Kathryn Maegan Gervais.
Terwijl zij zijn handen vast had genomen om deze met zorg van het bloed te laten ontdoen, kon ze haar blik er niet vanaf laten. Een herinnering van vroeger kwam opdoemen in haar gedachten, door de al zoveel verschillende emoties en flashbacks, het was er ééntje waarin ze elkaar al enkele keren eerder hadden ontmoet. Dit keer waren ze nogmaals naar het bos gegaan, het dichte deel waar eveneens een beekje door liep. In dat gebied lag ernaast een zandpad en wat kleine rotsen, die gevaarlijk bij elkaar stonden. Vanzelfsprekend wilde Kathryn daar eens een bezoekje aan brengen, ze waren er al eens eerder geweest, maar wanneer ze daar voor een kleine tijd verbleven, struikelde ze en schaafde haar hand open. Het was Phelan geweest die haar kleine handjes toentertijd in het water verzorgd had. Bijna, bíjna, voelde het rustgevend voor haar, maar toen kwam de dodelijke memorie op dat alles verpestte, dat zij had verpest.
Toen ze richting hem durfde te kijken, zag ze een trieste glimlach op zijn lippen verschijnen, al had ze geen flauw idee hoe hij het bedoelde, ofwel het een goed of slecht teken was. Wellicht had ze beter andere woorden kunnen verkiezen, dan zou ze een reactie hebben gekregen, dacht ze ietwat sneu. De vrouwe besloot maar over te gaan naar het topic over zijn handen, die nodig verband nodig hadden en misschien hadden ze ook nog een wondermiddel ervoor. Het zou vast wel wat prikken, alleen ze geloofde niet dat de bakker hier een probleem van zou maken, die was echt wel wat meer gewend.
'Ja, dat geloof ik wel... Of eigenlijk, ik weet het niet. Ik denk het...' Ze fronste lichtelijk, maar dat hield al snel op en ze kreeg een kleine glimlach voor luttele secondes op haar lippen. Hij leek nog altijd niet met zijn gedachten in het hier en nu te zijn, maar dan nog zaten ze in hetzelfde bootje, aangezien zij ook in het verleden leefde. In elk geval, haar hersenspinsels gingen daar telkens naar uit, wat eigenlijk gevaarlijk kon zijn mocht ze alles vanuit daar doen. Het zou op een moment beter zijn dat ze verder zou gaan en niet meer terug zou kijken, toch kon ze niet anders dan nog altijd om deze jonge man te geven. Hoe veel jaren er dan ook voorbij waren gegaan, dat deerde niet, ze zou net zo lang haar best doen totdat het enigszins vergeven was. Totdat hij haar een kans zou geven en haar toeliet.
'Waarheen?' vroeg hij vervolgens na haar woorden.
'Naar mijn vertrek allicht,' beantwoordde de dame hem, haar wenkbrauw iets opgetrokken, alvorens een zuinig glimlachje te laten zien. 'Daar zou ik je handen beter kunnen verzorgen.' Hier snel op vervolgde zij over haar excuses en de vraag of ze wellicht wat zou kunnen doen om het goed te maken. Het scheen wel alsof dit hem verraste, maar zeker weten wist ze het niet. Toch zou ze wel graag wat willen doen voor hem om de lucht tussen hen te klaren, al hielp het maar een beetje.
'Ik weet het niet,' kwam er abrupt over zijn lippen gerold. Het enige wat Kathryn hierop kon doen, was zwijgzaam blijven en daarna lichtelijk knikken dat ze het begreep. Wat kon ze anders? Vanzelfsprekend zou ze allerlei dingen proberen, maar het zou tenminste wat zekerheid geven mocht hij weten wat ze zou kunnen doen. Ofwel het was een “nee”-antwoord en dan moest ze eraan geloven, dat hij verder niets meer met haar te maken wilde hebben. Nooit meer...
'Begrijpelijk,' fluisterde ze stilletjes, waarna ze ietwat bedroefd zuchtte, maar toch met een enigszins kalme toon erin verworven. Want als hij het niet wist, had het geen zin om hierover door te blijven drammen, ze zou simpelweg wat anders proberen.
Niet lang hierna liep ze op hem af en trok Phelan in een knuffel, waarbij ze haar vingers in zijn shirt vastgreep en dacht, hoopte, dat ze hem niet meer los hoefde te laten. Stroef kwam de man opeens in beweging, alleen toen hij zijn armen om haar kleine gestalte liet glijden, kon ze het niet laten een traan over haar wang te laten glijden. Ze wist niet eens hoe ze zich hoorde te voelen; ergens voelde ze alsof het einde in zicht kwam, maar aan de andere kant voelde ze zich zo gelukkig. Alleen al vanwege dit, dat hij zijn armen om haar kleine lichaam deed en zijn hoofd voorzichtig op die van haar neer legde. De rust was wedergekeerd. Het was niet veel, maar het werd de minuut groter hoe ze stonden en Kathryn nestelde dichter tegen hem aan, terwijl een veilig, geborgen gevoel over zich heen stroomde.
'Vrouwe Gervais, wat doet u nou hier?' klonk er opeens met een geschokte toon door de ruimte. De rust die er eerder was, werd ruw verstoord door deze vrouw. Het deerde de vrouw van Adel niet eens zoveel dat zij haar zo zou zien, ze had er nu alles voor over al was het een liefkozing van deze man. Pas na een paar eeuwigdurende minuten besloot ze zich langzaam van hem los te maken, haar opgedroogde tranen weg proberen te vegen en draaide zich hierna geleidelijk aan om. Daar stond een dienstmeid, haar eigen dienstmeid. Ze had een geschokte blik in haar ogen, die nog iets verwijdt waren, en haar lippen raakten elkaar nog maar net. Kathryn haar blik stond minzaam.
'Ah, vrouwe Agnes,' sprak zij toen, 'is er nog zwachtel voor deze heer, en van dat middel?' De vrouwe had het op zo'n kalme toon gezegd dat de dienstmeid nog meer van haar a propos leek te zijn. Ze begon iets te stamelen, maar pas na enkele lange secondes verbeterde ze zichzelf.
'Eh... J-ja dame Gervais,' vertelde ze onzeker. Haar blik schoot van Kathryn richting Phelan en weer terug. 'Als u het niet erg vindt dat ik het vraag, maar waarom stond u in een omhelzing met deze man, vrouwe?' Omdat ze dacht dat ze één of ander gemeen antwoord, zoals haar moeder zou doen, naar zich toe zou krijgen, boog ze direct. 'Nogmaals, mijn excuses als –' Ze werd onderbroken door Kathryn die zacht zuchtte.
'Waarom ik in een omhelzing stond met deze man, Agnes, is omdat ik om hem geef. Dat is het enige wat je te weten krijgt, haal nu de benodigdheden die ik gevraagd heb en breng dat naar mijn vertrek, graag.' gebood ze haar dienstmeid, waarna ze met open mond nog kort bleef staan om de twee te bekijken. Toch knikte ze daarna om zich om te draaien en weg te lopen, maar voordat ze de deur uit was, zette ze snel het dienblad dat ze vast had de hele tijd op het aanrecht. Toen de deur dicht viel, kuchte ze en wendde zich tot Phelan.
'Ik wil werkelijk graag je wonden helen, Phelan,' vertelde ze hem op een tedere manier, doelend op zijn handen maar ook op wat er vroeger was gebeurd. 'Als je me toelaat althans... Ik zal mijn uiterste best doen, ik geef je mijn woord daarop.' verzekerde ze hem en keek hem met hoopvolle, diepe groene kijkers aan. Om daad bij het woord te voegen, pakte ze – nog altijd hem aankijkend – zacht zijn handen vast en streelden met haar vingers liefhebbend erover heen, alsof het een ongelooflijk delicate pop was, bang om te breken. Maar ze verloor die hoopvolle blik niet, bijna smekend.
[Het is niet zo goed als ik gehoopt had, maar toch... Have fun reading, gurl!]
Quiet the mind, and the soul will speak.