Adam
———
Adam wist dat iedereen erg geschrokken was van Dezi’s reactie en dus begreep hij ook wel dat Fersephone meer herinneringen aan Dezi had dan wat er de laatste week was gebeurd.
‘Ik weet wel waarom ze het gedaan heeft,’ zei hij zachtjes. Misschien kon hij een beetje uitleg geven? Zonder álles op te rakelen? Zenuwachtig beet hij op zijn lip. Hij kon kijken hoe ver hij kwam, toch? Merrin gaf een kneepje in zijn hand. Onwennig keek Adam de groep rond. Even ving hij Onyx blik.
‘Je hoeft niks te zeggen,’ zei hij. ‘Het gaat niemand wat aan.’
Hij beet op zijn lip. ‘Ik weet niet of ik alles kan zeggen,’ mompelde hij. ‘Maar misschien wel… iets.’
Jester gaf hem een bemoedigend knikje en Adam dacht weer aan het gesprek dat hij even geleden met hem had gehad. Dat er mensen voor hem klaarstonden. Zoals nu.
‘Oké. Ehmm. Het begon vorige week. Ik uhm – ik was verliefd op Merrin. Wat – nu niet echt meer een verrassing is,’ zei hij met een scheve glimlach en hij keek even naar zijn vriendje. ‘Maar Merrin wist toen nog niet dat hij gevoelens voor mij had. Hij – hij dacht dat hij misschien gevoelens voor iemand anders had. Toen hij diegene meevroeg naar he bal – waar ik naast zat – toen… toen deed dat pijn. Ik ging naar de toiletten omdat ik emotioneel werd en toen…’ Hij slikte, durfde niet naar Yrla te kijken. Hij wist niet of de jongen wilde dat hij dit vertelde, maar het was nu eenmaal de aanleiding tot alles geweest. ‘Yrla kwam achter me aan. Hij – hij had ontdekt dat ik… dat ik homo ben.’ Hij fluisterde het woord bijna. Nog steeds voelde het niet als iets normaals. ‘Hij zei dat het walgelijk was. Dat iedereen me smerig zou vinden. Dat het schoolbestuur me een spuit zou geven als ze erachter zouden komen en dat ik daaraan dood kon gaan. Maar doodgaan… dat zouden ze nog beter vinden dan dat ik op jongens viel.’ Tranen verzamelden zich aan de randen van zijn ogen. Nog steeds voelde hij de drang om zich klein te maken, door zich ergens tot een bolletje op te rollen. ‘Yrla zei dat ik mijn vriendschap met Merrin moest verbreken. Als ik – als ik dat niet zou doen, dan zou hij naar het schoolbestuur stappen en zeggen dat ik homo was. En – en dat Merrin dat ook was. Dan stierven we misschien allebei.’ Hij staarde naar zijn knieën. Een traan drupte over zijn wang. ‘Hij vertelde het aan Dezi. Zij bevestigde zijn verhaal en liet me geloven dat ik inderdaad walgelijk was. Dat er iets mis met me was. En ook zij dreigde naar het schoolbestuur te gaan als ik niet deed wat ze zij. Yrla… heb ik daarna niet meer gesproken.’ Hij haalde diep adem. ‘Zaterdagmiddag heb ik toen tegen Merrin gezegd dat we geen vrienden meer konden zijn. Een dag later kwam ik er al weer op terug. Ik – ik had Merrin nodig. Maar toen zei ze… in mijn hoofd… dat ik naar haar moest luisteren. Dat ze Merrin anders iets ging aandoen.’ Hij kneep zijn lippen op elkaar. Kippenvel gleed over zijn lijf toen hij haar woorden weer in zijn hoofd hoorde. ‘Een dag later wilde Mer met me praten. Ik vertelde het toen. Dat Dezi hem wat ging aandoen als we vrienden waren. Maar we… we kozen ervoor om het risico te nemen. Tijdens muziekles. We kwamen beiden het lokaal in, ze zag dat we het hadden bijgelegd… En toen deed ze wat ze beloofd had. Ze probeerde ons te vermoorden. Omdat ik – omdat ik niet haar luisterde.’ Zijn onderlip begon te trillen. Zo was het gegaan. Ze had gedreigd hen te vermoorden en daar hadden Merrin en hij mee ingestemd.
Hij haalde een paar keer diep adem, wonder boven wonder voelde hij zich nog redelijk rustig. Het gaf hem kracht, dat hij dit deel van het verhaal had kunnen vertellen zonder in paniek te raken.
‘Ze kon het niet hebben, denk ik. Dat twee mensen die in haar ogen Niemand waren, lak hadden aan haar dreigementen. En ik had – ik had haar het uur daarvoor ook nog geslagen en gewurgd omdat ze Merrin bedreigde. Dus ik denk… Dat het haar zo boos maakte dat we maling aan haar hadden dat ze doorsloeg.’
Hij keek even naar Fersephone, wist niet of dit ook maar iets hielp en boog toen zijn hoofd weer, niet wetend wat hij verder nog moest zeggen. Opeens schoot iets anders hem te binnen.
'En daar kwam natuurlijk de snee op haar gezicht bij. Daar – daar was ze ook kwaad om. Die kreeg ze doordat uh, ook door iets wat met mij te maken had gehad.'
Hij wist niet zo goed of hij Onyx erbij wilde betrekken. Hij wilde de jongen niet verraden. Destijds was hij niet blij geweest met zijn inmenging, al was dat alleen maar omdat hij bang was voor Dezi's wraak. Toch had hij het, als hij heel eerlijk was, toch fijn gevonden dat er iemand was die wraak voor hem nam. Die zijn pijn begreep. Hij dacht even aan wat die Tony net had gezegd, dat Onyx hem ook verkracht had - met een bezem welteverstaan, niet uit lust - omdat hij dat zelf bij Vienna had willen doen. Zelf kende hij die pijn en hij was Onyx dankbaar dat hij Vienna zo'n lot bespaard had. Hardop durfde hij het niet te zeggen, maar hij wenste dat hij ook zoiets bij Dezi had gedaan op het moment dat hij aangaf dat hij geen seks met haar wilde.
Er zat een bittere smaak in zijn mond. Hij had zijn gedachten bij dit deel van het verhaal vandaan willen houden en nu was hij er alsnog bij aanbeland. Hij voelde zijn ledematen verstijven en hoopte dat het onderwerp vlug op iemand anders zou overgaan.
[ bericht aangepast op 14 juni 2020 - 21:48 ]
Every villain is a hero in his own mind.