Haar gezicht betrok toen Klaus een kus op haar voorhoofd drukte. Niet zo zeer om de kus zelf, maar om zijn bloedende hand die tegen haar wang drukte. Door hockey was ze wel enigzsins wat gewend, maar prettig was anders. De jongen zelf had niks door. Besefte hij überhaupt dat er glas in zijn knokkels zat? “Klaus, alsjeblieft, je hand” zuchtte ze zachtjes. Ze probeerde er niet te veel bij nadenken. Het is dat het Klaus was en dat het lang geleden was, te lang geleden, dat ze hem zo vrolijk had gezien. Ieder ander, behalve Wolf, had ze flink uitgefoeterd. Een voordeel van de Gentleman’s Club feestjes was dat jongens gekleed gingen in pak. Zo ook Klaus. Zonder het te vragen, plukte ze de pochet uit zijn borstzakje, waar ze haar wang mee schoonmaakte. Het doekje verdween weer in zijn borstzak eenmaal ze klaar was. Het wassen van de kleding werd toch medewerkers van de school gedaan.
Haar lange, blonde vriend was in zo’n goede bui dat hij zelfs wilde dansen, iets wat hij vrijwel altijd weigerde om te doen. Hij verklaarde zelfs dat hij gek was op dansen, wat haar een wenkbrauw liet optrekken. Zelfs met Inez had hij amper gedanst, ondanks hun tweejaar lange relatie. “Mag ik dat zwart op wit van je zien, voor de volgende keer dat je ‘nee’ zegt?” Misschien moest ze hem er later voorzichtig naar vragen wat hij had genomen. Het was goed om hem zo te zien, maar het liet ook een zachte steek achter dat dit veroorzaakt werd door een drug, en niet door en natuurlijke, oprechte reactie. Het was nog altijd iets waar ze eens met hem over wilde praten, alleen was de kans te groot dat ze hem doordat te doen juist weg zou duwen. Iets om later aan Wolf te vragen, of aan Reiner.
Zijn antwoord waarom zijn avond zo goed was, was slechts vraag. Aan een ‘misschien’ had ze niks. Niet dat ze hem iets kon verweiten, zelf gaf ze niet eens antwoord op zijn vraag over haar avond. Klaus leek opmerkzamer dan normaal, wat haar op dat moment niet erg goed uitkwam. Zijn handen verlieten haar middel en grepen haar armen vast. “Wat is er? Heb ik je pijn gedaan?”
Nore keek verbaasd op naar Klaus en schudde snel haar hoofd. “Wat? Nee, Klaus, je hebt mij geen pijn gedaan, absoluut niet. Geen zorgen, okay?” probeerde ze hem op een zachte toon gerust te stellen. “Ik maak mij wel zorgen om die hand van jou. Je laat een spoor van bloed achter zo.” Op haar arm stond nu ook een imprint van bloed. “Het is niet heel moeilijk om uit kleding te krijgen maar…” Ze voegde er nog aan toe dat haar beter nog beter zou worden als ze zijn hand kon verzorgen, waarna hij er eindelijk mee instemde.
Ze vonden een geschikte plek bij een kleine inham in de muur. Nadat ze het bloed van haar arm had geveegd, keek ze aarzelend op naar Klaus en vertelde ze hem dat hij altijd bij haar terecht kon.
“Het is niets,” was zijn korte antwoord. Het duurde net iets te lang voor er een reactie kwam en zijn waren te gespannen. Er was wel degelijk iets. Hij kende haar lang genoeg om te weten dat ze het niet zou geloven. Voor een paar seconden keken ze elkaar in stilte aan, met enkel de luide muziek op de achtergrond. Uiteindelijk knikte ze langzaam, al was het wel duidelijk dat ze zijn woorden niet geloofde.
Stilletjes ging ze aan het werk met zijn hand, maar haar hand trilde te veel. Elke keer dat de pincet dichtbij zijn huid kwam, trok ze haar hand weer terug. Nore wilde niet zijn wond erger maken door het beven van haar hand. Veel langer dan het haar normaal had gekost, was glas na een paar lange minuten uit Klaus hand verdwenen. Klaus leek hiermee te denken dat het klaar was en verbond onhandig zijn eigen hand.
“Kijk. Zo goed als nieuw.”
”Dit is verre van zo goed als nieuw!” protesteerde Nore. “Het gaat ontsteken zo. Zoveel langer duurt het niet meer, kom op.” Ze deed een poging zijn hand opnieuw vast te pakken, maar hij trok deze snel weg. Voor ze hem een preek kon geven, stelde hij haar nog een vraag die ze liever niet gekregen had.
“Wat is er aan de hand vanavond?”
Zijn blik was onmogelijk om te ontwijken en voor even viel ze stil. “Gewoon moe na de reis van Berlijn na hier. Als ik vanavond goed slaap, is het morgen weer goed. Geen zorgen, okay?” Het was slechts een halve leugen. Ze was echt moe, niet door de lange autorit, maar door haar gesprek met Ryker. Een halve waarheid was makkelijker om geloofwaardig te vertellen dan een hele leugen.
Het was niet lang hierna dat Klaus de EHBO-koffer vastpakte. “Ik ben zo terug. Even deze wegbrengen.”
Ze deed een poging het koffertje te pakken, maar Klaus hield deze met gemak buiten haar bereik. “We zijn nog niet klaar, Klaus,” protesteerde ze opnieuw, maar haar woorden waren aan dovemans oren gericht. Waarom waren alle jongens op Montreuxe zo koppig. Er klonk een lichte paniek door in haar stem. Ze wilde nog altijd liever niet alleen zijn, voor het geval ze tegen Ryker op zou botsen.
”Niet weggaan, oke?” Met die woorden verdwenen hij.
Nore liet zichzelf met een zachte zucht tegen de muur aanvallen, terwijl ze toekeek hoe Klaus wegliep. In plaats van het koffertje weg te brengen, liet hij deze achter bij de deur. “Ja ja, de koffer wegbrengen,” murmelde ze tegen zichzelf. Waarom was hij zo plots weggegaan? Was hij haar zat? Haar keel kneep samen. Dat was niet iets waar ze aan moest denken nu. Als ze daar te veel over nadacht, barstte ze straks nog voor iedereen in tranen uit en dat was het laatste wat ze wilde. Wat ze als eerste wilde, was Wolf zien. Ze had zo’n behoefte aan de armen van Wolf om haar heen dat het haast pijn deed. Het liefst zou samen met hem in een bed slapen, maar met Ryker als zijn kamergenoot was daar geen enkele mogelijkheid toe. Haar blik gleed door de ruimte, in de hoop om zijn vertrouwde en veilige gezicht te zien. Nog steeds niks. Als ze geweten had hoe moeilijk het was om hem later op het feest te vinden, had ze iets anders met afgesproken. Anna was nog altijd druk bezig met Ben, die wilde ze ook niet lastig vallen. Haar ogen vielen op een lege plek aan de bar. Het was nog altijd drukker bij de bar dan ze prettig vond, maar ze wilde niet alleen blijven staan. Dan beter in de beklemmende drukte.
Op weg naar bar liep Nore langs de deur, om de EHBO-koffer te pakken die midden in de opening stond, voordat iemand daar in het donker een nek over brak. Iets te hard gooide ze het koffertje tegen de onderkant van de bar, waarna ze plaats nam op de lege kruk. Een bijkomend voordeel aan Wolf’s vriendinnetje zijn was dat de barjongen al snel naar haar toe kwam om te vragen wat ze wilde drinken.
”Een whisky, alsjeblieft,” vertelde ze de jongen met een kleine glimlach. “Correctie, maak daar maar een dubbele whisky van.” Ze zou het nodig hebben, voordat ze Wolf gevonden had. De jongen rechts van haar stond al snel te dicht op haar naar haar zin, ondanks dat ze haar armen naar binnen gevouwen had. Waar ze een grote behoefte had aan een knuffel van een bekende, maakte het idee van close contact met een onbekende haar opnieuw benauwd. Zo subtiel mogelijk probeerde ze haar kruk een stukje naar links te schuiven, maar doordat de krukken niet gemaakt waren voor mensen van haar lengte ging dit niet geheel soepel. Onhandig dreigde ze aan de andere kant van kruk er af te vallen, tot twee handen haar middel stevig vast pakten en haar recht op de kruk zette.
"Leer eens normaal zitten, joh.”
Bij het horen van de stem, bleef haar veronschuldiging halverwege haar keel steken. Ryker. Zijn schouders waren gespannen, strak onder zijn pak. Ze had bij haar plekje bij de muur moeten blijven, wachtend op Klaus. “Sorry,” zei ze zachtjes, toen ze haar stem gevonden had. Er was veel dat ze nog tegen hem wilde zeggen, nadat Ry haar had achtergelaten in de trein, maar ondanks dat de harde muziek wilde ze niet het risico nemen dat iemand hen kon overhoren. Bijna alles in haar schreeuwde dat ze bij hem weg moest gaan, ware het niet dat haar lichaam opnieuw als versteend aanvoelde. Het zou ook enkel achterdocht opwekken, als ze nu bij hem vandaan zou vluchten. Behalve Ryker en zijzelf wist niemand hoe slecht hun break-up echt was geweest en het was beter voor iedereen als dat zo bleef. De jongen aan haar andere kant was ondertussen ook weer verder opschoven. Nore wist niet of ze liever dichterbij de onbekende was, of bij Ry. Ze koos voor het laatste. Als de weken na hun break-up iets waren om op af te gaan, dan zou hij niks doen waar andere mensen bij waren. Toen ze ditmaal haar kruk op schoof lukte het zonder vallen. “Sorry,” zei ze opnieuw, al twijfelde Nore of Ryker haar stem over de muziek kon horen. De barjongen had inmiddels haar whisky klaar gezet en ze moest de drang onderdrukken om het niet gelijk achterover te slaan. Hoe verleidelijk het ook was, zeker met Ry nu naast haar, ze kende zichzelf en ze had niet veel nodig om aanschoten te worden. De whisky golfde heen en weer in het glas toen ze deze oppakte om een slok te nemen.
”Weet jij of Klaus okay is?” vroeg ze aarzelend. “Zijn hand bloedde, maar hij was nogal onduidelijk over wat er gebeurd was… Ik hoef geen details maar gewoon of je weet of hij in orde is?”
|
|