Ace - Piraat.
Ik wandel het ruim uit, maar word tegengehouden door een van de jongens.
'Ik moet je wat zeggen, Ace. Blijf bij de kapitein uit de buurt. Hij is.. zichzelf niet de laatste tijd.' 'Waar heb je het over?' 'Ik heb van Juan en Juan heeft het van Pedro en Pedo-' 'Oke, praten jij, voor ik m'n geduld verlies.' 'Je kent toch die meid, Abby?' Ik knik ongeduldig.
'Het gerucht gaat dat kapitein en oogje op haar heeft, maar het hem enorm frustreert dat haar hart aan een ander toebehoort.' Ik knipper een paar keer met de ogen en frons de wenkbrauwen.
'Wie is die ander?' vraag ik met sinistere stem. 'Ene.. zeg Jasper, help me een handje. Thomas, niet waar?' 'Tristan, idioot. Je moet eens van die verdomde rum afblijven.' 'Tristan? Zeg, waar heb je die info allemaal vandaan?' 'Dat zeg ik je net, Pedro de kok. Hij weet dingen. Maar je houdt je kop, tenzij je levend gevild wil worden door de kapitein.' Ik glimlach en werp een blik op mijn papier. Ik heb mijn inspiratie gevonden!
'Geen probleem, ik hou m'n kop,' zeg ik en loop richting mijn eigen kamer.
Eenmaal daar mis ik de aanwezigheid van Josephine onmiddellijk, maar het verhaal van dat joch heeft de schrijfkriebels weer tevoorschijn getoverd. Ik sluit de deur achter me, ga op bed zitten en ontsteek de kaars.
"November 1778.
De liefde: voeder des doods.
Piraten vallen meer dan eens ten prooi aan menselijke emoties, ook al wil de wereld ze afschilderen als beesten. Achter die vieze huid en harde woorden gaat een heuse persoonlijkheid schuil. En een persoonlijkheid, hoe sterk en nobel ook, kan gekwetst worden. Laten we onszelf niet als god zien, maar als mensen. En laten we dit nooit vergeten. Deze richt ik aan alle slachtoffers van de liefde, een slag wreder en gecompliceerder dan elke oorlog die wordt gevoerd. We kunnen de uitkomst nooit voorspellen, ook al liggen de kansen nog zo gunstig. Mannen van eer, eigen je de hand van een vrouw niet toe, als zij daar geen toestemming voor heeft gegeven. Het recht zal zegevieren, ook al is dat wellicht niet in uw voordeel. Bezoedel zoiets puurs niet voor uw eigen gewin. Laat deze prachtige emotie niet de haat, de dood voeden. Het ligt niet in onze handen om voor god of de duivel te spelen.
Want zelfs in de wreedste, meest onvoorspelbare oorlog is er een sprankje hoop, wanneer men dit toelaat. Sluit niet alle wegen af omdat een doorgang u is gestremd. Durf zelf het tij te keren, want in deze oorlog zijn wij in staat de uitkomst te bepalen, voor onszelf.
Wij bepalen of we doorgaan of opgeven, sterven van ellende of leven in vreugde.
Ace F. Johnson."
Ik glimlach even en kom dan overeind. Dit moet ik in het licht bekijken. Ik krijg zere ogen door dat verdomde kaarsvet. Ik kom wat moeizaam overeind en open de deur, terwijl ik het papier krampachtig in de handen hou. Ik loop richting het dek, naar de reling, waar ik het in de lucht hou om wat beter te kunnen bekijken. Ondanks mijn verwonding is mijn handschrift nog beter dan ik heb verwacht.
Ineens komt er vanuit het niets een enorme rukwind opzetten en mijn meesterwerk wordt uit mijn handen getrokken.
'Oh nee, verdomme!' Het ziet ernaar uit dat het richting de open zee wordt geslingerd, tot de wind het stuk perkament in een hoek van 90 graden draait en met een knal tegen de deur van de kapiteinshut slingert. Ik weet even niet waar ik het zoeken moet en kijk hulpeloos om me heen. Hij gaat me vermoorden als hij dat ooit komt te lezen. Ik moet het daar weghalen, snel! Ik sprint naar de deur van de kapitein, maar roep mezelf ineens een halt toe. Er beweegt wat in het raam. Hij heeft het gehoord! Maak dat je wegkomt, Ace! Rustig, rustig. Wie zegt dat Olivier wel eens kan lezen? Ja, bijna niemand van die piraten hier weet hoe een letter eruit ziet, laat staan dat ze een tekst kunnen lezen. Zenuwachtig werp ik een blik op de kapiteinshut en als ik de deurknop zie bewegen maak ik me uit de voeten en sprint naar beneden heen. Ik moet hier weg, rennen! Maar waarheen? Ik hol de gangen door en hoor dan ineens een paar vrouwenstemmen. Daar hol ik heen, tot ik oog in oog kom te staan met Maxime en Josephine.
'Eh.. zou ik misschien..' Ik vlieg langs de twee heen en verstop me onder een bed. 'Ik ben niet hier, negeer mij maar. Als de kapitein hier langs komt, ik ben er niet!' fluister ik. Bij Neptunus Ace, dit is je reinste zelfmoord. Rustigm rustig. Wie weet kan de kapitein niet eens lezen. Hoe is hij dan in staat kaart te lezen? Ik bijt op mijn lip. Die zag ik over het hoofd. Ik ben ten dode opgeschreven.
No growth of the heart is ever a waste