• Angels and Demons.

    1959. De lucht barstte open en een luid gedonder startte. De hemel leek te splijten en een fel licht kwam daarbij vrij. Mensen trokken zich angstig terug in hun huizen. Het duurde vijf minuten, niet meer en niet minder. Exact vijf minuten en op de plekken waar de donder was ingeslagen stonden mensen, maar niet zomaar mensen. Perfecte mensen met een gladde egale huid, vleugels staken uit hun rug. Ze trokken zich terug in de bergen om zich voor een lange tijd niet te laten zien en in tijden van nood, zich opnieuw te laten zien. Engelen van het licht of keren ze zich tegen god en gaan ze werken voor de duivel, Satan?

    Uitleg
    Je speelt een engel, mens of een engel die zich keert tegen god en opdrachten uitvoert voor de Duivel Satan, Lucifer hoe je hem ook wil noemen. Er zijn verschillende rangen voor engelen. Demonen niet :3 Engelen hebben heldere opvallende ogen, geen moedervlekje op hun gezicht en geen oneffenheden. Ze zien er erg aantrekkelijk uit en hebben dan ook een enorm aantrekkingskracht voor mensen en ook voor anderen is deze voelbaar, maar niet zo erg als bij de mens.

    Regels van de engelen.
    - Voortplanten met mensen is verboden, ( kan wél gedaan worden ).
    - Relaties eigenlijk ook.
    - Elke engel is gelijk, demonen en gevallenengelen dus niet.
    - Een relatie met een demon of een gevallenengel is absoluut niet toegestaan en zou als het gebeurd in het geheim moeten plaats vinden (:

    Soorten
    Wraakengelen (straffen engelen die 'wet' overtreden)
    Beschermengelen (beschermen dus mensen)
    Gevallen engelen hebben afgescheurde vleugels v-vormig litteken op de rug waar vleugels zaten. ( hoort bij demonen.
    Doodengelen (kunnen zien wie er dood gaat en hoe, brengen hun naar hemel)
    Demon (hebben zwarte! vleugels of donker! grijze vleugels)

    Invullen
    Naam: - M/V - Soort - Leeftijd.

    Waarom geen karakter? Zo kan je altijd van positie veranderen of niet, je medespelers moeten er áchter komen hoe jou personage in elkaar steekt en zullen daar dan ook meer moeite voor willen doen (:

    Personages.
    Mensen.
    Primwen Primwen Milldore(v/18)
    Endure Sky Leah Morgan (V/19)
    Schneider Nike Robin Micheals (M/17)



    Wraakengelen.
    Vluuv Penelope Nightmask (V/20)

    Beschermengelen.
    Primwen Carthal Tariël Caïrael (M/20)
    Endure Eleanor Reigns (V/18)
    Schneider Dana Chereals Moons (v/17)



    Dood engelen.
    Lykos Acwel Than Eyerows (M/18)
    Fauvism Valeria Caithne Naereil (V/19)


    Gevallenengelen.
    Lykos Atelic Nemesio Mailhairer (M/17)

    Demonen.
    Xannon Ruby Sera Rein, Demon. (V/18)
    Vluuv Nikolai (Nick) Rainmender (M/23)

    Beschermengel x mens.
    Eleanor x Nike.
    Carthal x Leah.
    Dana x Primwen.


    Met dank aan Endure voor de titel.

    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 18 okt 2011 - 13:20 ]

    Valeria Caithne Naereil - Doodengel
    Ze kromp iets in elkaar toen de dodelijke blik van de Demon haar bereikte. Natuurlijk, ze was gek om zoiets te denken, dat zo'n duivels creatuur iets van medelijden in zich kon hebben. Waar kwamen die ketterse gedachten vandaan, dat ze geloofde dat zulke wezens ook een ziel in zich hadden? Valeria sloeg de zoveelste hitsige jongeman die haar benaderde die avond af - het was toch onmogelijk hoe weinig naastenliefde mensen hadden. Ze gingen zelfs door met elkaar verleiden terwijl één van hun soortgenoten die avond de geest had gegeven. Ze schoot snel aan de kant toen er een menselijke jongen aan kwam rennen die links en rechts mensen aan de kant duwde ("Opzij! Opzij! Ik moet erlangs!" ) die duidelijk gerelateerd was aan het vermoorde meisje. Zou hij van haar hebben gehouden? Valeria vertrok even haar gezicht van pijn om het feit dat ze nooit een levensgezel had gehad en die waarschijnlijk ook nooit zou krijgen, maar haar ogen toeknijpend in het licht van een neonlamp wist ze zich te vermannen. Ze kwam toch nooit in de buurt van anderen? Dan was het meer dan normaal dat zoiets ook niet zou gebeuren, en ze zou zéker haar instelling niet aan gaan passen voor iets dat zo... zo ménselijk was als het krijgen van een levensgezel. Het neonlicht werd te fel voor haar ogen, en om zich toch nog maar ergens op te concentreren - en daardoor dus de gedachte aan zoiets onzedelijks uit haar hoofd te halen - fixeerde ze zich op een vast punt van de rug van degene voor haar. Een zucht kwam over haar lippen toen ze merkte dat ze achter de Demon stond, en de vluchtende mensenmassa ondertussen zó vast zat, dat ze ook niet meer ergens anders heen kon. Waarom had ze niet gewoon een andere Doodengel hierheen laten gaan en was ze niet- Nee, daar móest ze niet aan denken!


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Acwel - doodengel
    De mensen masse stoof een beetje uiteen toen er een jonge door heen stormde. Hij ging op de plek zitten waar het meisje gestorven was. 'Hmm, hier is ook niks meer te beleven,' denk ik. Ik loop terug door de mensen, en merk dat er nog een doodengel tussen staat. Ook staan er een paar demonen. Buiten het licht van de auto's is het eigenlijk heel donker. Het duurde niet lang totdat ik terug ben bij mijn kleine appartement. Iedereen van de engelen vind me gestoord dat ik tussen de mensen ben gaan wonen. 'HEt woond hier best goed,' denk ik.

    Atelic - gevallenengel
    Ik laat mijn shirt uit, en ga op bed liggen. De avondzon schijnt door mijn, met stof bedekte ramen. Mijn gezicht word een beetje verlicht. 'Satan geeft me ook nooit opdrachten, demonen vind hij nog steeds leuker.' denk ik. 'Misschien moet ik me gewoon eens iets meer met andere mensen gaan bemoeien.' ik trek mijn shirt weer een en loop naar beneden. De mensen met wie ik samen woon zitten in de keuken te eten. Ik pak een bord en ga bij hen aan tafel zitten.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2011 - 15:11 ]

    Penelope - Wraakengel
    "Skateboarden.." herhaal ik zacht, om te kijken hoe het voelt het woord uit te spreken. Ik beantwoord zijn glimlach en zet nog een paar stappen, tot ik helemaal uit de struiken ben gekomen. Nog een keer kijk ik verbaasd naar zijn kleren. Zo anders dan vroeger. Dan richt ik mijn blik weer op zijn gezicht. Hij ziet er nog jong uit, en heeft een vriendelijke uitstraling. "Denk je dat je het me zou kunnen leren?" vraag ik dan met een glimlach en ik houd mijn hoofd een beetje schuin.

    Nikolai - Demon
    Kort blijf ik nog naar het lijk kijken, dan draai ik me om en kijk tot mijn ergernis recht in de ogen van de Engel van eerder. We staan naar mijn mening veel te dicht bij elkaar door alle mensen om ons heen die ons niet de kans geven weg te komen. Even houd ik haar blik vast, en zij de mijne, dan trek ik minachtend mijn neus op en wend mijn blik af naar de uitgang. Ruw duw ik de huilende en bange mensen uit mijn weg. Een paar meter weg van het gevecht zijn zelfs gewoon nog mensen aan het dansen, terwijl de muziek al uit staat. Die hebben zich echt goed lam gezopen. Als ik eindelijk bij de uitgang ben adem ik de frisse lucht diep in. Zelfs op straat is het druk: Het staat vol met ambulances, politie, journalisten, geschokte omstanders en ramptoeristen. Met een stalen gezicht loop ik tussen het rumoer door, tot ik eindelijk bij een rustiger gedeelte kom. Mijn kleine, bedompte appartement is een paar straten verder op, en ik steek mijn handen in mijn zakken terwijl ik begin te lopen.

    Valeria Caithne Naereil - Doodengel
    Voor een moment was ze compleet opgezogen in de duistere ogen van de Demon, zo vreselijk gevuld met haat en nijd dat de rillingen aan een woeste dans over haar ruggengraat begonnen. Pas toen hij zich allang had omgedraaid en was weggelopen kwam ze weer een beetje tot haar positieven. Het pad volgend dat hij al had gebaand wist ze zich, met gebruik van haar ellebogen, de discotheek uit te krijgen, waar ze de Demon nog net de hoek van de straat om zag lopen. Ze verbeeldde zich dat zijn voetstappen nog ergens op de grond stonden, zodat ze hem kon volgen - ergens intrigeerde het slechte wezen haar. Maar daar was geen sprake van. Doelloos bleef ze op haar plek staan en staarde naar de hemel, die ondertussen bespikkeld was met fel gloeiende sterren. Daar, ergens tussen de sterren, zweefde de ziel van het gestorven meisje nu. Het geluid van de sirenes stierf langzaam weg toen ze in de richting van haar appartement begon te lopen. Ze had wat extra geld, waarvan ze zelf niet eens meer wist waar het vandaan kwam, bijgelegd zodat ze een kamer had met een groot raam dat uitzicht had op het park, waar ze graag kwam. De inrichting was chaotisch, maar op een nette manier; ze wist altijd waar ze alles moest terugvinden, aangezien al haar voorwerpen en meubels op een systematische manier rond de harp en de schildersezel, de twee dingen waar ze niet zonder kon, waren geschikt. Een glimlach verscheen weer op haar lippen toen ze de hoek omsloeg en het matte licht van straatlantaarns al op haar appartementje zag schijnen. Misschien kon ze nog wel wat harp spelen voor de vertrekkende ziel van alweer een overledene haar met brandende pijnen het huis uit zou doen vluchten.


    there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.

    Komtt niet veel uit voor Prim >;'[

    Primwen.
    Ze zat op een houten bankje in de schaduw van een huis. Haar huis. Niet dat ze alleen woonde, maar haar ouders kwamen eens in de zoveel maanden thuis om te checken hoe het met haar was. Niet dat ze zich in haar interesseerden, meer in het huis. Ze beweerden dat het veel geld had gekost, bij die bewering had Primwen haar neus opgetrokken. Het zag er namelijk niet erg duur uit. Haar lichte groenbruine ogen gleden naar haar handen die in haar schoot lagen. Ze speelde met de onderkant van haar shirtje. Het was tamelijk warm, enkel in de avond zou het erg afkoelen dan zou ze zich wel verkleden. Ze had namelijk geen zin om haar vest overal mee naar toe te sjouwen. Zacht zuchtte ze en richtte haar hoofd weer op om de mensen die langs liepen te bekijken. Het was niet echt druk op de plek waar zij zat, er liepen alleen mensen die met dingen zoals dozen et cetera aan het sjouwen waren.

    Eleanor komt morgen wel ofzo, ga vanavond namelijk weg :Y)

    Sky Leah Morgan ~ Mens.
    Het viel haar mee dat hij geen commentaar had toen ze zijn vest teruggaf, sommige jongens konden dat stom genoeg niet uitstaan. Misschien voelde ze zich dan afgewezen, wat natuurlijk complete onzin was. "Moet ik .. eh met je mee lopen of overleef je het zelf wel? " vroeg hij haar plagerig. Leah plaatste haar handen in haar zij. "Tuurlijk kan ik de weg naar mijn appartementje vinden en of je mee loopt of niet mag je zelf weten," antwoordde ze. Eigenlijk vond ze het altijd wel prettig als er iemand met haar meeliep als het donker was, ze moest namelijk door een vrij onbewoond gedeelte lopen, maar haar trots stond haar in de weg om dat ook daadwerkelijk aan hem te vragen. Ze stak haar handen in haar zakken en begon in de goede richting te lopen, ze zou vanzelf werk merken of hij van plan was mee te gaan of niet. Zo niet? Dan had ze maar pech. Plots voelde ze wat spetters, nee hè, hopelijk verbeeldde ze het zich. Helaas leek het geluk niet aan haar kant te staan vanavond want het begon langzaam te regenen, steeds harder en ze vermoedde dat er storm op komst had. Daar had ze een hekel aan, vroeger al, maar nu ze alleen woonde was het erger. In het lege huis klonk de wind die langs het huis raasde erg griezelig, er waren altijd takken die met flinke wind tegen haar raam aantikten en de regen klonk vreselijk hard op het dak, soms zo ahrd dat ze dacht dat het dak zou instorten. Ze was best een schijterd wat dat betrof, niet dat ze van plan was dat ooit toe te geven, vooral dat ze onweer stiekem toch wel eng vond. Als klein meisje was ze er al bang voor, het leek net alsof de aarde zou vergaan of ze was bang dat er een boom in de brand zou vliegen en op hun huis zou vallen. Meestal kroop ze dan gewoon diep onder haar dekens en wachtte tot de storm ging liggen en nu, zoveel jaar later, deed ze dat nog steeds.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Carthal Beschermengel
    Hij trok de rits van zijn vest half dicht. Zachtjes grinnikte hij toen ze haar handen in haar zij plaatste. "Tuurlijk kan ik de weg naar mijn appartementje vinden en of je mee loopt of niet mag je zelf weten," antwoordde ze. Mh, trots geboren trots gebleven. Hij rolde even met zijn ogen dit keer niet uit irritatie of iets dergelijke. Ze deed haar handen in dr zakken en begon in de richting te lopen. Hij was blij dat zij begon met lopen, niet dat hij bang was de verkeerde richting op te lopen. Maar hij was niet helderziend en kon dus ook niet weten waar ze woonde. Hij liep achter haar aan, iets beters had hij toch niet te doen. Straks zal hij wel weer even ergens zijn vleugels strekken of naar zijn appartement gaan. Hij keek omhoog toen koele spetters op zijn gezicht vielen. Regen.. Regen was iets wat hij fijn vond, hoe harder hoe beter. Alleen met onweer zou hij zich niet in graag in de lucht bevinden. Als hij thuis was vond hij het ook fijn. Het geluid van regen op de daken werkten voor hem kalmerend, maar hij wist dat er genoeg mensen bang voor waren. Je wist het maar nooit in dit oude dorp. Misschien vatte er wel iets vlam of werd er iets omvergeblazen bomen uit het bos bijvoorbeeld die zich rond het dorp bevonden. Het was dan ook aardig moeilijk om hier te komen doordat het dorp geheel afgelegen was. Hij keek naar Leah, "Vind je regen fijn? " vroeg hij haar oprecht nieuwsgierig. "Of vind je het eng? " voegde hij er nog een tikkeltje speels aan toe. Hij had zijn 'masker' laten vallen, maar zijn ogen stonden nog steeds koel met een zelfverzekerde uitdrukking er in die veel mensen niet konden uitstaan.

    Waarom gaat het zo makkelijk om hier te posten :|

    Hoe bedoel je makkelijk? :P

    Sky Leah Morgan ~ Mens.
    Uiteindelijk kwam hij naast haar lopen, terwijl de regen inmiddels met bakken uit de lucht liep. Ach, ze was nu toch al nat, straks zou ze een warme douche nemen. Alsnog was ze pissig op zichzelf, ze had kunenn weten dat het zou regenen, ze had gewoon een paraplu mee moeten brengen. Hoe natter ze werd, hoe kouder ze het kreeg. Ze verkleumde tot op het bot en verlange nu al naar de warme douche en een kop warme chocolademelk met een toefje slagroom.. Plots vroeg Carthaal haar of ze regen fijn vond. "Of vind je het eng?" voegde hij er nog aan toe. Leah had even moeite om haar gezicht in de plooi te houden. "Tuurlijk niet, het is maar water." Dat was waar, ze was er niet echt bang van, alleen als ze zo thuis in bed lag, dan klonk het griezelig. "Het is alleen niet prettig," voegde ze er toen nog aan toe. De lantaarnpaals straalde een licht geel schijnsel op Cartha's huid waardoor die een warme tint kreeg. Hoe kwam iemand zo knap? Tuurlijk zag ze wel eens knappe mensen in bladen of iets dergelijks, maar die waren gefotoshopt.. Zou hij iets aan zichzelf hebben laten veranderen? Leah betrapte zichzelf erop dat ze aan het staren was en vestigde haar blik gauw weer op de weg voor zich. "Waar woon je ongeveer? Want als je nu vreselijk omloopt is het nogal onhand om mee te lopen, nietwaar?" zei ze, alsof het haar niet uitmaakte of hij mee liep of niet, wat wel degelijk het geval was. Alleen als hij de andere kant op woonde, waarom zou hij dan überhaupt de moeite nemen mee te lopen. Hij leek haar eerder te haten, toen in de supermarkt, en nu was hij ineens 180 graden gedraait.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Nike - Mens
    Het meisje keek me glimlachend aan toen ze vroeg of ik het haar wilde leren. Ze hield haar hoofd een beetje schuin. Ik bekeek het meisje.
    Ze was ongeveer twee jaar ouder dan mij. Ik glimlachte naar haar.
    'Ja. Is goed.' Ik keek haar vriendelijk aan. Het verbaasde me over het feit dat ze niet wist wat skateboarding was. Maar ze leek me aardig.
    'Kom maar op het bord staan,' zei ik terwijl ik van mijn board af stapte.

    Dana - bescherm engel
    Langzaam liep ik de volgende straat in. Veel hoop dat ik daar Primwen ging vinden had ik niet. Moe liep ik langs alle huizen. Ik bekeek ze allemaal stuk voor stuk. Totdat ik haar opeens zag zitten. Ik wist gelijk zij Primwen was. Snel verstopt ik achter de struiken terwijl ik haar bestudeerde. Dit was dus het meisje dat ik moest gaan beschermen. Ze leek me aardig, maar schijn bedriegt. Ik bleef kijken niet wetend wat ik nu moest doen.
    Oké, ik had haar gevonden maar wat nu? Twijfelend of ik naar haar toe moest gaan bleef ik in de bosjes zitten. Sommige mensen raken in paniek als ze hoorde dat ze een bescherm engel hadden. Maar aan de andere kant, ik kon niet iemand van een afstand beschermen en het zou haar zeker op vallen dat er opeens rare dingen gebeurde als ik in de buurt zou zijn.
    Ik bleef nog vijf minuten na denken totdat ik besefte dat het nu of nooit is. Ik kon het wel uitstellen maar ik wist dat het er dan nooit van zou komen. Langzaam stond ik op, haalde diep adem en liep naar het meisje.
    Ik schraapte mijn keel.
    'Ben jij Primwen?'


    "Ignite, my love. Ignite."

    Carthal - Beschermengel.
    Hij stopte zijn handen in de zakken van zijn vest en keek naar de grond voor zich. De stenen stonden in een nette volgorde, omdat hij de stenen niet kon tellen telde hij de stappen. De regen hinderde hem niet, de koele druppels voelden fijn op zijn huid. Hij voelde geen kou of het nou door het engelzijnde kwam of omdat hij gewoon 'anders' was wist hij niet, maar het maakte hem ook niet echt uit hij zal er niet nachten lang over gaan nadenken of dingen afspeuren zodat hij er wél achter kwam. "Tuurlijk niet, het is maar water." Hij keek haar even aan toen ze hem uit zijn gedachtte haalde. "Dat is zo, maar niet elk meisje houd van stromende regen en een beetje onweer. " Hij draaide zijn hoofd weer terug naar de grond. "Het is alleen niet prettig," zei ze nog wat hem even liet grijnzen, "Dat dacht ik al. " Hij schudde even zijn hoofd met nog steeds het zelfde grijnsje rond zijn lippen. Hij haalde zijn hand kort door zijn inmiddels doorweekte haar waar de druppeltjes aan hingen die over zijn gezicht naar beneden gleden. Net zoals de regen hinderde dat hem ook niet. Niets hinderde hem, zelfs geen valse demon. Carthal voelde haar blik op hem rusten, maar het leek hem verstandig niks te zeggen voor er weer een woordenoorlog kwam. Op het moment had hij daar ook helemaal geen zin in. "Waar woon je ongeveer? Want als je nu vreselijk omloopt is het nogal onhand om mee te lopen, nietwaar?" Hij dacht even na hoe hij het het simpelst kon zeggen. "Aan de andere kant, maar ik ga straks via het bos terug. " Zei hij zonder op te kijken van de stenen voor hem. Hij woonde aan de andere kant van het dorp dus kon hij via het bos om het dorp heen en zijn vleugels even strekken. In dit weer zal een hond zich zelf niet in het bos wagen. Misschien een demon of een andere engel, maar daar zal hij verder geen problemen mee hebben. Vanuit zijn ooghoeken keek hij naar haar, hij wist nog steeds niet zeker wat hij van haar vond. Op het moment vond hij haar van alles maar het meest raar. Ze had een aparte kleur ogen die trots en een tikkeltje arrogantie uitstraalde, maar als je daar door heen keek was ze opzich wel oké. Mensen met een grote mond hadden in werkelijkheid een klein hartje.. Of dat was meestal het geval.



    Primwen - Mens.
    Ze keek even kort rond toen ze wat geritsel hoorde in bosjes, maar erg lang bleef haar aandacht daar niet op gericht. Het zal wel een dier zijn of iets dergelijke. Ze liet haar blik van de bosjes even over de huizen en terug naar haar handen glijden die nog steeds in haar schoot lagen. "Ben jij Primwen?" vroeg een onbekend meisje waardoor ze werd verplicht om op te kijken. De blik in Primwens lichte groenbruine ogen toonde wantrouwen. "Ja.. Ken ik jou? " ze glimlachtte een tikkeltje onzeker, het meisje die tegen haar sprak was beeldschoon. Er was geen oneffenheid op haar gezicht te merken en ze had een bepaalde uitstraling in haar ogen die haar kalmeerden. Ze leek niets ergs in haar schild te voeren.



    - Wat op HN veel lijkt is hier het dubbele, op hn kom ik niet verder dan 3 zinnen :l

    [ bericht aangepast op 19 okt 2011 - 19:05 ]

    Haha, achja;p En anders heb je mijn tips nog :'D Is het trouwens wel wat?
    Heb het idee dat ze nogal flut zijn ;o

    Sky Leah Morgan. ~ Mens.
    "Aan de andere kant, maar ik ga straks via het bos terug," antwoordde hij op haar vraag waar hij woonde. Het was een vaag antwoord vond ze. "Dus je loopt helemaal om voor iemand zoals ik? Dus je bent niet alleen knap, maar ook nog galant?" merkte ze op, er klonk een lichte spot in haar stem en ze keek hem met een uitdagend grijnsje aan. "Maar behalve dat vind ik het ook dom, voordat je thuis bent ben je doorweekt. Straks wordt je nog ziek ook, maar denk maar niet dat ik me daar schuldig om ga voelen hoor." Ze keek hem met glinsterende ogen aan. Ze hield ervan mensen wat te plagen en was vaak nieuwsgierig naar hun reacties. Na een poosje kwamen ze in het gedeelte waar het vrijwel uitgestorven was. Hier zaten vroeger vaak krakers, tot ze weggejaagd waren. Alle ramen en deuren waren toen dichtgetimmerd, maar sommige waren opnieuw opgentrokken of waren aan het wegrotten. Ook was er veel graffiti op de muren gespoten en het zag eruit als een spookstad. Toch zag ze plots iemand lopen, een jongeman zo te zien. Vanaf waar ze was kon ze zien dat hij halflang zwart haar had, voor de rest zag hij er best griezelig uit, maar dat kon ook door het schijnsel van de maan komen, toch was ze stiekem blij dat ze nu niet alleen was. Sneller dan verwacht kwamen ze al bij haar appartementje aan, althans, het appartementencomplex. Haar appartementje zat op de 7e verdieping en de lift was defect, gewoonweg geweldig. Ietwat twijfelend bleef ze voor de deuren staan en keek naar de inmiddels doorweekte Carthal. Zijzelf was ook niet zo droog meer. Haar haren waren zeiknat en er gleden miniscule druppeltejs over haar gezicht, gauw haalde ze haar vingers een keer onder haar ogen uit om er zeker van te zijn dat ze er niet uitzag als een panda. Haar kleren plakte en ondanks dat ze nu droog stond, had ze het idee dat ze in het water lag. Ze kon Carthal moeilijk nu wegsturen, om de een of andere reden vertrouwde ze hem wel, ookal kende ze hem net. Het voelde alsof ze hem al langer kende, met sommige mensen had ze dat. "Je hebt vast geen zin in warme chocolade melk, of wel?" zei ze en glimlachte kort. Het zou onmenselijk zijn hem zo weer de stromende regen in te sturen. De regen kwam nu echt met bakken uit de lucht, grote regendruppels en een gure wind. Desnoods kon ze hem een paraplu meegeven, dan kon hij al wat opdrogen terwijl hij naar huis liep.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Carthal - Beschermengel.
    "Dus je loopt helemaal om voor iemand zoals ik? Dus je bent niet alleen knap, maar ook nog galant?" Hij was verbaasd om dat uit haar mond te horen, heel erg verbaasd ondanks die spottende klank die haar stem versierde. Hij vond dit nu al typisch Leah. "Voor iemand zoals jou ja zou ik graag om willen lopen en tjaa.. Het is maar hoe je me wilt noemen. Het maakt me niet zo veel uit eerlijk gezegt it's who i am. " hij keek haar even aan met zijn emotieloze blauwe ogen. Hij kreeg gewoon geen emotie in zijn ogen. Het was al jaren uit sinds hij met zijn groep uit elkaar waren gegaan. Het licht was gewoon gedoofd. In hem maar dat uitte hij via zijn ogen. Haar uitdagende grijns deed hem wel even terug grijnzen, plagend dit keer. "Maar behalve dat vind ik het ook dom, voordat je thuis bent ben je doorweekt. Straks wordt je nog ziek ook, maar denk maar niet dat ik me daar schuldig om ga voelen hoor." Hij rolde even met zijn ogen, "Don't worry, ik ga niet ziek worden en ik had dan ook niet anders van je verwacht, Leah, in zo'n korte tijd heb ik je al wel een beetje door. " Hij keek even rond toen ze het afgestorven gebied van het dorp in liepen. Hij wist dat er in die huizen nog wel leven was, maar meestal waren dit wraakengelen die niet genoeg geld bezaten of demonen die hun plannetjes daar stichten, dit zal hij haar alleen niet vertellen. Kort gleed zijn blik naar een deurtje dat open stond, maar steeds open en dicht klapte. Het deed automatisch een rilling over zijn rug lopen. Hij vond het ergens wel geestig. Op de muren was er graffiti gespoten waarschijnlijk door mensen. Jongens. Al gauw naderde ze een appartementencomplex waar duidelijk Leahs appartementje zich bevond want ze liep er naar binnen. Hij volgte maar en bleef dus ook staan waar zij stil stond. Kort schudde hij zijn hoofd waardoor druppels heen en weer vlogen. "Je hebt vast geen zin in warme chocolade melk, of wel?" zei ze en glimlachte kort. Hij keek haar even twijfelend aan en keek toen even naar het raampje dat de hal 'verlichtte' hij zag de regen. Eigenlijk wilde hij wel weer even naar buiten, maar hij dacht er aan dat normale jongens zo iets niet snel zouden afslaan. Ze zou hem voor gek verklaren als hij met dit hondenweer terug naar buiten wilde gaan. "Eh ja, even kan geen kwaad.. denk ik. " hij glimlachtte even zelfverzekerd.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2011 - 20:44 ]

    Acwel - doodengel
    Het begon te regenen en al snel kwam het met bakken uit de lucht. Het leek alsof ik door een spookstad liep. De huizen waren verlaten. Achter me hoorde ik 2 mensen lopen, ofja 1 mens en 1 engel. De regen was lekker koel. De 2 sloegen af naar een appartementen complex, stiekem volg ik hun. Ze stonden droog bij een flat. De engel herkend ik, het is Carthal. Een beschermengel. 'Hij heeft dus zijn mens gevonden, eens kijken of hij me nog kent,' denk ik en ik loop richting Carthal. Een maal dichtbij genoeg spreek ik hem aan. 'Hey Carthal, jou heb ik lang niet gezien,' zeg ik.

    Penelope - Wraakengel
    "Ja. Is goed. Kom maar op het board staan." Ik glimlach naar de jongen terwijl ik op hem afloop. "Dankje." zeg ik, terwijl ik de plank met wieltjes bestudeer. Ik moet oppassen dat ik mijn evenwicht niet verlies als ik er op ga staan, bedenk ik bij mezelf. Ik kan mezelf niet opvangen met mijn vleugels nu er een onwetend mens bij is. Voorzichtig zet ik een voet op de plank, en beweeg een beetje heen en weer waardoor hij makkelijk heen en weer rolt. "Even kijken.." mompel ik zacht, en vol concentratie plaats ik ook mijn andere voet. De plank voelt wiebelig, en ik houd mijn armen omhoog om evenwicht te houden. "Dit is.. vreemd." Even ruk ik mijn blik los van mijn voeten en kijk naar de jongen, die geamuseerd lijkt door mijn geklungel. Is dit misschien iets wat mensen horen te kunnen nu? Dan heb ik mezelf meteen in grote problemen gebracht. Handig. Maar ach, nu ben ik hier toch al. "Hm.. Wat moet ik nu doen?" Net als hij zijn mond opent om wat te zeggen hoor ik een ruisend geluid en snel daarna voel ik dikke druppels regen op mijn hoofd vallen. Ik stap beduusd van de plank af en glimlach dan kort naar de jongen. "Ach, jammer. Zullen we een volgende keer maar verder gaan dan?" Al snel voel ik dat ik doorweekt ben, en in de verte zie ik een lichte flits. Er is onweer op komst. Mijn gezicht betrekt. "Ik kan maar beter gaan. Ik zie je nog wel eens.. Tot later." Ik glimlach, loop weg en zwaai nog even. Dan stap ik stevig door richting stad. Nu ik weer alleen ben denk ik terug aan de woorden van de engel. Eerst observeren.. Had ik me beter afzijdig kunnen houden? Maar dan lukt het me nooit wat van die vreemde gebruiken te snappen.. Ach, het zal wel. Ik stap nog wat steviger door en strijk de natte plukken haar uit mijn gezicht.

    Nikolai - Demon
    Ik duw de deur van het gebouw open, die los in zijn scharnieren hangt. Net als ik mijn voet binnen heb gezet hoor ik achter me regendruppels neer komen. Ik stap helemaal binnen en kijk achter me. In minder dan twee seconden is de straat doorweekt, en lijkt het nog donkerder op straat dan het net was. Heerlijk, duisternis. Ik draai me om en loop de krakerige houten trap op, naar de eerste verdieping. Het is donker binnen, maar onder de deuren van sommige kamers komt licht vandaan. Er klinken zachte geluiden door de dunne muren heen: Gepraat, muziek en geschiet uit een actiefilm. Ik loop naar mijn appartement, dat aan de achterkant van het gebouw zit en uitkijk heeft over de "tuin": Een exotische verzameling van allerlei soorten onkruid. Terwijl ik de deur weer achter me dicht doe zoek ik het lichtknopje. Ik knip het licht aan en been naar de keuken. Het peertje dat in mijn hal hangt verspreid een flauw schijnsel, waardoor mijn appartement er nog grauwer uitziet dan het is. Maar daar houd ik wel van.