvin Ronalds - 23

    Vluuv - Bee - 19

    De Aveloniërs:
    Stamhoofd: GoogleIt - Vérum Chestïo - 24
    Zusje stamhoofd: Endure - Ayiana Kateri Chestio - 21
    MoonyLove - Katy Griffin - 14
    Leave - Nivera Izil Mazi - 19
    Maitresse - Nawizi Ceta - 17

    MustacheMe - Phani Cinta Carabét - 11

    'Regels'
    Ik wil niet echt regels opgeven, maar heb liever wel dat jullie je hieraan houden of het onthouden.

    - Doe alsjeblieft je best om een redelijk stukje neer te zetten, dus niet 1 regel en dan denken ‘klaar’. Mocht je geen inspiratie hebben voor langer stuk, meld het dan gewoon. En nee, je hoeft niet 800 woorden te schrijven, zelf niet als anderen dat wel doen, maar 5 regels moeten je vast wel lukken.
    - Wil je je personage kwijt of stoppen? Zeg het dan, dan brengen we je personage even om het leven :P
    - De meesten vinden het niet prettig als je beslist wat hun personages doen, dus vraag het voor de zekerheid of ze het erg vinden of niet.
    - Je hoeft echt niet elke dag meteen te reageren op elke post, maar wacht alsjeblieft niet een week met posten. Ga je weg? Meld het dan en stuur je personage even op pad, laat hem/haar bijvoorbeeld verdwalen in de rimboe.
    - Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn en als je een ‘speciaal’ personage wilt, vraag het dan even, ik sta open voor interessante personages die het verhaal leuker maken.
    - Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, bekijk desnoods de RPG Handleiding site voor tips. Weet je nog steeds niks? PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    - Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    - Er zijn een hoop personages nodig, maak er gerust meer en je kan ook voor niet bestaande personages schrijven natuurlijk! En kijk ook een beetje welke 'groep' nog weinig personages heeft en dergelijke!

    Nogmaals; Niet echt regels, maar meer dingen om jullie aan te herinneren [;

    [ bericht aangepast op 4 dec 2011 - 16:58 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ohja, je hebt 'm aangepast, nice (:

    Oké, dan wordt dat dus de schat. Want ik zie het nou niet voor me dat de Aveloniërs een berg met goud hebben ofzo.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Genesis
    Ze slaakt een zucht, en laat haar groene ogen een moment over de grond glijden. Uiteindelijk staat ze op om haar benen te strekken, en kijkt ze bozig richting de man die haar hier 'gezelschap' houd. In zijn hand houd hij een halflege fles rum, en zijn ogen volgen iedere mimieke beweging die ze maakt. ‘Kijk naar jezelf,’ Snauwde ze fronsend, en draaide zich om. Geen ramen. Het was hier benauwd en vies, en op de een of andere manier waren haar gedachten niet bij háár situatie maar bij die van Ace en Abby. En tjhaa, zelfs Nate. Ze verdienden het niet. Ze zucht, en bijt op haar onderlip. Zodra ze haar kans krijgt om hier uit te komen, gaat ze alcohol en het schone water zoeken, om vervolgens een infectie te voorkomen op de huid van Ace en Abby, mocht dat nodig zijn. Ze slikt, en zet haar tanden nog dieper in haar onderlip. De buitenkant van haar jurk is een beetje viezig, maar de binnenkant is schoon, gezien haar huid schoon is, en dient dus als een stevig verband. Ze zucht diep, en bevochtigd haar droge lippen. Het is benauwd gezien er geen raam in de buurt is. Haar ogen glijden naar de grond, terwijl ze een gaap onderdrukt. Zo lang op je benen staan zonder slaap is moeilijk vol te houden, maar ze moet zichzelf wakker houden. Dus bedenkt ze zich een plan. Hoe komt ze hier uit? Zal iemand haar zelf komen halen? Of blijft ze vehongert achter. Dorst speelt wel een rol, maar opnieuw sluit ze die behoeften af. Dat komt allemaal wel.

    [ bericht aangepast op 25 nov 2011 - 19:30 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    @GoogleIt & Endure

    Omgg, serieus sorry dat ik jullie zo lang heb laten wachten, ik kan nu wel met heel veel excuses aankomen maar het komt er gewoon op neer dat ik het vergeten was en toen ik het weer wist geen inspiratie had voor een post. :Y)


    Don't forget to b.r.e.a.t.h.e

    Katy ~ Avaloniër
    Met mijn ogen wijd opengesperd van de zenuwen kijk ik gespannen om me heen. Wat moeten we doen als Ayiana er is? Dit zal ze zeker niet leuk vinden... Ik wiebel heen en weer op mijn voeten en werp continue een blik om me heen. Tot ik opeens een stem hoor: "Boeh." Het klinkt behoorlijk bekend. Ik schrik me kapot en val bijna tegen Phani aan wat ik gelukkig net kan voorkomen door me aan hem vast te grijpen. 'Ai- Ai- Aiyana!' stotter ik en laat Phani vlug los. Aiyana loopt naar voren en gaat met een pokerface naast het onbekende meisje staan. "Dus, vertel eens, wát doen jullie hier?" ze klonk behoorlijk streng. ‘Ik… Wij… Eh…’ erg gemakkelijk kom ik niet uit mijn woorden en ik kijk Phani hulpzoekend aan. Gelukkig gaan Aiyana zelf al verder. "Jullie weten dat het verboden is alleen te gaan, willen jullie soms dood? Jullie weten zelf vreselijk goed dat er wilde beesten rondlopen, nietwaar?" Ik sla mijn ogen neer. Ik weet best dat ze gelijk heeft, we zouden zo aangevallen kunnen worden hier. We hoeven maar op één onbekend soort giftig beest te gaan staan om levenslang verminkt te raken. Doordat ik mijn ogen neergeslagen heb merk ik niet dat Aiyana voor ons hurkt en schrik dan ook weer als ze op gelijke hoogte begint te praten. "Oké, we doen het zo. Ik breng jullie terug en ik zal het tegen niemand vertellen. Afgesproken?" Dat klonk al een stuk minder streng. Ze glimlacht zelfs en een glinstering in haar ogen verraad dat ze echt meent dat ze het aan niemand verteld. Mijn mondhoeken krullen even plezierig verrast omhoog maar dalen alweer naar beneden als ik bedenk dat ik nu waarschijnlijk weer klusjes moet gaan doen als we weer in het dorp zijn. Als mama me ziet verzint ze zo weer iets nieuws voor me. Maar als ik van het onbekende meisje naar Phani naar Aiyana kijk besef ik dat we nu niet echt iets anders kunnen. We hebben al mazzel dat ze niks zegt. ‘Ja, Aiyana,’ zeg ik dan ook gedwee en probeer met mijn ogen naar Phani te seinen dat hij nu niet moet gaan tegenstribbelen. Straks zitten we weer in de problemen.


    Don't forget to b.r.e.a.t.h.e

    Natambu/Nate
    Ik durft amper te bewegen, want het minste manoevre doet mijn huid aanspannen met martelende pijnen tot gevolg. Veel te snel zijn ze klaar met Abby, of blijkbaar met Tristan. Ik klem mijn tanden op elkaar, ik wou dat iemand mijn plaats had willen innemen. Ik verdiende dat het meest, want ik had niets te doen met die griet. Ace wordt vastgebonden en dan is het mijn beurt om te slaan. Ik kijk naar de zweep die in mijn handen wordt gedrukt, ze is al helemaal bebloed. Een vreemd idee om je eigen bloed zo buiten je lichaam te zien, eigenlijk.
    'Doe het nu,' dringt de piraat die me ondersteund aan. Als antwoord geef ik de eerste slag, zelf sissend van de pijn. Zo snel als ik kan geef ik de overige 59 slagen. Mijn keel is helemaal schor, waarom hebben ze die godverdomse rum over mijn godverdomse rug gekapt? Ik blijf machinaal slaan, Ace rug begint al bij de eerste slagen te bloeden en op den duur lijkt het meer alsof ik op een ongebakken biefstuk sta te slaan dan op een mens.
    Eindelijk ben ik aan mijn laatste slag. Als ik nog iets van kracht in mijn lijf had, heb ik die er nu zelf uitgeslagen. Ik kijk zelfs niet meer naar Ace, maar vraag aan mijn helper of hij me naar de ziekenboeg wil brengen.
    Daar laat ik me op mijn buik op een bed vallen en val vervolgens uitgeput in slaap.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Bee - Bemanning Poseidon's Mermaid
    Tevreden zie ik dat het meisje behoorlijk onder de indruk is van Aiyana en glimlach dan even. Het zijn ook nog maar kinderen, ze bedoelden het niet verkeerd. Toch hebben ze me laten schrikken, zeker die jongen met zijn zwaard. Terwijl ze praten laat ik mijn ogen afdwalen en ineens valt mijn blik op een stok die er op het eerste gezicht geschikt uit ziet. Ik stap er heen en hurk op de stok te bekijken. Blij ontdek ik dat het inderdaad precies is wat Aiyana beschreef. "Aiyana, is dit een goede?" vraag ik, terwijl ik me omdraai en de stok omhoog houd. Ik vind hem er in ieder geval goed uitzien, maar dat zegt niet veel, want ik heb hier natuurlijk niet veel verstand van.

    Captain Oliver Dalton - Captain Medusa
    Ik ben blij verrast dat Nate de kracht nog weet op te brengen te slaan. Hij heeft een sterk karakter laten zien door te proberen niet te schreeuwen en nu door zijn pijn te verbijten en zijn taak uit te voeren. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Abby en een andere piraat Tristan helpen naar beneden te lopen. Ook van hem valt het me mee dat hij niet heeft geschreeuwd. Ik ben tevreden over hoe ze hun straffen hebben ondergaan. Als Nate klaar is en Ace wordt losgemaakt wenk ik twee van de bemanningsleden die het hele gebeuren stil hebben aanschouwd: Ticimo en Will, heten ze volgens mij. "Jongens, ruim het bloed op. Vraag de dekzwabbers je maar om te helpen, als dat nodig is." Ik wacht niet op antwoord, er van uitgaande dat ze wel zullen gehoorzamen na wat ze net hebben gezien, en loop dan naar het roer, waar de stuurman nog steeds trouw staat. Hij lijkt iets ineens te krimpen als hij mijn blik opvangt, wat me bevalt. Ik heb lang geleden geleerd dat angst een sterk middel is om je wil te krijgen, al moet je er uiterst voorzichtig mee om springen, omdat het zich gemakkelijk tegen je kan keren als die angst in woede verandert. In die tijd was ik daarom voorzichtig mijn geluk niet te veel op de proef te stellen, maar nu kan het me niet veel meer schelen. Mocht er muiterij zijn, dan jaag ik iedereen een kogel door zijn kop en vaar alleen verder. Mocht ik doodgaan of vermoord worden, dan heb ik geen last meer van alle kwellingen die me hier op aarde plagen. En mocht ik uitkomen in de hel, dan krijg ik in ieder geval mijn verdiende loon.

    [ bericht aangepast op 26 nov 2011 - 0:07 ]

    Genesis
    Ze hoort mensen die naar het benedenruim lopen, en gekreun. Ace. Dat moet Ace wel zijn. Met een zoet glimlachje draait ze zich om, en wringt ze haar slanke arm tussen de roestige tralies, om vervolgens het ding te openen, en naar buiten te stappen. De piraat rent onwennig naar boven, vast en zeker naar zijn harteloze kapitein. Ze grist de fles rum van een plank, en spied de gang door, waar haar ogen groot worden als ze Ace ziet. Zijn bloude in flarden, en het bloed dat naar beneden druipt. Ze bijt op haar onderlip, en ademt diep in. Ze loopt achter hen aan, en glijd met haar vingers even over zijn arm, gezien hij maar door één man word gedragen. Op zijn rug tikken was geen handige zet nu. ‘Ik heb rum, water en verband.’ Prevelde ze hem toe met een waterig glimlachje, waarna ze de rum tegen zich aandrukte. Ze moesten naar een kamer met een bed. Ergens waar ze zijn wonden kon schoonmaken, en verbinden. En misschien nog kon bedanken. Maar eerst die lelijke wonden. Ze wende haar blik af en liet haar ogen door de ruimte glijden.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ace - Piraat.

    Het grijnzen vergaat me echter snel als ik merk hoe er iemand achter me staat. Nate. Dat hij nog overeind staat. Mijn blik schiet van hem naar John. Goed, Ace. Hoe ga je dit overleven? Bidden dat de duivel je mee mag nemen? Nee. Ik ben ervan overtuigd dat hij me niet wil hebben.
    Ik gun ze niet het plezier te horen hoe je het uitschreeuwt. Ik gun het ze niet! Vuile honden.
    Op dat moment schiet me wat te binnen. Een liedje dat mijn moeder vroeger voor me zong als ik in de koude winters niet in slaap kon komen. Het bracht me tot rust. Fluisterend begin ik de woorden op te noemen en verplaats mijn gedachten naar die ene, strenge winter van mijn negende verjaardag. Niemand kan horen wat ik zeg, maar dat hoeft ook niet. Ik bijt op de binnenkant van mijn lip als ik de eerste slag ontvang. Niet slim, aangezien ik nu bloed proef. Ik begin zacht het wijsje te fluisteren, sluit de ogen en dwing mezelf weer terug te gaan naar die ene winter.
    'In een koude, harde winter zag ik hem daar staan.
    Een scheepsjongen zo eenzaam, de levenslust hem vergaan.
    Ik liep op hem af en vroeg: wat scheelt er, m'n beste knul?
    Hij zei me: ik kan niet varen, nu de haven in ijs is gehuld.
    Hoe kon ik nu toch weten, de zee is zijn hart.
    Het arme jong, zo ongelukkig, dat het lot hem zo tart.
    Ik zei hem: kom mee naar binnen, een warme mok melk drinken.
    Je bevriest hier nog van de kou.
    In het kleine huisje, in de winter, heb ik een jong waar ik zo veel van hou.'
    'Ace. Ace.' Ik open de ogen en kijk in die van John. Op dat moment voel ik de snijdende pijn van de zweep op mijn rug.
    'Veertig,' zegt hij. Wat? Veertig al? De verbazing is op mijn gezicht af te lezen, maar wordt al gauw vervangen door de pijn van de volgende slag. Ik kreun van de pijn, heb moeite de adem te vatten, maar ik merk hoe Nate langzaamaan meer moeite krijgt zijn kracht te houden. 41. Godverdomme! 42, 43. Waarom lijken die minder pijn te doen dan de vorige slagen?
    'Ace.' Wát, in godsnaam? Zie je niet dat ik hier verga van de pijn? 'Ace!' sist John. 'Blijf erbij, jongen. Blijf erbij.' De wereld begint te duizelen. De kracht om overeind te blijven staan is me al lang en breed ontnomen.
    'Ik ben er. Blijf erbij.' 'Hij zei me.. aah! Ik kan niet varen, nu de haven in ijs is gehuld.' 'Ace. Ace!' Ik ben inmiddels te zwak om nog te reageren. Met moeite weet ik één oog open te krijgen. Ik merk hoe de touwen worden losgemaakt.
    'Het is voorbij,' zegt John. 'Nooit gedacht dat je je zo goed kon houden.' Ik kijk hem aan met dat ene oog en glimlach even suf.
    'Ik breng je naar beneden.' Mijn oog zakt dicht. In de verte hoor ik stemmen en voel dan de kou van het ruim. Ik voel een hand die over mijn arm glijdt. Of verbeeld ik het me? De hand is in elk geval zacht.
    'Ik heb rum, water en verband.' John, waarom is je stem anders?
    Op dat moment wil mijn lichaam toch echt niet meer en verlies ik het bewustzijn.


    No growth of the heart is ever a waste

    Genesis
    Op dat moment zakt Ace in elkaar. Ze wijst met haar vinger priemend richting een ruim waar ze een bed in heeft zien staan. De piraat die Ace vast heeft, sleept hem richting het ruim, dumpt hem op het bed, en gaat dan weg. Ze zucht diep, en legt hem meer op zijn buik neer, waarna ze de restanten van zijn blouse op de grond neergooit. Er is licht genoeg om de wonden te kunnen zien. Haar ogen glijden naar een vat met water. Ze strijkt zacht langs zijn arm en bijt op haar onderlip. ‘Het komt allemaal goed, blijf erbij Ace.’ Prevelt ze bij zijn oor, waarna ze haar jurk in reepjes scheurt. Warme, schone repen. Haar bovenjurk word het bovenverband, en haar andere jurk word het koelende verband. Eerste dept ze rum op de stof die ze overheeft, en strijkt ze zacht met de stof over zijn rug. Het zal prikken, maar met een ontsteking is hij veel verder van huis. Ze strijkt met haar vingers het overige bloed weg, en dept de wonden goed schoon, waarna ze haar handen een beetje wast, en enkele repen in het schone water onderdompelt. Doorweekt legt ze hen over zijn hele rug, net zo lang tot alles is bedekt. Dat moet een stuk beter aanvoelen. Uiteindelijk bind ze daar overheen de droge, schone lappen, en draait er een stevige knoop in. Als ze klaar is, draait ze hem op zijn rug, en dept ze met een doorweekt stukje stof op zijn voorhoofd en wangen. ‘Word wakker, Ace.’ Murmeld ze zachtjes, en slikt, waarna ze de haren uit zijn gezicht strijkt, en het doekje zo nu en dan eens uitwringt boven het vat met water.

    [ bericht aangepast op 26 nov 2011 - 12:38 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Mijn hele post had ik verdomme klaar, besluit mijn computer hem te spacen waardoor ik hem wel meost afsluiten en nu ben ik alles kwijt.. Uurtje aan zitten werken, boem, weg. Kutshitzooirotding. >:L


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abby (Abigail) Rosaline Valence
    Ze zag hoe Tristan zich omdraaide en één mondhoek omhoog trok, ze had terug willen glimlachen maar kreeg het niet voor elkaar. Toen de bemanningsleden Tristan los maakten liep ze gauw naar hem toe. "Steun maar op mij," zei ze hem zachtjes, haar tranen waren inmiddels opgedroogd en ze verboord zichzelf nog meer te huilen, "in mijn hut heb ik nog verband liggen, dan zal ik het verbinden, oké?" Ze hoorde de kapitein bevelen Ace vast te binden en ze wilde weg, ze wilde niet nog meer martelingen aanzien. Toch liep ze langzaam zodat Tristan haar bij kon houden, toen ze ibnnen waren hoorde ze zelfs de zweepslagen nog en ze huiverde kort. Toen ze bij haar hut aankwamen duwde ze de deur open, loodste Tristan naar binenn en hielp hem om op het bed te gaan zitten. Verband had ze, zalf ook, nu nog alcohol. "Ik ga alcohol halen, om het te ontsmetten, ik ben zo terug," beloogde ze hem en haastte zich naar het ruim. Er was zoals gewoonlijk niemand te zien en Abby gritste de eerste fles die ze tegenkwam van het rek en ging zo snel mogelijk terug naar haar hut. Toen ze binnen kwam zette ze de fles even op haar brueau en hurkte neer bij haar kist met kleding die ze opentrok. Ze had stof nodig en al gauw viel haar blik op de jurk die ze lang geleden van de kapitein gekregen had, toen hij nog.. Tsja, hoe moest ze het zeggen, normaal was? Ze had de jurk weg willen gooien, maar het was er nooit van gekomen en nu kwam hij wel van pas. Met haar mes scheurde ze er een stuk stof van en ging weer rechtstaan. Ze pakte de fles met alcohol en goot een flinke scheut over de lap stof heen voordat ze achter Tristan op het bed ging zitten. Zwijgend keek ze even anar zijn rug, het was extra pijnlijk nu ze zo extra met haar neus op de feiten werd gedrukt, nu ze zag pas écht goed zag wat ze hem aangedaan had. "Het gaat prikken, maar het is echt nodig," waarschuwde ze hem en depte toen zachtjes de wonden, tegelijkertijd verwijderde ze al het bloed waardoor de ernst van de wond pas goed zichtbaar was. Toen ze klaar was gooide ze de doek in een hoek met de bedoeling hem later op te ruimen, veegde haar ahnden even droog aan haar broek en ging weer staan. "Kun je staan denk je? Dat is makkelijker als ik het verband om moet doen," zei ze hem en hielp hem overeind, ze wou hem niet nog meer pijn laten leiden dan hij al deed. Ze zocht in haar brueaulaatjes naar de zalf en verband, die ze al gauw vond. Het was de eerste keer dat ze elkaar ontmoette, hij had haar geholpen met de verwondingen van de zweepslagen en nu waren de rollen omgedraaid, ze was blij dat ze de spullen toch bewaard had. Ze ging achter Tristan staan en smeerde voorzichtig de zalf over zijn rug heen om vervolgens het verband met uiterste precisie aan te brengen, de vorige keer dat ze hem had verbonden was niet zo netjes geweest, deze keer wou ze het goed doen. Toen ze helemaal klaar was veegde ze haar handen af aan een schone doek en borg de spullen weer op. Al die tijd had ze gezwegen en ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar bij gebrek aan woorden sloot ze hem weer. Zacht beet ze op haar onderlip en keek weg, wat moest ze zeggen? Met geen mogelijkheid kon ze haar daad goedpraten.. Ookal was het wat hij zelf wilde, het schuldgevoel en de schaamte leken haar van binnenuit op te vreten. Ze fixeerde haar blik op de houten vloer, ze had zelfs de moed niet om hem aan te kijken. Ze was boos op zichzelf, de kapitein, maar ook de bemanning.. Er was niemand geweest die haar plaats in had willen nemen, niet eens om de zweepslagen te krijgen.. Al hadden ze het maar van haar overgenomen, al was het iemand anders geweest die de zweep in zijn ahnden had gehad en Tristan had toegetakeld, maar nee hoor. Zij was het geweest die de zweep in handen had en hem had geslagen. Plots merkte ze dat haar handen trilde en ze balde haar vuisten, ze moest sterk zijn. Het enige probleem was dat ze dat niet kon, momenteel niet. Ze had zich al zo lang sterk moeten houden, nu verlangde ze enkel naar twee troostende armen om haar heen, het liefst van Tristan. Maar het was een egoïstische gedachte en ze verbande hem uit haar gedachten.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan
    'Bedankt,' mompel ik terwijl ze me naar haar kajuit helpt. We passeren de ziekenboeg en ik gluur erven naar binnen. Nate ligt alleen, met een rug die druipt van het bloed en de rum op een bed. Zijn hoofd ligt van de deur weggedraait, dus ik kan niet zien of hij slaapt of wakker is, maar door het rustige op en neer gaan van zijn lichaam denk ik dat hij slaapt. Of buiten bewustzijn is.
    Wanneer Abby even weg is, sluit ik mijn ogen en bijna direct begint de pijn weg te trekken. Ik kan hier alleen maar uit concluderen dat ik weg aan het draaien ben, maar ik onderneem geen enkele poging om dat tegen te gaan. Het voelt goed. Tranen springen in mijn ogen wanneer Abby de bijtende rum over mijn rug giet en hem begint af te deppen. Ik hou ze gesloten zodat ze dat niet hoeft te zien. Dan hoor ik wat gerommel en vraagt ze me recht te gaan staan. Met alle moeite van de wereld en een van pijn vertrokken gezicht doe ik wat ze vraagt. De enige reden waarom ik niet wegloop wanneer ze mijn opengeslagen rug opnieuw aanraakt, is omdat het voor mijn eigen goed is. Het doet godverdomme énorm pijn!
    'Dat heb je goed gedaan,' breng ik achteraf met moeite uit, wanneer ze me helemaal verbonden heeft. Het verband zit strak en netjes om me heen gewikkeld, zoals het hoort. Terwijl zij de spullen weer opruimt, leg ik voorzichtig weer op mijn buik op het bed, mijn gezicht naar haar toegekeerd. Zolang ik stillig, voelt de zalf aangenaam verkoelend en verzachtend. Abby is klaar en wanneer ze zich omdraait, bekijk ik haar gezicht. Haar wangen zijn dan wel opgedroogd, maar haar prachtige bruine ogen vertonen nog duidelijk sporen van tranen. Ze houdt zich zo sterk, een eigenschap die ik alleen maar kan bewonderen. Ik wil niet weten hoe ike r had uitgezien als ik haar had moeten slaan. 'Kom eens hier,' zeg ik vanaf mijn plaats op het bed en steek ondanks de pijn mijn arm uit. Een beetje man moet dat toch kunnen verdragen, Tristan.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Leopold Smith
    Voor ik kan vertrekken, is de kapitein al terug met een fles in zijn handen.
    ‘... Aan de andere kant, we hebben één van hen nodig om ons de weg te wijzen naar de schat.’
    Door de woorden van de kapitein krijg ik al bijna een schuldgevoel bij mijn groffe gedrag tegen Ayiana. Niet voor haar, maar voor de kapitein. Hopelijk heb ik haar niet helemaal tegen ons opgezet.
    Ik knik naar de kapitein en besef dan dat hij me heeft meegevraagd naar het stamhoofd. Mijn borst zwelt onzichtbaar op van trots en ik haak mijn slinger achter mijn riem. ‘Ik heb het gevoel dat de mannen een standje nodig hebben, qua respect voor die griet en qua inzet bij deze hele jacht-onderneming. Als we haar kunnen paaien, hebben we het voor elkaar bij dat opperhoofd, volgens mij,’ opper ik. ‘Sterker nog, als ze iemand van ons… aardig zou vinden dan zou ze het stamhoofd zeker zover krijgen dat hij het Olivier moeilijk gaat maken,’ denk ik hardop door terwijl we naar het dorp wandelen. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en kijk tersluiks even naar de kapitein, om zijn reactie te peilen.

    Is het goed als Tristan bij PM terechtkomt als de Medusa aankomt? Ik laat hem dan wel verdwalen en bij de andere bemanning terechtkomen ofzo. Dat lijkt me logischer/makkelijker (:


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Doe wat je wilt :Y)
    En hé, niet Aiyana misbruiken hè (x
    Als ze daar achter komt, komt ze achter jullie aan.

    Abby (Abigail) Rosaline Valence
    "Dat heb je goed gedaan," hij leek moeite met de woorden te hebben, ze wou dat ze nog iets voor hem kon doen, maar de zalf en het verband waren het enige waarmee ze de pijn kon verzachten. Daarnaast wist ze niet of ze blij moest zijn met het compliment, aldoende leert men, en ze wist niet of het zo'n goed teken was dat ze er beter in geworden was. "Het is niks, iedereen kan wel iemand verbinden," wimpelde ze daarom zijn compliment maar af. Ze wou net vragen of ze nog wat voor hem kon doen, iets te drinken halen bijvoorbeeld, toen hij haar ineens zei te komen. Toen ze naar heem keek zag ze dat hij zijn arm naar haar uitgestoken had en ze wilde er niet aan denken hoeveel pijn hem dat deed. Ze liep naar hem toe, overwoog om naast hem op het bed te gaan zitten, maar bedacht zich op tijd. Het bed was nou niet vreselijk breed en ze was bang dat ze hem perongeluk aan zou stoten en hem dus meer pijn zou doen. Dus hurkte ze voor hem neer, waardoor ze meteen op gelijke ooghoogte kwam, en nam zijn hand van zijn uitgestrekte arm vast. Ze vervlocht haar vingers met die van hem en keek hem vragend aan.

    -een korte ö-

    [ bericht aangepast op 26 nov 2011 - 18:13 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan
    Net voor ze bukt, merk ik de kapotgescheurde jurk op die over de stoel hangt. Ze was erg mooi en ik vind het een beetje verspilling om ze als vod te gebruiken. Voor een speciale gelegenheid had Abby er ongetwijfeld prachtig mee gestaan.
    Ze knielt voor me neer, haar gezicht maar enkele centimeters van eht mijne verwijdert en dat is het moment dat ik het idee voor het eerst krijg - en het meteen weer vergeet. Hoe haal ik het ingodsnaam in mijn idiote kop om haar te willen vragen met me te trouwen? Ik ben - nu zelfs letterlijk- een wandelend lijk: Olivier op dit schip, Haugh erbuiten... Daar kan ik haar niet aan binden. Ik kijk weer in haar ogen en glimlach. 'Ik overleef het wel, maak je geen zorgen.' Ik maak mijn hand los uit de hare, neem haar hoofd vast en trek het zachtjes tot tegen mijn lippen, omdat ik zelf mijn hals niet durf te strekken.


    Home is now behind you. The world is ahead!