Zijn terechtwijzing werd met een gegniffel en een gevatte voetnoot aan de kant geschoven. Geheel uit zichzelf trokken zijn wenkbrauwen de hoogte in, om vervolgens samen te trekken in een frons. Met stomheid geslagen trachtte de man te peilen of de excentriekeling één of ander grapje met hem uithaalde, waar hij nog altijd het idee had in een tv‒show te zitten die een verborgen camera gebruikte. Had Ethan hem in de val gelokt? Hij mocht dan wellicht bij de Elite horen, de Asheton‒lijn bezat desalniettemin over meer middelen. Dit was de eerste keer dat Maxwell zo'n vreemde snuiter als Percy had ontmoet, en het was nog maar de vraag of hij daar blij mee was. Hij raapte zich bij elkaar. Het was immers typisch dat het zo volstrekt atypisch was.
Niet wetende wat er precies op terug te kaatsen, verplaatste hij zich in het volgende onderwerp — waar de vraag van de avond was hoe meneer Kapitein het zou handelen als zijn volledige lijf al vol getatoeëerd zou zijn. Het antwoord hierop bleek echter wel iets waarop hij een goed geformuleerde reactie kon geven, en dat bevredigde zijn gemoedsstemming. Met een lichte fonkeling in zijn ogen krulden zijn mondhoeken dan ook om.
“Zeg dat niet te snel, Percival,” glimlachte hij hooghartig, eindelijk iets teruggekregen van zijn assertiviteit, “Wetenschappers hebben amper 1O% van de oceaan nog onderzocht, wat betekent dat die paar plaatsen waar jij bent geweest in het niet vallen. Er zullen meer dan genoeg magische plekken zijn die te ontdekken vallen. Ik vermoed —nee, ik durf mijn volledige fortuin erop in te zetten dat je aan één lichaam vol inkt niet genoeg zal hebben.” Maxwell begreep niet zo goed wat de reden was, alleen hij was plots uitermate nieuwsgierig naar het eindresultaat van Percy’s buigzame lichaam, getatoeëerd als een schatkaart.
De luchtige stemming van voorheen verdween net zo snel weer, waardoor de Golden Child als aanpassing zijn mond in een dunne streep veranderde. Van alles wat hij gezegd en gevraagd had, was dit hetgeen geweest waar de getinte man uiteindelijk van humeur door veranderde. Zwijgend, geduldig afwachtend, bleef Maxwell zijn kant op kijken. Percy leegde zijn tweede glas met gemak, welke met een zachte klap terug op de tafel werd geplaatst. De jonge Asheton had hem op het hart willen drukken dat hij heus zijn geheim niet hoefde te vertellen, mocht het al zoveel pijn doen er zelfs enkel aan te denken. Echter pakte de jonge man zijn woorden al snel door. Het was onbeschoft dit zomaar af te kappen, en het lag dan ook niet in zijn aard hem dit te vertellen. Desalniettemin vond hij het ontzettend intrigerend hoe de Adonis voor hem momenteel reageerde, en wat er allemaal achter zijn façade borrelde.
“Mijn hele jeugd lang fietste ik met mijn zussen en broertje dagelijks naar school. Een normaliteit, eigenlijk. Ik was vijftien toen mijn zus onderschept zag worden door een auto. Twee seconden eerder en ik zou degene geweest zijn onder die wielen. Zou mijn vader liever gewild hebben.” Wellicht was het afgetekend op zijn gezicht, waar zijn ogen een onpeilbare diepte waren en zijn kaken strak op elkaar waren geklemd, maar Maxwell was alles behalve gemakkelijk in sentimentele situaties. Van zijn ouders had hij immers altijd geleerd dat emotie tonen een zwakte was, voornamelijk voor mannen. Om deze reden riskeerde hij het nooit zijn eigen levensverhaal te vertellen; je wist immers nooit wie er te vertrouwen was en wie niet. Voor een kort moment sloeg hij het tafereel voor zich enkel gade, hoe Percy schaamteloos overging op de fles en deze vervolgens met een vrij stevige klap terugzette. Uiteindelijk eindigde hij met de woorden dat hij op zoek was naar een schat in Cincinnati, waarop de blonde man het rood op zijn kaken voelde komen.
Met een diepe zucht stond de Heer Asheton uiteindelijk op, trok zijn gouden blazer recht en marcheerde in een rechte lijn naar de bar toe om Percival kort alleen te laten. Het enige waar hij op hoopte, was dat de jonge man niet dacht dat hij hem na dit verhaal gedumpt had, wat enkel bijdroeg aan Maxwell’s gejaagde wijze van bestelling. Meerdere malen klopte hij om de bar om aandacht te vragen van de dichtstbijzijnde barman, één van de zovelen die tevens zijn shirt niet aan kon houden. In elke andere setting had hij gebloosd van oor tot oor, alleen zorgde zijn gehaaste reden voor bezoek ervoor dat hij niets minder dan geagiteerd was. De blonde zakenman rolde zijn ogen in pure ongeduldigheid, terwijl hij even omkeek naar de rare snijboon in kwestie — om te controleren of hij er daadwerkelijk nog zat.
|
“Vandaag nog,” grauwde hij, om zijn drift op de dienster te uiten, “een volle fles van jullie beste rum.” Nu was Asheton meestal de kalmheid—zelve, maar iets in deze situatie zorgde ervoor dat hij al zijn handelingen uitvoerde alsof hij 10 volle koppen koffie achter zijn kiezen had gegooid. Zo zocht hij gespannen al zijn zakken af om de portefeuille uiteindelijk uit de binnenzak van zijn gouden jasje vandaan te toveren. Alsof het niets was, gooide hij de bankbiljetten in diens gezicht, trok de fles al vrij bruusk uit de barman zijn handen en baande zich vervolgens een weg terug naar de tafel in de hoek. In plaats van het hazenpad te kiezen, koos hij er gewillig voor te wederkeren naar de excentriekeling die zijn curiositeit had weten te winnen. Teruggekeerd deed hij vanzelfsprekend alsof hij zijn oude vertrouwde onverschillige—zelve was.
“Gecondoleerd met het verlies, Percival, ik kan me niet voorstellen hoe dat moet voelen. . .” klonk het zachtaardig bij hem vandaan, terwijl hij de fles openmaakte en desbetreffende glas opnieuw vulde. Zijn observatie vertelde hem dat deze Adonis meer baat zou hebben bij drank dan een klop op de schouder, wat voor Maxwell goed uitkwam. “Ongeacht wat je vader liever zou willen, ik ben blij dat jij niet degene onder de wielen bent. Ik bedoel. . .” Hij kuchte ongemakkelijk, maar stopte tegelijkertijd niet met het vullen van de glazen terwijl hij Percy’s magnetische blik vermeed. “. . . dat je erin bent geslaagd mijn aandacht vast te houden — zelfs al heb je volgens mij vrij diep in het glaasje gekeken.” Het uitbrengen van deze onthulling ging niet zonder horten of stoten, daar hij meerdere malen zijn woorden stamelde en zijn ogen overal behalve de man had gericht, waarna hij terug op zijn plek plaatsnam. Een droge brok in zijn keel stoorde hem, en de stropdas rond zijn nek voelde opeens vrij strak aan.
Nadat Maxwell, eigenlijk tegen beter weten in, de trouwring voor de vreemdeling had gelegd — want aan het einde van de dag bleef hij dat —, vervloekte hij zichzelf mentaal. Hoe moest hij in actie komen wanneer zijn religieuze ouders weer één van de zovele etentjes hadden gepland met vrouwlief erbij? Ze zouden de missende ring om zijn vinger zeker weten als eerste opmerken. Toch was er iets in hem dat verlangde naar een heart—to—heart met deze aantrekkelijke vreemde gewikkeld in raadsels. Terwijl hij wat woorden erover losliet, in feite bekendmakende dat dit zijn scène niet was, speelde Percy intussen met de schitterende ring, wat hem deed denken aan een kat met z’n muis. Was hij de muis?
Met een zucht had hij zichzelf overgegeven en zijn gouden jasje uitgedaan, om deze naast de jonge man neer te leggen. De broeierige lucht die in deze club hing, was namelijk absoluut niet te harden. Geheel bewust lette hij niet op de blik of de reactie van desbetreffende, daar Maxwell realiseerde dat de dreamboat voor hem hier juist op zat te wachten. Toch kon hij een klein, subtiel glimlachje niet tegenhouden — zijn positieve feedback was behoorlijk aandoenlijk geweest. Binnen luttele seconden had het verleden hem ingehaald, al begreep hij niet precies hoe of waardoor dat kwam. Maar hij wist wel door wie — allemaal door hem. Hij. . . Hij had zijn leven verpest en zijn beeld veranderd over zichzelf, over deze doelgroep. Zou hij hier nog steeds gezeten hebben zonder hem? Of zou deze plek een tweede thuis voor hem zijn geworden? Zo rondkijkende waren er veel mensen die dit als veilige haven uit hadden gekozen, en hij was jaloers.
De zakenman voelde een groene draad van vuile afgunst en misschien zelfs rivaliteit. Hij wilde niets liever dan eens dezelfde vrijheid te voelen, maar hij had verwachtingen waaraan hij moest voldoen, een reputatie om omhoog te houden. De peinzende expressie op zijn gezicht had de man gemist door één van de halfnaakte serveerders te bekijken die plots langsliep. Eenmaal terugkijkende, had hij niet door hoe zinnenprikkelend zijn aanblik was geweest, hoe graag hij had laten blijken Percy’s bovenlichaam te zien. Nee — persoonlijk te onderzoeken zelfs. Alles in hem trachtte de gedachten en emoties uit zich te bannen, wat volledig geblokkeerd werd door het gegeven dat de exotische Don Juan voor hem zijn tank—top uitdeed. Hoewel zijn ogen gepleisterd waren op het betoverende aanzicht voor hem, voelde hij zijn wangen branden en de spieren in zijn kaak als zowel nek aanspannen. Iemand anders zou hem zo voor een rood aanlopend standbeeld kunnen aanzien, ware het niet dat zijn blik over zijn ontblote lichaam schoot als een racewagen — alsof het beeld elk moment weer kon verdwijnen.
|
MAXWELL ASHETON.
‘I'm not gay.
I'm not.
I don't want to.’
Zodra de bezopen piraat plaats had genomen op zijn schoot, kon hij niets anders dan zoveel mogelijk tegen de rugleuning aankruipen, zijn handen strak naast hem op de bank met print. De manier waarop hij zijn grens had overschreden liet hem vloeken. Mind you — Maxwell was alsnog een gentleman en vloekte daarom enkel met woorden als “verdorie” en “ketchup”. Er rolde zowaar een fluistering van een gebed uit zijn keel, daar hij om vergiffenis vroeg vanwege het zedeloze genot dat in hem rondwaarde, want hij wist dat hij ernaar zou gaan handelen. Het was er echter uitgekomen als een droge hoest en een nerveus gegniffel tegelijkertijd. Zijn grote vriend daarentegen was niet bepaald een gentleman, die dat liet merken door te reageren op het schuiven van de man op zijn schoot. De frictie zorgde voor een waas van wellust in zijn hoofd, die al het rationele het raam uitgooide. Het was maar goed dat de Don Juan de fles in zijn hand had geplaatst, want hij had een flinke slok van de rum nodig om niet gelijk flauw te vallen. Nu, met de liquide moed in zijn lichaam, kon hij althans nog een stomme grijns op zijn gezicht plaatsen, nadat hij zichzelf alvast geëxcuseerd had naar de lieve Heer boven.
Pas toen Percy klaar was met zijn zegje, had Max door dat hij de gehele tijd zijn adem in had gehouden — wat er nu als een of andere debiel uit kwam. Zodra zijn ademhaling weer enigszins in orde was, merkte hij eveneens op hoe een aromatische geur van vanille, rum, en cacao als zoete nectar zijn neus binnenviel. Magic Hands rook naar een Caribische fantasy, en om eerlijk te zijn, het bedwelmde hem volkomen —wat te zien was aan de dromerige blik in zijn blauwe kijkers. Of was dat de drank geweest waar hij net van gedronken had alsof het lucht was? Langzaam maar zeker was zijn arm rond Percy’s middel gegleden als een slang, die hem zowaar vrij gretig bij zich hield — om het zo te laten blijken dat hij niet zomaar kon vertrekken.
“Dus, wat je eigenlijk zegt,” begon hij, hees van het genot, waardoor Maxwell zijn eigen stem niet eens meer herkende, “is dat ik een alcoholist moet worden?” Zijn andere hand had de fles op de tafel neergezet, om vervolgens de kraag van het gouden jasje ruw vast te pakken en hem dichter naar zich toe te trekken. “It’s a good thing I like rum then. But other than that, I know what would taste even better right now.” In Maxwell’s ogen lag de klaarblijkelijke provocatie die hem vertelde het niet alleen bij woorden te laten.
“You realize that a man who knows how to use his tongue is extremely useful? By any means, I challenge you to pleasure more than only my curiosity.” De zakenman overbrugde de afstand tussen hen zoetjesaan, waarbij hij duidelijk liet blijken zichzelf niet meer tegen te houden. Het was vast de alcohol die sprak, morgen zou hij zichzelf voor zijn hoofd slaan, maar nu wilde hij niets liever dan alle voorzichtigheid in de wind gooien. En van wat hij van Percy had ontdekt in zijn observaties, was dat hij het beste reageerde op uitdagingen — wat hij nu dan ook simpelweg kon krijgen. “Of ben je bang dat je praatjes geen gaatjes zullen vullen?” fluisterde hij met een brutale glimlach op zijn gezicht, een scherpe fonkeling in zijn ogen. Maxwell zette zowaar nog een stapje verder door het jasje over zijn schouders naar beneden te trekken tot waar het mogelijk was.
“Die trouwring mag je van mijn part houden, maar die blazer, dat ding, eis ik terug.”
De zakenman overbrugde de afstand tussen hen zoetjesaan, waarbij hij duidelijk liet weten deze keer niet zo gemakkelijk meer terug te stribbelen. Bij het praten voelde hij de hete ademhaling tegen zijn lippen aanslaan, daar ze op niet meer dan een enkele centimeter bij die van Percy vandaan waren. Een onbekende golf van lef schoot door hem heen, waar hij verlangend op zijn onderlip beet.
Echter, Maxwell Asheton besloot eveneens hem voor een uitdaging te plaatsen door zich op een gegeven moment zo laconiek mogelijk terug te trekken, evenals zijn handen, en desgeinteresseerd (doch met een haast onherkenbare grijns) weg te kijken.
“So, what’s the deal with this charity event?”
|