Ik moet maar nooit actieverhalen gaan schrijven, ik faal in vechtscenes beschrijven :'D Weer wat geleerd over mezelf, haha oh god.
Esmée Hawthorne ~ Uitverkorene
"Vandaag beginnen we met wat simpele testen, snelheid, kracht, vaardigheden," vertelde Scythe haar en Esmée knikte kort. Ze was nog altijd wat pissig op hem, vanwege zijn reactie van eerder. Tot haar opluchting vertelde Scythe haar dat ze begonnen met een oefening om haar snelheid en kracht te testen, een oefening waarbij ze haar frustraties kwijt kon. Kort speelde er een glimlach rond haar lippen, maar ze trok gauw haar gezicht weer in de plooi. Braaf volgde ze hem naar het midden van het veld terwijl ze de energie al door haar lichaam voelde razen. "We beginnen langzaam, na een paar slagen gaan we sneller en begin ik aan te vallen. Klaar?" legde Scythe uit en opnieuw knikte Esmée. "Ja," antwoordde ze slecht. Ze haalde een keer goed adem, waarna ze de eerste klappen uitdeelde. Ze was er zeker van om hem te laten zien wat ze kon, om hem te verbazen en vooral om een complimentje uit hem te krijgen. Haar stoten werden krachtiger en sneller zodra haar lichaam meer adrenaline begon rond te pompen. " ik raak je niet op gevaarlijke plekken," hoorde ze Scythe weer in gedachten zeggen. De woorden maakte haar woedend, hij had het recht niet op haar neer te kijken! Haar ademhaling was inmiddels veel sneller, maar toen Scythe haar ineens wist te vloeren bleef ze niet liggen om op adem te komen. In tegendeel zelfs, het zorgde ervoor dat ze nog meer kracht achter haar klappen en trappen zette. Helaas werd ze met haar neus op de feiten gedrukt toen hij haar nog een aantal keer wist te vloeren, ze was een onervaren vechter. Ze had wel eens een paar rake klappen uitgedeeld, maar meer dan dat had ze nooit gedaan.
Plotseling zag ze haar kans, een klein moment van onoplettendheid gebruikte ze voor een snelle aanval waarbij ze Scythe daadwerkelijk omver kreeg. Een zelfgenoegzaam glimlachje verscheen op haar gezucht, alvorens ze weer opstond, vol nieuwe energie nu ze wist dat het mogelijk was. Enkele minuten gingen ze nog daar, waarna Esmée nogmaals naar de grond gedwongen werd. Ze kon nog net zichzelf opvangen bij de val en haar ogen schoten naar Scythe die nu zijn hand naar haar uitgestoken had. Dacht hij soms dat ze zo hulpbehoevend was? In plaats van zijn hand aan te pakken stond ze zelf op, klaar om weer verder te gaan, ondanks dat haar hart tekeer ging en ze voelde dat het haar veel energie had gekost.Toen ze nogmaals naar Scythe keek zag ze dat ze niet de enige was die inspanning had geleverd en dit gaf haar een voldaan gevoel. Het triomfantelijk gevoel verdween echter gauw toen ze zijn volgende woorden hoorde: "Tijd voor een pauze."
Wat verbaasd keek ze hem aan, alvorens hem een felle blik toe te werpen. "Ga door," beval ze hem. Ze had het idee dat hij neerkeek op haar, puur omdat ze een vrouw was en ze ergerde zich hier mateloos aan. Thuis was het voor vrouwen niet toegestaan te vechten, maar er werd niet op ze neergekeken. In tegendeel zelfs, ze kon zich de tijd niet heugen dat er iemand op haar neergekeken had.
Na de kleine pauze en een heerlijke verkoeling vroeg Scythe haar of ze kon zwaardvechten en tot haar grote teleurstelling schudde ze haar hoofd. "Nee," mompelde ze wat ongemakkelijk, zich bewust van haar eigen gebreken. Hoewel hij haar voor had gedaan hoe ze het moest doen kreeg ze het maar niet onder de knie. Soms vloekte ze zachtjes wanneer hij haar weer op een fout wees, zich er prima van bewust dat zwaardvechten duidelijk niet haar ding was. Het ding voelde lomp en onhandig in haar handen, het was te zwaar en te lang en ze voelde zich er niet lekker mee. Toch weigerde ze dit toe te geven en deed nogal een aantal hopeloze pogingen. "Ik weet het heus wel hoor!" snauwde ze hem toe toen hij haar voor de zoveelste keer verbeterde. "Het is gewoon.. Argh," een zachte grom van pure frustratie verliet haar mond. Ze had opgelet hoe het moest, ze wist hoe het hoorde en toch kreeg ze het niet voor elkaar. Het liefst had ze het zwaard neergesmeten, ver weg zodat ze er vervolgens nooit meer naar zou hoeven te kijken. Ze verstrakte haar greep rond het handvat van het zwaard waarna ze nogmaals een uithaal maakte. Al haar frustratie en woede zaten in de aanval, wat hem ongecontroleerd, maar toch krachtig maakte. Een gevaarlijke uitval die ook Scythe leek te overvallen. Een korte kreet verliet haar mond toen ze verrast werd door een scherpe pijn die door haar bovenarm trok. Een klap bracht haar uit evenwicht en het zwaard gleed uit haar handen, waardoor ze zichzelf op wist te vangen toen de grond plots dichterbij leek te komen. "Bij Rastullah's staart!" vloekte ze en krabbelde deels overheid, waardoor ze nu op haar knieën in het stof zat. Ze beet haar tanden op elkaar en zocht direct naar de oorzaak van de pijn. Het duurde niet lang voordat ze besefte wat er gebeurd was, haar tenue die rood begon te kleuren bij haar arm sprak boekdelen. Voorzichtig bewoog ze haar linkerhand naar haar bovenarm en trok de stof voorzichtig opzij, waarbij ze haar tanden nog strakker op elkaar beet vanwege de pijn die het met zich mee bracht. Het was precies wat ze vreesde dat het was. In haar bovenarm zat een lange snee, hij was niet erg diep, maar door het bloed zag het er toch vrij ernstig uit. "Geweldig," verzuchtte ze en deed vervolgens een poging om een reep stof van de onderkant van haar shirt te scheuren, zonder succes. Plotseling had ze een hekel aan de kleding van goede kwaliteit die eerder te mooi om waar te zijn hadden geleken. Toch weigerde ze het shirt dat Scythe aanbood te accepteren, het laatste wat ze op het moment wilde was wel hulp van hem krijgen. Met een ruk stond ze op en keek Scythe kort aan. "Ik ga het schoonspoelen en zoek een stuk verband," kort zweeg ze, "alleen," voegde ze er toen duidelijk aan toe en keek hem veelbetekenend aan. Voordat hij nog verdere hulp kon aanbieden beende ze weg met het gevoel dat ze gefaald had. Ze merkte dat hij achter haar aanliep, waardoor ze haar pas slechts versnelde in de hoop dat hij het op zou geven. Dat hij zou begrijpen dat ze zijn hulp niet wilde. Onderweg moest ze een paar keer personeel wegwuiven die haar wilden helpen, maar ze na een poos begon ze toch te twijfelen of ze hun hulp niet moest aannemen. Het zat niet in haar aard hulp te vragen, maar ze had geen idee waar ze kon vinden wat ze nodig had. Toen er weer een dienstmeid naar haar toe kwam en haar geschrokken vertelde dat ze naar heer Skylar moest wuifde ze haar niet weg, maar besloot in te gaan op de vrouw haar aanbod. "Naar wie?" vroeg ze rustig, waar de dienstmeid op antwoordde dat ze haar de weg wel zou wijzen. Zwijgend volgde Esmée de vrouw die zich haastig door de gangen bewoog, een trap op en vervolgens bleef staan voor een deur. "Heer Skylar, de uitverkorene is gewond," riep de dienstmeid terwijl ze op de deur klopte. Esmée wilde haar zeggen dat ze niet zo paniekerig hoefde te doen, dat het weinig voorstelde, maar ze hield voor deze keer haar mond en hield haar blik op de deur gericht. Ironisch, ze had geen hulp willen zoeken, maar alles wat ze probeerde te mijden leek haar hier steeds weer te vinden. Esmée keek kort over haar schouder en slaakte een diepe zucht toen ze Scythe zag, geërgerd richtte ze haar blik opnieuw op de deur.
[ bericht aangepast op 21 dec 2013 - 18:01 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.