M ᗑ X W Σ L L
ᗑ S H Σ T O N
• • •
“Your value doesn't decrease
based on
someone's inability to see your worth.”
• • •
“Weet je wat, Max, FUCK YOU! Het minste wat je fucking kan doen is me aankijken als je me beledigd!” Hoewel de elite—man het wellicht had kunnen verwachten, vond er desalniettemin een soort verplichtende reset plaats bij het plotse woeste voorkomen. Ontdaan waren zijn wenkbrauwen voor een luttele seconde gefronst, waarmee hij een diepe rimpel tussen de twee tevoorschijn toverde. Zijn woorden waren wellicht wat lomp geweest, maar hij had absoluut geen kwaad in de zin. Naarmate het gesprek vorderde echter, wat momenteel niet uit meer bestond dan verwijten gooien en vingerwijzen, raakte hij steeds meer ontstemd. “FUCK YOU en je hele. . . hele gedoe! Kan ik er iets aan doen dat ik plezier beleef en jij een stok in je achterste hebt zitten!”
Zijn harde, blauwe poelen schoten zich als een straaljager naar hem toe, perforeerde de gifgroene kijkers van zijn gesprekspartner. “Je zou willen dat je stok in mijn achterste zat,” siste hij, zonder door te hebben wat hij daadwerkelijk zei, “is dat niet precies waar je op zat te hopen? Zodat je ermee kan pronken dat je iemand hebt bekeerd?”
Trachten de verbouwereerde staat van de Griekse God voor hem te negeren, ging lastiger dan gedacht — daar hij het idee had dat zijn onderlip licht getrild had, was dit al net zo snel voorbij wanneer de getinte man een hand door zijn krullen had gehaald. Toegegeven — Maxwell was ondanks alles aangetrokken tot de hartenbreker, die een troosteloze glans rond hem heen had gekregen. Het schitterende, zelfverzekerde charisma die hij voorheen had laten zien, was langzaam maar zeker uitgedoofd alsof iemand een domper op z’n vlam had gezet.
“Wat is er, Percy, heb ik een gevoelige snaar geraakt, mhm?” Het klonk spottend, iets wat geheel automatisch aangeslagen was daar de blonde zakenman duidelijk gefrustreerd was. Percival kon niet zomaar aannemen dat hij als enige klappen kan uitdelen; hij hoorde tevens te leren incasseren. Toch begreep Maxwell niets van de plotse ommekeer in houding, het was net alsof ze elkaar verder trachtte te helpen — al was het dan door middel van de verkeerde methode. “Merely calling a spade a spade.”
Hij snoof minachtend op de gebeurtenis die voor hem afspeelde. Niet onder de indruk van het hele voorval haalde hij zijn bezittingen uit de jaszakken om vervolgens rechtsomkeert te maken. Hij had een uur geleden al genoeg van deze hele poppenkast, ware het niet dat Ethan hem praktisch gezien gechanteerd had te blijven. Nu kon hem dat amper nog iets schelen — hij kon in de stront zakken, net zoals dit hele boeltje ongeregeld.
Eenmaal buiten merkte hij pas op hoe opgejut hij zich voelde. Maxwell haalde een aantal keer diep in— en uit adem, en veegde ruw zijn vingers door de verwarde, blonde lokken. Wat voor lef had hij wel niet hem de les trachten te lezen? En dan die jongeman, wat had dat te betekenen? Well, his reputation truly precedes him, dacht hij bits, hij had zich vast op een ander speeltje gegooid.
Een steek schoot door zijn borstkas heen bij die gedachte — als een naald die vliegensvlug door de huid prikt maar vervolgens voor langere tijd bleef hangen om zoveel mogelijk schade aan te richten. Onbewust dwaalden zijn ogen terug naar de deur van de nachtclub, denkend aan het laatste uur die hij er gespendeerd heeft, om vervolgens hoofdschuddend naar zijn auto toe te lopen en de deur naar de achterbank te openen. Met een zucht plaatste hij zich op de ivoorwitte stoel, krulden zijn vingers in z’n haren en poogde zijn rationele vermogen terug te halen — die blijkbaar bij de excentriekeling achter was gelaten.
Nog geen seconde had hij deze behoefte gehad of de desbetreffende persoon kwam de club uit strompelen, enkel om zijn knieën met een pijnlijke smak de grond te laten ontmoeten. Maxwell, die het zag gebeuren, sprong op en kon een bezorgde gelaatsexpressie niet beteugelen toen hij Percy naderde — die op zijn beurt alles behalve verwelkomend was.
“Leave me alone!” De jongeheer Asheton, die al aanstalten had gemaakt neer te zakken om hem overeind te helpen, staakte zijn acties en keek hem met een diepe zucht aan. In eerste instantie wilde hij het negeren, maar bij nader inzien maakte hij rechtsomkeert — daar hij realiseerde dat aan een dood paard niet te trekken viel. Vrijwel gelijk toen hij dat deed echter, klonk er een zacht gesmeek achter hem, zelfs al zou diegene het wellicht niet toe willen geven.
“W—wacht, ik. . . ik geraak niet overeind. . . It hurts.”
Zijn blauwe kijkers verzachtte, al draaide hij zich niet direct terug naar hem. Het enige wat nog door zijn hoofd spookte, was de staat waarin Percy zich verkeerde; met zijn kapotte knieën, tranen in zijn ogen en een figuurlijke zwaard in zijn hart. Meerdere wellicht. Het liet hem afvragen wat voor reeks zeer moeilijke of onaangename ervaringen hij mee had gemaakt. Per slot van rekening had hij hem al toevertrouwd met het auto—ongeluk van zijn zus. Hierdoor kon hij ongeruste gevoel niet onderdrukken om hem te willen beschermen, maar tegelijkertijd wilde hij een geheime psychoanalyse uitvoeren om meer van hem te weten te komen.
|
Teder pakte hij zijn handen beet, welke hij met een toegeeflijke glimlach rond zijn nek legde. Zijn eigen handen gleden respectievelijk onder zijn knieën en rug door, en met een klein hupsje stond hij recht — met Percy in zijn armen, die hij naar een strakke, witte automodel bracht.
Goddank waren er niet veel mensen op straat, om reden dat ze stuk voor stuk in een club of een andere nachtgelegenheid zaten. In zijn schrik had hij volkomen vergeten de autodeur dicht te gooien namelijk, waardoor die nog wagenwijd openstond. Het positieve hieraan was dat hij de Adonis gemakkelijk op de achterbank kon plaatsen, de gouden blazer gooide hij er eveneens in.
Zonder voor zijn toestemming te vragen, bewoog hij zichzelf langzaam maar zeker dichterbij — zo dichtbij dat zijn lippen bijna de zijne aanraakte, zo dichtbij dat zijn blik de zijne opdronk en alsnog voor meer zou smeken, zo dichtbij dat de warme ademhaling op zijn huid sloeg. Om het abrupt af te kappen door zijn leren dokterstas van achter hem vandaan te halen, deze te openen en de benodigde materialen op te zoeken. Zelfs al zou de man zijn hulp niet aanvaarden, zou hij deze ditmaal negeren en standvastig duidelijk maken dat hij er was om te helpen.
“Percival. . .” begon hij, “Wat ik eerder zei — het spijt me. . . I was thoroughly out of line. Ik wilde enkel helpen, maar wellicht kwam het er allemaal nogal. . . onbehouwen uit. Het is alleen dat. . .” Nerveus om opnieuw in dezelfde ruzie te vallen, peilde hij kort de huidige staat van zijn gesprekspartner, waarna de wonderdokter verderging aan de schaafwonden. Terwijl hij wat ontsmettingsmiddel op een steriel watje spoot, vervolgde zijn woorden automatisch. “ik denk niet dat je iemand snel beu bent, integendeel, ik denk dat je bang bent. Voor een echte verbinding. Voor emoties die je niet wilt voelen. Om jezelf over te geven aan de liefde. . .”
Maxwell haalde zo teder mogelijk het watje over de wonden heen, waaruit duidelijk werd dat hij dit al veel vaker heeft moeten uitvoeren. Waar hij in volle concentratie bezig was, vervolgde hij zijn handelingen door een kompres en wat verband te pakken en deze daarna te gebruiken op secure wijze. Langzamerhand was er echter een frons op zijn voorhoofd ontstaan, daar de man een heuse gloeilamp moment had waar hij zelfs zijn werkzaamheid kort op staakte. Kort gleden zijn mondhoeken naar beneden, wat al snel verdwenen was doordat hij naar Percival omhoog blikte, gezien hij uiteindelijk wel praktisch tussen zijn benen zat. Zijn ogen zochten de zijne.
“Percival, you are worthy of love — you and all of your layers. Don’t ever forget that.” Het was alsof er een mokerslag bij hem insloeg; Asheton wilde niet te voorbarig zijn, maar hij realiseerde tevens dat ze dat perron allang voorbij waren (zowel als de volgende tien daarna) en het geen zin had alles te sugarcoaten. Er tikte welgeteld een langdurige minuut weg eer de lichtharige man doorhad dat hij te ver was gegaan. Zuchtend dwong hij zijn blik uit de felgroene kijkers en richtte zich opnieuw op de geschaafde knieën van Percy, die zo goed als klaar waren.
“Sorry — I didn’t mean to preach yet again. It’s none of my business, really. I merely think you are exceptionally fascinating and it’d be a true shame if you wasted all that on superficial toyboy’s — like Tarzan in there.” Hij knikte kort naar de nachtclub, waarmee hij het speeltje van eerder bedoelde. Plots voelde hij zich mentaal gezien wel erg naakt, wat resulteerde in een gekuch, waarna hij nerveus grinnikend een hand door zijn haren haalde.
“But it’s all done. How are you feeling?”
[ De besturing van Percy is met GoldenTrout's consent gedaan. ]
|