Phortion schreef:
Sebastian 'Seb' Oliver Lancaster
Sebastian lachte zacht. Tuurlijk, ze had op haar tong gebeten. Ze had ook misschien een paar gekneusd, maar haar tong was belangrijker. Sebastian keek even naar de deuken in de auto en constateerde dat tenzij een gigantische boom een meter verplaatst zou worden, twee van de auto deuren niet meer open zouden gaan. Hij was allang blij dat ze niet over de kop waren gegaan met de auto, of dat ze niet het water in waren gereden. Dat was misschien toch wel een van zijn grootste angsten. Twijfelend draaide hij zich om, toen hij meer geritsel hoorde.
"Kan je uit de auto komen? " vroeg hij bezorgd. Hij haalde de rand van zijn shirt even langs zijn lip, om het bloed weg te halen. Pas op dat moment veel het hem pas op dat zijn arm vol met sneden zat, waarschijnlijk vanwege het gebroken raam naast hem. Hij zuchtte zacht en depte met zijn shirt over zijn arm.
"Ik weet niet waar de rest Is. Ik weet niet waar Scarlett Is Lil. Ik had beloofd op haar te passen,' zei Seb zacht terwijl hij zijn handen over zijn gezicht haalde. Hij moest nadenken. De andere mensen in de auto leken nog niet helemaal bij, wat Seb alleen maar bezorgder maakte.
"Wacht hier, " mompelde hij terwijl hij langzaam de bosjes in liep. Links van de auto lag een beekje, of misschien klein rivierstroopmje, maar meer dan ook niet. Er waren geen sporen van een auto, of dat een auto daar had gereden. Wel was het mooi. Seb zou bijna vergeten dat ze verdwaald waren en een auto ongeluk hadden gehad. Alleen deed zijn been iets te veel pijn om het helemaal te vergeten. Hij kon zichzelf nog tegen zijn moeder horen zeggen dat hij beter op Scarlett zou letten dan zijn moeder ooit op hem gelet had. Hij was nog steeds boos op zijn moeder, niet omdat haar huwelijk nou eenmaal niet meer werkte, maar omdat ze hem in de steek gelaten had. Zodra ze Liliam had leek ze Seb vergeten te zijn. Ja, dat deed nou eenmaal pijn. Twijfelend liep hij terug, zich afvragend of zijn vrienden niet aan de andere kant van het beekje waren. Maar hij zou wel wachten met op onderzoek uitgaan tot de rest ook overeind stond.
Liliam O’Dair
Terwijl ik los probeerde te komen zonder al te veel pijn te moeten lijden, draaide Seb zich even om. Waar hij naar keek, kon ik echter onmogelijk zien en dus besloot ik mij nu maar gewoon te richten op het uit de auto komen, wat mij al problemen genoeg bezorgde. 'Kan je uit de auto komen?' Soms leek het echt of de jongeman mijn gedachten kon lezen. Ik glimlachte even geruststellend en bewoog mij naar de deuropening wat redelijk ging nu niet meer gevangen zat in mijn riem. Pas nu viel het mij op dat Seb zelf ook niet bepaald heel was. Waarschijnlijk had hij een regen van scherven op zijn dak gehad wat verscheidene, zo te zien gelukkig oppervlakkige wonden had veroorzaakt. Ik wist mijzelf met een zacht jammer kreetje uit de auto te tillen en ging nogal wankel op mijn benen staan, één hand tegen de auto om mijzelf te ondersteunen.
'Ik weet niet waar de rest is. Ik weet niet waar Scarlett is Lil. Ik had beloofd op haar te passen.' Ik legde voorzichtig mijn vrije hand op zijn schouder. Eigenlijk was ik zelf ook nogal bezorgd. De anderen in de auto hadden nog geen teken van leven gegeven en zo te zien waren we niet heel dicht bij de bewoonde wereld. Daarnaast hadden we geen idee wat er met de rest was gebeurd, maar ik was een optimist en bovendien zou het uiten van mijn eigen zorgen de situatie er niet echt beter op maken. We konden waarschijnlijk beter rustig blijven en onszelf oppeppen in plaats van in paniek raken.
'Hé, rustig. Ze zat niet bij ons in de auto, dus misschien is er met haar wel helemaal niets aan de hand. We vinden ze wel terug,' zei ik hem bemoedigend. 'We moeten gewoon rustig blijven en slim handelen!' De gedachte dat we hier voor eeuwig vast zouden zitten en zouden sterven duwde ik weg. Dat ging niet gebeuren. We zouden iedereen terug vinden, ik zou Liam terug vinden en we zouden allemaal heel aankomen bij onze verblijfplaats.
'Wacht hier.' Ik knikte braaf en keek even toe hoe Seb wegliep en richtte mij toen op de auto. Ik kreunde bij het zien van de hoeveelheid schade en bedacht mij dat ik misschien beter even kon kijken onder de motorkap of het niet hartstikke gevaarlijk was om überhaupt bij het voertuig in de buurt te zijn. Dat zou betekenen dat we zo snel mogelijk de anderen uit de auto moesten krijgen, ook al wisten we niet of ze schade hadden opgelopen aan hun nek of rug. Ik liep om de auto heen en probeerde bij Daniel te komen die op de bestuurdersplek had gezeten. Meestal kon je vanaf daar de motorkap openmaken.
'Seb, ik denk dat het verstandig is om eerst te kijken of er geen kans is op ontploffingsgevaar. De motorkap moet open. Zou je even kunnen helpen!' riep ik naar hem en probeerde Daniels deur open te wrikken. 'Misschien kunnen we hem zelfs wel maken,' fluisterde ik er achteraan, niet hoorbaar voor mijn beste vriend.
Happy Birthday my Potter!