• De credits van deze RPG gaan in zijn geheel naar Escritura. Ik heb toestemming van haar om hem te heropenen, maar het idee is volledig van haar.





    Welkom op Camp Springwood!


    Camp Springwood staat over heel de wereld bekend als het meest effectieve kamp tegen homoseksualiteit. 75% van de kinderen komen terug compleet genezen van deze ziekte en als uw kind geen vooruitgang toont krijgt u 100% van uw geld terug.
    Schrijf uw kind nu in voor zomerkamp in Camp Springwood!

    15 kinderen worden ook dit jaar weer naar Camp Springwood gestuurd. Dit ‘Straight Camp’ maakt gebruik van verschillende manieren en activiteiten om kinderen van hun homoseksualiteit te genezen. (Waaronder team-building, therapie en andere activiteiten.)

    Deze RPG volgt de zomer van deze kinderen en hun begeleiders. Voor wie het niet doorhad, ik denk dus niet echt dat homoseksualiteit een ziekte is, zo werkt dat kamp gewoon.



    Regels en waarschuwingen:
    - Schelden en 16+ mag
    - Gelieve stukjes te schrijven van meer dan zes regels
    - Gelieve alleen ervaren RPG’ers
    - Respecteer de andere spelers
    - Bestuur alleen je eigen karakters

    ***
    Begeleiders (3):
    Daria Zena Nassir - Boira
    Sionnach Regan - Theodora


    Kampeerders:
    Jaime Conneely - Homoseksueel - Theodora
    Giorg Levi Willson - Homoseksueel - KellyBelly
    Emmanuel Zacherias Ezra Russo Smit - Biseksueel - Boira
    Thimo Cummings - Homoseksueel - Shelob
    Vanity Johnson - Biseksueel - Jaimes
    Ashley 'Ash' Caroline Billington - Biseksueel - Macabre
    Callia Joanne Wicklow - Homoseksueel - Mirare
    Valérie ´Val´ Rose Hattaway - Biseksueel - Nerys
    [Vrouw - Biseksueel - Caleo]

    We beginnen bij de aankomst op het terrein. In de brief die de kampeerders hebben gekregen staat dat ze zich moeten melden bij één van de begeleiders, die vertelt hen hun zaal. Hierna begint de RPG echt. De begeleiders delen de groep in tweeën en de eerste activiteit zal zijn dat ze in kleine groepjes kennis met elkaar maken.
    story

    [ bericht aangepast op 6 april 2013 - 10:54 ]


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    [ Mijn topics. Ik kan nu pas op Q -.- ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    (Wat een kutsite is dit zeg. Maar goed. Ik ben er op dus niks meer te zeuren... mijn topics)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Giorg Willson

    De hele reis heb ik al niets gezegd. Ik zit op de bijrijdersstoel en kijk door het raampje naar buiten.
    "Je weet wat we afgesproken hebben Giorg, als je je daar niet aan houdt kom je er nooit meer in," zegt de man die zich mijn vader noemt. Een korte grom komt uit mijn mond en ik neem niet een de moeite om te antwoorden noch naar hem te kijken, hij verdiend dat niet eens.
    Ik kijk hoe we langs een aantal weilanden komen en tel zo snel dat ik kan de dieren erin. Twee ganzen, acht koeien en zes- nee zeven schapen. Wauw, dieren tellen, hoe verveeld kan je zijn? Nou, zo verveeld dus. Er komt een lange zucht uit mijn mond. Hierop hoor ik mijn vader ook zuchten, ja irritant he!
    Wanneer de wagen dan tot stilstand komt stapt mijn vader uit. Zelf blijf ik zitten. "Eruit komen!" hoor ik hem roepen en ik negeer hem. Ik hoor een dreun tegen de wagen maar ik reageer er maar niet op. Wanneer de deur open gaat en ik bij mijn bovenarm vastgegrepen word schrik ik toch wel lichtelijk. Ik word de wagen uit getrokken en beland zo op het asfalt, op mijn knieën die redelijk zeer doen nu. Tijd op bij te komen heb ik niet want mijn vader trekt me omhoog en trekt me achter zich aan, met mijn koffer in zijn andere hand.
    "Doe effe normaal!" roep ik maar hij antwoord niet. Ik geef geen kik wanneer hij me tegen het ijzere hek aanduwt en mijn koffer naast me neer gooit. Met mijn handen had ik de spijlen vastgepakt om er niet te hard tegenaan te komen. Ik hoor autobanden gieren en ik draai me om. Met een snelheid van, volgens mij, 100 kilometer per uur scheurt mijn vader er vandoor.
    "Lul..." Ik kijk weer terug naar het hek waar het kamp zich achter verscholen houd. Wanneer het brandende gevoel in mijn knieën weer terug komt besluit ik even te kijken. Ik stroop mijn broekpijp een beetje op en zie dat mijn linker knie een beetje geschaafd is. Bij de rechter is dat ook zo. Ik ga weer recht staan en richt me op de ruimte achter het hek.
    "Hallo!?" roep ik dan luid. Dan pas besef ik me dat ik een brief had gekregen, helemaal verkreukt haal ik hem uit mijn zak en lees hem even door. 'Je dient je te melden bij een van de begeleiders' lees ik en ik frons. Ik zet mijn hand tegen het hek en duw zachtjes. Hij geeft mee. Ik stop de brief terug in mijn zak en pak mijn koffer op, dan begin ik te lopen. Ik kijk even om wanneer het hek zich achter mij sluit. Woow, dat was even raar...
    Ik haal mijn schouders kort even op en loop door, ik kom uit op een terrein met allemaal zalen en zo. Er stond dat ik me in het cafetaria moest melden. Ik kijk even in de rondte en zie dan een groter gebouw dan de andere, dat zal vast het cafetaria zijn. Met mijn koffer in mijn handen geklemt loop ik richting de grote deur, ik open hem en loop naae binnen.
    "Hallo?" roep ik dan opnieuw, net als dat ik bij de poort deed.

    ( Outfit )


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (Ik was dus niet de enige, mijn topic)


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!

    [Maaaainnn topics.

    And jup, Q doet gekke dingen de laatste tijd.]


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Thimo Cummings

    Angstig keek ik naar de weg. Ik wou niet weg! Mijn vader stopte de auto en ik stapte vlug uit, ik had geen zin om hem nu boos te hebben. Ik kijk naar het hek en voel mijn tas tegen mijn onderbenen aanknallen. Ik was daar echter niet op voorbereid, dus viel ik achterover over mijn tas. 'Sta op.' Riep mijn vader en snel stond ik op. 'Genees of blijf!' Was het laatste wat hij toeriep. Ik knikte en mijn vader scheurde weg. Ik was alleen.
    Ik liep naar het hek toe, ik had mijn brief uit mijn hoofd geleerd, dus ik wist wat ik moest doen, nouja niet echt geleerd, gewoon 3x doorgelezen. Ik duwde tegen het hek aan en liep naar binnen. Oke, waar was het cafetaria? Ik zie een andere jongen bij een gebouw staan en ik loop er heen. 'Hallo.' Mompel ik.


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!

    Sorry, ik kwam sinds half acht niet meer op Q.


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    (Wij allemaal denk ik Demi.

    @Shelob, in de regels staat dat je meer dan 6 regels moet doen. Dit zijn maar vijf en een kwart. ;) )

    [ bericht aangepast op 27 maart 2013 - 8:02 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Zou in de beginpost ook een link naar de story kunnen? (: ik schrijf vanmiddag na school een reactie!]


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Valérie ´Val´ Rose Hattaway

    Met een norse blik staarde ik via het zijraam naar buiten. Bomen vlogen voorbij, evenals af en toe een lantaarnpaal of een auto. De spanning in de auto was om te snijden en de irritaties waren duidelijk voelbaar. ´Dit is voor je eigen bestwil, Val,´ hoorde ik mijn vader zeggen, maar in plaats van te reageren zette ik een van mijn voeten tegen het dashboardkastje aan. Ik wist dat hij er tegen was als ik dat deed en met een licht arrogante blik, een die zei; Zeg er dan wat van?, keek ik hem aan. Zijn handen omklemde het stuur iets vaster, maar hij reageerde niet en keek boos voor zich uit. Een kleine voldane glimlach verscheen kort op mijn gezicht terwijl ik mijn hoofd weer van hem afwendde om naar buiten te kijken. Mama zou het hier nooit mee eens zijn geweest en dit maakte mijn gemis naar haar toe alleen maar erger. Ergens had ik kunnen weten dat dit er aan zat te komen. De loze belofte die hij mijn moeder maakte.. Licht schudde ik de gedachten van me af en sloeg mijn armen over elkaar. Denken aan hoe het anders had kunnen zijn had nu geen nut meer, ik kon geen kant op en mijn lieve vader wist dat dondersgoed.
    Mijn blik vertrok toen hij de weg in sloeg die naar het kamp leidde en onbewust balde ik mijn hand tot een lichte vuist. Nathan en Eliza hadden nog geprobeerd om hem om te praten, maar aangezien ze me niet in huis konden nemen was er verder niet veel meer wat ze hadden kunnen doen. Behalve beloven langs te komen wanneer dat kon, als dat überhaupt wel kon, of een keer bellen. ´We zijn er,´ hoorde ik mijn vader zeggen, waar ik wederom niet op reageerde. In mijn eigen tempo maakte ik mijn gordel los en gooide het portier open. ´Val..´ begon hij weer maar dit keer kapte ik hem direct af. ´Waag het niet om me zo nog één keer te noemen,´ beet ik hem toe en griste mijn rugzak van de grond af. ´Weet je, eigenlijk heb je me naar de beste pek kunnen sturen die er is,´ zei ik vervolgens waarna ik uitstapte. Even draaide ik me naar hem om en meende een korte glimp van tevredenheid te zien. Als hij dacht dat ik het zei omdat ik blij was hier te zijn, dan had hij het mis. Op dit moment zou ik alles doen hem te irriteren, vooral in de wetenschap dat ik hem hierna voorlopig toch niet meer zag.
    ´Deze plek.. Dit kamp.. Echt geweldig. Je hebt me naar een paradijs gestuurd. Jongens én meisjes, allemaal om me heen en op dezelfde plek. Precies hetgeen waar een ziek persoon als ik naar verlang. Top keuze!´ De blik op zijn gezicht was voor mij op dat moment goud waard, maar tijd om hem te laten reageren gaf ik hem niet. Met een klap sloeg ik het portier dicht, liep naar de kofferbak om mijn koffer eruit te halen en sjokte vervolgens naar de ingang van het kamp. Zonder nog één keer om te draaien en met de kofferbak nog steeds open. ´Eikel,´ mompelde ik in mezelf en liet mijn blik naar het kamp voor me glijden.
    De brief die we hadden gehad had ik maar kort gelezen, maar precies genoeg om te weten dat we ons moesten melden bij een begeleider ergens in het cafetaria. Met mijn rugzak over mijn schouder en mijn koffer losjes achter me aan ging ik opzoek. Eenmaal binnen duurde het niet lang voor ik gevonden had waar ik naar zocht en gelukkig was ik niet de eerste die aan was gekomen. ´Hoi,´ bracht ik uit, liet mijn koffer los en mijn rugzak met een plof op de grond terecht komen, waarna ik even mijn handen door mijn lange lokken liet gaan en mijn blik kort op de jongens richtte .

    [ bericht aangepast op 27 maart 2013 - 8:53 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    [Ik ga straks naar de crematie van mijn opa, dus ik kan morgen pas weer reageren.]
    Callia Joanne Wicklow
    Het is stil in de auto, zoals altijd - Audrey houdt immers niet van muziek, Ian is niet zo'n prater, en Jared en ik weten wel beter dan een nutteloos gesprek te beginnen. Vooral ik, want Audrey is geen fan van mijn gespreksonderwerpen. De zucht die aan mijn lippen ontsnapt klinkt harder dan zou moeten en ik kijk onwillekeurig om me heen, hopend dat niemand de verbroken stilte aangrijpt als aanleiding om een gesprek te beginnen. Ik wil niet praten, ik wil gewoon dat ze me afzetten, dat de mensen van het kamp me genezen verklaren en dat ik daarna thuis weer door kan gaan zoals het altijd was, alleen dan nog iets stiekemer.
    Zo gaat het altijd, zij het meestal om iets anders en zonder kamp.
    Gelukkig blijft het stil. Ik wou maar dat ik muziek kon luisteren, maar als ze merken dat ik mijn iPod aan mijn buik heb vastgeplakt, pakken ze hem ongetwijfeld af. Eigenlijk hou ik helemaal niet van stilte, het is alleen beter dan het alternatief. Hoe langer Audrey haar preek uitstelt, hoe eerder ze hem zal moeten afbreken, dus ik klaag niet en sla mijn benen over elkaar.
    Pas als de routeplanner zegt dat we er over twaalf minuten zijn - ik heb de minuten afgeteld - schraapt Audrey haar keel.
    'We verwachten dat je volledig genezen thuiskomt, Callia. Ik wil niets hebben van deze ziekte. Indien het kamp niet werkt zullen we andere maatregelen treffen, en die zullen minder aangenaam zijn,' zegt ze. Het is een mededeling, het gebeurt toch wel, wat ik ook zeg, dus ik knik maar. 'Ja mama.' Onwillekeurig vraag ik me af of ze daadwerkelijk met Ian heeft overlegd, of dat ze zichzelf inmiddels als meervoud aanduidt.
    'Dag Callia,' zegt Jared als we aankomen op de parkeerplaats. Het is het eerste dat hij tegen me heeft gezegd sinds Audrey hem heeft uitgelegd wat homoseksualiteit inhoudt, en hij kijkt me er niet bij aan.
    'Doei,' mompel ik, en ik spring uit de auto om mijn koffer te pakken. Ik moet vechten tegen de neiging om aan mijn buik te krabben - iPods zijn vreselijk oncomfortabel - terwijl ik naar het hek loop.
    'We zien je als je beter bent,' klinkt de stem van Audrey. 'Veel succes.'
    'Dag mama.'


    Our Father who art in Heaven. Our Father who art buried in the yard.

    [mijn topics, ik post vanmiddag iets c:]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Ashley 'Ash' Caroline Billington
    Met over elkaar geslagen armen zat ik achterin de auto. Mijn vader zat aan het stuur en mijn moeder zat naast hem.
    Er stond een norse uitdrukking op mijn gezicht terwijl ik naar buiten keek.
    ''We zijn er bijna,'' meldde mijn vader. De hele reis, zo'n anderhalf uur in totaal, was er amper een woord gezegd. Ik snoof.
    ''Ik haat jullie,'' siste ik. Mijn vader wierp me via het spiegeltje een dodelijke blik, terwijl mijn moeder voor de zoveelste keer in huilen uitbarstte. Ik vernauwde mijn ogen. Ik wilde terug naar Elise, terug naar mijn oude, vertrouwde leefomgeving...
    ''Die woorden tolereer ik niet, Ashley Billington. Als we je binnenkort weer ophalen ben je weer de oude,'' gromde mijn vader. Zijn knokkels waren wit door de stevige greep om het stuur - van woede, nam ik aan. ''Nooit,'' zei ik. ''Ik zal nooit worden zoals jullie.''
    Plotseling stapte mijn vader op de rem waardoor ik haast tegen de stoel voor me knalde en toen ik naar buiten keek, zag ik dat we er waren. Koppig bleef ik zitten, starend uit het raam. Mijn vader stapte uit en trok mijn portier open, terwijl mijn moeder nog zacht snikte.
    ''Eruit.'' Ik schudde mijn hoofd. ''Nu!''
    Toen ik hem aankeek, zag ik dat zijn gezicht rood was aangelopen. Mijn mondhoeken krulden licht en zelfvoldaan omhoog, maar die kleine grijns verdween al snel toen een harde klap de stilte vulde en ik mijn wang voelde tintelen.
    Geschrokken legde ik mijn hand op mijn wang en beet mijn kiezen op elkaar, vechtend tegen te tranen. Mijn vader trok me uit me auto en greep me precies op de plek waar al blauwe plekken van gisteren zaten; mijn bovenarm.
    ''D-dag, lieverd,'' zei mijn moeder. Ik keek haar doods aan. ''Val dood,'' siste ik en beende met die woorden naar het hek die ik ruw openduwde.
    Ik keek even op de brief die we hadden gekregen en las dat ik naar het cafetaria moest. Ik verfrommelde de brief tot een propje, gooide deze respectloos op de grond en met grote voetstappen en een rode, pijnlijke wang beende ik het cafetaria binnen.

    [Iemand voor Ashley? (:]

    [ bericht aangepast op 27 maart 2013 - 12:27 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Jaimes schreef:
    [Zou in de beginpost ook een link naar de story kunnen? (: ik schrijf vanmiddag na school een reactie!]


    Die zet ik erin zodra ik thuis ben.


    "The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."

    Jaime Conneely

    Al een tijdje is het muisstil in de auto, maar het voelt niet onaangenaam. Nee, spannend is een beter woord. Ik staar door het raampje en tel de bomen die we passeren. Tenminste, dat probeer ik, maar we rijden net iets te snel. Om te vermijden dat ik hoofdpijn krijg, richt ik mijn blik ergens anders op. Ik laat mijn ogen de auto rond dwalen, op zoek naar iets interessants om naar te kijken. Een kleine glimlach kruipt op mijn lippen als ik zie hoe de hand van mijn moeder op de versnellingspook ligt, die van mijn vader erbovenop. Dat wil ik ook. Normaal zijn, zoiets met een vrouw kunnen delen, een gezin stichten, graag gezien worden door God.
    Een zachte zucht rolt uit mijn mond, terwijl we langzaam tot stilstand komen.
    "Kom op, kleine," plaagt Tiernan die me praktisch de auto uit duwt. "Ga fietsen."
    Ik werp hem een blik toe, die zou moeten duidelijk maken dat ik niet onder de indruk ben, maar daar ben ik plots zelf niet meer zo zeker van. Ergens kwam die opmerking wel hard aan.
    "Laat je broer met rust, Tiernan. Het is een belangrijke dag voor hem," snelt mijn moeder ter verdediging. Wanneer ik haar aankijk, zie ik nog net hoe ze naar me knipoogt. Mijn moeder is zo'n fantastische vrouw, altijd kan ik op haar rekenen. Meestal altijd.
    Ik maak mijn gordel los en stap uit de auto. Bijna onmiddellijk hoor ik de andere drie deuren ook open en dicht gaan. Een klein geluidje laat me weten dat mijn vader de koffer geopend heeft, maar voor ik mijn koffer kan nemen is Tiernan er al mee bezig. Ik voel mijn vader's hand op mijn schouder en kijk hem wat onzeker aan.
    "We zijn trots op je, zoon, je moeder en ik. Het zelf willen is al een hele goede stap naar genezing. Het is alleen jammer dat je geen contact met ons mag opnemen, want we willen je graag steunen."
    "Geef het hem nou gewoon!" roept Tiernan die met mijn koffer aan het sjouwen is.
    Een mama-blik van mijn moeder legt hem echter weer meteen het zwijgen op. Vragend kijk ik ze aan, waarop mijn moeder een pakje uit haar tas haalt. Ze stopt het in mijn handen en net wanneer ze wil gaan uitleggen wat dit te betekenen heeft, barst ze in snikken uit. Automatisch sla ik mijn armen om haar heen, terwijl ik de blik van mijn vader zoek om te weten te komen wat er aan de hand is.
    "Nou, zoon. Het zijn brieven. We hebben een brief geschreven, voor elke twee dagen van je kamp, om je aan te moedigen en je te helpen je doel voor ogen te houden."
    Ik knik zachtjes en voel mijn ogen nat worden. Dat is zo ongelofelijk lief van ze. Ik weet dat ze het moeilijk hebben met mijn geaardheid, en ik had het gewoon helemaal niet verwacht. Mijn moeder neemt mijn gezicht in haar handen en drukt een kus op mijn voorhoofd. Zelfs mijn vader geeft me nog een knuffel. En tot mijn uiterste verbazing toont Tiernan dat hij ook een menselijke kant heeft.
    "Als ik het kon, kan jij het ook," fluistert hij me toe. Maar er is iets aan de blik in zijn ogen waardoor ik plots medelijden met hem krijg. Zo snel als de blik er was, is hij echter weer verdwenen en krijg ik de tijd niet meer om er verder over na te denken. De wind wordt uit mijn longen geslagen wanneer Tiernan mijn koffer met brute kracht in mijn armen gooit.
    "Ik ben je slaaf nou eenmaal niet, uk," lacht hij, en deze keer moet ik ook even grinniken.
    Ik kijk toe hoe mijn ouders terug in de wagen stappen, mijn moeder huilend zoals ik haar haast nooit gezien heb. Ikzelf haal diep adem zodat ik zelf niet ga huilen als een baby, en na een laatste keer gezwaaid te hebben, wandel ik vol goede moed het kamp in. Vandaag is de dag dat ik ga beginnen genezen.
    Om me heen wandelen nog mensen, maar ik hou mijn blik op de grond gericht. Ze zien er allemaal zo kwaad uit dat ik ze niet durf aanspreken. Zoals mijn brief me heeft opgedragen, ga ik op zoek naar de begeleiders. In de verte zie ik een lichtje branden, en ik volg het pad dat er naartoe leidt. Niet veel later kom ik bij een gebouw aan, waarvan ik vermoed dat het de eetzaal is. Ietwat aarzelend stap ik binnen, om vervolgens wat onwennig om me heen te kijken. Er zitten een vrouw en een man, en ik heb geen flauw idee naar welke ik moet gaan. Bijna automatisch zet ik een voet richting de man, maar dan herinner ik mezelf er aan dat ik hier ben om dat af te leren. Ik stop en draai me naar de vrouw toe. Langzaam stap ik op haar af.
    "Jaime Conneely," zeg ik zachtjes terwijl ik mijn hand naar haar uitsteek.

    [Sionnach komt later, moet gaan nu :3]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.