Jester Madcap
Tegenover hem grijnsde Merrin. "Een voor allen, allen voor één," merkte de jongen op en hij hief zijn glas. Jester grinnikte en knikte hem even toe. Dit jaar hadden ze elkaar, inderdaad. Daarvoor was Merrin alleen geweest en had een hele hoop moeten doorstaan om op dit punt uit te komen en dat kwam door hem.
Jester haalde een hand door zijn haar en slaakte een zucht. "Precies. Teammentaliteit, is dat. De vraag is hoever je dat moet doortrekken en wanneer je het niet meer kan gebruiken als excuus voor wat je doet." Jester wist er een wrang glimlachje uit te persen en staarde naar zijn handen.
"Uiteindelijk is het onder andere mijn schuld dat we hier nu met zijn allen zitten. Dit moment is goed, weetje. Maar het had ook anders kunnen aflopen. Dit was wraak voor iets wat ik gedaan heb. Waar ik bij heb geholpen." Jester was zich maar al te goed bewust van alle blikken die nu op hem rustten. Opkijken had hij niet echt in zich. "Een paar dagen geleden zei Fox tegen me dat hij mijn gave creepier vond dan gedacht. Dat ik leraren op de tafel kon laten dansen, maar ze ook van het schooldak af kon laten springen. En bij mezelf dacht ik meteen dat ik dat nooit zou doen en ik zei dat ik mijn gave veel liever gebruikte om drankvoorraden leeg te roven." Hij haalde zijn schouders op. "Dat laatste is waar. Veel leuker. Maar over dat andere begin ik te twijfelen."
Wauw, Jes. Dat is nog eens een manier om dit bondgenootschap echt eens goed te verstevigen. Nu denkt iedereen dat je niet alleen een verkrachter bent, maar in je vrije tijd ook nog eens na denkt over het worden van moordenaar. Lekker gedaan, gozer.
Hij negeerde het valse stemmetje in zijn hoofd en ging koppig verder. "Het punt is namelijk- ik heb de naamlozen jaren lopen treiteren. Alle soorten rottigheid, ook bij mijn eigen afdelingsgenoten. Maar toch had ik al die tijd een soort... morele code ofzo. Grenzen die ik niet overging omdat ik het niet vond kunnen. Ethisch niet verantwoord, al die shit." Jester speelde met zijn vingers. "Toen kwam Tony en ik ben zo ver over die grens heen gegaan dat ik hem niet eens meer in de verte kon zien."
"Dat... doet dingen met m'n hoofd. Want als ik daartoe bereid was... wat zou ik dan nog meer doen onder het mom van zuivere motieven? Voor die teammentaliteit? Stel dat een of andere klootzak op het dak van de school staat en dreigt een van jullie te vermoorden. En ik weet dat de klootzak in kwestie het echt zou doen ook. Ik wéét dat het niet genoeg is om het pistool simpelweg uit zijn hand te praten, want dan gooit hij jullie alsnog over de rand en zijn jullie dood. Stel nou, dat de enige optie is om hém van het dak te laten wandelen. Zou ik dat doen? Of- of niet? Het is een weloverwogen keuze, moet je weten. Geen impulsieve,
spur-of-the-moment beslissing. Ik weet wat ik doe. Maar is het goed, of niet?" Jester had zijn blik weer laten zakken. "Ik weet het niet en ik word er verdomme gek van."
Een klootzak zoals Zebediah, bijvoorbeeld.
Het was niet zijn bedoeling geweest om die bij het verhaal te halen, maar het voorbeeld kwam zomaar in hem op. Jester haalde een hand door zijn haren en trok zijn knieën op. "In hoeverre kan je door je motieven nog goedpraten wat je doet?" Hij haalde zijn schouders op en het bleef even stil. "Ik weet dat we fout zaten bij Tony. Op het moment dat het gebeurde al. We wilden onze meiden beschermen en de jongens straffen en we gingen te ver.
Maar was het ook verkeerd om ze te willen straffen? Gewoon een reprimande zou het klusje echt niet geklaard hebben. En ik ben Zebediah niet. Ik kan mensen niet in de ogen kijken ze vertellen iets niet te doen en ze halen het zich nooit meer in hun hoofd. Zo werkt mijn gave niet- ik heb geen garantie voor op de lange termijn.
"Maargoed, onze actie dus ook niet. Want in plaats van dat onze meiden veilig waren, zijn er nu twee hele afdelingen de dupe geworden, hen incluis. De cirkel van geweld gaat maar verder. Zo beginnen bloedvetes, weet je. Verdienen wij nu hier weer wraak voor? Tony ging te ver, maar wij gingen bij Tony te ver. Die jongen voelt zich onveilig, onbegrepen en ongelukkig, natuurlijk haalt hij uit. Maakt dat het vervolgens oké? Of niet?"
Jester zuchtte. "Ik vind het moeilijk en daardoor schiet ik jullie tekort. Ik ben ermee bezig, maar zoals jullie wel doorhebben is het allemaal niet zo zwart-wit. Dit hier vanavond, komt onder andere door mij. Het spijt me dat jullie dit moesten doorstaan. Dat verdienden jullie niet." Hij keek de groep rond en zijn blik bleef hangen bij Adam.
"En als we het dan toch hebben over tekortschieten en fouten maken... volgens mij is Damon het met me eens dat ik nog wat excuses heb aan te bieden." Jester haalde even diep adem en keek de laatst overgebleven naamloze van de Panther recht aan. "Het spijt me, Adam, dat ik niet op tijd was om Dezi tegen te kunnen houden, maandag. Dat ik niet genoeg opgelet heb om te zien in welk gevaar je verkeerde, daarvoor al. Dat ik niet wist waar je mee kampte. Dat had ik moeten zien," zei hij zacht. "Het spijt me, Merrin," ging hij verder, "dat ik je een jaar lang het leven zuur heb gemaakt. Ik had je veel eerder moeten helpen met je gave." Hij slikte en wendde zich tot de blonde jongen aan de overkant van de cirkel. "Het spijt me, Yrla, dat ik niet meer de vriend kan zijn die jij nodig hebt."
Toen keek hij als laatste opzij naar zijn vriend, van wie hij zo zielsveel hield en wie hij zo gekwetst had. "En het spijt me, Onyx. Dat ik zo stom was om iets kapot te maken wat ik niet wilde verliezen."
[ bericht aangepast op 15 juni 2020 - 0:59 ]
Three words, large enough to tip the world. I remember you.