• VOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOLVOL

    Er zijn legendes over stammen in het bos, de mensen daar kunnen veranderen in wolven. Niemand mag ooit weten dat deze waar zijn...

    Het is een grote gemeenschap en iedereen gaat goed met elkaar om, maar er zijn regels. De jongens moet een gezellin (vriendin) vinden voor het einde van de zomer en dat is nog maar 1 week! Geen van hem heeft de moed gehad een van de meiden te vragen, maar als ze het niet doen worden ze verbanne dus de tijd dringt...

    Dit RPG speeld zich af in een tijd van jagen en verzamelen, houd daar rekening mee. Dit betekend: Geen mobiel, Geen ipod, ect.


    meiden: 3/3
    May
    Tarah April Christison
    Renn



    jongens 3/3
    Jayy
    Kilian
    Skull Seraph

    [ bericht aangepast op 29 okt 2012 - 16:22 ]


    yeaaaahh!

    Tarah

    Beide ouders sprintten zo snel mogelijk de cel uit en toen we eenmaal terug het bos in waren veranderden we terug. Er klonk pijnlijk geschreeuw in de verte en ik veronderstelde dat Skull de bewakers aan het neerhalen was.
    Zo snel mogelijk renden we door het bos. De bladeren vlogen op als we voorbijkwamen en alles om me heen leek in een waas voorbij te schieten. Het dorp doemde voor ons op en al snel stonden we in onze menselijke vorm voor de ingang. Veel tijd voor omhelzen was er niet, want de geur van bloed drong mijn neusgaten binnen.
    "Ga terug," zei ik. "Ik ga Skull zoeken."
    Mijn moeder was de enige die luisterde, mijn vader stond terug in zijn wolf vorm voor me en zonder te veranderen snelde ik achter hem aan. In de verte lag een zwarte wolf op de grond. Ik knielde bij het lichaam neer dat in een plasje bloed lag en sloeg de zware wolf over mijn schouder. Hij zag er lichter uit dan hij was en zo snel ik kon rende ik terug naar het kamp. Voorzichtig legde ik hem in onze tent neer op het kleed waar ik op sliep. Zijn zwarte vacht klitte samen van het bloed en hij veranderde langzaam terug.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik voelde twee armen om mij heen gaan,
    de wind die door mijn vacht waait,
    die de littekens streelt.
    Ik voel hoe ik op de grond gelegt word en mijn lichaam langzaam terug verranderd.
    Ik open deels mijn ogen en zie Tarah, ik glimlach even en wil mijn hand op dr wang leggen maar een scheur van pijn schiet door mijn lichaam heen.
    Ik grijp naar de wond die nog deels bloed en glimlach weer even.
    'Z... Zijn ze veilig?' de woorden verlaten langzaam mijn lippen en zijn deels onduidelijk.
    Ik wil mijn ogen sluiten, maar weet dat ik dan niet meer wakker zou worden.
    Ik blijf ze geforceerd open houden, alleen maar zodat ik Tarah kan zien.

    Tarah

    Ik druk een kus op zijn voorhoofd en knik langzaam.
    Ik trok de waterkruik van mijn riem af en scheurde een lap stof van mijn deken. Voorzichtig trok ik zijn shirt omhoog, waar de ergste wond zich bevond. Ik bevochtigde de doek en drukte het ertegenaan. Ik kon niet veel doen, enkel zijn wonden schoonmaken en hopen dat hij de nacht doorkwam.
    Toen ik klaar was scheurde ik er nog een stuk vanaf en wond het om zijn borstkas heen. De rest van het deken legde ik over hem heen en ik duwde hem voorzichtig recht.
    "Niet inslaap vallen." Ik ging tegen hem aanzitten. "Ik hou je wel wakker."


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even en een grom verlaat mijn lippen als ze mij overeind zet.
    'H.. Het is maar een schram' ik glimlach naar dr.
    Ik wist dat de wond fataal was, en dat het mijn dood kon zijn.
    Maar dat hield mij niet tegen, wat mij hier heild was Tarah, zij was het gene waar ik zelfs voor zou vechten als het met de dood was.
    Ik glimlach even naar dr 'J... Je kan zelf gaan slapen, ik ben hier m... Morgen ook nog' ik geef dr een kus op dr wang en probeer niet te reageren op de pijn.
    'Zolang ik j... Jouw heb kan ik zelfs de dood aan' ik glimlach en kijk dr in haar ogen aan.

    Tarah

    Ik glimlachte. "En dan val je opeens in slaap zeker. Nee, dat laat ik niet gebeuren."
    Mijn hart maakte een sprongetje om zijn laatste woorden. Ik had nooit verwacht dat een jongen dit ooit tegen me zou zeggen. Ik had ook nooit verwacht dat het een jongen zoals Skull zou zijn. Maar ik bedacht me dat ik veel gelukkiger was met de situatie zoals hij nu was. Mijn vader had er niet eens wat van gezegd en ik hoopte dat het nog even ging duren eer ze kwamen slapen, anders was het moeilijker om spotaan met het te praten. Als ik bij mijn ouders was, was ik veel serieuzer en niet echt mezelf.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach, ik aai dr over haar wang heen.
    'Je hoeft je geen zorgen te maken' ik glimlach even.
    'En als je echt zekerheid wilt, haal dan de oudste ouderen erbij' ik glimlach.
    Die hadden mijn wonden ook verzorgt, hoewel niemand het echt wist hier.
    De wonden waren littekens geworden en van de jonkies wist alleen Tarah het.
    Ik blijf er aankijken, hoewel mijn oogleden steeds zwaarder werden.
    Ik voelde hoe de grip van de dood sterker werd, maar ik bleef vechten.
    Het was belangrijk dat ik op deze wereld bleef, voor Tarah.
    Als de dood mij wilde, dan moest die nog jaren wachten.
    'D.. De... Dood... Vangt... Deze... Wolf... Niet...' langzaam begin ik de slaap te merken, het vechten tegen de dood om levend te blijven kosten veel energie en de slaap sloeg toe.
    Langzaam maar zeker viel ik in slaap, mijn ademhaling bleef zelfs normaal.

    Tarah

    Ik gaf Skull een klap in zijn gezicht. "Wakker blijven," zei ik streng. Hij moest maar niet denken dat ik altijd deed wat hij zei. Zo werkte dat bij mij niet.
    Ik stond op. "Goed, ik ga ze halen. Durf niet in slaap te vallen voor ik terug ben." Ik stond recht en ging naar het kampvuur.
    Mijn vader zat er verhalen te vertellen aan al wie maar luisteren wilde en ik wist niet precies welke van de ouderen ik moest aanspreken. Dus ik koos degene die er het vriendelijkst uitzag.
    Ik tikte hem voorzichtig aan. "Wilt u eh... even komen? Het is nogal dringend."
    De man nam er uitgebreid de tijd voor om recht te staan en slenterde op slakkentempo achter me aan. Ongeduldig stond ik bij de tent op hem te wachten en trok de flappen open.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik grijns en doe mijn ogen weer open, blijkbaar wilde ze echt niet dat ik ging slapen.
    Als ze de tent uitloopt sta ik rustig op, het bloeden blijft deels door gaan maar ik kon hier niet blijven liggen en niks doen.
    Als ik bijna bij de uitgang van de tent ben gaan de flappen open, ik kijk Tarah en de oudste oudere in hun gezicht en glimlach even waarna ik door mijn benen zak en de grond raak.
    Ik zucht even en merk hoe de oudste meteen bezig gaat met de wond, hij zorgt er voor dat het bloeden stopt en naait de wond zelfs dicht.
    Ik laat niks merken van de pijn, hoewel ik het liefst nu zo hard mogelijk zou schreeuwen.
    Als de wond dicht zit verlaat de oudste de tent weer, ik glimlach even en merk dat mijn oogleden zwaar worden.
    Rust.... Rust voor nu, dat is wat ik wil.

    Tarah

    Ik gaf de man dankbaar een knuffel. De flappen bewogen nog even na toen hij de tent verliet. Het ruisen van de wind was het enige wat de stilte tussen mij en Skull verbrak.
    Mijn blik gleed over de rommel in de tent. Hier lag een schoen, daar een shirt en het bed van mijn ouders was niet opgemaakt. Blijkbaar leek het Skull niets te deren, want hij was al terug in slaap gevallen. Het zou nu wel veilig genoeg zijn om het rustig te laten slapen, maar toch hield ik de wacht. Ik bleef wakker tot mijn ouders binnen kwamen, tot ze inslaap vielen, tot de eerste zonnestralen de natuur langzaam weer deed ontwaken en tot mijn mijn ouders weer vertrokken.
    Lange nachten waren niets nieuws voor me, ik joeg tenslotte zelf 's nachts.
    Voorzichtig wreef ik met mijn duim over Skull's wang. Ik wilde hem wakker maken, maar ook niet te abrupt.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik schrik wakker van een aanraking en grijp de hand die mij aanraakte, waarna ik Tarah in dr gezicht aankijk.
    Ik glimlach even 'Sorry, niet gewend om in mijn slaap aangeraakt te worden' ik laat dr hand los waarna ik wil osptaan.
    De wond vraagt nog steeds zijn tol en mijn lichaam krampt deels in elkaar.
    Ik glimlach om de pijntrekjes in mijn gezicht te verbergen en help mijzelf omhoog dankzij de palen van de tent.
    Ik wil een stukje lopen maar merk dat mijn benen het al snel willen begeven dus blijf na een paar stappen rustig staan omdat ik bijna richting de grond viel.
    Ik zucht even en kijk Tarah aan 'Blijkbaar moet ik nog steeds rusten...' ik zucht even, het gevoel van gevangenschap had ik weer, het gevoel wat ik het meest ergst haatte.

    Tarah

    Ik zuchtte. 'Het is allemaal mijn schuld.'
    Een schuldgevoel knaagde aan me. Als ik gezegd had dat hij terug moest gaan was dit allemaal niet gebeurd.
    Ik begreep hem wel, want ik zou hetzelfde gedaan hebben voor hem. Maar ik kon dit allemaal vermeden hebben, als ik mee had gevochten.
    Ik keek hem even aan. 'We kunnen ook buiten rusten?' vroeg ik. 'Ik help je wel.'
    Ik was niet van plan hem een moment alleen te laten. Toch nu niet. Als hij mij nodig had, zou ik er zijn. In het verleden was dat wel even anders, toen gaf ik om bijna niemand. Nu... Vooral om hem.
    Ik sloeg mijn arm om hem heen zodat hij op me kon steunen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik glimlach even en leg mijn arm over haar schouder.
    Ik pak met mijn andere hand dr gezicht vast en wrijf even over dr wang.
    'Je hoeft je niet te verontschuldigen, ik ben zelf de gene die het gevaar toe lachten'
    Ik glimlach even en geef er een zoen op dr mond waarna ik samen met haar naar buiten wandel.
    Ik ga zitten bij het vuur waarna ik naar Tarah kijk.
    'Als je van mij houdt, laat dan het schuld gevoel los. Ik deed dit uit liefde' ik glimlach weer even.

    Tarah

    Ik glimlachte even. "Makkelijker gezegd dan gedaan," zei ik. Ik ging naar achteren liggen en staarde naar de ochtendlucht. Het vuur brandde nog.
    "Heb je honger? Anders ga ik jagen? vroeg ik. Ik was al recht gestaan zonder op een antwoord te wachten. Ik keek hem glimlachend aan.
    Oké, misschien liet ik hem dan wél even alleen. Maar wat kon er gebeuren?


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Skull

    Ik grijns even, zit ze mij nauw te pesten of wilt ze mij gewoon verzorgen.
    Ik kijk dr even aan 'Is goed, maar jij eet wel eerst dat!' zeg ik tegen dr, hoewel ik de gene was die moest genezen.
    Ik grijns even, ze was lief, ondeugend soms maar ook meelevend.
    Ik pak een stevige stok die als brandhout bedoeld is en gebruik hem om op te leunen.
    Ik sta op waarna ik dr een kus op dr wang geef 'Doe wel voorzichtig, we hoeven geen tweede manke poot' ik glimlach even waarna ik naar de waterton loop op want water te drinken.

    Tarah

    Ik grinnikte. "Dat zou toch gezellig zijn? Kunnen we samen door het bos strompelen."
    Het voelde niet goed om hem even aan zijn lot over te laten, maar hij moest ook niet verhongeren. Ik rende het bos in. Al snel zag ik een konijn de struiken in schieten. Ik maakte een aanloopje en sprong. Ik landde recht op het beest en plantte mijn tanden in zijn nek. Ik liet pas los toen het stopte met spartelde. Dat was al één maaltijd, nu nog een tweede.
    Met het beest in mijn bek ging ik opzoek naar het volgende. Ik had mijn slachtoffer gevonden. Een niets vermoedende kip scharrelde vrolijk rond. Volgens mij was het afgedwaald van een ander dorp of stam. Ik liet het konijn vallen en draaide de kip de nek om met mijn tanden.
    Met beide dieren in mijn bek wandelde ik terug naar de stam en gooide ze beiden voor Skull neer. Hij mocht kiezen welke hij wilde.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov