Er druppelde een traan over Nemesis’ wang. Verwoed veegde ze hem weg, dat ze zich verwoest voelde was een ding, maar het ook nog laten blijken.. Ondanks dat ze wanhopig probeerde de tranen weg te houden slaagde ze daar niet echt goed in. De tranen bleven stromen en al snel was haar zicht vertroebeld en voelde ze de nattigheid op haar gezicht. Het zout zorgde ervoor dat het jeukte en haar neus zat verstopt. Ze had altijd al een hekel gehad aan huilen, niet alleen omdat dat haar zwak maakte maar ook omdat ze zich er smerig door ging voelen. Niet te min kreeg ze altijd verschrikkelijke hoofdpijn na een huilbui. Maar al deze redenen waren nu niet genoeg om haar bijeen te rapen en te stoppen met huilen. Ze streek voorzichtig over haar polsen, een erge brandwond was het niet, eerstegraads misschien, maar het feit dat haar man dat bij haar gedaan had deed haar ontzettend veel pijn. De tranen namen af maar het kut gevoel bleef haar bij, waarschijnlijk zou dat nog wel even duren. Ze hoopte dat Luc haar kon vergeven, maar dat zou pas gebeuren als zij hem ook vergaf. En dat wist ze niet zo goed. Dat wat zij gedaan had was misschien wel erger dan wat hij gedaan had, maar haar vertrouwen in hem was wel wat vervaagd. Ze had altijd gedacht dat Luc haar nooit pijn zou doen, niet fysiek in ieder geval. Maar hij had op zijn beurt waarschijnlijk ook gedacht dat zij nooit vreemd zou gaan, zelfs niet als het voor ‘de zaak’ was. In de verte hoorde ze paardenhoeven aan komen, en ze hoefde niet te kijken om te weten wie het was. Dat voelde ze gewoon. Ze hoorde zijn gehaaste voetstappen en voelde hoe zijn armen om haar heen gleden en haar dichterbij trokken. Ze voelde zijn tranen in haar haren druppelen, maar ze verstrakte, ontspande zich niet. Ze was bang voor wat er komen ging. Zou hij nog boos zijn? Eerder verdrietig zo te merken, teleurgesteld misschien. “Liefje, het spijt me. Ik hou van je, echt waar. Ik had je nooit pijn mogen doen.” Zei hij terwijl hij zijn hoofd in haar hals drukte. Ze voelde de tranen van haar schouder in haar decolleté druppelen. “Het spijt me zo” vervolgde hij fluisterend, Nemesis zei nog steeds niets maar het verbaasde haar wel. Ze had veel verwacht, maar dit niet. “Geef me je polsen dan haal ik het brandende gevoel weg.” Ze voelde dat hij zelf ook pijn had, hij had iemand anders ook pijn gedaan want het had niet gebeurd kunnen zijn bij dat beetje dat hij haar verbrand had, daar was het simpelweg niet genoeg voor geweest. “Zeg me dat je het me kan vergeven, hoe ik het goed kan maken.” Hij zei het zacht, en hij klonk in haar oren iet wat wanhopig. Nemesis maakte zich van hem los en trok haar polsen naar zich toe. “Nee.. je hoeft ze niet te genezen, dat heb ik verdiend.” Mompelde ze terwijl ze wegkeek en haar behuilde gezicht probeerde te verbergen. Ze wilde het hem vergeven, maar ze was nou eenmaal koppig en kon dat niet zomaar. Zelfs niet nadat hij gezegd had dat hij van haar hield. “Luc.. je weet dat ik ook van jou hou maar ik kan niet simpelweg.. ik kan gewoon niet zomaar.. niet zonder… ik kan gewoon.. het is gewoon..” zei ze, ze kon niet uit haar woorden komen. “Het is te snel, ik kan dit niet zomaar vergeten en vergeven, en dat zou jij ook niet moeten kunnen of willen na wat ik gedaan heb.” Zei ze fluisterend. Dit was voor haar het dichtst wat bij een verontschuldiging kwam, ze gaf zo goed als ze kon aan dat hij gelijk had. En iemand gelijk geven vond ze lastig. Ze pakte Luc’s polsen en draaide ze naar haar toe, ja ze zag de brandwonden duidelijk zitten. Helaas kon ze niks aan zijn polsen doen. “Ga naar het kasteel.. koel ze met water, gebruik wat zalf. “ zei ze tegen hem met een door schuldgevoel gekleurde stem. “Ik.. ik kom later wel naar je toe.” Zei ze zacht terwijl ze opstond en afwezig de verte tuurde.
And if we only die once... I wanna die with you ~ One Republic