Waar is iedereen toch.. o_O''
(Ik geef ze wel even reden te reageren xd)
Pixie Yarina. > Owen, meiden slaapzaal 3
Hij klonk wel erg enthousiast, zouden de roddels dan toch waar zijn? Hij was een geest, toen straks viel hij al bij hun kamer naar binnen, ze hoopte niet dat hij zou gluren.. Een ongemakkelijk gevoel bekroop haar, wat als ze straks aan het douchen was en hij begluurde haar, zonder dat ze het wist? (Dit is zo leuk om te doen xd) Wat ongemakkelijk begon ze aan haar harent e frunniken, niet goed wetend wat ze nu weer moest zeggen. Ze was zo'n ramp in de buurt van anderen, al helemala als die 'anderen' jongens waren. Hij vond haar vast stom, bedacht ze zich terwijl ze haar wangen voelde kleuren en gauw haar gezicht afwende terwijl ze zachtjes op haar onderlip beet, iets wat ze altijd deed als ze zich ongemakkelijk voelde.
Sky Leah Morgan. > Jason Blake.
"Eigen wel ja," beet ze hem met plotse felheid toe toen hij vroeg of ze had gehoopt dat hij dan zou vertrekken, maar de felheid verdween weer als sneeuw voor de zon toen hij opnieuw dichterbij kwam en haar tussne de muur en zijn lichaam inklemde. Plotseling had ze het koud, ijskoud, alsof de temperatuur ineens emt 20 graden gezakt was. Hij verwarde haar, maakte haar bang, verdrietig, kwaad en een stemmetje in haar hoofd alarmeerde haar, schreeuwde dat ze weg moest gaan. Uit de buurt van hem moest blijven, maar een ander iets verlangde naar hem. Ze probeerde weg te kijken, maar leek niet te kunnen ontsnappen aan zijn ijsblauwe kijkers. De keuzes die hij haar gaf vond ze verschrikkelijk, hoe moest ze daarop antwoorden als ze het zelf niet eens wist? Er woedde een continue tweestrijd in haar, de ene kant verlangde ze naar wat gezelschap -het kon immers geen kwaad, hij kon niet dood-, de andere kant zei haar weg te blijven, ze kon zich immers prima alleen redden. Ze schrok op toen hij met zijn hand op de muur vlak naast haar hoofd bonkte en voor ze het wist zat ze helemaal ingeklemd, ze kon geen kant op. Het gloeilampje dat het kamertje zwak verlichtte knipperde even, alsof zelfs die de spanning die er hing kon voelen.
"Als je me nodig hebt, je weet waar je me kan vinden.... Hopelijk," zei hij haar. Ze opende haar mond om wat te zeggen, als wist ze niet precies wat ze wou zeggen, want haar hoofd leek plots heel leeg en te woorden leken te onbtreken. Ze kreeg enkel de kans niet meer om wat te zeggen, hij overbrugde de laatste paar centimeters die er tussen hun in waren en drukte een vederlicht kusje op haar lippen, zo zacht dat ze eerst dacht dat ze het zich inbeeldde. Even werd het kamertje verlicht door een fel licht van buiten en even was ze verblind, toen het licht verdween realiseerde ze zich dat ze weer alleen was. Het voelde alsof niet alleen Jason vertrokken was, maar ook al haar kracht weggevloeid was, en ze liet zich via de muur zachtjes op de grond zakken en verborg haar gezicht in haar handen. Raap jezelf bij elkaar Leah, sprak ze zichzelf in gedachten toe, laat je niet zo van de wijs maken door hem.. Ze ademde in snelle, korte stoten en kalmeerde pas na enkele minuten die aan hadden gevoeld als eeuwen. Toen pas stond ze op en liep het kamertje -dat zo klein was dat je het amper een kamert kon noemen uit- en keek rond. Nergens iemadn te bekennen, geen teken van leven. Ze slikte, rechtte haar rug en streek een lok haar die haar zicht belemmerde achter haar oor. Ze maakte haar gedachten leeg en begon te lopen, alsof er niks gebeurd was, zelfverzekerd als altijd. Het was niet de bedoeling dat de anderen wat zouden merken aan haar en daarom was ze ook van plan een eigen kamer te regelen. Eenmaal bij het schoolhoft klopte ze aan en na een bekakte 'kom maar binnen' stapte ze het kantoortje binnen. "Sky Leah Morgan," zei de directrice bijna geamuseerd, "wat kan ik voor je doen?" Leah haatte het dat de vrouw altijd zo netjes sprak en ze haatte de licht neerbuigende ondertoon in haar stem. Zij was de reden dat ze op deze school zat en niet weg kon, maar ze was ook de reden dat Leah niet doodgevroren was in het bos of opgevreten door wilde beesten. "Ik wil een andere kamer," zei ze vastberaden. "Één voor mezelf, ik ben een Dulcis, een gevaar voor de anderen. Waarom moet ik dan een slaapzaal delen? Wilt u soms een paar van uw leerlingen kwijt?" vroeg ze en keek de vrouw strak aan. Ze zag haar haast denken en hoorde bijna haar hersens kraken.
"Ik dacht dat je het wel eens leuk zou vinden, je slaapt ieder jaar al alleen en ik ging er vanuit dat je volwassen genoeg bent om jezelf in de hand te houden, is dit niet zo dan?"
Leah voelde zich uitgedaagd, beet geïrrieerd op de binnenkant van haar wang en dacht even na over haar antwoord. "Hoe volwassen ik dan ook mag zijn, de mistbuien zal ik nooit onder controle krijgen, geen enkele Dulcis. Daarom is het noodzakelijk dat ik een kamer krijg voor mij alleen." Ze had vooral behoefte om alleen te zijn, haar eigen kamer, waar niemand haar lastig viel. De directrice knikte kort, knipte in haar vingers en er verscheen een dik boek op haar bureau dat ze -nadat ze haar brilletje goed geduwd had- opensloeg. Leah keek toe hoe de vrouw met haar vinger over de regels gleed, vervolgens nogmaals in haar vingers knipte en er een sleutel in haar hand verscheen. "Een kamer op de 3e verdieping, ik weet zeker dat je hem kan vinden," zei ze terwijl ze de sleutel toegooide. Leah ving hem gauw op en glimlachte zelfs kort. "Zeker en u zult geen last meer van me hebben," met die woorden verdween Leah het kantoortje weer uit.
Na een korte wandeling kwam ze weer aan bij slaapzaal 3 en ze liep naar binnen alsof er niks gebeurd was, al had ze zo'n vermoeden dat Rose wel iets anders zou denken nadat Jason haar zo mee naar buiten had gesleurd. Leah begon, alsof het de normaalste zaak van de wereld was, haar spullen opnieuw in haar koffer te proppen. Een eigen kamer, heerlijk vond ze dat. Haar haren kietelde in haar nek en ze pakte gauw een elastiekje waarmee ze haar haren gauw in een slordige knot slash staart bond, voordat ze weer verderging met het inpakken van haar spullen. De tweede stap van haar kleine verhuizing.
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.