Flynn Donovan.
Zachtjes had ze haar keel geschraapt, terwijl ik nog geen antwoord had gegeven. Wat wilde ze dan dat ik zou zeggen? Ik beantwoordde het in elk geval niet en begon te lachen, waarbij ik haar aankeek en vervolgens doodleuk melde dat ze een schattige kont heeft. Verward krabde ze achter haar hoofd en uiteindelijk lachte ze zenuwachtig. “Uhm… Bedankt.” Ik had niet verwacht hoe ze zou reageren, maar zou ik er überhaupt wel verder over na denken. In elk geval begon ik al weg te lopen, waarna ze me al daarna ingehaald had en naast me liep. Haar meldde ik nu dat Rowan wel gek was, om vervolgens in mijn ooghoeken te zien dat haar hand naar haar heup gleed. Dat is waar ook, volgens mij had ik al gedacht dat ik een wond bij haar zag vannacht. Quasi-beledigd keek ze me aan, waarop ik eigenlijk wat moest grinniken. Het zag er best schattig en daarbij vermakelijk uit, die reactie opeens.
“Je was er niet bij,” antwoordde ze. Haar blik wendde ze de andere kant uit. Hierop knikte ik enkel mijn hoofd en keek haar even bestuderend aan, een deel was onbewust, terwijl mijn blik over haar heen gleed. We hadden beide bloed op onze kleding gekregen van de Walkers, dat mocht ik er wel eens vanaf wassen. Al zou ik dat morgen doen, aangezien ik hierna vast moe zou zijn. Abrupt draaide ze zicht om naar mij en begon richting de trap te lopen. “Ze zijn boven,” meldde ze in het voorbij gaan, maar ik volgde haar niet heel snel. Ik had geen zin om te haasten. Bovendien had ik eerlijk gezegd ook geen zin om hen te helpen, maar dat zal wel moeten denk ik. Ik zal echter wel als eerste weg zijn als het erop aan komt, niet dat hen dat mogen weten. Dat van Rebecca daarnet was gewoon een uitzondering, bleef ik mezelf vertellen. Een uitzondering.
We kwamen aan bij Jess en Ryan, maar het ging allemaal heel snel in een waas voorbij. Het ene moment waren we nog Walkers aan het doden, elkaar aan het helpen, maar het volgende moment waren we die vieze lelijkerds aan het verslepen. Dat was nog een heel werkje, mocht ik wel zeggen. Nu lagen ze op een stapel en damn, die stapel was nog wel wat zeg. Het zorgde er in elk geval voor dat ik me uitermate moe, en dus automatisch ook chagrijnig was geworden. Desondanks waren de anderen dat ook, Rebecca was uitgeput, maar dat merkte iedereen wel op. Nu ik zo doodop was, zei ik automatisch ook niets meer. Macht der gewoonte denk ik, net zoals een aantal andere dingen. Ze zouden maar blij moeten zijn dat ik mijn mond nu houd, anders kwamen er nogal wat botte opmerkingen en uitspraken uit, daar zullen ze niet blij mee zijn. Zeker niet nu iedereen zo doodmoe was. Goed, de rest ging al slapen, waardoor ik ook maar – nadat ik futloos het stuk vlees had opgegeten – naar een kamer zocht en op het bed crashte. Eigenlijk wilde ik in eerste instantie Rebecca nog wat plagen en bij haar in bed liggen. Alleen omdat ze zo moe was, I gave her a break.
De kamer die ik had uitgezocht was niet ver bij die van haar vandaan, bedacht ik me nu, met mijn slaperige hersenen. Ze leken in elk geval te slapen, net zoals de rest van mijn lichaam die erg moe was en ik voelde al een lichte spierpijn. Ik kon op elk moment neervallen, maar dat probeerde ik te onderdrukken tot ik mijn kleding uithad. Deze gooide ik gewoon op een stapeltje op de grond, omdat ik geen fut had om het ergens netjes neer te dumpen over een stoel of iets dergelijks. Tot ik in mijn rode boxer stond, waar kleine ijsjes opstonden. Dat Rebecca dat gezien had… ach ja, ze herinnerde het vast niet eens, zo boeiend is het nu ook weer niet. Ik liet me op het bed vallen, die nogal kraakte erdoor en begaf me vervolgens onder de dekens, waarna ik al snel in slaap viel. Toen de volgende dag kwam, was dat voor mij al veel te snel. De gordijnen waren open en de zon scheen naar binnen, maar ik deed mijn ogen alleen dicht en draaide mezelf om. Geen zin en fut om uit bed te komen na gisteren. Alleen toen ik nog ongeveer een halfuur had gelegen, ging ik langzaamaan recht zitten, waarna ik diep zuchtte – vooral van de moeheid die nog bezit had van mijn lichaam.
Met mijn handen in mijn haren ging ik er een aantal keer doorheen, terwijl mijn ellebogen op mijn benen steunde. Na een aantal keer diep in en uit geademd te hebben, pakte ik mijn kapotte tas, waar ik de foto van Lucy uithaalde. Ze lachte. Het was zo’n foto waarop ze het niet verwacht, of elk geval in de gaten had, ze keek dan ook niet in de camera. Toch waren haar prachtige ogen te zien. Ik mis haar, zo erg dat ik er geen woorden voor had en het pijn deed. Ze zou hier moeten zijn, bij mij. Waar is ze nu? De foto legde ik op mijn bed, waarna ik naar de douche liep. Ik wist waar het was, omdat ik me nog herinnerde dat Rebecca er één had en naartoe ging. Hopelijk zou het water warm zijn, lauw kon ik ook nog wel hebben. Ik douchte maar voor een klein kwartiertje, ook al leek het wat langer te zijn. Daarna zocht ik een handdoek, die ik pas na een aantal minuten kon vinden en droogde me er ruw mee af.
[ bericht aangepast op 2 maart 2013 - 22:32 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.