Jo Mari Gold
"I am a Ghost of a Girl"
Ik keek Rumple aan, zijn ogen leken vuur te spuwen, ik wou een stap naar achter doen maar het lukte niet, ik was te bang of te geschrokken.
Hij pakte mijn haar vast en gooide me tegen de muur, waarom altijd haar? Kunnen ze niet gewoon een arm vasthouden ofzo? Ik zag dat hij alle deuren en ramen sloot, voor mij was er geen kans meer om hier heelhuids uit te komen. Hij pakte zijn stok om er vervolgens hard op mijn rug te slaan, ik wou gillen, maar dat zou het allemaal erger maken, een traan gleed over mijn wang. 'Jij bent ook echt een onhandelbare rotkind!' zei hij woedend, ik kon hem hier geen ongelijk geven, jammergenoeg, 'Het is dat Belle erop stond anders zou je zelfs niet eens in mijn kasteel wonen.' ik wou nog een opmerking maken maar besloot het bij mezelf te houden, hij liet me met zijn magie tegen het plafond aan knallen en liet me toen weer vallen, het voelde alsof alles, maar dan ook alles, gebroken was toen hij me ook nog eens naar de andere kant naar de kamer liet 'zweven'. Weer knalde ik tegen een muur en viel op de grond, bewegen wou even niet, ik liet het maar gewoon gebeuren, ik zou het vast wel verdient hebben... 'Voelt dat goed Jo? Dat wil je toch, je wilt toch je lieve pappie boos maken?' ik keek hem aan, "Jij hebt het recht niet om jezelf een vader te noemen, en al helemaal niet je lieve pappie!" schreeuwde ik, het maakte nu toch niet meer uit, pijn had ik al. 'Of niet dan? geef dan toe? je vindt het toch leuk als ik zo tegen je doe, daarom breng je jezelf toch altijd maar weer in problemen?' ik wou hier niets op zeggen, hij had gelijk, maar ook weer niet, als hij mij gewoon een keer positieve aandacht had gegeven was ik nooit zo geworden, denk ik...
Hij pakte zijn dolk, ik schoof naar achter maar kwam tegen de muur, hij pakte mijn arm en kerfde er een woord in,
Rotkind, de verschrikkelijke, ondraagbare pijn ging door mijn hele lichaam, ik voelde me even slap worden maar beveelde mezelf om wakker te blijven. Het bloed droop uit mijn arm, het leek me nu wel een mooi moment om iets terug te gaan zeggen, al had ik zoveel pijn, meer kon het toch niet worden, of wel?
"Hoe bedoel je ik rotkind? Jij rotvader! Jij hebt me zo opgevoed, als jij me ooit, al was het een beetje, een beetje positief behandeld had, was ik heel anders geweest, dat weet ik zeker!" ik deed even mijn ogen dicht, de pijn, ik hield ze ook voor een lange tijd dicht, ik vertrouwde mijn vader niet maar ik moest wel,
"Ooit eraan gedacht dat jij dit rotkind rot hebt gemaakt?" ik deed mijn ogen open en keek hem boos aan, "Jij vond het ook niet leuk dat je vader je in de steek liet, waarom doe je precies hetzelfde?" ik moest een gevatte opmerking maken, ik moest erboven uitkomen, ik ging staan, wat lastig was want het bloed droop nog steeds uit mijn lichaam, mijn lichaam deed überhaupt al pijn, ik keek even naar mijn arm, ik ben bang dat dat er voor altijd opstaat.
Ik liep naar hem toe en ging vlak voor hem staan, "Jij bent niets minder dan een klein mannetje die zich laat omringen door duisternis omdat hij te bang is..." ik keek hem diep in zijn ogen aan, "Je bent niets, geen goede man, geen goede vader, geen goede dief, je bent zelfs geen goede echtgenoot..." even deed ik mijn ogen dicht, de pijn werd heviger.
het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]