• VOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOL

    Er zijn legendes over stammen in het bos, de mensen daar kunnen veranderen in wolven. Niemand mag ooit weten dat deze waar zijn...

    Het is een grote gemeenschap en iedereen gaat goed met elkaar om, maar er zijn regels. De jongens moet een gezellin (vriendin) vinden voor het einde van de zomer en dat is nog maar 1 week! Geen van hem heeft de moed gehad een van de meiden te vragen, maar als ze het niet doen worden ze verbanne dus de tijd dringt...

    Dit RPG speeld zich af in een tijd van jagen en verzamelen, houd daar rekening mee. Dit betekend: Geen mobiel, Geen ipod, ect.


    meiden: 3/3
    May
    Tarah April Christison
    Renn



    jongens 3/3
    Jayy
    Kilian
    Skull Seraph

    [ bericht aangepast op 29 okt 2012 - 16:22 ]


    yeaaaahh!

    Skull

    Ik grijns even als ze terug komt met een konijn en een kip.
    Ik kijk even naar beide en pak de kip dan 'toch heb ik liever het ei' ik lach eventjes waarna ik naar het vuur strompel.
    Ik pluk de kip kaal waarna ik hem aan een spies rijg en boven het vuur hang.
    Ik kijk naar het vuur waarna ik naar de horizon kijk.
    Alles wat ik vroeger kende lag daar achter, alles waar ik voor stond.
    In deze stam ben ik niks, een outcast.

    Tarah

    Zonder terug te veranderen kauw ik het konijn op. Dat bespaarde me een hele hoop werk. Als hij een ei wilde, kon ik er even goed een gaan halen bij onze kippen. Misschien vanavond.
    Skull keek naar de horizon. Ik zou wel eens willen weten wat er allemaal in zijn hoofd omging. Volgens mij kon het wel eens interessant zijn omdat hij al zoveel had meegemaakt.
    Toen het konijn erbinnen was, gooide ik de overschot weg en ging een houten bak halen zodat hij erop kon gaan zitten, zo moest hij niet terug rechtstaan als hij de kip wilde draaien. Ik drukte een kus op zijn voorhoofd en glimlachte. "Smakelijk."

    [ bericht aangepast op 4 nov 2012 - 20:45 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even als ze naast mij komt zitten.
    Maar die glimlach verrandert weer snel als ik terug naar de horizon kijk.
    Ik pak het stuk kip van het vuur waarna ik het begin op te kluiven.
    Als ik hem op heb gooi ik de botten in het vuur.
    'Wat zou er gebeuren als een outcast de alpha word?' ik kijk Tarah even aan als ik het vraag, er zatten toch weinig mensen om het vuur dus de vraag maakte niks uit.

    Tarah

    Ik haalde mijn schouders even op. "Geen idee... Misschien verlaten sommigen de stam of zo..."
    Dacht hij dat hij een outcast was? Wilde hij alfa worden?
    In mijn ogen hoorde hij perfect bij ons, zelfs mijn vader had geen problemen met hem. En alfa... ? Ik was even van mijn stuk. Natuurlijk zou ik het hem gunnen, maar ik hield niet zoveel van verandering. Ik was blij met de situatie zoals die nu was.
    "Ben je iets van plan?" vroeg ik. Als dat zo was, ging het nu toch niet door. Niet als hij in deze toestand verkeerde. Daar zou ik hoogst persoonlijk voor zorgen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even en kijk dr aan 'Ik ben een outcast, hoe je het ook bekijkt' ik kijk de mensen aan die om het vuur zitten.
    'Ieder hier van de oudere ziet mij ook zo, daar is geen ontkomen aan' ik glimlach even.
    'Al een jaar ben ik behandeld als grof vuil hier, niet altid maar wel meestal' ik kijk de mensen aan van de stam die snel opstaan en weglopen.
    Ze wisten waar ik het over had.
    Ik glimlach even naar Tarah 'De jongeren van de stam weten niks van mij, en het kan ze niks schelen want volgens hun hoor ik er bij' ik kijk naar de horizon.
    'Maar iedere oudere hier weet dat... Weet dat mijn oude stam deze vroeger aangevallen heeft' ik sta op en leun op de stok.
    'En ze weten dat ik van die stam afkom' ik glimlach even en strompel richting het bos.

    Tarah

    Ik ging achter hem aan. "Het kan me geen reet schelen wat de anderen van je denken," zei ik. Ik ging voor hem staan en probeerde hem te stoppen. "Misschien kan het jou wel schelen. Maar mij niet. Het is het verleden en dat ligt achter je."
    Ik sloeg mijn armen om hem heen en liet mijn hoofd op zijn schouder rusten. "Het enige wat ik weet en wat mij kan schelen is dat ik van je hou en dat niemand er iets aan kan veranderen."
    Ik nam zijn hoofd tussen mijn beide handen beet en zoende hem op zijn mond. Daarna liet ik hem los en nam zijn hand vast. "Je kan niets aan je verleden veranderen. Maar je toekomst kies je zelf," fluisterde ik. Ik drukte nog een kus op zijn slaap en liet hem toen los. Hij moest zelf maar zien of hij achter me aan kwam of toch het bos in ging. Wat ik net zei kwam recht uit mijn hart en nu wist hij het tenminste.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik blijf bij de bosrand staan, mijn verleden was een deel van mij, het was getekend op mijn lichaam.
    Maar misschien had Tarah gelijk, misschien moest ik het achter mij laten.
    Ik smijt de stok van woede weg en zie hem breken tegen een boom.
    Ik wandel deels het bos in maar merk dat mijn kracht er nog niet helemaal is en val leunend tegen een boom aan.
    Ik zucht even, ik haat het als mensen mij willen helpen.
    Maar... ze hield van mij, was dat niet genoeg dan...
    Ik zucht even en ga weer op mijn benen staan, ik kijk naar Tarah en loop dan naar dr toe.
    Het kon mij niks schelen hoeveel pijn het deed, hoeveel kracht het kostte.
    Ik wilde bij haar zijn, ik pak dr gezicht in mijn handen waarna ik dr ijverig begin te zoenen.
    'Ik hou ook van jouw' ik glimlach even naar dr.

    Tarah

    Ik glimlachte. Ik was blij dat hij hier was en niet bij die andere stam. Ik was blij dat hij voor een keer naar me luisterde. Dat deed hij anders nooit. En boven al, ik was blij dat hij ook van mij hield.
    Ik lachte even. "Je hebt je stok gemold, nu ben ik je steunpaal weer, zeker?" Niet dat ik het erg vond. Ik vond het een leuk gevoel dat ik een keer nodig was. Misschien moest ik dat wel eens vaker doen, mensen helpen. Het gaf je een goed gevoel. Ach, wat dacht ik ook. Waarschijnlijk kwam het er toch nooit van. Het enige waar ik voor zorgde was mezelf... En Skull, omdat het nu niet anders kon.
    Ik kon ergens wel voelen dat hij er niet zo opgezet mee was, maar hoe sneller hij erbovenop kwam, hoe beter. Dan zou weer alles zelf kunnen doen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even 'Nee hoeft niet, jij bent alle kracht die ik nodig heb om te lopen, te leven en zelfs hier te zijn' ik zoen dr weer op dr lippen waarna ik langzaam naar het kamp loop.
    De kracht die ik had gekregen van haar woorden was sterker dan welke kracht een mens nor beest kan bezitten.
    Als ik bij het vuur ben glimlach ik even, de horizon was anders geworden in mijn ogen nu.
    Een verleden waar ik vrede mee heb gekregen, een blauwe gloed in plaats van rood.
    Ik leg mijn arm om Tarah heen waarna ik dr weer een kus geef 'Ik ben blij dat je de mijne bent' ik glimlach waarna ik in het vuur begin te turen.

    Tarah

    "Ik ook," fluisterde ik. Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder en keek rustig naar de vlammen. Ze dansten vrolijk heen en weer en probeerden telkens hoger te klimmen om daarna weer te verdwijnen.
    Over vijf dagen was het feest, voor ons in ieder geval, want niemand hoefde weg. Dan werd er muziek gemaakt en gedanst en ik had er zin in. Ik hoopte dat Skull tegen dan al beter zou zijn. Hij was nu al beter, maar de wonde zat er nog altijd.
    Mijn leven was een heel stuk spannender dan voor ik hem leerde kennen. Hier kon ik wel aan wennen.
    Na een tijdje werd ik het stilzitten beu. Ik keek Skull even aan. "Ik wil iets doen," mompelde ik.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik grijns even 'Oke is goed' ik sta op waarna ik richting de bosrand loop.
    Het ging met elke stap makkelijker, alsof Tarah dr liefde mijn wond geneesde.
    Ik glimlach als ik dr aan zie komen rennen en sprint dan het bos in, in mijn sprint verander ik waarna ik nog harder ga.
    'Wie het eerst het meeste eten vangt' zeg ik grijzend naar haar waarna ik in de lucht begin te ruiken terwijl ik door het bos sprint.
    Als ik een kudde zwijnen ruik grijns ik.
    Ik sprint erop af waarna ik ze een voor een verslind.
    De lichamen gooi ik op mijn rug waarna ik naar Tarah kijk 'Zo moeilijk is het niet echt tegen jouw' ik glimlach even naar dr en lik dr langs dr wang.

    Tarah

    Ik stak mijn tong uit. "Ik kan gewoon niet zo goed jagen overdag."
    Eigenlijk zou het juist makkelijker moeten gaan. Maar is was het zo gewoon geworden dat het gewoon onnatuurlijk voelde om overdag te jagen. Ik zag er trouwens ook het nut niet van in om nog een kudde neer te halen. Die beesten moesten ook nog de kans krijgen om te paren, anders hadden wij geen eten meer.
    "Ik snap echt niet hoe jij al die dingen kan dragen," zei ik. Ik gaf een duw tegen de hoop die zich op zijn rug bevond. De hoop viel langzaam om. Daarna sprong ik even tegen Skull aan en likte hem terug. Ik vond het niet leuk als hij me zo plaagde. Dan voelde ik me minderwaardig. Maar wat kon ik er aan doen, hij was en bleef een man. En mannen waren altijd al meerderwaardig geweest in onze stam.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even naar dr 'Deze beesten zijn jammer genoeg niet voor de stam' ik kijk dr even aan.
    'Ze zijn voor een verrassing voor jouw' ik glimlach waarna ik naar dr kijk.
    Ik sprint naar het dorp waarna ik de beesten bij de boom leg, voor mij was dat mijn huis.
    Hoewel Tarah anders gewend was.
    Ik glimlach even en kijk dan naar het vuur wat steeds minder bevolkt raakt. Blijkbaar is iedereen weer jagen.
    Ik kijk even naar Tarah 'En wees maar niet bang dat ik alle regels volg van deze stam' ik glimlach en verander terug.

    Tarah

    Ik grijnsde. "Mooi. En bedankt, dat is heel lief van je. Maar ik kan wel voor mijn eigen eten zorgen, straks word ik lui."
    Ik haalde zijn haar in de war door er even door te wrijven. Hoe langer ik met mannen om ging, hoe meer mannelijke trekjes ik begon te krijgen. Zo bleek.
    "Maar even serieus. Ik klim daar echt niet in. Dat je er nog nooit bent uitgevallen," zei ik. Hij deed maar, zolang hij me maar niet naar boven sleurde, zoals bij het zwemmen.
    Ik was geen fan van hoogtes, maar ik was te trots om toe te geven dat ik bang was. Het was eerder een soort angst om te vallen dan van de hoogte zelf. Ik kon soms nogal onhandig zijn.

    [ bericht aangepast op 4 nov 2012 - 22:00 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even 'Hoeft ook niet, je merkt vanzelf wel wat de verrassing is' ik grijns even waarna ik omhoog klim, een mes pak en naar beneden spring.
    Ik begin de beesten hun vel eraf te snijden, het bloed spat de meeste kanten op maar dat kon mij niks schelen, het eind resultaat dat was waar het om ging.
    Ik grijns even en trek alle ingewanden en vlees eruit 'Als je honger hebt mag je best een stuk vlees grillen hoor' ik glimlach even en ga dan verder.
    Het ging mij om de huiden, zwijnenhuid is aardig sterk en blijft lekker warm in de wintertijden.
    Als ik klaar ben pak ik wat naald en een draad.
    Ik verbind wat huiden aan elkaar waarna ik ze laat opdrogen, een goeie tent moet sterk zijn.
    Als ze opgedroogd zijn bind ik ze aan elkaar en langzamerhand begin ik een grote tent te maken, genoeg voor Tarah, mij en misschien later nog twee jonkies.
    Ik glimlach als die klaar is, ik had hem expres bij de boom neer gezet zodat ik gemakkelijk erin kom klimmen als ik wilde.