• Plot
    Enkele zeemeerminnen worden uit de oceaan verjaagd, en komen terecht in een alledaags vissersdorp Atlanta. De zeemeerminnen kunnen niet tegen het zonlicht wanneer ze niet in het water zijn, want dan verbranden ze. Daarom komen ze alleen richting het land wanneer de zon niet schijnt. Ze lijken op mensen, maar zijn veel knapper, lievelijker en.. Ze zijn geweldig. Geweldig gevaarlijk. Ze leven op mensenvlees. Mensenvoedsel kunnen ze eten, maar dat kost hen energie. Zeemeerminnen zijn gevoelig voor gevaar, en vaak eenlingen. Nu er een groepje is, is het aan hen om vriendschap te sluiten. Zeemeerminnen kunnen worden gedood met een mix van warm/gekookt water en zout. Ze zijn ook gevoelig voor zeewater, gezien ze daardoor op het land veranderen. De zeemeerminnen leven rond de mensen, maar worden ook opgejaagd door enkele Mermaid-Hunters. De zeemeerminnen leven dus voornamelijk onopvallend. Maar wat als een nieuw gevaar hen dreigt te verraden? Een nieuw soort hunter?

    Weer;
    De lucht is grijs en er is afentoe een lichte regen, maar verder ik het vooral koud en droog.

    Regels graag nalezen in het rollentopic.
    Off-topic tussen [ ] en graag in character blijven.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2011 - 14:27 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Lyranith Adáre
    Ze haalde haar schouders op. "Gaat wel. Een beetje te kort, en toen ik wakker werd was die lul naar háar toe!" Een enigszins overdreven blik en bijpassend handgebaar richting de twee in de zee zeiden genoeg. Ze haalde een hand door haar verwarde, blonde haren, die opgedroogd waren in haar slaap, en nu in een warrige massa om haar hoofd hingen.


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Elias McAllister


    In het begin van de wandeling slaagde hij er nog ietwat in om van de frisse dennegeur te genieten, maar het begon hem gauw tegen te steken . Bovendien dreef de geur van het water steeds terug boven, wat hem aan de beesten die er in leefden deed denken en hem een misselijk gevoel bezorgde. Ten lange leste dook er in de verte iets op wat wel wat weg had van een dorp, waardoor hij de opluchting door zijn lijf voelde stromen. Net wilde hij een spurtje trekken toen hij iets hoorde. Iets wat zo puur en helder klonk dat hij het meteen herkende. Meerminnen! Hij gromde laag en probeerde het geluid zoveel mogelijk te negeren. Hij mocht dan wel een jager zijn, hij was ook nog steeds een man, wat hem gevoelig maakte voor de magie van die monsters. Elias duwde zijn vingers in zijn oren en dwong zijn benen zo snel mogelijk naar het dorp te lopen. Half struikelend draafde hij over de keitjes, tot hij eindelijk de geplaveide straatjes van het dorp bereikte. Elias waagde het pas om zijn vingers terug uit zijn oren te halen, toen hij in de witgeverfde hal van een ietwat groezelig hotel. 'Kan ik u helpen?


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    (sorry moest gisteren naar feest, daarom reageerde ik weinig)
    aria
    Aria had een kamer gehuurd. Al was het niet nodig. Dan had ze tenminste een goed excuus om in het dorpje te zijn. Ook kon ze daar overdag blijven zonder water. Al had ze niets gegeten en ook geen honger besloot ze nu toch maar rond te kijken. Rustig keek ze het hotel rond terwijl ze rond liep. Ze was zo aan het kijken dat ze niet zag waar ze liep. Tot ze oppeens tegen iemand op botste. Zelf kon ze nog net recht op blijven. ´sorry´ stamelde ze zachtjes tegen de persoon voordat ze hem aankeek. Ze was erg verlegen en dat kwam niet echt van pas. Daarna keek ze pas op naar de jongen die niet echt blij keek.


    Dreams are the best thing in life, but dont lose yourself!

    Ik ga er vanuit dat die jongen Elias is...?

    Elias McAllister

    'Kan ik u helpen?' hoorde hij een ongeïnteresseerde stem zeggen, nadat hij onderdak had gezocht in een hotelletje. Afijn, misschien wat het beter af te schilderen als herberg, of motel, want erg luxueus was het niet. Elias zweeg even, liet zijn blik over de hal glijden en stapte toen naar een klein bureautje dat dienst deed als onthaalbalie af. De vrouw die er achter stond - een nogal onsmakelijk figuur van een jaar of dertig- staarde hem intussen aan alsof hij gek was. 'Ik zou graag een kamer huren,' zei hij overbodig, waarop de vrouw even stopte met op haar kauwgom te malen, een geïrriteerd geluid maakte met haar tong en een groot boek bovenhaalde. Elias dacht dat de tijd dat je je in hotels inschreef via boeken al lang vervlogen was, maar Atlanta leek zich nog niet bewust te zijn van het bestaan van de computer, concludeerde hij toen Kauwgom Kind ook een stylo zijn kant op mikte. 'Voor hoelang?' zei de uitbaatster, die haar beleefde manier van spreken liet varen en nu tegen hem begon te praten op een manier die bij haar slonzige uiterlijk paste. 'Weet ik nog niet. Ik zal betalen als ik vertrek,' verzekerde hij haar, hoewel hij eerst nog ergens geld vandaan moest zien toveren. 'Mij best, liefie, mijn naam is Prudence trouwens, moest je 't ooit nodig hebben,' Elias liet zijn barse houding varen en glimlachte. Prudence mocht dan wel niet bedreven zijn in etiquette - of beleefdheid in het algemeen- haar onverschilligheid beviel hem op een manier wel. Hij had een hekel aan neppe mensen en hoewel Prudence op het eerste zicht geen diepe gedachtekronkels bezat, kon je van haar ook niet zeggen dat ze zich anders voor deed als ze was. 'Hier tekenen,' hoorde hij haar schelle stem dan zeggen, waarna hij zijn naam schreef in het hokje dat haar neongele nagel aanwees. 'Bedankt en prettig verblijf,' Elias mocht lichtjes lachen om haar uitdrukking, accepteerde de sleutel en wilde zijn tas pakken om zich op zijn kamer te installeren toen er iemand tegen hem opbotste. 'Watch it!' Het klonk snauweriger dan hij bedoeld had. 'Sorry,' Elias staarde het meisje even aan en glimlachte dan. 'Maakt niet uit,' zei hij kalm, waarna hij zijn tas opnieuw vast greep en de trap op rende naar zijn kamer. Hij zou straks wel tegen Prudence zeggen dat ze zijn kamer niet moest proper maken. Hij verwachtte niet dat ze dat al van plan was, maar moest het idee in haar opkomen en ze vond zijn uitrusting dan zwaaide er wat. Wie zou hem ook geloven als hij probeerde uit te leggen dat zijn harpoen diende om gemene zeemeerminnen te doden ?


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Madeline
    Ze stapte het hotel in. Het was zogenaamd van haar moeder. Een vrouw die wist wat ze was, en haar onderdak bood, in ruil voor hulp in het hotel. Ze klopte op de deur van een net bezette kamer. ‘‘Kamermeisje.’’ Jubelde ze vrolijk, en bekeek de handdoeken in haar handen. Ze wilde veel liever gaan zwemmen. Maar ach, dit was ook leuk. Haar gedachten dwaalden af naar het water, de andere meerminnen en het koraal dat hier werkelijk prachtig was. Ze wachtte gedludig., en begroette tegelijkertijd mensen die langsliepen. Voornamelijk mannen die opnieuw 'perongeluk' tegen haar aan stootten. Ze bleef glimlachen, en glimlachte nieuwsgierig naar de man in de deuropening.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Elias McAllister

    De kamer was klein, maar verbazend comfortabel en zelfs verzorgd, in tegendeel tot de uitbaatster van het hotel. De muren zagen er uit alsof ze regelmatig een nieuw laagje spierwitte verf kregen en de grijze, houten vloer was proper geschrobd en geveegd. Prudence -of iemand anders die zich had beziggehouden met de inrichting- was voor een eerder nauticale stijl gegaan, met witte en blauwe kleuren en schelpjes en zeedieren als versiering. Elias gooide zijn loodzware tas met een wijde boog op het zwaar piepende éénpersoonsbed en moffelde even in één van zijn zakken en haalde een sigaret boven. Het wa geen propere gewoonte, besefte hij, maar de rook was te lekker om te missen. Terwijl hij de brandende sigaret tussen zijn lippen duwde, schoof Elias de donker blauwe gordijntjes dicht en deed de velux van het dakraam ook toe, waardoor de kamer gehuld werd in een kustmatige duisternis. Snel knipte hij de lampen aan en wilde net zijn tas openritsen toen er op de deur werd geklopt. Een onstemd geluidje ontsnapte aan zijn keel. Wie moest er hem nu hebben? 'Kamermeisje.’ Nu al? Afijn, kon hij er net zo goed komaf mee maken. Elias nam snel een trek van zijn sigaret en opende de deur. 'Kan ik u helpen?' vroeg hij dringend aan het beeldschone kind in het deurgat.


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Madeline
    Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘‘Nee, ik denk het niet. Maar ik u wel. Hier.’’ Ze duwde de handdoeken in zijn handen, en legde daar bovenop de washandjes. Ze hield niet van de types die zo bot deden. Maar, wat hij deed kon hij terugkrijgen. Een uitdagende glimlach speelde met haar lippen, terwijl ze de man in zich opnam.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Elias McAllister

    'Eh, bedankt,' mompelde hij terwijl hij de stapel handhoeken in evenwicht probeerde te houden en zijn best deed om ze niet zijn peuk te schroeien. 'U hoeft...eh... niet meer te komen, trouwens. Ik zal mijn kamer zelf wel onderhouden,' deelde hij afwezig mee, met zijn hersens reeds bij zijn speelgoed dat op hem wachtte in zijn tas. 'Kan u als u wilt, elke week schoon beddegoed aan mijn deur leggen? Dan zal ik mijn lakens zelf wel naar beneden dragen,' ging hij verder. Zijn gebabbel klonk nogal onduidelijk, door de sigaret in zijn mond. Hij merkte dat ze door hem geïrriteerd raakte, misschien omdat hij er met zijn hoofd niet bij was en ook niet direct erg sympathiek bezig was. Of misschien omdat hij zo mompelde. Het was in elk geval niet zijn probleem. Hij had andere dingen om zich mee bezig te houden. 'Ehm...Prettige dag verder,' zei hij met een klein, geforceerd glimlachje en wilde de deur opnieuw sluiten.


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Madeline
    Ze trok haar wenkbrauwen op, zette haar boet tussen de deur, en duwde hem naar achter, waarna ze de deur achter zich sloot, en er toen tegen ging staan. ‘‘Goed. Wat moet een jagertje hier zo alleen?’’ Haar ogen blonken uitdagend, met een lichte grijns op haar gezicht, sloeg ze haar armen over elkaar. Ze was niet dom. Hij was de zoveelste en ze werden allemaal met liefde uitgeroeid. Bovendien leek hij niet op een normale gast. En na een blik op zijn bagage, wist ze genoeg. Maar ze zou hem niet zonder reden vermoorden. En een beetje actie.. Daar zei ze ook geen nee tegen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Syracuse Vergí
    'Gaat wel. Een beetje te kort, en toen ik wakker werd was die lul naar háar toe!'
    Ik knik begrijpend, maar echt medelevend voel ik me niet. Je weet wat je kan verwachten met Chris. Nonchalant laat ik mijn linkerbeen tegen het hare rusten en tuur naar het donkere water. Het schittert bezaaid met diamanten en er schiet een steek van heimwee door me heen. Hoe ben ik ooit op het land terecht kunnen komen? Vanuit mijn ooghoeken kijk ik terug naar Lyranith. Ze strijkt door haar haar, en hoewel het wat slordig zit, vind ik het mooi. 'En nu ben je van plan te wachten tot hij zomaar naar jou terugkomt?' vraag ik, terwijl ik zachtjes mijn vingers van haar blote schouder, over haar arm tot haar pols glijd.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Elias McAllister
    Voor hij het wist, was het meisje in zijn kamer geglipt en ging ze tegen de muur staan. Even lag er onbegrip in zijn ogen, tot het langzaam begon te dagen. Ze was ook echt beeldschoon.‘Goed. Wat moet een jagertje hier zo alleen?’ Een geluidloze vloek bleef in zijn mond haperen, toen hij besefte dat ze hem herkend had. Elias dwong zichzelf om kalm te blijven, legde de handdoeken op het bed en nam een lange trek van zijn sigaret. Het bleef stil, terwijl hij de sigaret tussen zijn duim-en wijsvinger nam en een tijdje naar de gloeiende kop staarde. Hij antwoordde traag. Alsof hij zijn woorden erg zorgvuldig had uitgekozen. 'Jullie doden. One...by...fucking...one.' Zijn stem klonk effen, alsof hij iets simpels over het weer mee deelde. Uitdagend richtte hij zijn vaalgroene ogen op de meermin en krulde zijn lippen om in een grijns. 'Ik had het moeten weten. De manier waarop die mannen in de gang over je stonden te kwijlen. Je bent een even vuile hoer als al die andere vissekoppen,' De toon in zijn stem was nog steeds niet veranderd, hoewel de inhoud van zijn woorden er niet bij pasten.

    [ bericht aangepast op 20 nov 2011 - 15:52 ]


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Lyranith Adáre
    "Mmph." Haar nietszeggende antwoord werd opgezogen door de vrijwel altijd waaiende wind aan de kust. Een rilling schoot door haar heen toen ze voelde hoe hij haar arm beroerde, en ze liet zich weer wat achterover vallen; legde haar hoofd in haar nek. Boven haar schitterden de sterren als diamanten.


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Madeline
    Haar wenkbrauwen krulden om tot een frons, en ze beet hard op haar onderlip. ‘‘Ik ben geen hoer!’’ Siste ze. ‘‘Het is hun eigen schuld. Als ze niemand van ons pijn doen, doen wij hen geen pijn! Ik weet wel wat je denkt. Als jager dan, want als mens is het ver te zoeken bij je..’’ Ze slikte. ‘‘We zijn niet allemaal zoals in de verhalen die jij in je kop hebt zitten. Ík niet althans. Ik ga bijna nooit de zee meer in, ik verdien mijn eten eerlijk en ik ben nog gewoon maagd.’’ Siste ze, en schudde haar hoofd. Het was hopeloos deze man te overtuigen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Elias McAllister
    'Je verdient je eten eerlijk?' herhaalde hij met een schampere lach. 'Laat me niet lachen. Meerminnen halen hun energie alleen uit mensenvlees. Onschuldige mensen die ze verleiden met hun hoerengedrag en hun vervloekte stem,' bitste hij. Hij wist dat hij risico's nam, aangezien de meermin hem zonder problemen kon doden als ze hem eenmaal had betoverd met haar magische verleidkunsten, maar hij had niet het gevoel dat deze dat zou doen. Bovendien kon hij nog altijd zijn vingers zijn zijn oren doen en zijn ogen sluiten, zodat haar magie geen invloed op hem had. Maar dat was eigenlijk verloren moeite, aangezien ze hem dan waarschijnlijk nog makkelijker kon doden. Elias nam opnieuw een trek. 'Jullie zijn monsters,'


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Madeline
    Ze zuchtte. ‘‘Als je ontwetend was, had je me gelooft Elias.’’ Verzuchtte ze. Ze had de magie van liefde, en zou hem zo al zijn haatgevoelens jegens haar kunnen laten vergeten.. Maar dat deed ze niet. Ze plofte neer op het bed. ‘‘Twee jaar geleden kwamen hier allemaal mannen, zoals jij. Ik had toen nog een jongere zus, Etrix. Één voor één verdwenen de zeemeerminnen. Ze werden vermoord op het land, en niemand zag hen ooit nog terug. Ik wilde met mijn jongere zus vertrekken toen het nog kon, maar ze was naief en werd verliefd op één van hen. Hij nam haar mee en ik heb haar nooit meer teruggezien.’’ Prevelde ze zachtjes. ‘‘Omdat ik niet zo wilde eindigen veranderde ik.’’ Mompelde ze zuchtend. Mensen waren harteloze wezens.


    Feel the fire, but do not succumb to it.