Dit is nog van de vorige avond. (:
Venomis was verbaasd toen er op de deur werd geklopt. Ze had eigenlijk wel verwacht dat Erich weer in de kamer zou verschijnen. Ze deed de deur een stukje open, half om half verwachtend dat het Rodey was, maar het zag ernaar uit dat Erich zich vanavond wilde gedragen.
Erich stapte naar binnen. Ze zag dat hij een pak had aangetrokken voor de gelegenheid en het misstond hem niet.
‘Hallo Venomis.’
Ze knikte enkel terug en zag zwijgend toe hoe hij de deur weer zachtjes in het slot liet vallen.
‘Het ruikt lekker. Wat heb je gemaakt?’
‘Kip.’
‘Ach. Ik had wat chiquers verwacht, weet je? Een sater, bijvoorbeeld.’
Venomis rolde met haar ogen en liep naar het fornuis. Ze zette de pannen op de tafel en hoopte stiekem dat het aangebrand was, maar dat was niet gebeurd.
‘Als je vogels zich een beetje bezig hadden gehouden vandaag, hadden ze gezien dat de sater begraven was.’
‘Mijn vogels kijken vooral graag wat jij doet.’
Venomis verdeelde het bereide voedsel over de twee borden en keek hem schamper. ‘Als dat ze gelukt was, hadden we hier nu niet samen aan tafel gezeten.’
Erich draaide het bord rond en glimlachte. ‘Ja, dat is waar.’
Ze begon haar voedsel te snijden en zag dat haar gast hetzelfde deed.
‘Je hebt je vermaakt op het feest, zag ik?’
Hij keek haar veelbetekenend aan.
‘Ja.’ Venomis keek koeltjes terug, zich afvragend wat hij precies insinueerde.
Het bleef stil terwijl ze hun borden leeg aten. Erichs blik gleed door de kamer, maar Venomis wist dat hij niets zou vinden. Alles wat ze verborgen wilde houden, had ze goed verstopt.
Hij sprak niet en zij voelde evenmin de behoefte om wat te zeggen. Toen de pannen en borden leeg waren, stond ze op om af te ruimen. Ze stapelde alles op het aanrecht op, maar verstijfde toen Erich voor haar stond zodra ze zich omdraaide. Zijn gezicht was slechts een centimeter van het hare verwijderd.
‘Wat?’
Een glimlach speelde om zijn lippen. ‘Ik was benieuwd of je me zou zoenen. Je leek de smaak te pakken te hebben.’
‘Ik zoen mijn vijanden niet.’
‘Ik dacht juist van wel.’
Ze dacht even aan Ferapyle. Ze was haast alweer vergeten dat ze met hem gezoend had.
‘Maar we weten toch beide dat wij geen vijanden van elkaar zijn?’ Erich stak zijn hand uit en liet zijn hand door haar haren glijden. Ze verstijfde zonder zijn aanraking, wetende dat ze zich niet kon verweren als hij haar zou bijten.
‘Is dat zo?’
‘Als we elkaar gehaat hadden, was een van ons allang dood geweest, denk je ook niet?’
Zijn adem streek langs haar gezicht. Venomis wist dat hij gelijk had.
‘Misschien.’
Hij glimlachte en trok zijn hand weer terug. ‘Misschien zou het verstandig zijn om me wel als een vriend te zien. Ik weet nu eenmaal… veel.’
Venomis antwoordde niet en staarde in zijn donkere ogen. Hij zou nu onthullen wat de werkelijke reden was dat hij hier was.
‘De nereïde van je vriendinnetje is dood.’
Venomis keek hem met grote ogen aan. ‘Wat?’
‘Ja. Hij stierf in het bos. Een wezen dat zich kan transformeren, heeft zijn vorm aangenomen en doet zich nu als hem voor.’
Haar gedachten schoten naar Emily. Ze had gelijk. Baiel was echt veranderd. Er was geen Baiel meer.
‘Ik moet het haar zeggen.’ Ze liep al naar de deur toe, maar Erich greep haar pols vast.
‘Dat zou stom zijn. Het wezen weet immers dat hij niet de enige is die van gedaante kan veranderen.’
Venomis’ wangen kleurden rood, voor het eerst in haar leven. Dat had ze moeten in zien. Haar emoties gingen met haar op de loop. Emily was maar een dekmantel. Het zou haar niet moeten uitmaken dat haar man dood was. Maar dat deed het wel.
Venomis liet ietwat onzeker haar blik over zijn gelaat glijden. ‘Waarom vertel je me dit?’
Erich boog zich naar haar toe. ‘Ik heb altijd voor je klaar gestaan, Venomis. Jij bent degene die onze vriendschap verbroken heeft. Jij hebt honderden redenen verzonnen om me niet meer aardig te hoeven vinden.’ Hij grinnikte. ‘Ik begrijp het wel, hoor. Het is zoveel veiliger om je heil bij wezens te zoeken die je toch niet de baas kunnen zijn.’
Venomis zei niets. Ze wilde niet bij vroeger stilstaan. Ze had gedaan wat haar het beste leek en daar stond ze nog steeds achter.
‘Ik moet afwassen.’
Erich schoot in de lach. ‘Venomis de huisvrouw. Het moet niet gekker worden.’
Venomis wendde haar gezicht af en liep naar het aanrecht zonder om te kijken. Zodra het water uit de kraan de stilte overstemde, blikte ze over haar schouder, maar Erich was verdwenen.
Every villain is a hero in his own mind.