lol, ik heb het gevoel dat ik echt altijd alleen mannen speel x'D Best grappig, een man kiezen is altijd mijn eerste instinct in een RPG ;x
Elias McAllister
De lucht boven hem had een heldere grijze kleur, maar voorspelde desondanks weinig goeds, net als de hoge dennebomen die hij verder op uit de indrukwekkende bergen stak steken. Al bij al was Atlanta over het algemeen een mistroostig, maar op een manier nostalgisch plaatsje. Hij had het gevoel alsof het er altijd herst was, en dat kwam van een man die nog nooit een voet op het eilandje waarop het gelegen was, had gezet en het alleen kende als een piepklein, groen spotje in een grote, blauwe plas op de kaart van Washinton die hij zich voor zijn vertrek had aangeschaft. Bovendien was het plaatsje bijzonder moeilijk te bereiken voor een vissersdorp. Het lag in het midden van een gigantisch meer dat uitmondde in de zee, waardoor het eiland alleen per boot te bereiken was. Bovendien was het één grote berg met veel bomen en rotsen, wat het voor een helicopter of een vliegtuig onmogelijk maakte om te landen. De enige andere optie zou een watervliegtuig zijn, maar Elias had geen idee waar hij dat vandaan zou moeten halen. Hij had trouwens amper genoeg geld gehad om de zogenaamde ferry naar hier te kunnen nemen, laat staan dat hij zo'n vliegtuig zou kunnen betalen. Om de één of andere reden had de dikke uitbater hem een fortuin aangerekend om de oversteek van enkele uren te maken. Elias was er in het begin van uitgegaan dat het zoveel kostte omdat de man zijn boot voor één man zou moeten starten, maar de spiechtige kerel had hem toegefluisterd dat niemand het in zijn hoofd haalde om die wateren te bevaren vanwege een enorm, afzichtelijk, haaiachtig monster dat er in huisde en iedereen die zich op het spiegelgladde oppervlak waagde let huid en haar verslond. Elias had hem vol afschuw en ongeloof aangestaard en nogal bars geantwoord dat haaien in zeeën leefden en geen enkele haai het in zijn vissenhersens zou halen om in Washington te komen zwemmen. Nu ze echter in een krakkemikkig bootje door het water gleden, met enkel het lage gezoem van de motor dat de stilte verbrak, kon hij niet ontkennen dat de rillingen over zijn ruggegraat gleden. Lage mistbanken die het moeilijk maakten om een hand voor ogen te zien, hadden het meer een erg eng uitzicht gegeven. Elias wist wat er in deze wateren huisde, maar het was geen enorm, afzichtelijk, haaiachtig monster, hoewel de bewoners van deze diepten waarschijnlijk nog wreder waren dan wat de lokale bevolking het fictieve monster in hun wildste dromen ooit hadden laten zijn.
Een zucht ontsnapte aan zijn lippen, toen hij de diepgroene dennen uit de mist zag oprijzen. 'We zijn er,' zei de ratachtige dikzak op een eerbiedige fluistertoon. Hij had de hele afstand zijn mond gehouden, duidelijk verteerd door een diepe angst voor de legende die hier rond zwom. Als Elias niet zeker had geweten dat die angst gegrond was - ook al was het om de verkeerde redenen- dan had hij waarschijnlijk niet begrepen hoe moderne mensen zou middeleeuws in hun denken konden zijn. Maar hij wist het wél, en het was zijn taak om het op te lossen, snauwde hij zichzelf toe, terwijl zijn geïmproviseerde kapitein zijn boot aan een bouwvallige kade vast legde. Hoe kon dit een vissersdorp zijn? ''Ier zijn we dan, jongen.. Der is ook modernere 'aven, daar zijn meer mensen, maar die ligt aan de andere kant van 't eiland en ik heb geen zin om nog langer op dit vervloekte water te blijven rond varen. Je zoekt 't maar uit. Gewoon rond de kust lopen en je komt der wel,' legde de man me in een half weggemoffeld dialect uit. Elias knikte en liep de kade af. Hij baalde ervan dat hij het hele stuk te voet zou moeten doen, maar hij merkte dat het alleen tijdverlies zou zijn om te proberen die ouwe smiecht zover te krijgen om hem nog naar de andere kant te varen. Ergens achter hem hoorde hij de aftandse motor grommen en in de mist verdwijnen, waarna hij alleen achter bleef op een verlaten keienstrand op een eiland waar een vloek rustte. Elias zuchtte, concentreerde zich op het geluid van het water dat tegen de keitjes kletste en begon vastberaden de kust af te lopen, om uiteindelijk aan te komen in het vissersdorp, Atlanta.
[ bericht aangepast op 19 nov 2011 - 20:08 ]
Frankly my dear, I don't give a damn.