• 1729, de gouden eeuw van de piraten loopt ten einde en het word moeilijker. De zwaar beladen schepen vormen niet meer zo’n makkelijke prooi als daarvoor, dus zoeken deze piraten een nieuwe en makkelijkere manier om hun prooi alsnog buit te maken. De bemanning van The Ophelia merkt ook dat alles slechter gaat. Het eens zo mooie schip dobbert al een tijdje haveloos rond op de woeste zee, terwijl haar bemanning uitgedund is door verschillende gevechten. Het lot is ze gunstig gezind als ze plotseling op het kleine, maar magische eilandje ‘Lighthouse Cove’ stuiten.
    Het eilandje is maar klein, de wateren om het eiland levensgevaarlijk. Dat is één van de redenen waarom niemand het eiland bezoekt. De trouwe vuurtorenwachter, die al generaties lang door dezelfde mannen word vervuld, loodst alle schepen netjes om het eiland. Het eiland is maar dunbevolkt, met een enkel dorpje dicht bij de vuurtoren en het strand. Voor de rest bestaat het eiland vooral uit een magisch, tropisch bos.
    De komst van de piraten word door sommige als een kleine verademing beschouwt, een afleiding van het dagelijkse leven. De piraten zuipen veel, maken gebruik van alle wat ze tegen komen en lokken de schepen in de val door de vuurtoren te saboteren. Uiteraard is niet iedereen hier blij mee, zoals een deel van de kleine bevolking en natuurlijk de trouwe vuurtorenwachter, die buiten het zicht van de piraten probeert om de schepen veilig weg te krijgen.


    Regels:
    - Lange posts van 200-300 woorden is echt een minimum. Dat houd in dat je minstens 10 of meer regels schrijft, een kort hoofdstuk eigenlijk. Dit houd dus niet in dat je om de regel of om de twee regels een enter doet.
    - Je schrijft in de ik-vorm, met de naam van je personage boven je post.
    - Geen onnodig gequote! Daarvan rekken de pagina’s uit en je hoeft echt niet een reactie te quoten als hij op de vorige pagina staat of als je een reactie op iemand schrijft, al is het al even geleden. Je neemt trouwens zelf maar even de moeite om een reactie terug te zoeken als je dat nodig hebt.
    - Niet off-topic gaan! Je bespreekt dingen maar in iemands gastenboek of via een privé bericht. Kleine dingetjes mogen uiteraard wel.
    - Geen Mary Sues, niemand houd ervan om met perfecte personages te spelen of mensen die zich overal uit weten te redden.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Maximaal 3 rollen.
    - Geen mensen die al snel stoppen, denk daar goed over na voor je jezelf aanmeld. Meld het wel als je afwezig bent of wel wilt stoppen.

    Piraten:
    - Nicholas Elijah Hawkins Hidan - kapitein
    - Alice Gwyn Barwick Assassin - rechterhand
    - Bernadette Mary-Ann Raydel Permission
    - Peyton Locke Neiva
    - Noël Sam Thomson Frodo

    Eilandbewoners:
    - Ezra Gilbert Jenkins Assassin
    - Milan Montgomery Gasai
    - Aurélie Gabrielle du Aquitaine Neiva
    - Milena Cassia Jenkins Hidan
    - Hassu Kins Wiarda

    Rollentopic
    Een kleine map van het eiland.
    Bij het dorpje moet je je zoiets voorstellen.

    Het begin:
    Het is vroeg in de ochtend, de dageraad breekt pas net aan waardoor het nog redelijk donker is. De eilandbewoners doen gewoon hun ding, terwijl de piraten hun plan om de vuurtoren over te nemen helemaal klaar gemaakt hebben. De piraat Peyton Locke heeft de vuurtoren al verkend en verslag uit gebracht bij de kapitein om het plan compleet te maken. Nu hebben ze het schip veilig achter wat rotsen gelegd om vervolgens de vuurtoren over te gaan nemen. De piraten gaan ook naar het dorp en kunnen zelf kiezen of ze zich daar huisvesten of op de boot blijven.


    Your make-up is terrible

    Peyton Locke
    Het kost een tijdje om maar de kliffen te lopen, en de weg er heen is wat moeizaam te beklimmen waardoor ik ergens spijt krijg dat ik niet gewoon naar het schip gegaan ben. Als we eindelijk boven staan kijkt Barwick naar beneden, naar het water. Dan draait ze zich naar me om. Er is een kleine grijns op haar gezicht te zien. 'Dit zou je toch niet willen missen?' vraagt ze, waarna ze op de rand gaat zitten. 'Oké, daar heb je een punt,' geef ik toe terwijl ik naast haar ga zitten.
    Ze heeft haar flacon weer tevoorschijn gehaald. 'Je bent echt een mietje,' murmelt ze en ze neemt een slok. Ik grinnik zacht. 'Ik ben een mietje? Alleen omdat ik niet uit jouw flacon wil drinken?' grinnik ik. 'Sorry, maar jij bent duivels en hels genoeg om er iets van vergif in te doen,' vervolg ik.
    Barwick maakt haar opnieuw vast, maar ondanks dat het nu in een staart zit waaien haar lokken mee in de wind. Ik betrap mezelf er op dat ik er naar kijk en kijk snel weer voor me uit.


    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Ezra knikt en wrijft over zijn onderlip, waardoor het er uit ziet alsof hij aan het nadenken is. 'Maar u bent een dame, dat is wat anders. En het is onbeleefd om naar de leeftijd van een dame te vragen,' zegt hij. Ik glimlach lichtjes. Hij heeft dus enigszins nog wat manieren. 'Ik ben zeventien,' vertel ik hem. 'en mag ik vragen hoe oud u bent?'
    'Nee, daar heb ik eigenlijk geen tijd voor, ziet u. Ik moet veel dingen doen voordat ik iets voor mezelf kan doen en soms ook nog de taken van Mila, omdat zij liever andere dingen doet,' antwoordt hij glimlachend, als ik heb gevraagd of hij vaak naar de vuurtoren gaat. Ik frons lichtjes. 'Het is niet er aardig van uw zus om jou haar taken te laten doen, dat zou ze zelf moeten doen. Anders leert ze nooit enige verantwoordelijkheid,' zeg ik op een iets wat neerbuigende manier, niet bedoelt tegen Ezra maar tegen zijn zus.
    'Maar ik vind het wel fijn om er heen te gaan als ik kan. En zeg nou maar gewoon jij,' zegt hij. 'Ik zal zal mijn best doen om dat te onthouden,' zeg ik.
    Na nog een tijd gelopen te hebben komt de vuurtoren eindelijk in zicht. Gelukkig maar want mijn benen beginnen moe te worden.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Alice Gwyn Barwick

    "Oké, daar heb je een punt." geeft Locke toe terwijl hij naast me ga zitten. Ik krijg een triomfantelijke grijns op mijn gezicht die wat eng en gestoord aan doet. Nou, misschien ben ik dan ook wel een beetje gestoord, of heel erg. "Natuurlijk heb ik een punt." zeg ik dan zelfbewust.
    Locke grinnikt zacht. "Ik ben een mietje? Alleen omdat ik niet uit jouw flacon wil drinken?" grinnikt hij. "Sorry, maar jij bent duivels en hels genoeg om er iets van vergif in te doen." vervolgt hij. Ik werp hem een verbaasde blik toe, maar lach dan zacht en humorloos. "Ik mag dan wel duivels en hels zijn, maar ik kan zelf ook niet tegen gif, idioot." zeg ik wat vermaakt tegen hem. "Dan was ik nu zelf ook wel dood. Volgens mij ben je gewoon bang van drank." daag ik hem vervolgens uit, om nogmaals een slok eruit te nemen.
    Mijn blik staat naar voren, maar vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar de man naast mij. Hij is mannelijk, onbeschoft en af en toe vind ik hem een softie, maar ik ben dan ook vaak véél harder dan een vent. Ik ben niet voor niets de rechterhand en niemand anders. Misschien omdat ik gevoelloos genoeg ben, met alles genoegen neem van de kapitein, of tenminste doe alsof, en niet zo zeer bij hem klaag. Tegen mezelf wel en anderen snauw ik daardoor nog sneller af.

    Ezra Gilbert Jenkins

    Ze glimlacht lichtjes en ik ben blij dat ik haar dus op de juiste manier benader. "Ik ben zeventien." vertelt ze me. "en mag ik vragen hoe oud u bent?" Ik frons eventjes. "Twintig." antwoord ik dan. "Sorry als dit onbeleefd is, maar u komt veel volwassener over. Nou, niet altijd, maar vaak wel. U ziet er ook ouder uit." vertel ik haar openlijk, omdat ik nou eenmaal erg open ben.
    "Het is niet er aardig van uw zus om jou haar taken te laten doen, dat zou ze zelf moeten doen. Anders leert ze nooit enige verantwoordelijkheid." zegt ze op een iets wat neerbuigende manier over mijn zus waardoor ik moet grimassen. "Ik doe het graag voor Mila hoor." murmel ik eigenwijs. "Ze moet ook de vrijheid hebben nu ze die nog kan hebben." Ik zucht even en besef me dat het ooit over zal zijn, dan woont ze niet meer bij mij maar bij één of andere gore vent die haar met zijn vuile poten aanraakt. Ik kan mezelf er echt boos om maken.
    "Ik zal zal mijn best doen om dat te onthouden." zegt ze en ik glimlach. "Dat is uw geraden ook, madame Aurélie." grinnik ik op een plagerige toon. Als we nog een tijd gelopen hebben, zie ik de vuurtoren al verschijnen en ik grijns. "Wedstrijdje wie er als eerste is!" roep ik dan luid, boven het geluid van de zee uit en ik begin als een gek met mijn slingerende benen op de vuurtoren af te rennen, wat zeker niet het charmantste beeld zal zijn.


    Your make-up is terrible

    Aurèlie Gabrielle du Aquitaine
    Als ik vraag hoe oud hij is, fronst hij even. Ik mag toch hopen dat hij intelligent genoeg is om zijn eigen leeftijd te weten, anders is het wel erg sneu. 'Twintig,' antwoordt hij uiteindelijk. 'Sorry als dit onbeleefd is, maar u komt veel volwassener over. Nou, niet altijd, maar vaak wel. U ziet er ook ouder uit.' Ik die er ouder uit zie? Dat is een nieuwe, meestal word ik jonger geschat omdat ik niet bepaald lang ben met mijn 158 centimeter. Ik begin me af te vragen of Ezra wel helemaal honderd procent is.
    'Ik doe het graag voor Mila hoor,' murmelt hij eigenwijs. 'Ze moet ook de vrijheid hebben, nu ze die nog kan hebben.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik ben van mening dat ze haar verantwoordelijkheid moet nemen voor haar taken, als ze dat al niet aan kan zal ze al helemaal nooit instaat zijn voor een kind te zorgen,' zeg ik.
    'Dat is uw geraden ook, madame Aurélie,' grinnikt Ezra plagerig, nadat ik heb gezegd dat ik het zal proberen te houden om hem aan te spreken met “je”.
    De vuurtoren komt steeds meer in zicht en ik zie vanuit mijn ooghoeken dat Ezra grijnst. 'Wedstrijdje wie er als eerste is!' roept hij waarna hij naar de vuurtoren begint te rennen. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem na. Nu weet ik het zeker, er zit een steekje los bij hem, dat kan niet anders. Op een rustig tempo loop ik verder richting de vuurtoren en ik slaak een opgeluchte zucht als ik er eindelijk ben. Mijn benen zijn moe. Ik ben het niet gewend zo'n eind te lopen.
    Ik geniet nog maar net van het uitzicht als mijn blik op iets achter de kliffen valt. Mijn ogen knijp ik tot spleetjes zodat ik het wat beter kan zien. Het lijkt wel een schip... Een schip! Misschien is het een beetje een fatsoenlijk schip, die mij mee kan nemen als ze weer weg gaan! 'Volgens mij zie ik daar een schip,' zeg ik opgewekt, en met nieuwe energie tegen Ezra. Zonder op een reactie van hem te wachten draai ik me om en loop ik weg van de vuurtoren, richting het schip, op een sneller tempo als net.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Aurélie haalt haar schouders op. "Ik ben van mening dat ze haar verantwoordelijkheid moet nemen voor haar taken, als ze dat al niet aan kan zal ze al helemaal nooit instaat zijn voor een kind te zorgen." zegt ze en ik frons. "Nou. Mila gaat nog lang geen kinderen krijgen, dus tijd zat." zeg ik eigenwijs en ik sla mijn armen ondertussen over elkaar heen. Ik moet er niet aan denken, Mila en een paar van die kutkoters, niets voor haar. Ik heb haar liever helemaal voor mezelf.
    Ik ben allang bij de vuurtoren en als ik me omdraai zie ik dat Aurélie op een rustige, wat vermoeide pas naar me toe komt. Ietwat teleurgesteld kijk ik naar haar terwijl ik uitgebreid aan het nahijgen ben. Als ze bij me is, lopen we samen omhoog waar je vanuit de glasloze ramen over alles uit kan kijken. Opnieuw beneemt het mijn adem, zoals elke keer opnieuw. Ik zink helemaal weg in mijn fantasiën tot ik de stem van Aurélie ineens hoor.
    "Volgens mij zie ik daar een schip." Haar stem klinkt opgewekt en vol energie. Ik draai me gelijk om en zie dat ze gelijk heeft, het drijvende puntje daar achter die rotsen. Aurélie loopt al weg van de vuurtoren en op een flink tempo volg ik haar. "Ga je daar heen?" vraag ik ongelovig. "Je weet maar nooit wat voor schip het is en wie erop zitten! Ga je dan weg bij ons?" Ik pak haar beet hij haar arm waardoor we beide plotseling tot stilstand komen.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    'Nou. Mila gaat nog lang geen kinderen krijgen, dus tijd zat,' zegt Ezra eigenwijs en hij slaat zijn armen over elkaar. Ik haal mijn schouders op. 'Daar beslis jij niet over, voor hetzelfde geldt dat ze nu al zwanger is,' zeg ik.
    Kort daarna rent Ezra richting de vuurtoren en loop ik op een rustig tempo achter hem. Als ik uiteindelijk ook boven kom lijkt hij iets wat teleurgesteld, alsof hij verwacht had dat ik ook ging rennen. Al snel zie ik een schip, en meld ik dat Ezra opgewekt om vervolgens om te draaien en weg te lopen van de vuurtoren, om naar het schip te gaan.
    'Ga je daar heen?' hoor ik Ezra ongelovig vragen. Ik antwoord er echter niet op omdat het antwoord mij nogal voor de hand liggend lijkt en ik loop rustig verder. 'Je weet maar nooit wat voor schip het is en wie erop zitten! Ga je dan weg bij ons?' Als hij me bij mijn arm beet pakt moet ik wel stil blijven staan. 'Ja, ik ga er heen Ezra. Juist omdat ik dan kan zien wat voor een schip het is,' zeg ik terwijl ik mijn arm los trek. 'En ja, als het een betrouwbaar schip is dan ga ik hier weg. Ik wil hier niet langer blijven dan nodig is'. Na die woorden loop ik verder.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Aurélie haalt haar schouders op. "Daar beslis jij niet over, voor hetzelfde geldt dat ze nu al zwanger is." zegt ze. "Echt niet!" ga ik er geschrokken tegen in. "Mila gaat helemaal niet zo met jongens om, nog lang niet! Dat wilt ze helemaal niet hoor." Jeetje wat is die Aurélie raar. Kent ze Mila nog niet dan? Die zie je echt niet met een andere jongen dan ik vertrekken!
    Als ik haar arm vast gepakt heb, is ze wel gestopt. "Ja, ik ga er heen Ezra. Juist omdat ik dan kan zien wat voor een schip het is." zegt ze terwijl ze haar arm los trekt. "En ja, als het een betrouwbaar schip is dan ga ik hier weg. Ik wil hier niet langer blijven dan nodig is." Na die woorden loopt ze verder. Ik loop snel achter haar aan, lichtelijk paniekerig dat ze weg loopt en wat gekrenkt.
    "Waarom wil je hier niet blijven? Zijn we niet aardig genoeg geweest? Ik heb echt mijn best gedaan voor u, miss Aurélie." spreek ik veel te snel achter elkaar uit terwijl ik achter haar aan blijf lopen. "Iedereen vind u aardig, ga alsjeblieft niet weg!" Mijn stem klinkt hoger dan normaal omdat ik het gevoel heb dat ik haar heb weggejaagt, al weet ik niet precies hoe. Misschien had ik niet zo moeten twijfelen over haar woorden over Mila, al weet ik toch dat ze ongelijk heeft.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Aan de voetstappen hoor ik dat Ezra achter mij aanloopt.
    'Waarom wil je hier niet blijven? Zijn we niet aardig genoeg geweest? Ik heb echt mijn best gedaan voor u, miss Aurélie,' ratelt hij achter elkaar aan. 'Iedereen vindt u aardig, ga alsjeblieft niet weg!' Zijn stem klinkt nog hoger als normaal. Ik zucht zacht, draai me om en kijk Ezra fronsend aan, omdat ik niet snap waarom hij zo paniekerig doet. Hij zou juist blij moeten zijn als ik weg ga, dan hoeft hij ook geen dingen meer voor mij te doen.
    'Ik wil gewoon naar huis, Ezra,' zucht ik. 'Ik mis mijn ouders en broers. Ik mis mijn vrienden. Ik mis mijn eigen bed. Ik mis alles van thuis'. Er beginnen tranen in mijn ogen te prikken. Snel draai ik me om, in de hoop dat Ezra het niet opgemerkt heeft, en loop ik verder.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    Aurélie zucht zaht en draait ze zich om, zodat ze mij fronsend aan kan kijken. Ik kijk wat schuldig terug en houd me in door op mijn lip te bijten. Misschien drijf ik dit wel iets te ver door, maar ik wil niet dat ze weg gaat. "Ik wil gewoon naar huis, Ezra." zucht ze. "Ik mis mijn ouders en broers. Ik mis mijn vrienden. Ik mis mijn eigen bed. Ik mis alles van thuis." Ik zie de tranen die in haar ogen opwellen al ze zich snel omdraait en verder begint te lopen.
    Schuldig als ik me voel begin ik haar opnieuw bij te benen met mijn lange benen en loop ik al snel naast haar, terwijl het enkele seconde stil is. Ik hoor het alleen het geluid van zand onder onze voeten, de golven die kapot slaan op het strand en een krijsende zeemeeuw. "Oh, ik snap het wel. Ik zou het ook enorm missen als ik van huis weg was... Ik kan niet zonder deze zee en zonder Mila. En ons bos..." murmel ik omdat ik wil dat ze weet dat ik haar heus wel begrijp en omdat ik me schuldig voel omdat ik haar bijna liet huilen.
    "Nou, dan ga ik mee naar het schip om het te keuren. Alleen als ik het vertrouw mogen ze je meenemen, want ik wil niet dat de slechterikken je hebben." verklaar ik vervolgens plechtig. "Beloof jij dan dat je niet mee gaat als het ongure types zijn?" vraag ik wat hoopvol aan haar.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Het duurt slechts een paar seconden voordat Ezra naast me loopt. Het is ongemakkelijke stil, op de overige geluiden na dan, en ik hou mijn blik strak voor mij uit gericht, zodat ik Ezra niet hoef aan te kijken. 'Oh, ik snap het wel. Ik zou het ook enorm missen als ik van huis weg was... Ik kan niet zonder deze zee en zonder Mila. En ons bos...' murmelt hij dan, de stilte doorbrekend. Ik kijk hem aan en knik lichtjes, zonder verder iets te zeggen. Mijn gedachten zijn ergens, bij thuis.
    'Nou, dan ga ik mee naar het schip om het te keuren. Alleen als ik het vertrouw mogen ze je meenemen, want ik wil niet dat de slechteriken je hebben,' zegt hij Ezra plechtig. 'Beloof jij dan dat je niet mee gaat als het ongure types zijn?' vraagt hij iets wat hoopvol. Ik zucht zacht en schud mijn hoofd. 'Ik ga mee als ik het zélf vertrouw,' zeg ik. 'En als jij het niet vertrouwt en ik wel dan,' ik zwijg even, 'dan ga ik gewoon. Je kan me niet dwingen of tegen houden om niet te gaan'.
    Ik wacht niet op een reactie van hem, omdat ik het schip nu beter kan zien en begin wat sneller te lopen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Zal ik nu een reactie schrijven of zal ik even op je wachten, Nikki? :].


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Schrijf jij maar hoor.


    Your make-up is terrible

    [Mila is trouwens dood aan het gaan. D:]

    Nicholas Elijah Hawkins, kapitein The Ophelia.

    Ze blijven wel lang weg, volgens mij is het uur allang voorbij en horen ze al terug te zijn. Teleurstellend, omdat ik wel had verwacht van de dekzwabbers dat ze desnoods eerder zouden zijn met enige informatie. In elk geval van Barwick had ik toch wel gedacht dat ze dit zou weten, ze was dan ook niet voor niets mijn rechterhand. Het kan echter ook gewoonweg zijn, omdat ik al de gehele tijd op het schip pas, alsof het mijn kleine kind is, en me nu stierlijk dood verveel. Er is volgens mij niets op dit verdomde eiland.
    Ik zat dan ook ergens op een rots en keek uit over het strand, terwijl ik een hand door mijn witte haren haalde, welke hierdoor terug strak naar achteren gingen. De wind hier was echt een bitch, het was snijdend en het streek langs mijn gezicht. Toen ik abrupt stemmen dichterbij hoorde komen, probeerde ik de richting te vinden waarvan het vandaan kwam en stond snel op toen ik zag dat het een vrouw en man waren. Hoewel ik ze niet zo kon noemen, het leken wel twee kleine kinderen. Je kon duidelijk zien wie de echte man hier was. Mijn armen deed ik over elkaar, terwijl ik me bedacht hoe ik zou moeten reageren. Het waren duidelijk inwoners van dit eiland, maar ik wist niet zeker of ik me wel met respect kon gedragen naar hen toe, aangezien het alleen al eraan denken me liet grommen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ezra Gilbert Jenkins

    Als ik zeg dat ik haar begrijp kijkt ze me aan en knikt ze lichtjes, al lijkt ze er helemaal niet bij te zijn en zegt ze ook niets. Waar is ze met haar gedachten, bij haar thuis en haar familie? Zo lang is ze hier eigenlijk nog niet, maar het lijkt me wel moeilijk. Ik zou hier in ieder geval voor geen goud weg willen hoor. Hierdoor snap ik Aurélie maar al te goed, al kan ik het gevoel van heimwee niet goed plaatsen, ik ben namelijk nog nooit echt weg geweest.
    Na de rest zucht ze zacht en schud ze met haar hoofd. "Ik ga mee als ik het zélf vertrouw. En als jij het niet vertrouwt en ik wel dan," zegt ze en ze zwijgt even. "dan ga ik gewoon. Je kan me niet dwingen of tegen houden om niet te gaan." Ik trek onverwacht een pruillipje, maar Aurélie begint al sneller te lopen, waarschijnlijk omdat ze het schip al beter kan zien. Ik been haar gelukkig gemakkelijk weer bij. "Oké, oké." zeg ik dan snel toegeeflijk. Ik kan haar ook niet hier houden omdat ik haar aardig vind ofzo. "Ik ga niemand dwingen, we zien wel." zucht ik wat ongelukkig.
    Omdat ik zo druk bezig ben geweest met Aurélie, is de vreemde vogel op de rots me niet opgevallen. Ik merk hem pas veel later op en houd mijn pas in, terwijl ik Aurélie haar arm stevig vast grijp en haar daarmee ook dwing om langzamer te gaan lopen. Mijn ogen worden iets groter als hij op staat van de rots. Zijn armen slaat hij over elkaar en hij ziet er eng uit in mijn ogen, met zijn haar dat nog lichter is dan dat van Aurélie. Dan is hij vast een echte meerman.
    "H-hallo meneer." murmel ik zacht en ik sla even mijn ogen neer nadat ik hem ongegeneerd heb staan bekijken. "Is dat schip van u?" vraag ik dan iets nieuwsgierig aan hem en ik kijk hem weer recht aan. Mijn ogen glijden daarna naar het schip dat verderop in het water ligt, het lijkt echt enorm groot. Van zo dichtbij heb ik ze werkelijk nog nooit gezien.


    Your make-up is terrible

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Het lukt Ezra weer me met gemak bij te houden, het heeft toch nog iets aan die lange benen. 'Oké, oké,' geeft hij toe. 'Ik ga niemand dwingen, we zien wel,' zucht hij iets ongelukkig. Ik kijk hem even aan en knik alleen maar. We zien inderdaad wel. Ik hoop met heel mijn hart dat het schip betrouwbaar is.
    Ik schrik op als Ezra ineens mijn arm stevig vastgrijpt, waardoor ik gedwongen word langzamer te lopen. 'Au, Ezra! Als je mij de volgende keer weer wilt vast grijpen mag dat ook wel wat minder ruw,' meld ik hem wat geïrriteerd waarna ik mijn arm lostrek. 'Wat is er zo interessant dat je wilde stoppen?' vraag ik terwijl ik zijn blik volg, die naar een man op een rots leidt. De man slaat zijn armen over elkaar. Hij ziet er wat arrogant uit.
    'H-hallo meneer,' murmelt Ezra zacht en hij slaat zijn ogen neer. Ik kijk Ezra fronsend aan. Wat heeft hij ineens? 'Is dat schip van u?' vraagt hij vervolgens aan de man, waarbij hij de man weer aankijkt. Daarna glijdt zijn blik naar het schip. Ik rol met mijn ogen. 'Tuurlijk is dat schip niet van hem. Hij is gewoon één of andere smerige zwerver,' zeg ik tegen Ezra. Nu ben ik degene die hem bij zijn arm vastpak en ik hem iets wat ongeduldig meetrek, verder richting het schip.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Nicholas Elijah Hawkins, kapitein The Ophelia.
    De jongen begint eerder zachter te lopen wanneer zijn blik op die van mij valt, waardoor ik even kort naar hem grijns. Fuck netjes praten, ik blijf gewoon mezelf. De jongen pakt het meisje haar arm iets vast, waardoor hij haar gelijk dwingt iets langzamer te lopen. De jonge vrouw meld hem iets op een geïrriteerde toon merk ik, waarna ze zich lostrekt. Dan ziet ze mij ook, waardoor ik mijn lippen vermakelijk eng omkrul en duidelijk op ze sta te wachten. Nog een paar stappen…
    “H-hallo meneer.” Murmelt de jongen zacht en slaat even zijn ogen neer, wat gelijk goed op mij overkomt, want hij is onderdanig bezig. Ik had echter wel opgemerkt hoe hij mij voordat hij zijn ogen neer sloeg, ongegeneerd heb staan bekijken. Kijk maar goed, joch, want ik zal jullie nachtmerrie zijn. Misschien dat ik toch iets plezier kon beleven nu de andere te laat waren. “Is dat schip van u?” vraagt hij vervolgens aan me, waarbij hij mij weer aankijkt. Zijn blik glijd hierna naar het schip, terwijl het meisje haar ogen rolt. Ik mag haar nu al minder dan de jongen, maar dat is meer omdat ze niet zo onderdanig doet. “Tuurlijk is dat schip niet van hem. Hij is gewoon één of andere smerige zwerver,” zegt ze tegen de jongen, duidelijk een eilandbewoner. Dit keer pakt zij zijn arm vast en trekt hem ongeduldig mee naar het schip, maar ik laat ze niet verder en ga vlak voor ze staan. Intimiderend ga ik wat breder voor ze staan en laat mijn ogen kil in die van hen boren. Mooi niet dat ze aan mijn schip mogen komen, met die vieze handen van hen, behalve dan als de dekzwabbers ze als doek mochten gebruiken om het mee te schrobben.
    “Nooit van verdomde respect gehoord, little missy?” zei ik, mijn duidelijke afstandelijke, kille toon erin verworven en mijn armen over elkaar geslagen. Toen begon ik opeens eng te grijnzen. “Ik had het niet verwacht op dit nutteloze, kleine eiland te vinden, maar nu heb ik uiteindelijk toch mijn lichtekooi gevonden.” Smaalde ik, mijn blik op de jonge vrouw.

    [ bericht aangepast op 25 dec 2012 - 21:32 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.