• Plot
    Enkele zeemeerminnen worden uit de oceaan verjaagd, en komen terecht in een alledaags vissersdorp Atlanta. De zeemeerminnen kunnen niet tegen het zonlicht wanneer ze niet in het water zijn, want dan verbranden ze. Daarom komen ze alleen richting het land wanneer de zon niet schijnt. Ze lijken op mensen, maar zijn veel knapper, lievelijker en.. Ze zijn geweldig. Geweldig gevaarlijk. Ze leven op mensenvlees. Mensenvoedsel kunnen ze eten, maar dat kost hen energie. Zeemeerminnen zijn gevoelig voor gevaar, en vaak eenlingen. Nu er een groepje is, is het aan hen om vriendschap te sluiten. Zeemeerminnen kunnen worden gedood met een mix van warm/gekookt water en zout. Ze zijn ook gevoelig voor zeewater, gezien ze daardoor op het land veranderen. De zeemeerminnen leven rond de mensen, maar worden ook opgejaagd door enkele Mermaid-Hunters. De zeemeerminnen leven dus voornamelijk onopvallend. Maar wat als een nieuw gevaar hen dreigt te verraden? Een nieuw soort hunter?

    Weer;
    De lucht is grijs en er is afentoe een lichte regen, maar verder ik het vooral koud en droog.

    Regels graag nalezen in het rollentopic.
    Off-topic tussen [ ] en graag in character blijven.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2011 - 14:27 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Syracuse Vergí
    'Noem me gerust gek, maar ik wil weten hoe het met de anderen is,' zegt ze en ik knik. Ik ben niet echt ongerust, maar eerder nieuwsgierig naar waarom ze hem niet hebben verscheurd. Hij zag er best lekker uit, vond ik. 'Hoe zou ik jou nu ooit gek kunnen vinden?' vraag ik half serieus, half plagend.
    We lopen gehaast de steeg uit, terug naar het strand. Het zand voelt aangenamer aan mijn vreemde voeten dan het harde beton, en ik laat Lyraniths hand pas los als we alletwee het water terug zijn ingelopen en opnieuw een staart hebben gekregen.

    Sorry, ik suck echt eventjes met schrijven.

    [ bericht aangepast op 21 nov 2011 - 20:26 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Emilia Rosette. -> Elias McAllister
    De adrenaline ebde langzaam weg en ze slikte nogmaals terwijl ze toe keek. Bijna had ze weer iemand verscheurd zien worden door die vissenkoppen, godzijndank dat ze het had weten te verkomen. Haar ogen waren nog gericht op de man die -na het gegooid te hebben van zijn harpoen- het op een rennen zette. Verdomme! Ze was er heilig van overtuigd dat hij een hunter was -waarom liep hij anders met een harpoen rond en mikte hij die op de meermin?-, of ze hoopte het in ieder geval. En ze mocht hem niet laten ontsnappen. Ze wierp een blik op haar pijl en de zeemeerminnen, ze zou ze een andere keer te pakken krijgen en die pijl kon ze wel missen. Na dat besluit zette ze het ook op een rennen, de jongeman achterna. Haar voeten zakte weg in het zachte zand en maakte het rennen wat lastiger, maar al gauw voelde ze vaste grond onder haar voeten en rende ze een dorpje in. De paar mensen die nog op straat waren keken haar vreemd na en ze vervloekte zichzelf dat ze niet wat voorzichtiger was geweest, ze had bijvoorbeeld steegjes kunnen nemen zodat ze niet zo opviel met haar boog en koker met pijlen om, maar ze had nu een doel. Ze zag hem een hotel inglippen, maar deze keer wachtte ze even tot er niemand meer was voordat ze naar binnen glipte. Ze zag hem net om de hoek gaan en volgde hem, deze keer op rustiger tempo. Als ze hem zou roepen zou ze opschudding veroorzaken, daar had ze geen trek in, daarom controleerde ze ook elke keer of de kust veilig was voordat ze een ander gangetje inliep of een trap op ging. Eindelijk ging hij een kamer in en Emilia zuchtte zacht, terwijl ze erheen liep probeerde ze te bedenken hoe ze dit aan ging pakken. Al gauw kwam ze tot de conclusie dat ze het beter gewoon recht op de man af kon vragen, zoals ze altijd deed. Ze rechtte haar rug en klopte vervolgens aan, terwijl ze om zich heen de gang door keek, bang dat er iemand zou komen en haar zag staan met haar pijl en boog. Ze zouden haar vast meteen aangeven als gevaarlijk en dan zou de hoteleigenaar erbij komen en ach, hou toch op, al dat gezeur altijd. Hij moest gewoon die deur opendoen en haar binnenlaten, dan was het goed.

    [ bericht aangepast op 21 nov 2011 - 21:16 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Meh, ik ook. Twee RPG's tegelijkertijd = geen aanrader. ):

    Lyranith Adáre
    Zijn opmerking deed haar blozen. Haar kinderlijkheid vervloekend - ze was verdomme volwassen! - liep ze strak naar de grond onder haar blote voeten starend richting de zee. Toen de golfjes over haar blote tenen spoelden begon ze sneller te rennen, om het proces van de transformatie sneller te laten verlopen. Ze liet zichzelf voorover het water in storten toen haar benen met elkaar vergroeiden en een schubbige laag de plaats van huid innam. Haar laatste diepe teug lucht schroeide haar keel toen ze onder water was en het niet meer nodig had naar boven te komen voor zuurstof. Voor een moment sloot ze haar ogen; genoot ervan terug te zijn in haar vaste omgeving, tot ze twijfelend tegenover Syracuse bleef zwemmen. "Weet jij waar ze zijn?"


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Christophér
    Delia was op haar prooi afgegaan en liet mij alleen achter. Ik had ontzettende honger. Langzaam zwom ik een beetje terug richting de kust. 's Avonds was ik niet op mijn sterkst. Doordat ik geen zangstem had, trok ik niet zo veel mensen aan. Gelukkig had ik een geweldig uiterlijk en daardoor trok ik veel mensen aan. Ik vroeg me af waar alle anderen waren. Ik hoorde wat over Mermaidhunters, en het idee dat de anderen misschien een van die hunters tegen het lijf zouden lopen, beangstigde me.


    Oké, ik weet niks om te schrijven ;x


    Me so good.

    Delia
    Zo gauw de man was vertrokken, zwom ze met een noodsnelheid achter Chris aan. Ergens verderop dreef een bootje. Zes personen. Ze glimlachte vals, en kwam boven, waar ze direct haar charmes inzette, en met haar armen op de rand van de boot steunde. Ze zong een honingzoet liedje, en stopte toen één van hen haar iets vroeg. ‘Ben je gevaarlijk?’ Prevelde de man. Ze schudde haar hoofd. ‘Natuurlijk niet.’ Glimlachte ze, en wierp een blik de boot in. Haar blik betrok door een klein jongetje. Hij keek haar met grote ogen aan. Ze zou alleen de man nemen, en zijn vrouw. En Chris mocht de rest hebben. Ze begon te zingen, en toen hij over de rand hing sleurde ze hem mee de diepte in. Alleen het jongetje bleef over, en daar zou ze zelf zorg voor nemen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Christophér
    Ik lachte toen ik zag hoe Delia de mensen verleidde. Ik sprong meteen aan boord van de boot en liep naar een man die met een fles bier op een uitklapstoeltje zat. Hij schrok van mijn aanwezigheid. Rustig liep ik op de man af. Ik trok de fles bier uit zijn handen en gooide die met een klap tegen de muur. Het glas vloog in het rond en de man gilde paniekerig. Ik nam een aanloopje en duwde de man de zee in. Onder water ging ik mijn gang. Terwijl de man probeerde te vechten voor zijn leven, begon ik met het verscheuren van zijn vlees.


    Me so good.

    Delia
    ‘Het jongetje niet, oké.’ Glimlachte ze met een lieve ondertoon richting Chris, terwijl ze aan boord van de lege bood klom. Haar staart verdween toen ze aan de rand zat, en ze liep naar de jongen, die in een hoek bibberde. Kinderen doden was taboe. ‘Hee.’ Glimlachte ze met haar liefste stem, en stak haar hand uit. De jongen nam hem bang aan, waarop ze hem optilde en zachtjes voor hem zong, zodat hij uiteindelijk in slaap viel. het jongetje voelde warm en vlezig. Het waren waarschijnlijk de moedergevoelens die haar zo lieten worden.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Syracuse Vergì
    Ze is nog niet uitgesproken, of ik hoor een gil, komend van ergens verder op zee en draai mijn hoofd naar die kant. In de verte zie ik de omtrekken van iets wat lijkt op een boot. Ik ben dus niet de enige die een hongertje heeft. 'Ik heb geen idee,' zeg ik, de boot negerend. Delia en Chris zijn daar duidelijk aan het schranzen en hoewel ik ook best honger heb, heb ik geen zin om ons bij hen te voegen. Dan beginnen de meisjes toch weer te bekvechten om Chris en daar ben ik liever niet bij. Ja, ik geef het toe, ik ben jaloers; ik snap niet wat er zo fantastisch aan hem is. Ik gluur even naar Lyranith. Nu is ze bij mij en ik heb geen zin om haar te laten gaan. 'Misschien bij die rots van daarnet?' opper ik met mijn meest onschuldige gezicht.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    ELIAS MCALLISTER

    Elias staarde een lange tijd trillend van woede naar de muur. Voor het grootste deel was ik kwaad op mezelf, ten eerste omdat ik de situatie niet goed had overdacht voor ik er hals over kop in gallopeerde en ten tweede omdat ik had laten afleiden, het was verdomme een kwestie van seconden geweest voor die meermin hem had verslonden. Hij had haar opnieuw terug gezien in de hal van het hotel, wat hem een vreemd gevoel van angst bezorgde. Dit meisje had toegang tot zijn kamer, ze kon bij hem komen wanneer hij sliep. Ze kon hem eten wanneer ze daar zin in had. Elias nam zich voor om later zout op zijn lakens de strooien en daarna een zoutbad te nemen, zodat hij er erg in zou krijgen moest ze het toch in haar koker krijgen om hem als haar avondeten te gebruiken. Net toen hij zichzelf wat gekalmeerd had en besloten had om eerst wat te eten, werd er op deur geklopt? Ze zou hier toch niet alweer staan? Traag deed Elias de deur open, met in het hand dat hij achter de deur verstopte lang mes. Het was echter hier de meermin die in zijn deurgat stond, maar een ander meisje. Ze was niet oogverblindend mooi zoals de meerminnen en droeg die waterachtige geur niet mee, waaruit hij snel afleidde dat ze geen meermin was. 'Hallo,' glimlachte hij dan maar, iet wat opgelaten. 'Kan ik u ergens mee helpen?'


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Emilia Rosette.
    De deur ging langzaam open en in de deur verscheen inderdaad de jongeman van toenstraks. Nu hij voor haar stond kon ze hem eens goed bekijken, hij was lichtgetint en donker haar, daarbij verwachtte ze bruine ogen, maar die van hem hadden een soort groene kleur. Maar hetgene wat het meest opviel was toch echt het litteken dat bij zijn wenkbrauw begon en eindigde op zijn wang. Ze realiseerde zich dat ze aan het staren was en stopte er gauw mee. "Kan ik u ergens mee helpen?" vroeg hij haar en ze voelde zich even groeien van trots, 'thuis' hadden ze haar altijd behandeld alsof ze nog maar een kind was en het was stiekem wel prettig eens met u aangesproken te worden. "Ik heb je net gezien," viel ze met de deur in huis, zijn vraag beantwoordend maar ondertussen negerend. "bij het strand. Ik weet wat je bent.. Of in ieder geval, ik denk en hoop dat ik het weet," flapte ze eruit zonder er bij na te dneken, maar raakte nogal verward van zichzelf en ze gokte erop dat hij haar ook niet zou begrijpen. "Wacht, herken je dit?" vroeg ze en haalde een pijl uit haar koker die ze hem overhandigde. Ze wierp kort een blik op de gangen om er zeker van te zijn dat ze alleen waren, niet iedereen appericiëerde het werk dat mermaidhunters deden. "Luister, ik ben hierheen gereisd omdat ik had gehoord dat hier een groep mermaidhunters zou zijn. Ben jij diegene die ik zoek?" vroeg ze hem toen hoopvol, anders zou ze weer verder moeten zoeken. Ze wipte van haar ene been op haar andere, hing haar boog even weer goed om haar schouder en hoopte vurig dat hij haar binnen zou laten en dat ze de juiste gevonden had. Plots hoorde ze voetstappen op de gang en wantrouwig tuurde ze de gang in, waar ze inderdaad een schaduw op de muur zag, wat aangaf dat er iemand zo de hoek om zou komen. Zonder pardon glipte ze gauw langs hem heen zijn kamer in, voordat de persoon haar zou zien.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Lyranith Adáre
    Aan haar gezichtsuitdrukking was al wel te zien dat ze hem niet bepaald geloofde. Ze zwom naar de oppervlakte; zag in de verte een boot waarop ze vaag een silhouet dacht te zien dat op Chris leek. De geur van gevaar was geweken voor de geur van veiligheid op zee, en ver weg vloeide menselijk bloed. Een glimlach deed haar lippen omkrullen.
    "Laat maar," zei ze, gevolgd door: "Laten we gaan jagen!"


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Elias McAllister

    Ze zocht meerminjagers en ze had de pijl die hem eerder zijn leven gered had. Elias voelde een mengeling van een onaangenaam koud gevoel en een stroom van dankbaarheid in zijn borstkas opstijgen, toen hij besefte dat iemand hem herkend had en het diegene was die de meermin had afgeleid. Maar toch, meerminjagers hoorden discreet te zijn, zodat de bevolking niet in paniek sloeg, als iemand, een buitenstaander, hem had opgemerkt, dan wilde dat zeggen dat hij zijn doel nog meer had verpest dan hij aanvankelijk dacht. Hij kon wel huilen. Bij het eind van zijn opleiding was hij zo blij geweest dat hij voor het eerst in zijn leven zijn eigen jacht zou mogen beginnen, zijn eigen team samenstellen, zijn eigen tactieken ontwikkelen, maar het liep allemaal minder vlot dan hij verwacht had. Ten eerste had hij het aantal meerminnen op deze plek erg onderschat, ten tweede was er eentje -god weet misschien wel meer- gewoon geraakt aan het leven op het land waardoor ze praktisch kon gaan en staan waar ze wilde, ten derde was zijn eerste missie grandioos mislukt en had hij zichzelf bijna overgegeven aan het liefdeslied van een meermin. En nu bleek ook nog eens dat iemand hem gezien had. 'Ja, ik ben-' Zijn zin brokkelde af en hij trok zijn wenkbrauw even op, alsof hij iets zeer in twijfel trok. 'Ik hoor een meerminjager te zijn,' herstelde hij zich, terwijl hij nieuwsgierig naar het meisje staarde. Wie the hell was zij? De meeste meerminjagerfamilies kenden elkaar wel, en er hing vaak een vriendschappelijke rivaliteit tussen hen, maar hij herkende geen van de typerende trekken in dit meisje. Net toen Elias verder wilde vragen, leek ze van iets te schrikken, waarna het meisje langs hem zijn kamer binnenglipte en zich achter hem verschool. Lichtelijk geërgerd staarde hij even de gang in. Dat was nu al de tweede vrouw die ongevraagd zijn slaapkamer in denderde, het werd tijd dat hij er eens eentje zelf binnenbracht. Onwillekeurig grijnzend trok hij de deur toe, vervormde zijn gezicht opnieuw in een serieuze plooi en staarde streng met een boogje in zijn wenkbrauw naar de jonge vrouw voor hem. Zijn tong ritste even over zijn tanden en hij zuchtte kort. Het was te hopen dat hij geen seriemoordenaar of iets dergelijks had binnen gelaten. Iemand die zo schrok van paar voetstappen, moest wel iets op zijn kerfstok hebben. Aan de andere kant had ze hem wel gered... 'Eh, sorry, maar ik snap nog steeds niet goed wat ik voor je kan doen. Bedankt voor de redding en alles trouwens...'


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Emilia Rosette.
    "Je hoort er één te zijn..?" mompelde ze verbaasd en toen viel haar blik op het grote mes in zijn hand. "Zeg, je kan me vertrouwen hoor." Ze was hier niet om heisa te trappen, maar waarschijnlijk had hij iemand anders verwacht.
    "Eh, sorry, maar ik snap nog steeds niet goed wat ik voor je kan doen. Bedankt voor de redding en alles trouwens..." zei hij haar en ze moest kort glimlachen. "Is niks joh, ik deed gewoon wat ik moest doen," wimpelde ze het af. "En oh sorry, ik heb mezelf nog niet voorgesteld hè? Ik ben Emilia Rosette, ik kom uit het zuiden, uit een meerminjagerfamilie.. Alleen een jaar geleden ben ik vertrokken, zonder mijn opleiding tot meerminjager af te maken en sindsdien ben ik alleen op pad. Toen ik hoorde dat hier een meerminjagerfamilie is ben ik hierheen getrokken, in de hoop dat iemand me verder op zou willen leiden," legde ze hem uit. Ze zweeg even en vroeg zich af of ze iets vergeten was, terwijl ze nadacht tuitte ze kort haar lippen. "Wel, dat was het wel zo'n beetje.." mompelde ze meer tegen zichzelf dan tegen hem. "Dus, wat denk je ervan? Zou je me op willen leiden of ken je iemand die dat zou willen?" Het klonk haast smekend merkte ze en ze hield er niet van toe te geven dat ze iemand nodig had die haar verder opleidde, maar ze kende lang nog niet alles om die rot beesten hun strot door te snijden. "Ik bedoel, naja, het is nogal saai alleen," voegde ze er zachtjes naar de waarheid aan toe. Ze was het beu alleen rond te reizen en miste gezelschap, misschien was dat ook wel de reden dat ze hem zo overviel. Altijd al was ze van de directe aanpak, waardoor sommige mensen haar vaak niet zo goed konen volgen, maar vandaag had ze wel heel snel actie ondernomen zonder eerst de boel te overdenken. Ze plukte aan een lok haar terwijl ze even de kamer rond keek, niet verkeerd, helemaal niet zelfs als ze het vergeleek met waar ze het mee had moeten doen. In het begin had ze ook wel genoeg geld gehad voor hotelletjes en dergelijke, maar uiteindelijk raakte het op en moest ze zien te overleven in de natuur. Haar blik gleed naar de jongeman en afwachtend keek ze hem aan.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Elias McAllister

    Rosette? Rosette... Hij kon zich geen meerminjagerfamilie herrinnerende die Rosette heten. Oh well, hij zou er later nog wel eens naar vragen. 'Elias McAllister,' stelde hij zichzelf voor. 'Uit de McAllister-Dewitt familie. Misschien al van gehoord? Het merendeel van de familie zit in Schotland, maar mijn vader en zijn broers wonen in Colorado,' Hij slaagde er niet in de trots uit zijn stem te bannen. Zijn familie was nogal befaamd in het Jachtmilieu, een groot deel van de beste jagers ter wereld kwamen uit de schoot van de McAllisters. Maar die eer hield hij dus niet in stand, dacht hij bitter, terwijl hij het mes op zijn nachttafeltje legde. 'Dus, wat denk je ervan? Zou je me op willen leiden of ken je iemand die dat zou willen? Ik bedoel, naja, het is nogal saai alleen' hoorde hij haar zeggen. Elias draaide zich traag om. 'Opleiden?' herhaalde hij zwakjes. 'Ik ben zelf net klaar met mijn opleiding... En om eerlijk te zijn zie ik mezelf niet ten machte om je op te leiden, gezien ik de kunst nog niet helemaal door heb,' gaf hij lichtjes morrend toe. 'Ik kan je naar mijn familie sturen, want ik ben hier namelijk alleen, het is mijn eerste jacht alleen, maar ik denk niet dat je veel zin hebt om helemaal terug te gaan...' Elias zweeg kort en zuchtte. Hij moest wel gek zijn. 'Op zich heb ik er geen problemen mee dat we partners worden. De jacht alleen hier is bijna ondoenbaar. Misschien kunnen we elkaar rechthouden,' Bij dat laatste moest hij even lachen. 'Heb je geld om een kamer te huren?'


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Emilia Rosette.
    "McAllister? Daar heb ik zeker van gehoord ja," zei ze en grijnsde zelfs kort. Wauw, ze had niet gedacht iemand van die familie te ontmoeten, er gingen altijd veel verhalen over hun rond en thuis hadden ze groen van jaloezie gezien. Zijn trots leek gauw verdwenen toen hij toegaf dat hij zelf nog maar net klaar was, maar hij zag het tot haar verbazing wel zitten om partners te worden. Even knipperde ze met haar ogen, zij een jachtpartner met iemand van de McAllister-Dewitt familie? En thuis vonden ze haar niet goed genoeg, ze moesten eens weten, dacht ze en haar mondhoeken krulden omhoog in een zelfvoldaan glimlachje. "Lijkt me een prima plan," antwoordde ze kalm, ze wou niet kinderlijk overkomen door haar blijdschap zo erg te laten merken. Dan zette hij haar vast zo buiten en dan was ze nog verder van huis.
    "Heb je geld om een kamer te huren?" zijn vraag overviel haar en ze voelde het schaamrood naar haar wangen trekken. "Toen ik vertrok had ik niet veel mee, na een paar maanden was het al op.. Het enige wat ik nog heb zijn wat messen, de rest van mijn kleren is verslonden door een of ander pokkebeest. Trouwens, als ik geld had, had ik allang een warme douche genomen. Geloof me, jezelf wassen in meren en rivieren is niet geweldig, vooral niet als het kouder wordt." Ze zweeg kort terwijl ze even naar buiten tuurde. "Maar geen zorgen, ik vind wel iets.. Er is vast wel een of ander leegstand gebouw in de buurt," verzekerde ze hem, ze wou hem niet tot last zijn door meteen geld van hem te vragen of iets dergelijks, al zou ze het natuurlijk wel geweldig vinden.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.