• Part 1
    Part 2
    Part 3
    Part 4

    Joinen, maar geen idee wat RPG's zijn? Kijk hier:
    Plop

    Welkom 8D
    Ahum, eerst het verhaal:

    Een stel rijke dames van de Dames Club in Engeland gaan op bezoek bij hun vriendinnen in Frankrijk. Halverwege de reis komen ze echter in een storm terecht. Hun schip vergaat, en slechts vijf dames weten te ontsnappen aan de dood. In een houten sloep drijven ze dagen stuurloos over de zee, tot ze eindelijk een schip zien. Wanhopig beginnen ze te zwaaien, hopend op hulp. Wat de dames echter niet weten, is dat het een piraten schip is… De piraten redden ze, maar niet voor niets. De dames worden gedwongen om hard te werken, en zullen moeten wennen aan het harde, vieze leven op het piratenschip…

    Omdat we niet oneindig veel dames kunnen hebben, is er een maximum van 5 dames. En natuurlijk maar 1 dame per persoon, anders is het een beetje sneu als 1 iemand 5 dames heeft en de ander 0. Van Piraten mogen er wel heel veel komen.. Hehehe ^^ (Piraten zijn mannelijk :'])

    Voor de duidelijkheid, er zijn dus geen mobieltjes/auto's/moderne kleren.. Maar ik denk dat dat wel logisch is..

    Dames:
    Joshephine, Maxime, Clarabella, May

    Piraten:
    Olivier (Captain), Abby(Piraat), Peter/Felix(Piraat), Ace (Piraat), Tristan/Thomas (Piraat), Arthur (Piraat), Kjell (Piraat), Natambu (Piraat), Alice/Sarah Kate Smith, Carlos

    Overig:
    King George

    Have fun 8D

    (p.s. De verhaallijn is bedacht door Endure, het idee om piraatjes te gebruiken door Vluuv :p)



    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 16 juli 2011 - 22:24 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    AAAH! ik ben er weer 0.0 sorry dat ik lang weg ben geweest!
    hoe staat het verhaal?


    why is always london so far away when you need it?

    Tristan - Piraat.
    Ik frons als ze me over Nate verteld. Dat was toch die kerel die ik daar te hulp was geschoten? 'Abby, wat is 'niet helemaal mogen'? En trek je niets aan van mijn problemen, jij bent belangrijker.'
    Ook al had ze het goed bedoelt, het maakt me er niet gelukkiger op dat ze nog steeds dingen verzwijgt...
    Wanneer de bewaker bijna schuimbekkend avn woede komt aangelopen, voel ik me machtelozer dan ooit. Hoewel. Snel en subtiel schuift ik Abby's mes uit mijn laars en klem het achter mijn rug. Als hij één foute beweging maakt, ben ik klaar om het mes naar hem te mikken. Messenwerpen is een van de weinige - zeg maar gerust, één van de op 1 hand te tellen dinge, waar ik handig in ben. Geconcentreerd volg ik het gesprek, maar Abby weet de situatie uiteindelijk handig in haar voordeel te draaien. Maar het is nipt, en dat weten we allebei. Ik ontspan weer half, jaren leven en overleven tussen de smokkelaars, oplichters, dieven en andere criminele creaturen leert je snel altijd op je hoede te blijven.
    "Hé Romeo, nu kan ik je wat vaker bezoeken zonder al te veel gedoe," zegt ze opgelucht. Ik glimlach, dat is waar. Het is al een hele troost en dat meen ik. 'En zie je? Je hoeft je geen zorgen te maken, ik ben 19 en kan best wel goed voor mezelf zorgen. Nouja, dat ook weer niet altijd,' gaat ze verder. Is ze nog maar 19? Ze heeft me haar leeftijd nooit verteld, maar ik had haar toch wel even oud als ik geschat.
    En ik vind best dat ik reden heb om me zorgen te maken, Olivier is geen leeghoofdige zeegarnaal -of tenminste niet altijd.
    'Abby, ik weet dat je je mannetje wel kan staan, maar ik voel me gewoon enorm beschermend tegenover je. En ik ben bang voor wat Oliver allemaal in staat is...' Ik zwijg even. Zou ze nu al doorhebben dat hij gek op haar was en hoogstwaarschijnlijk nog steeds is? Zolang hij maar met zijn poten van haar afblijft. 'En wat is dat nu met die Nate?' Ik weet dat wanneer ze mijn vragen zo omzeilt, ze iets verbergt. Ik kijk haar recht aan en neem haar hand weer vast; de enige manier om me te overtuigen dat ze hier echt is, dat ik niet gek word en zit te ijlen, is door haar aan te raken. Het is dat die tralies in de weg zitten, anders had ik haar al een tijdje geleden gekust.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    I'm back!
    Ik ben er van uitgegaan dat Abby zich snel zou verstoppen als ze iemand zou horen, dus sorryknorry als dat niet zo is! :x
    Dan pas ik het anders nog wel aan ^^
    En ik moet nu nog even bijlezen bij de andere RPG's, maar daar zal ik ook zo snel mogelijk reageren ^^

    Josephine
    Rustig zit ik in de hut die Maxime en ik besloten hebben te delen, en borstel mijn haar met een oude kam. Het is niet meer zo zacht als eerst, waarschijnlijk door het gebrek aan zeep, en dat irriteert me. Wie weet kan ik de volgende keer dat we aan land gaan wat zeep halen. En andere nieuwe spullen. Een boek misschien.. Als ze er tenminste Engelse boeken hebben. Ik verveel me mateloos hier. Met een zucht leg ik de borstel neer en sta op. Als ik Maxime kan vinden heb ik in ieder geval gezelschap. Of Ace.. Ik sluit mijn ogen even en wrijf over mijn gezicht. Bah, ik moet niet vergeten wat Maxime heeft gezegd. Het verbaasde haar dat hij me nog niet op een ongewenste manier had aangeraakt. Ik glimlach, nog steeds met mijn ogen dicht. Ja, nu ik er zo over nadenk, dat is verbazingwekkend voor een piraat. Maar het bewijst wel dat hij niet zomaar een dronkenlap is, hij is beter dan dat. Ik knik om dat voor mezelf te bevestigen en loop de kamer uit, op zoek naar iemand om mee te praten.

    Olivier
    Na een paar dagen vooral in mijn hut te zijn geweest, bezig met kaarten en routes, besluit ik dat het tijd is om naar Tristan te gaan. Ik heb lang nagedacht over hoe ik dit het best kan aanpakken. Moet ik hem hetzelfde behandelen als de rest van dat andere schip? Dan keer ik veel mensen tegen me. Het is beter het onverwachte te doen. Ik werp een blik in de spiegel voor ik de deur uitga. Ik heb me gewassen, geschoren, schone kleren aangetrokken en mijn zwaard gepoetst. Ik zie eruit zoals een kapitein eruit hoort te zien. Rustig loop ik over het dek, en ik wenk Norman, een van de oudere piraten, die al langer op de Medusa zit. “Kom mee, ik heb een klusje voor je.” Hij knikt, geeft het touw waar hij mee bezig was aan een ander en loopt met me mee naar de kelder van het schip. Ik geef de wachter, die half ingedommeld voor de deur van de cellen zit, een trap en hij schrikt wakker. “O! Kap’tein! Goed om u hier te zien.” Hij glimlacht, waarbij hij zijn verrotte tanden ontbloot, maar ik geef hem slechts een koel knikje. “Ik neem aan dat niemand heeft geprobeerd bij de gevangenen te komen?” Hij opent zijn mond, sluit hem weer en krijgt dan een vreemde uitdrukking op zijn gezicht. “Nou?” dring ik aan, terwijl ik een wenkbrauw optrek. “Ik moet u eerlijk bekennen, Kap’tein, dat er een knaap behoorlijk populair was. Er zijn meerdere malen mensen voor hem gekomen, maar ik heb ze natuurlijk resoluut de deur gewezen, dat kunt u begrijpen. Hij zit in de achterste cel, die knakker.” Ik knik weer naar hem, en neem me voor hem later nog verder uit te horen. Als er meerdere malen mensen zijn geweest heeft hij zich vast wel een keer, zo niet vaker, om laten kopen. Omkoping is verraad. En verraad wordt bestraft. Ik weet precies wie er in de laatste cel zit, en ik kijk er niet al te erg naar uit hem weer te zien, maar dat is voor later. Eerst moet ik afhandelen met de rest van zijn bemanning. Ik overhandig Norman mijn zwaard. “Je weet wat je te doen staat.” Hij knikt, en ik open de deur van de eerste cel. “Ga op een rij zitten.” beveel ik de gevangenen, die me met holle ogen aanstaren. Langzaam en stroef komen ze in beweging. Het is duidelijk dat hun tijd hier ze niet veel goed heeft gedaan. Norman loopt naar de eerste in de rij en houdt het zwaard bij zijn keel. Als de man doorkrijgt wat er gaat gebeuren pakt hij Norman bij zijn voeten en begint te jammeren en te smeken. Norman duwt hem weg met zijn voet en me afwachtend aan. Ik leg mijn handen op mijn rug en knik koeltjes. Snel en zonder emotie te tonen snijdt hij de man zijn keel door. Zijn smeekbedes eindigen in een gorgelend geluid, waarna hij levenloos op de grond valt. Het lijkt de andere mannen wakker te schudden. Sommigen beginnen ook met hun smeekbedes, anderen worden wild en proberen weg te komen. Een man probeert me opzij te duwen en de cel uit te rennen. Ik trek mijn pistool, schiet hem neer en schreeuw “Op een rij!” naar de anderen gevangenen. Ik richt mijn pistool op ze en schoorvoetend gehoorzamen ze. Norman is ondertussen achter de tweede gaan staan. Ik knik en weer slaat hij toe. Zo werkt hij langzaam de hele rij af. Ik loop de cel uit en open de volgende. “Jullie weten wat jullie te doen staat.” zeg ik bars, en ik wacht tot de mannen hun plaats hebben ingenomen. Norman gaat verder, al wacht hij telkens even op mijn knikje. De een na de andere man valt op de grond, en ik trek een vies gezicht als ik merk dat er bloed over mijn laars loopt. Als Norman klaar is loop ik langs de derde cel heen, die leeg is, naar de vierde en tevens laatste cel. In een hoekje zit Tristan weggekropen, en terwijl ik de deur open zie ik hem opkijken. Hij is er minder slecht aan toe dan de rest van de bemanning, en dat bevestigt mijn vermoeden dat de bewaker mensen heeft doorgelaten. Ik glimlach geveinsd naar hem en stap op hem toe. De woede is van zijn gezicht af te lezen. Ik merk dat Norman op hem af komt lopen en stop hem door mijn arm uit te steken. “Nee, beste man. Dit hier is een geval apart.” Ik steek mijn hand naar Tristan uit, maar hij kijkt me slecht wantrouwend aan. “Kom op zeg, ik bijt niet.” zeg ik vol spot, maar als hij nog steeds weigert mijn hand te pakken zucht ik en ga ik recht staan. “Luister, Tristan. Je verwacht dit waarschijnlijk niet van mij, en dat is logisch, maar ik kom mijn excuses aanbieden. Ik heb me egoïstisch gedragen, en daarvoor moet ik me verontschuldigen. Ik wil je een tweede kans geven op de Medusa.” Ik steek mijn hand weer naar hem uit, en deze keer pakt hij hem toch twijfelend aan. Met een kille glimlach op mijn gezicht trek ik hem overeind. “Ik hoop dat je mij ook een tweede kans kunt geven.” Zonder op zijn antwoord te wachten laat ik zijn hand los en draai me naar Norman toe. “Haal iemand om de lijken hier weg te slepen en het bloed op te dweilen.” Hij knikt, geeft me mijn zwaard terug en loopt weg. Met een zakdoek veeg ik het bloed, dat nog warm is, van mijn zwaard en ik steek het weer in zijn schede. “Dus, wat zeg je er van?” vraag ik dan aan Tristan, die me onderzoekend aankijkt. “Kom je er weer bij?” Ik kan het hem niet kwalijk nemen dat hij zo twijfelt, maar toch erger ik me eraan. Ik geef je verdomme een tweede kans, grijp die dan ook en wees niet zo schijterig. Je beseft toch ook wel dat ik je zonder pardon van boord flikker als je weigert?

    Wait whut, Romeo bestond toen nog niet hè? Hahaha, -facepalm-

    Abby (Abigail Rosaline Valence) ~ Piraat.
    "Abby, ik weet dat je je mannetje wel kan staan, maar ik voel me gewoon enorm beschermend tegenover je. En ik ben bang voor wat Oliver allemaal in staat is..." vertelde hij me en ik glimlachtte. "Ik weet het, en dat waardeer ik ook echt. En over Oliver gesprok-'' Ik zweeg abrupt toen ik voetstappen hoorde. Shit shit shit! Ik keek Tristan kort aan, gaf nog een zahct kneepje in zijn hand en stond toen gauw op. Vlug glipte ik het hoekje om en ging met mijn rug tegen de muur aan staan, als ik opzij keek kon ik Tristan net zien. Zwijgend luisterde ik naar de voetstappen, gevolgd door stemmen waarvan er één me wel héél bekend van voor kwam. Plots hoorde ik gegorchel en smeekbedes en er liep kippenvel over mijn rug, hoe kon hij? Ik wist dat het piratenleven hard was, vreselijk hard.. Maar om ze geen eens een kans te geven om zich aan te sluiten bij de bemanning, dat was juist een mooie kans geweest om zijn bemanning te vergroten en daarmee te versterken. Toch? Plots zag ik de kapitein de cel ingaan bij Tristan, ik schuifelde wat meer naar achteren, het duister in. Ik hield mijn adem in en keek nieuwsgierig, maar ietwat bang, toe. Wat ging hij doen? Tot mijn grote verbazing stak hij zijn hand uit, ik trok een wenkbrauw op. Tristan leek te twijfelen, iets wat ik goed kon begrijpen, maar hij leek het te menen. Of was hij juist van plan later een genadeslag te geven? Een mes in zijn rug te steken? Ik wist dat ik toch niks kon doen, niks anders dan zwijgen en toekijken naar wat Tristan zou doen.


    Crappy post.:'] Vergeef me.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Jawel hoor, aangenomen dat wij in 1700 zitten (:

    Tristan - Piraat.
    Abby glipt weg en wanneer het gegorgel en gesmeek begint, wens ik dat ze hier niet was. Alsof ze nog niet genoeg smeerlapperij heeft gezien. Bedankt cap'tain Olivier... Ergens ben ik opgelucht dat hij tenminste een snelle dood heeft voor mijn ex-scheepsmaten, maar ik heb zo het idee dat hij dat enkel maar doet om zich sneller naar mij toe te werken, ondertussen proberend me te intimideren. Dat zou typisch hem zijn. Ik gluur naar waar Abby verdwenen is, maar zie niets. Des te beter, dan ziet hij haar ook niet.
    Dan gaat ook mijn celdeur open en kijk ik van Abby's schuilplaats naar wie er binnenkomen: de kapitein en Norman. Hoewel zijn hulpje direct op me komt afgelopen, ben ik verre van ongerust. Hij gaat me niet gewoon laten vermoorden, daarvoor ligt onze ruzie te persoonlijk. En inderdaad, Olivier steekt zijn hand uit om Norman tegen te houden, ik ben inderdaad 'een speciaal geval'.
    Hij steekt zijn hand naar me uit, maar kijk er alleen naar. 'Kom op zeg, ik bijt niet.' Ik ben diep beledigt om zijn gekleineer, maar blijf zwijgen, walgend van hem en zijn valse glimlach en wachtend op het moment dat zijn uitleg wél interessant wordt. In elk geval bewijst nu wel eindelijk een echte piratenkapitein te zijn, flitst het door mijn hoofd.
    Ik geloof geen woord van wat hij zegt en dat heeft hij volgens mij ook wel door. Dus pak ik zijn hand aan, nog wel op mijn hoede voor eventueel uitschietende messen of afgaande revolvers.
    Wanneer ik rechsta, laat hij mijn hand weer los, snel, maar zonder voor mij gevaarlijke zaken boven te halen. 'Ik hoop dat je mij ook een tweede kans kunt geven.' Alles in mij schreeuwt dat dit niet klopt. Maar wat kan ik anders? Ik wil blijven leven, al is het maar om Abby niet nog een moord te laten doen zien. Hij stuurt Norman weg en ik krijg echt zin om zijn vervelende glimlach van zijn gezicht te slaan. Vuile hypocriet.
    Of ik er weer bijkom? Ik zwijg even en doordat hij te enthousiast zijn zwaard proper veegt, spatten er een paar kleine bloeddruppels op mijn broek, ter hoogte van mijn knie. Een gevoel van afschuw vervult me en mijn ogen dwalen weer af naar de duisternis waarin Abby zich verschuilt. Ik kan niet anders, zoals ik daarstraks al bedacht: ze heeft al genoeg gezien. Ik wend mijn blik terug naar de kapitein en kijk hem strak in zijn ogen.
    'Ik kom terug bij de crew, bedankt voor de tweede kans.'
    Al ben ik er vrij zeker van dat hij me op de een of andere manier nog wel gaat terugpakken, al dan niet met mijn leven, kijk ik toch enorm uit naar uit deze hel van een plek uit te kunnen. Vrijheid, frisse lucht, uitgestrekte blauwe hemel en mensen rondom me en vooral: Abby daar bij me. Ik begin al een beetje weg te dromen, tot ik me weer bewust wordt van Olivier voor me. Oppassen, Tristan, je bent hier nog niet weg.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    ik snap het nogsteeds niet


    You can't not look cool with a crossbow.

    Muhahaha, ik zit hier letterlijk in mijn handen te wrijven van de voorpret :'D

    Josephine
    Rustig zit ik in de hut die Maxime en ik besloten hebben te delen, en borstel mijn haar met een oude kam. Het is niet meer zo zacht als eerst, waarschijnlijk door het gebrek aan zeep, en dat irriteert me. Wie weet kan ik de volgende keer dat we aan land gaan wat zeep halen. En andere nieuwe spullen. Een boek misschien.. Als ze er tenminste Engelse boeken hebben. Ik verveel me mateloos hier. Met een zucht leg ik de borstel neer en sta op. Als ik Maxime kan vinden heb ik in ieder geval gezelschap. Of Ace.. Ik sluit mijn ogen even en wrijf over mijn gezicht. Bah, ik moet niet vergeten wat Maxime heeft gezegd. Het verbaasde haar dat hij me nog niet op een ongewenste manier had aangeraakt. Ik glimlach, nog steeds met mijn ogen dicht. Ja, nu ik er zo over nadenk, dat is verbazingwekkend voor een piraat. Maar het bewijst wel dat hij niet zomaar een dronkenlap is, hij is beter dan dat. Ik knik om dat voor mezelf te bevestigen en loop de kamer uit, op zoek naar iemand om mee te praten.

    Olivier
    Als hij toestemt knik ik. "Mooi." Alsof je een andere optie had, idioot. "We leggen vanavond nog aan bij een klein dorp om te plunderen, dus je kunt je daar alvast op voor bereiden." Ik draai me om en loop richting de bewaker. "En jij.." zeg ik terwijl ik hem bij zijn keel grijp en tegen de muur druk. "Ik had je gezegd geen mensen bij de gevangenen te laten. Orders zijn orders.." Ik grijns kil en haal mijn pistool tevoorschijn. De bewaker heeft me door en probeert me tegen te houden, maar ik heb al geschoten voor hij wat heeft kunnen doen. Hij was een sterke man, en zeker een goede aanwinst voor de crew, maar ik kan geen ongehoorzaamheid gebruiken. Dat zorgt slechts voor chaos. Ik steek mijn pistool weer weg en loop naar boven, het dek op. "Ahoy, mijn beste piraten! Vanavond leggen we aan en gaan we plunderen, dus bereid je voor!" roep ik en zonder acht te slaan op het enthousiaste geroezemoes van de crew loop ik mijn hut in.

    Check volgende post ;d

    [ bericht aangepast op 25 aug 2011 - 9:24 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abby (Abigail Rosaline Valence) ~ Piraat.
    Toen ik hoorde dat Tristan toestemmen was ik hem het liefst direct om de hals gevlogen, maar ik hield me, de kapitein was er nog. En dat hij uit de cel was, betekende niet dat alle narigheid voorbij was, maar het was een begin. Ik hoorde hoe de kapitein aanstalten maakten om te vertrekken, maar ergens halverwege bleef hij stilstaan. Een pistoolschot, gevolgd door voetstappen was het laatste wat ik hoorde voordat hij echt vertrok. Ik slikte en gluurde voorzichtig om het hoekje, enkel Tristan was er nog, op de bruut vermoorde mannen op de grond na. Ik liep uit mijn schuilplaats en keek naar Tristan. "Tristan.." zei ik zachtjes. Ik liep naar hem toe en sloeg mijn armen om zijn nek, wat betekende dat ik op mijn tenen moest staan en daarbij ook bijna mijn evenwicht verloor, maar dat was oké. Ik aaide ene keer alngs zijn wang en drukte een kus op zijn lippen. "Ik heb je gemist," zei ik zachtjes. Ik leunde met mijn hoofd zachtjes tegen zijn borstkas aan en gluurde voorzichtig opzij, het eerste wat ik zag was Norman die de lijken wegsleepte. Plots voelde ik mijn tranen hoog zitten, niet alleen het aanzien van alle mannen, gedrenkt in bloed, maar alles. Alles van de afgelopen tijd dat me dwars had gezeten. Het gedoe met de kapitein, het gemist van Tristan, alles dat zich tegen me leek te keren.. Zelfs dingen van vroeger kwamen ineens naar boven, zoals James en zelfs dingen van toen ik nog thuis woonde. Ikk verborg mijn gezicht tegen zijn borstkas aan, ik wilde niet dat hij het zag, mijn tranen. "Laten we hier weggaan," fluisterde ik, deze plek hielp nou niet bepaald om me op mijn gemak te stellen.

    Zo poef. :X Had niet al te veel inspriatie.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ace - Piraat.

    Als Abby weg is richting de keuken loop ik naar mijn eigen bed toe. Helaas hebben piraten in een dronken bui de kans gegrepen om mijn prachtige hut af te breken. Er is nu niet veel meer van over dan een gerafeld stuk stof. Ik slaak een zucht en pak mijn oude schrijfsels erbij. Ik denk aan Abby's idee. Zou Josephine het echt waarderen? Behalve pen en papier moet ik dan ook nog een aanzienlijke hoeveelheid ballen verzamelen om een gedegen stuk te schrijven. Ik word opgeschrikt door geschreeuw. Zijn ze nu al een drankspel aan het doen? Da's veel te vroeg, zelfs voor die miezerige dekzwabbers. Met een luisterend oor volg ik het geschreeuw, wat nu ineens ophoudt. Nee. Dit zijn schreeuwen van angst.
    'Executieronde, m'n beste. Het is al een tijd geleden,' hoor ik een bemanningslid naast me zeggen. Het is John. Een executieronde in de cellen. Mijn ogen schieten open. Tristan. Er is maar één persoon die opdracht kan geven tot executie en dat is de kapitein. Maar de laatste keer dat hier een executieronde werd gegeven, was ten tijde van de vorige kapitein. En dat heb ik ook maar gehoord van verhalen, aangezien ik toen nog niet aan boord was. 'Ik wist niet dat Olivier mannen liet executeren,' mompel ik voorzichtig. John knikt. 'Ik ook niet.' Dan zal Tristan wel de laatste zijn. Degene met de meest pijnlijke dood. Ik moet wat doen. Maar wat? Mezelf nu in de strijd gooien betekent een gewisse dood. Langzaam sta ik op en verlaat de ruimte.
    'Ace. Wat ga je doen?' 'Kijken wat ik kán doen.' John komt me achterna gerend. 'Doe het niet, deze beslissing is niet aan jou.' 'Waar heb je het over?' 'Die jongen he. Daar zit iedereen achteraan. Ik zag jullie wel lopen met borden eten naar beneden. Je moet oppassen. De kapitein wil je niet tegen je hebben. Dit zijn zíjn zaken, niet de jouwe.' 'Het is geen slechte man.' 'Nee, dat weet ik. Moei je er niet mee, Ace.' Ik pers de lippen op elkaar en slaak dan een zucht uit ellende. Hij heeft gelijk. Daarin gaan wordt mijn dood. Hij zal vast die achterlijke beul wel bij zich hebben en aangezien mijn verwonding nog niet helemaal is genezen kan ik niks uithalen. En wie weet zijn het zijn zaken wel. Hij koos ervoor om mij te redden uit dat schip. Niet iedereen kan een volledig nobel man zijn. Kijk maar naar mij.
    'Ik ga wat eten halen.' En ik loop naar boven, het licht in. Ah, het voelt goed om weer in de buitenlucht te zijn. Maar waarom knaagt er dan nog iets aan me? Ineens kruisen mijn ogen die van Josephine. Ik weet niet waar ik het moet zoeken. Heeft Abby haar kans al gewaagd? Oh bij Neptunus. 'Eh.. goeiemorgen,' begin ik en ik bedenk me nu pas dat het al middag is. Goed werk, Ace. Goed werk. Ineens komt de kapitein boven. De bemanning kijkt op "Ahoy, mijn beste piraten! Vanavond leggen we aan en gaan we plunderen, dus bereid je voor!" Een luid gejuich ontstaat. 'Hoor je dat, Ace? Eindelijk!' roept de kleine rat. 'Mooi. Kun je eindelijk een man worden,' grijns ik naar hem. 'Ik? Oh nee, mijn centen zijn me gejat.' Ik zucht. Het zal ook eens niet.
    Ik kijk weer omhoog, waar de kapitein verdwijnt. Ik zou blij moeten zijn bij een goede plundertocht, maar waarom heb ik het idee dat er iets niet in de haak steekt?

    [ bericht aangepast op 25 aug 2011 - 11:23 ]


    No growth of the heart is ever a waste

    Volgens mij heb ik het niet duidelijk gezegd in mijn post, maar die geëxecuteerde mannen kwamen van dat schip dat ze geënterd hadden, waar Tristan ook op zat, dus de crew van de Medusa is ongeschonden ^^ Nog wel :3

    Josephine
    Ik loop rustig het dek op en negeer de starende blikken van een aantal piraten. Het is zeker niet beleefd van ze om zo te staren, maar wie ben ik om er wat van te zeggen? Dat zou zo mogelijk nog onbeleefder zijn. Ik leg mijn handen op het ruwe hout van de reling en merk tot mijn grote walging dat er opgedroogd bloed op zit. Snel trek ik mijn hand terug en terwijl ik een rilling over mijn rug voel lopen zie ik ineens Ace staan. De rilling van walging verandert in een andere rilling, iets dat ik niet helemaal kan plaatsen, maar zeker niet onprettig aanvoelt. Ik zet een paar stappen in mijn richting en hij komt ook op mij af, nog steeds hinkend door zijn verwondingen. "Eh.. goeiemorgen." Ik glimlach en zie aan de zon die achter hem staat dat het waarschijnlijk al middag is. Misschien heeft hij zich verslapen? "Hallo." Dan wordt zijn aandacht getrokken door iets achter me en ik draai me om, waar ik de kapitein zie staan. Fronsend luister ik naar zijn verhaal en ik merk dat de bemanning enthousiaster is dan ikzelf. Plunderingen kan ik gewoon niet als iets goeds zien, maar piraten denken daar natuurlijk anders over. Ik sluit even mijn ogen en probeer het van me af te zetten, waarna ik Ace weer aankijk en voorzichtig glimlach. "Gaat het al wat beter met je wonden?"

    Olivier
    Als hij toestemt knik ik. "Mooi." Alsof je een andere optie had, idioot. "We leggen vanavond nog aan bij een klein dorp om te plunderen, dus je kunt je daar alvast op voor bereiden." Ik draai me om en loop richting de bewaker. "En jij.." zeg ik terwijl ik hem bij zijn keel grijp en tegen de muur druk. "Ik had je gezegd geen mensen bij de gevangenen te laten. Orders zijn orders.." Ik grijns kil en haal mijn pistool tevoorschijn. De bewaker heeft me door en probeert me tegen te houden, maar ik heb al geschoten voor hij wat heeft kunnen doen. Hij was een sterke man, en zeker een goede aanwinst voor de crew, maar ik kan geen ongehoorzaamheid gebruiken. Dat zorgt slechts voor chaos. Ik steek mijn pistool weer weg en loop naar boven, het dek op. "Ahoy, mijn beste piraten! Vanavond leggen we aan en gaan we plunderen, dus bereid je voor!" roep ik en zonder acht te slaan op het enthousiaste geroezemoes van de crew loop ik mijn hut in.

    -Geen zin om Oli aan te passen, dat doe ik later wel :']
    Ik ben nu trouwens GWMT aan het teruglezen, en die hele shizzle met Odile die ontvoerd wordt door Fjodor's clan is ziek spannend 0-0

    Tristan - Piraat.
    Ik kijk de kapitein na wanneer hij naar boven loopt. Hij is echt verandert, van zijn oorspronkelijke vriendelijkheid lijkt niets meer over. Al het bloed en lijken doen me kokhalzen en ik grijp me vast aan de tralies van mijn cel. Ik hoor Abby uit haar schuilplaats komen en draai me om. Ze slaat haar armen om mijn nek en kust me, maar toch staat mijn hoofd even niet naar haar. Al die starende, dode mannen rondom ons brengen me van mijn stuk, niet alleen door de herrinneringen die ze oproepen. Ik wil hier weg. Nu.
    'Laten we hier weggaan,' fluistert Abby, duidelijk geschrokken. Ik aai over haar hoofd en druk haar nog even dicht tegen me aan. 'Niet opzij kijken, fixeer je op de trap, oké? Beloof me dat je niet opzij kijkt.' Dan laat ik haar los en loop achter haar naar boven. Bloed kleurt de hele vloer in alle tinten rood en ik besluit te doen wat ik Abby heb gevraagd: me te fixeren op de trap. Net voor de trap hangen er verschillende wapenriemen, maar de mijne zit er niet bij. Ik controleer het nog een tweede keer, geen Jane te zien. Verdomme. Ik kijk het kleine vertrek rond -verder leeg natuurlijk- en ik kan het niet laten om nog eens terug te kijken naar de cel. De doodse stilte die er nu heerst, staat in schril contrast met wat een hel er daarnet was. En hoewel ik het afschuwelijk vind, kan ik het niet laten bijna gebiologeerd de lijken te bekijken. Koude rillingen kruipen over mijn rug en ik voel opnieuw braakneigingen opkomen. Norman en iemand anders met een dweilen passeren me, ik draai me snel om en volg Abby de trap op, mezelf afvragend waar en waarom ze mijn wapens apart hebben gelegd. Aan de bewaker moet ik het nu niet meer vragen, maar ik probeer mezelf gerust te stellen: Ace ofzo zal ze wel in veiligheid hebben gebracht.
    Hoe hoger we raken op weg naar het dek waar de mannen uit volle borst hun goedkeuring van de plundering brullen, hoe meer er een tweestrijd in me speelt. Aan de ene kant is het liefste wat ik nu wil frisse lucht zien en inademen, aan de andere kant heb ik geen zin om met mensen te praten; ik ben nog steeds van slag van wat er daarnet is gebeurd.
    'Oh, kom op, raap jezelf toch bij elkaar. Abby heeft niets aan je als je zo blijft jammeren,' denk ik streng tegen mezelf. Wanneer we op het dek aankomen, ben ik helemaal verblind door het zonlicht. Mijn ogen doen vreselijk veel pijn en ik hou mijn hand voor mijn gezicht om ze af te schermen van de felle zon. Blind pak ik Abby bij haar hand om een beetje stevigheid en ondertussen adem ik diep de frisse lucht in. Overmoedig laat ik mijn hand zakken, maar het licht is nog steeds te fel.
    Verschillende piraten zijn al rond ons komen staan, om me 'welkom terug' te heten -met de nodige schouderklopjes- en om mijn verhaal te horen. Ze zijn hun ontstemdheid over de kapitein blijkbaar helemaal vergeten nu hij me heeft vrijgelaten en vooral nu hij een nieuwe plundertocht heeft aangekondigt. Ik werk me met Abby een weg door de groep, naar de reling. Pas wanneer we die bereikt na een paar minuten hebben, zijn mijn ogen al beter gewendt aan het zonlicht. Een frisse bries waait in mijn gezicht en ik adem nog eens diep in. Ik zucht van plezier, dit voelt zo goed. Ik trek Abby dicht tegen me aan en kus haar. Dan pas valt me op dat haar ogen een beetje rood zien. 'Gaat het?' vraag ik bezorgd.

    Natambu/Nate - Piraat.
    Op de eerste plaats ontstemde de executieronde me zeer: ten eerste was ik telleurgesteld dat ik niet gevraagd was te helpen met het openrijten van kelen en ten tweede werd ik er ook niet vrolijk van om een nieuw muiterij-plan te bedenken. Maar nu de kapitein een plundering heeft aangekondigt - vanavond nog wel- juich ik evengoed uit volle borst. Ik heb écht, écht zin in een plundering: vechten, vrouwen en alles pikken wat je pakken kan. Dat muiten kan nog wel even wachten.
    De kapitein verdwijnt weer en de kerel naast me stoot me aan. 'Hier heb ik echt naar uitgekeken.' Ik grijns naar hem, maar dan zie ik Abby en haar grote liefde aan dek komen. De rat is blijkbaar nog populairder dan ik dacht, want een hoop piraten verdringen zich rond hen. De piraat naast me volgt mijn blik en grinnikt. 'De eerste beste griet die ik daar tegen het lijf loop...' Ik knik grijnzend. 'Mijn idee, makker.'

    [ bericht aangepast op 25 aug 2011 - 16:38 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Mwhuhahah, eerst htee dirnken en wat bedenken :x coole sutkejs btw.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Abby (Abigail Rosaline Valence) ~ Pirate.
    Tristan leek een beetje in gedachten verzonken, hij was in ieder geval niet helemaal zichzelf. Grote kans dat dat te maken ahd met de slachtpartij van daarnet, ik kon me voorstellen dat hij best bevriend was geraakt met het merendeel van de bemanning. "Niet opzij kijken, fixeer je op de trap, oké? Beloof me dat je niet opzij kijkt," zei hij nadat hij me even kort tegen zich aan had getrokken, ik knikte braafjes. Ik zou niet eens willen. Zwijgend liep ik met Tristan richting de trap, ik had eerst mijn blik gefocust op de grond, maar toen ik het bloed zag keek ik toch maar gauw voor me. De lucht die in de ruimte hing was verschrikkelijk en ik hield het grootste gedeelte van onze wandeling richting de trap mijn adem in. Toen ik de trap opliep merkte ik dat Tristan niet meer volgde, ik keek even over mijn schouder en zag hem rond kijken, automatisch deed ik hetzelfde. Het aanzien van de lijken met doorgesneden kelen, gedrenkt in bloed maakte me misselijk en zorgde ervoor dat ik bijna direct mijn hoofd weer afdraaide. Ik wilde er niet aan denken, maar het gebeurde toch. Ik had James vermoord en hij had er waarschijnlijk ook zo bijgelegen, gauw verdrong ik die gedachte aangezien ik me er nog slechter door ging voelen dan ik al deed. Gelukkig kwam Tristan ook en samen liepen we het dek op, de beamnning leek nogal enthousiast, de kapitein had ze vast al verteld over de plundering. Ik voelde hoe Tristan mijn hand pakte en ik vervlocht mijn vingers met die van hem, het voelde goed hem weer naast me te hebben. Bij me, zonder tralies er doorheen. Bijna meteen kwamen er bemanningsleden om ons heen staan, allemaal geinteresseerd in Tristan en zijn kant van het verhaal. Ik bemoeide me er niet mee en tuurde zwijgend tussen ze door, plots viel mijn blik op Nate en toen hij terug keek draaide ik gauw mijn hoofd weg. Ik was van plan uit zijn buurt te blijven, al was het maar om niet in de gevaren te komen en zo Tristan ietwat te ontlasten. We wrongen ons een weg tussen de menigte door naar de reling, eenmaal daar bleven we zwijgend staan. Tristan leek duidelijk te genieten van de koele lucht en het deed me goed dat te zien, plots drukte hij me tegen zich aan en kuste me. Mijn lippen leken haast wel verslaafd aan die van hem, ík leek wel verslaafd. Het was ook zo vreemd, ik had nog nooit zoveel van iemand gehouden. "Gaat het?" onderbrak hij plots mijn gedachten. Eerst begreep ik hem niet goed maar dacht toen aan mijn ogen, ze zagen vast rood, verdomme. "Jaja, het gaat wel, maak je geen zorgen," wimpelde ik het gauw af en forceerde een glimlach. Nogmaals keek ik rond en ik zag al gauw Ace bij Josephine staan, shit, ik had Josephine nog niet gevragad naar Ace. Ach, hij redde zich nu wel, ik zou het vragen als ik alleen met haar was.

    [ bericht aangepast op 25 aug 2011 - 18:48 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Tristan - Piraat.
    Ik voel me lichtjes gekwetst dat ze me niets wil zeggen, maar ik laat het zitten. 'Probeer er niet meer aan te denken, wat voorbij is, is voorbij,' zeg ik tegen haar. Eigenlijk heb ik geen recht van spreken met dat laatste, maar ik ben veel te blij met mijn herwonnen vrijheid om het verleden dat nu te laten overschaduwen.
    Abby lijkt ergens naar te kijken en ik volg haar blik. Ace en Josephine, het bijna-koppeltje. Ik glimlach, dit zijn wel twee mensen waarvan ik blij ben ze te zien. 'Laten we naar ze toe gaan,' zeg ik tegen Abby en ik loop op hen af, met Abby's hand nog steeds in de mijne. Ten eerste wil ik ze graag bedanken voor hun hulp en Ace vragen of hij mijn wapens heeft, en ten tweede wil ik dat Abby zo wat afleiding heeft.
    'Hallo,' glimlach ik naar hen, 'nog eens bedankt voor jullie hulp.'


    Home is now behind you. The world is ahead!