Ik ga er vanuit dat die jongen Elias is...?
Elias McAllister
'Kan ik u helpen?' hoorde hij een ongeïnteresseerde stem zeggen, nadat hij onderdak had gezocht in een hotelletje. Afijn, misschien wat het beter af te schilderen als herberg, of motel, want erg luxueus was het niet. Elias zweeg even, liet zijn blik over de hal glijden en stapte toen naar een klein bureautje dat dienst deed als onthaalbalie af. De vrouw die er achter stond - een nogal onsmakelijk figuur van een jaar of dertig- staarde hem intussen aan alsof hij gek was. 'Ik zou graag een kamer huren,' zei hij overbodig, waarop de vrouw even stopte met op haar kauwgom te malen, een geïrriteerd geluid maakte met haar tong en een groot boek bovenhaalde. Elias dacht dat de tijd dat je je in hotels inschreef via boeken al lang vervlogen was, maar Atlanta leek zich nog niet bewust te zijn van het bestaan van de computer, concludeerde hij toen Kauwgom Kind ook een stylo zijn kant op mikte. 'Voor hoelang?' zei de uitbaatster, die haar beleefde manier van spreken liet varen en nu tegen hem begon te praten op een manier die bij haar slonzige uiterlijk paste. 'Weet ik nog niet. Ik zal betalen als ik vertrek,' verzekerde hij haar, hoewel hij eerst nog ergens geld vandaan moest zien toveren. 'Mij best, liefie, mijn naam is Prudence trouwens, moest je 't ooit nodig hebben,' Elias liet zijn barse houding varen en glimlachte. Prudence mocht dan wel niet bedreven zijn in etiquette - of beleefdheid in het algemeen- haar onverschilligheid beviel hem op een manier wel. Hij had een hekel aan neppe mensen en hoewel Prudence op het eerste zicht geen diepe gedachtekronkels bezat, kon je van haar ook niet zeggen dat ze zich anders voor deed als ze was. 'Hier tekenen,' hoorde hij haar schelle stem dan zeggen, waarna hij zijn naam schreef in het hokje dat haar neongele nagel aanwees. 'Bedankt en prettig verblijf,' Elias mocht lichtjes lachen om haar uitdrukking, accepteerde de sleutel en wilde zijn tas pakken om zich op zijn kamer te installeren toen er iemand tegen hem opbotste. 'Watch it!' Het klonk snauweriger dan hij bedoeld had. 'Sorry,' Elias staarde het meisje even aan en glimlachte dan. 'Maakt niet uit,' zei hij kalm, waarna hij zijn tas opnieuw vast greep en de trap op rende naar zijn kamer. Hij zou straks wel tegen Prudence zeggen dat ze zijn kamer niet moest proper maken. Hij verwachtte niet dat ze dat al van plan was, maar moest het idee in haar opkomen en ze vond zijn uitrusting dan zwaaide er wat. Wie zou hem ook geloven als hij probeerde uit te leggen dat zijn harpoen diende om gemene zeemeerminnen te doden ?
Frankly my dear, I don't give a damn.