• 1729, de gouden eeuw van de piraten loopt ten einde en het word moeilijker. De zwaar beladen schepen vormen niet meer zo’n makkelijke prooi als daarvoor, dus zoeken deze piraten een nieuwe en makkelijkere manier om hun prooi alsnog buit te maken. De bemanning van The Ophelia merkt ook dat alles slechter gaat. Het eens zo mooie schip dobbert al een tijdje haveloos rond op de woeste zee, terwijl haar bemanning uitgedund is door verschillende gevechten. Het lot is ze gunstig gezind als ze plotseling op het kleine, maar magische eilandje ‘Lighthouse Cove’ stuiten.
    Het eilandje is maar klein, de wateren om het eiland levensgevaarlijk. Dat is één van de redenen waarom niemand het eiland bezoekt. De trouwe vuurtorenwachter, die al generaties lang door dezelfde mannen word vervuld, loodst alle schepen netjes om het eiland. Het eiland is maar dunbevolkt, met een enkel dorpje dicht bij de vuurtoren en het strand. Voor de rest bestaat het eiland vooral uit een magisch, tropisch bos.
    De komst van de piraten word door sommige als een kleine verademing beschouwt, een afleiding van het dagelijkse leven. De piraten zuipen veel, maken gebruik van alle wat ze tegen komen en lokken de schepen in de val door de vuurtoren te saboteren. Uiteraard is niet iedereen hier blij mee, zoals een deel van de kleine bevolking en natuurlijk de trouwe vuurtorenwachter, die buiten het zicht van de piraten probeert om de schepen veilig weg te krijgen.


    Regels:
    - Lange posts van 200-300 woorden is echt een minimum. Dat houd in dat je minstens 10 of meer regels schrijft, een kort hoofdstuk eigenlijk. Dit houd dus niet in dat je om de regel of om de twee regels een enter doet.
    - Je schrijft in de ik-vorm, met de naam van je personage boven je post.
    - Geen onnodig gequote! Daarvan rekken de pagina’s uit en je hoeft echt niet een reactie te quoten als hij op de vorige pagina staat of als je een reactie op iemand schrijft, al is het al even geleden. Je neemt trouwens zelf maar even de moeite om een reactie terug te zoeken als je dat nodig hebt.
    - Niet off-topic gaan! Je bespreekt dingen maar in iemands gastenboek of via een privé bericht. Kleine dingetjes mogen uiteraard wel.
    - Geen Mary Sues, niemand houd ervan om met perfecte personages te spelen of mensen die zich overal uit weten te redden.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Maximaal 3 rollen.
    - Geen mensen die al snel stoppen, denk daar goed over na voor je jezelf aanmeld. Meld het wel als je afwezig bent of wel wilt stoppen.

    Piraten:
    - Nicholas Elijah Hawkins Hidan - kapitein
    - Alice Gwyn Barwick Assassin - rechterhand
    - Bernadette Mary-Ann Raydel Permission
    - Peyton Locke Neiva
    - Noël Sam Thomson Frodo

    Eilandbewoners:
    - Ezra Gilbert Jenkins Assassin
    - Milan Montgomery Gasai
    - Aurélie Gabrielle du Aquitaine Neiva
    - Milena Cassia Jenkins Hidan
    - Hassu Kins Wiarda

    Rollentopic
    Een kleine map van het eiland.
    Bij het dorpje moet je je zoiets voorstellen.

    Het begin:
    Het is vroeg in de ochtend, de dageraad breekt pas net aan waardoor het nog redelijk donker is. De eilandbewoners doen gewoon hun ding, terwijl de piraten hun plan om de vuurtoren over te nemen helemaal klaar gemaakt hebben. De piraat Peyton Locke heeft de vuurtoren al verkend en verslag uit gebracht bij de kapitein om het plan compleet te maken. Nu hebben ze het schip veilig achter wat rotsen gelegd om vervolgens de vuurtoren over te gaan nemen. De piraten gaan ook naar het dorp en kunnen zelf kiezen of ze zich daar huisvesten of op de boot blijven.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Na mijn antwoord worden Ezra's ogen iets groter. Als ik vervolgens vraag of hij ooit met een meisje heeft gezoend wordt zijn hoofd alweer knalrood. Nee dus. Hij begint zichzelf koelte toe te wuiven en hapt naar adem. Het is jammer dat je dit soort dingen niet kan vast leggen. Het wordt haast lachwekkend in plaats van schattig, met zijn steeds rood worden.
    'Nee,' antwoordt hij zacht en zenuwachtig. 'Ik kus nog geen meisjes hoor,' murmelt hij nerveus. Daar was ik ook al achter. Ik zie hem er nog wel voor aan een hartstilstand te krijgen als hij met iemand naar bed gaat. 'Het is wel warm vandaag,' zucht hij dan, waarschijnlijk om zijn vreemde gewuif te verklaren. Ik haal mijn schouders iets op. 'Het is kouder als gister, vind ik.' Ik zet een stap zijn kant op. 'Zou je een meisje willen zoenen?' vraag ik hem dan, met een iets ondeugende, maar ook geamuseerde fonkeling in mijn ogen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Hahaha, ik wist het. Dan gaat Aurélie hem zijn eerste kus geven. /wbw.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Alice Gwyn Barwick

    Achter me hoor ik hoe Locke zacht grinnikt. "Je weet dat je er zelf ook ééntje bent, Barwick?" vraagt hij geamuseerd. Ik doe heel erg mijn best om er niet op te reageren en bal kwaad mijn vuisten. Als we bij Nicholas aankomen zie ik al hoe laat het is aan zijn gezicht. Hij is echt pissig. Zijn kaken zitten straks op elkaar, maar hij houd zich nog in. Ik vraag me af voor hoelang en hoe snel ik de dans kan ontspringen voor hij uitbarst.
    "Sorry dat we te laat zijn, cap'tein." bied Locke zijn excuses aan. Hij wilt volgens mij ook zo snel mogelijk de dans ontspringen, maar dat lukt niet zomaar met zo'n simpel excuus. "Duidelijk langer dan een uur." begint hij dan ook, grommend, en hij laat zijn blik over ons allemaal glijden, waar hij bij mij stopt. Zijn wenkbrauw doet hij omhoog, ten teken dat ik mezelf moet verklaren, maar vervolgd dan voor ik dan kan: "Het kan maar beter goed zijn wat jullie hebben ontdekt, want dit aanvaard ik verdomme al helemaal niet."
    Ik haal even diep adem, natuurlijk komt het nu weer op mij neer. "Het dorp is één grote puinhoop, het zal me verbazen als je daar iets vind. We waren redelijk snel klaar, maar Thompson hier dacht dat hij elfjes kon vangen in het bos." grom ik en werp Noël een kwade, dodelijke blik toe terwijl ik een losgeraakt, vlassige pluk haar achter mijn oor duw. "Ik dacht al bijna dat hij bezweken was aan hun vervloekingen, dus wilde we hem al achter laten. Op dat moment besloot hij echter ineens wel op te dagen." Nu kijk ik Nicholas weer aan, mijn ogen terug naar de koude, emotieloze blik die ik normaal bij me draag.

    Ezra Gilbert Jenkins

    Ze haalt haar schouders iets op. "Het is kouder als gister, vind ik." zegt ze en ze zet een stap mijn kant op. "Zou je een meisje willen zoenen?" vraagt z me dan, met een iets ondeugende, maar ook geamuseerde fonkeling in haar ogen. Ik zet wankelend een stap achteruit omdat ik me in het nauw gedreven voel. "Nee, ik bedoel, ja. Maar... ooit en..." Ik raak verward van mijn eigen woorden en gedachten, door mijn stap achteruit struikel ik over mijn eigen voeten en verlies ik mijn evenwicht, waardoor ik op mijn kont in het zand beland en met een rooie kop naar Aurélie kijk, maar al snel beschaamt mijn ogen afwend.
    Ik krabbel snel overeind uit het zand en klop mijn kleding af, waardoor de zand deeltjes in de rondte vliegen. "Heb jij dan wel eens een jongen gekust?" kaats ik dan terug, maar ik durf haar nog steeds niet aan te kijken. Ik weet hoe onhandig dat word en het rode in mijn gezicht word eindelijk wat minder, hoewel er vlekken overblijven en het terug zal komen zodra ik haar aankijk of als zij nu 'ja' gaat zeggen. Ik hoop maar dat ze nee zegt, dan is het heel wat minder ongemakkelijk voor mij.


    Your make-up is terrible

    Pirate Noël Sam Thomson

    Meteen als we aan komen, zie ik dat het mis is. De kapitein klemt zijn kaken op elkaar, zoals hij altijd doet als hij zich probeert te beheersen. Locke probeert de situatie nog ietwat te redden. "Sorry dat we te laat zijn, cap'tein."
    Natuurlijk is dat niet genoeg. "Duidelijk langer dan een uur." begint hij en laat zijn blik over ons alle drie glijden. Als zijn koude ogen langs mijn gezicht gaan, kan ik een korte rilling niet onder drukken. Hij stopt bij Alice en ik hoop maar dat zij alle schuld op zich krijgt.
    "Het kan maar beter goed zijn wat jullie hebben ontdekt, want dit aanvaard ik verdomme al helemaal niet." zegt de kapitein, terwijl zijn ogen nog steeds op haar rusten. Ik houd mijn adem in terwijl ik wacht op haar antwoord. Zal ze me verraden?
    "Het dorp is één grote puinhoop, het zal me verbazen als je daar iets vind. We waren redelijk snel klaar, maar Thompson hier dacht dat hij elfjes kon vangen in het bos." Ze werpt me weer één van die hatelijke blikken toe, maar ik doe alsof ik het niet zie. Ik ben niet zo kinderachtig als haar en hopelijk ziet de kapitein dat ook. "Ik dacht al bijna dat hij bezweken was aan hun vervloekingen, dus wilde we hem al achter laten. Op dat moment besloot hij echter ineens wel op te dagen."
    Ik begin zachtjes te grinniken. "Misschien geloof jij nog in elfjes, Barwick, maar ik dacht dat ik een bedreiging zag." nu kijk ik de kapitein recht in de ogen aan en zeg: "Ik zag een groepje mannen verderop, ik denk een stuk of twintig. Ze bleven maar naar het schip kijken en toen ben ik achter ze aan gegaan. Het zijn maar een stelletje boeren, niets om voor te vrezen, maar ze hebben het niet zo op vreemdelingen. Ons gewoon inlijven zal dus moeilijk worden." met die informatie zal de kapitein al heel wat meer hebben, denk ik zelfgenoegzaam


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Ezra zet wankelend een stap naar achteren. 'Nee, ik bedoel, ja. Maar... ooit en...' Verward door zijn eigen woorden en zijn stap naar achteren struikelt hij over zijn eigen voeten en verliest hij zijn evenwicht. Ik bijt op mijn lip om niet te gaan lachen als hij in het zand beland en mij met een rood hoofd aankijkt. Hij wendt zijn blik echter al snel beschaamd af. Snel krabbelt hij overeind en klopt hij het zand van zijn kleren. 'Heb jij dan wel eens een jongen gekust?' kaatst hij terug. Ezra kijkt me alleen nog steeds niet aan. Expres lik ik even over mijn lippen heen. 'Hmmm, ja. Ik heb met een jongen gekust,' antwoord ik luchtig, alsof het niks is. Voor mij is het ook niet echt iets, maar voor hem denk ik wel. Ik ben eigenlijk wel verder gegaan dan kussen, maar dat vermeld ik er maar niet bij. Dan gaat hij nog van zijn stokje. Ik doe een stap naar voren en leg mijn handen op zijn wangen, zo draai ik zijn gezicht naar me toe zodat hij me wel aan moet kijken. Ik ga weer op mijn tenen staan en druk dit keer een kus op zijn volle lippen, in plaats van op zijn wang. Het is slecht een vederlicht kusje, die hooguit drie seconden duurde.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Ik word toch naar haar lippen toe getrokken als ze daar over heen likt, maar wend mijn blik snel weer af. Het rode wilt nu niet meer echt weg. "Hmmm, ja. Ik heb met een jongen gekust." antwoord ze luchtig, alsof het niks is. Ik word zo mogelijk nog roder en knipper een aantal keer. Ik had het kunnen verwachten. Ze doet een stap naar voren, naar mij toe en ik kijk verlegen naar mijn voeten. Hierna legt ze haar handen op mijn wangen, zo draait ze mijn gezicht naar zich toe zodat ik haar wel aan moet kijken. Mijn hoofd word donkerrood en ik stop met ademen, ik vergeet het gewoon. Ze gaat weer op haar tenen staan en drukt dit keer een kus op mijn volle lippen, in plaats van op mijn wang. Het is slecht een vederlicht kusje, die hooguit drie seconden duurt.
    Ik word er licht in mijn hoofd van en besef me dat ik adem moet halen, waarna ik een flinke, oncharmante hap adem neem en mijn ademhaling enorm snel gaat, terwijl ik nog altijd licht in mijn hoofd ben. Ik staar Aurélie verbijsterd aan, nu pas dringt de aanraking van haar zachte lippen op die van mij tot me door en ik probeer mezelf overeind te houden en niet flauw te vallen. Ik kan gewoon niet reageren, mijn lichaam reageert niet meer. Ik probeer wat woorden te stamelen, maar alles komt er onsamenhangend uit. Ik lik daarna even over mijn lippen en voel mijn lichaam wat verslappen, uit de eerdere verstijfde toestand van eerder.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Als ik Ezra aankijk zie ik dat zijn hoofd een donkerrode kleur heeft. Dan hapt hij ineens naar lucht, alsof hij net steeds geen adem heeft gehaald. Hij staart me verbijsterd aan en ziet eruit alsof hij zijn best moet doen niet flauw te vallen. Ik denk dat het maar goed is dat ik hem een kus heb gegeven, hoe licht die ook was. Het is niet handig als hij dit doet wanneer hij een meisje leuk vindt en zij hem kust. Dat is nogal een afknapper. Een onsamenhangend gebrabbel komt over zijn lippen, waarna hij er even met zijn tong over heen likt.
    Iets bezorgd kijk ik hem aan. Dan pak ik zijn hand vast, zodat ik hem mee kan trekken naar een omgevallen boom. Ik zorg dat hij op de stam gaat zitten en ga dan naast hem zitten. 'Voel je je wel goed?' vraag ik aarzelend.
    'Ezra,' begin ik dan op een voorzichtige toon. 'Je zal echt aan dat soort dingen moeten wenen,' voeg ik er op een zachte toon aan toe. 'Als je later een vriendin krijgt kan je niet steeds een rood hoofd krijgen of naar adem happen wanneer ze je zoent.''


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Aurélie kijkt me bezorgd aan en pakt mijn hand vast, iets wat het er nou niet bepaald beter op maakt voor mij. Ze neemt me mee naar een omgevallen boom en zorgt ervoor dat ik op de stam ga zitten. Zelf gaat ze naast me zitten, terwijl ik nog altijd zwijg en het voelt net alsof ik nooit meer ga praten. "Voel je je wel goed?" vraagt ze aarzelend en ik knik lichtjes. Ik word al iets minder duizelig nu ik zo zit en knipper wat verwilderd met mijn ogen. Ik ben echt een sukkel, De grootste sukkel van het eiland, wel te verstaan.
    "Ezra." begint ze dan op een voorzichtige toon en ik weet al wat ik over me heen ga krijgen. "Je zal echt aan dat soort dingen moeten wenen." voegt ze er op een zachte toon aan toe. "Als je later een vriendin krijgt kan je niet steeds een rood hoofd krijgen of naar adem happen wanneer ze je zoent.'' Ja, krijgen we dat weer. Ik knik opnieuw waarna ik even slik. Mijn keel en mond voelen droog aan en ik hoop maar dat ik geluid kan produceren.
    "Ik weet het." piep ik vervolgens met mijn onmannelijk hoge stem, nog een beetje in paniek. Daarna zucht ik en zet ik mijn handen op mijn knieën en verberg ik mijn gezicht in mijn handen. "Het maakt toch niet uit. Ik ben er niet voor gemaakt om zulke dingen te doen, dus doe dat alsjeblieft nooit meer." zeg ik haar klein, met mijn handen in mijn gezicht verstopt zodat ik haar niet aan hoef te kijken en mijn rode kop niet hoeft te aanschouwen. Nu ik hem verberg trekt het rode toch langzaam weg.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Als ik aan Ezra vraag of hij zich wel goed voelt knikt hij en knippert hij verwilderd met zijn ogen, waardoor ik het idee heb dat het helemaal niet zo goed gaat.
    'Ik weet het,' piept hij met een onmannelijk hoge stem. Het klinkt nog steeds wat paniekerig. Hij zucht en verbergt zijn gezicht in zijn handen. 'Het maakt toch niet uit. Ik ben er niet voor gemaakt om zulke dingen te doen, dus doe dat alsjeblieft nooit meer,' zegt hij kleintjes.
    Ik bijt op mijn lip en knik. 'Ik laat je anders wel even alleen,' zeg ik dan op een zachte toon waarna ik opsta in wegloop. Ik weet eigenlijk niet eens waar ik van plan ben naar toe te gaan. Om naar het dorp te gaan heb ik geen zin in, volgens mij mogen de meeste mensen mij toch niet. Het bos ik ook geen optie, daar verdwaal ik in enkele seconden. Uiteindelijk besluit ik maar terug te gaan naar de vuurtoren.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Het is voor een moment stil. Volgens mij beweegt Aurélie, maar ik kan het niet zien. "Ik laat je anders wel even alleen." zegt ze dan op een zachte toon waarna ik haar voel opstaan, de boomstam beweegt iets, en daarna haar voetstappen weg hoor gaan. Ja, misschien heb ik wel tijd alleen nodig. Of niet, ik hou van gezelschap. Ik ben altijd vrolijk! Mijn gehavende gezicht begint uiteindelijk pijn te doen van dit vasthouden, waardoor ik hem weer los laat en toekijk hoe Aurélie weer in de richting van de vuurtoren begint te lopen. IJs, ik moet er zo ijs op doen...
    Ik ben op slag vergeten wat er allemaal gebeurt is en spring snel op, om haar naam te roepen en half struikelend achter haar aan te rennen. Ze is al redelijk ver gelopen. Hijgend kom ik bij haar. "Aurélie." piep ik vanwege het adem tekort. "Ben je nou helemaal gek om daar alleen heen te gaan! Straks kom je die engerd wel tegen! Kom, we gaan naar huis." Ik pak haar hand vast en sleep haar terug de andere kant op, waarvan ik denk dat alles een stuk veiliger zal zijn.


    Your make-up is terrible

    Peyton Locke
    'Duidelijk langer dan een uur,' gromt de cap'tein. Hij trekt zijn wenkbrauw op, als teken dat we ons zelf moeten verklaren, maar praat dan verder. 'Het kan maar beter goed zijn wat jullie hebben ontdekt, want dit aanvaard ik verdomme al helemaal niet.'
    'Het dorp is één grote puinhoop, het zal me verbazen als je daar iets vind. We waren redelijk snel klaar, maar Thompson hier dacht dat hij elfjes kon vangen in het bos,' gromt Alice en ze kijkt Thompson boos aan. ' Ik dacht al bijna dat hij bezweken was aan hun vervloekingen, dus wilde we hem al achter laten. Op dat moment besloot hij echter ineens wel op te dagen.' Ze richt haar blik weer op de cap'tein. Ik grinnik zachtjes.
    'Misschien geloof jij nog in elfjes, Barwick, maar ik dacht dat ik een bedreiging zag,' zegt Thompson nadat hij ook even gegrinnikt heeft. 'Ik zag een groepje mannen verderop, ik denk een stuk of twintig. Ze bleven maar naar het schip kijken en toen ben ik achter ze aan gegaan. Het zijn maar een stelletje boeren, niets om voor te vrezen, maar ze hebben het niet zo op vreemdelingen. Ons gewoon inlijven zal dus moeilijk worden,' vertelt hij vervolgens.
    Ik moet toegeven dat dat slim bedacht is van Thompson, maar ik betwijfel of het waar is wat hij zegt. Wanneer het niet waar blijft te zijn, en de cap'tein zal vast niet al te blij zijn als hij daar achterkomt.
    Ik kijk naar de cap'tein en schraap mijn keel. 'Zoals Barwick al zei heeft het dorp niet veel te bieden, maar ik denk dat het verstandig is de mensen die hier wonen wel voorzichtig te benaderen, ook al zijn het maar een stel boeren. We hebben wel eten en water nodig en ik denk wanneer de mensen hier ons niet als een vijand of bedreiging zien dat ze ons dan sneller zullen helpen.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Ik heb al een behoorlijk stuk gelopen als ik Ezra mijn naam hoor roepen maar ik loop gewoon verder, alsof ik het niet gehoord heb. Een paar minuten later hoor ik gehijg, wat waarschijnlijk betekent dat Ezra dichterbij komt. 'Aurélie,' piept hij. 'Zo heet ik ja. Goed van je dat je het onthouden hebt,' mompel ik. 'Ben je nou helemaal gek om daar alleen heen te gaan! Straks kom je die engerd wel tegen! Kom, we gaan naar huis.' Hij pakt mijn hand vast en sleurt me mee richting het dorp.
    Ik zucht even en trek mijn hand los. 'Die is net richting zijn schip gelopen, Ezra. Ik kan vanaf de vuurtoren zien of hij deze kant op komt dus dan zou ik gewoon weg kunnen gaan. Tenzij hij magische krachten heeft en zichzelf hier naar toe kan toveren, kom ik hem niet tegen.' Ik draai me om, om weer richting de vuurtoren te lopen. 'Bovendien heb ik hier geen huis,' mompel ik dan op een zachte toon.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    "Zo heet ik ja. Goed van je dat je het onthouden hebt." mompelt ze. Ik leet hier maar even niet op, het lijkt me op het moment dringender om haar te waarschuwen. Hierop zucht ze vooral en trekt ze haar hand los. "Die is net richting zijn schip gelopen, Ezra. Ik kan vanaf de vuurtoren zien of hij deze kant op komt dus dan zou ik gewoon weg kunnen gaan. Tenzij hij magische krachten heeft en zichzelf hier naar toe kan toveren, kom ik hem niet tegen." zegt ze en ze draait zich weer om, om weer richting de vuurtoren te lopen. Ze is nog koppiger dan ik, volgens mij! Dit kan ik natuurlijk niet goed laten gebeuren, omdat ik gewoon altijd het beste voor iedereen wil.
    "En als je dan in de vuurtoren zit en ze komen? Dan kan je niet weg want ze pakken je." mompel ik. Ik vraag me af wat ik fout heb gedaan dat ze ineens zo doet, of dat ze misschien vreemde stemmingswisseling heeft. "Bovendien heb ik hier geen huis." mompelt ze dan op een zachte toon. Ik krijg medelijden met haar dat ze zo naar haar eigen huis verlangt. "Wel waar." ga ik er tegen in. "Je woont bij ons in het dorp en wij zijn je familie. Wij geven om je en willen je niet weg hebben." zeg ik eigenwijs. "Of geef jij soms niets om ons?" vraag ik dan kleintjes en ik bijt op mijn lip. Ik voel me plotseling veel jonger en kleiner dan ik werkelijk ben.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    'En als je dan in de vuurtoren zit en ze komen? Dan kan je niet weg want ze pakken je,' mompelt Ezra. Ik schud mijn hoofd. 'Vanaf de vuurtoren kan ik ook zien of ze er aankomen, en als dat het geval is dan kan ik gewoon weg gaan. Ze krijgen me heus niet te pakken,' zeg ik. 'En als je het niet vertrouwd, dan ga je maar gewoon mee,' mompel ik er achteraan.
    'Wel waar,' protesteert hij als ik zeg dat ik hier geen huis heb. 'Je woont bij ons in het dorp en wij zijn je familie. Wij geven om je en willen je niet weg hebben,' zegt hij eigenwijs. 'Of geef jij soms niets om ons?' vraagt hij kleintjes en hij bijt op zijn lip. 'Ik wóón niet in het dorp, ik verblijf hier. Ik ben hier niet voor eeuwig, hoop ik. Zodra ik naar huis kan dan ga ik, zelfs al is het dan midden in de nacht,' zeg ik. 'En jullie geven helemaal niet om me. Volgens mij ben jij de enige die me aardig vindt, de rest vindt mij maar raar,' mompel ik er achteraan. Op zijn vraag geef ik geen antwoord, omdat ik het antwoord zelf ook niet weet.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Ze schud met haar hoofd. "Vanaf de vuurtoren kan ik ook zien of ze er aankomen, en als dat het geval is dan kan ik gewoon weg gaan. Ze krijgen me heus niet te pakken." zegt ze. "En als je het niet vertrouwd, dan ga je maar gewoon mee." mompelt ze er achteraan. Ik zucht, eigenlijk wil ik terug om te kijken of Mila al thuis is, maar ik kan haar ook niet zomaar alleen laten. "Goed, ik ga wel mee." brom ik. "Ik wóón niet in het dorp, ik verblijf hier. Ik ben hier niet voor eeuwig, hoop ik. Zodra ik naar huis kan dan ga ik, zelfs al is het dan midden in de nacht." zegt ze en het steekt. "Maak je me dan wel wakker, als je gaat?" vraag ik zacht.
    "En jullie geven helemaal niet om me. Volgens mij ben jij de enige die me aardig vindt, de rest vindt mij maar raar." mompelt ze er achteraan. "Ze vinden je misschien wel wat raar, maar dat is omdat je anders bent dan ons. Stiekem vinden ze je wel aardig, maar niemand hier doet ook echt aardig." antwoord ik. "Ze zijn zelf gewoon raar." vervolg ik schouder ophalend. "Je moet je niets van hen aantrekken Aurélie, en gewoon doen waar je zelf zin in hebt. Als het niet te gevaarlijk is dan."


    Your make-up is terrible