Door de drukte heb ik elke keer maar weinig tijd voor posts, vandaar dat de kwaliteit wat belabberd is, sorry.
Ik wist ook niet helemaal wat Phelans bedoeling was, maar wilde ook weer niet te weinig schrijven, dus hoop dat je er nog wat mee kan (:
Oh, alle credits gaan naar Rudolph's Bakery, anders had ik die fancy manier van deeg maken niet gekend :'D
Eleanor Collins
Toen William te keer ging tegen Phelan liet ze haar blik ongemakkelijk naar de grond afdwalen. Het schuldgevoel dat ze van de hele situatie kreeg groeide alsmaar meer tot ze haar mond niet meer kon houden en tussenbeide viel. William leek, zoals ze al vreesde, niet direct in te gaan op haar woorden, maar dit veranderde toen Phelan haar te hulp schoot: "Ze kan blijven, mits ze haar werk goed doet, niet tot last is en onder jouw verantwoordelijkheid valt. Bakt ze er niets van, dan verdwijnt ze niet alleen, maar dan zul jij het ook voelen, begrepen? Owhja, je stelt het ook nog voor aan de chef, als hij morgen er weer is.”
"Dank u wel!" had Eleanor met een glimlach gezegd, maar zodra de man uit beeld was verdween deze weer zo gauw als hij gekomen was. De opluchting die ze had gevoeld had plaatst gemaakt voor een schuldgevoel die als een steen op haar maag lag. Het was nooit haar bedoeling geweest mensen in de problemen te brengen met dit hele gedoe, maar nu had ze het toch voor elkaar gekregen. Ze wilde niet weten wat er zou gebeuren wanneer zij er een potje van maakte en wist maar al te goed dat ze zich de komende dagen zou moeten gaan bewijzen, te beginnen met vandaag.
Toen Phelan er naar vroeg gaf ze hem het mandje en het verdwijnen van het stuk kaas, dat eerder zo een nietigheid had geleken, voelde ineens als een groter verraad. Eleanor hoopte vurig dat hij het niet zo een groot probleem zou vinden. Nu ze hem tegen William op had zien treden was ze er van overtuigd dat Phelan niet iemand was die makkelijk over zich heen liet lopen. Hij was in ieder geval niet iemand die ze tegen zich wilde hebben, al hoewel ze goed begreep dat hij op het moment absoluut niet blij zou zijn met haar aanwezigheid. Dit gevoel werd bevestigd toen hij iets in haar oor fluisterde voordat hij wegliep: "Je mag gaan bewijzen wat je werkelijk kunt, in plaats van mooie woorden.”
Hoewel ze het hem niet kwalijk nam zaten de woorden haar toch dwars. Haar bruine ogen keken Phelan na toen hij vertrok alvorens ze zich bij de door Phelan aangewezen vrouw meldde.
"Ach meisje, neem het niet te zwaar op. William is wel vaker chagrijnig, heeft vast weer ruzie met zijn vrouw gehad. Ja, Madeleine kan veeleisend zijn hoor, ik snap wel dat hij daardoor zo een kort lontje heeft. Ik heet Isabel trouwens," ratelde de vrouw. De vrouw was klein van stuk met een flinke omvang. Vast van al het snoepen in de bakkerij, dacht Eleanor. Isabel's bruine haren bevatte grijze strengen en zaten in een nette knot op haar hoofd. Haar groene ogen straalden en er omheen waren kleine lijntjes te zien, die benadrukt werd toen de vrouw glimlachte en haar hand uitstak. "Ik ben Eleanor," glimlachte het meisje kort. Isabel had net zo een sterke handdruk als haar grote handen deden vermoeden. Ja, Eleanor mocht de vrouw wel. "Nou, laten we eens een schort voor je uitzoeken. Hier, steek ondertussen je haren op en daar kun je, je handen even wassen." Nog voordat Eleanor kon antwoorden was Isabel uit zicht verdwenen. Terwijl Eleanor gauw haar bruine lokken tot een knot op haar hoofd vormde voelde ze de blikken van de mensen in de bakkerij. Sommige meelevend, andere blikken maakte haar duidelijk dat de mensen haar liever zagen gaan dan komen. Ze begreep het wel en nam zich voor hun van gedachten te laten veranderen.
Net toen Eleanor haar handen had schoongemaakt met het beetje water en het stukje zeep kwam Isabel terug met een schort. Ze wilde hem van de vrouw aanpakken, maar die deed hem al bij haar om en knoopte hem vast terwijl ze uitbundig begon te praten over de mensen aan het hof en vooral over haar man. Zonder ze ooit te ontmoet hebben wist ze al meer van Hans, Trudie en Gretel dan zijzelf waarschijnlijk deden. Eleanor vond het niet erg en luisterde naar de vrouw die gezellig voor zich uit babbelde. "Oh, daar komt Phelan al aan. Veel geluk meid en als je ergens mee zit kun je altijd naar me toe komen," zei Isabel plots en Eleanor knikte kort: "Ik zal het onthouden, bedankt."
"Eleanor, heb je ooit al wel eens boterkoek gemaakt?" vroeg Phelan direct en Eleanor hoefde niet lang na te denken over een antwoord. "Jawel," blufte ze. Ze had meerdere malen gezien hoe haar vader het had gemaakt, hij had het haar uitgelegd, maar tot dusver had ze het nooit helemaal zelfstandig gemaakt. Toch wist ze dat het recept van boterkoek erg gemakkelijk was en ze wist dat ze deze gok moest wagen. Het enige wat ze nodig zou hebben was bloem, boter, ei en suiker. Nu moest ze zich alleen nog herinneren in welke verhoudingen ze de ingrediënten nodig had.
Terwijl ze zich de plaatsen van de materialen en ingrediënten liet aanwijzen door Phelan werkte haar hersenen op volle toeren. "De helft bloem, de helft boter, zo een 100 gram suiker en twee eieren." Ze hoorde haar vaders stem luid en duidelijk en bedankte hem in gedachten gauw. De man was altijd zo gepassioneerd geweest met zijn werk en had nooit buitenstaanders in zijn bakkerij toegelaten, toch had hij haar altijd alles toevertrouwd en zo nu en dan had ze zelfs mogen meehelpen. Toentertijd had ze nooit gedacht dat het haar nog zo van pas zou komen.
Niet veel later stond Eleanor het bloem af te wegen terwijl ze de boter boven een vuurtje liet smelten. De zak bloem was zwaar, maar ze weigerde haar werk slordig te doen of af te raffelen. Tot haar opluchting duurde het niet lang voordat ze de gewenste hoeveelheid had en zette ze de zware zak bloem terug. "Phelan?" zei ze plots terwijl ze de bloem uit het bakje op het werkblad liet vallen, voorzichtig, zodat het niet te veel zou stuiven. "Het spijt me dat je door mij in de problemen zit, dat was niet mijn bedoeling." De hele tijd al had ze de woorden willen uitspreken, het zat haar dwars en dat moest ze kwijt. Toch had ze nu pas de moed bij elkaar verzameld, maar hem aankeken deed ze niet terwijl ze een kuiltje maakte tussen het bloem zodat het een ringetje vormde. Inmiddels was de boter gesmolten en deze liet ze in de cirkel van bloem vallen, hier voegde ze een beetje zout, een eitje en de suiker aan toe. "Kun jij de vorm invetten?" deze keer keek ze Phelan wel aan en ze schonk hem een zuinig glimlachje terwijl ze hem het beetje gesmolten boter die ze achter gehouden had aanreikte.
Voordat ze de ingrediënten met elkaar vermengde streek ze de losgelaten lokken, die inmiddels langs haar gezicht vielen, achter haar oor. Ook stroopte ze de mouwen van haar bloes tot haar ellebogen op alvorens ze de topjes van haar vinger in het poeltje zetten en langzaam ronddraaide. Door de ronddraaiende beweging bakte ze elke keer wat meer bloem bij het papje en toen het dikker werd en minder afgaf begon ze het deeg te kneden zoals ze het haar vader altijd had zien doen. Het viel haar zwaarder dan ze had verwacht, maar ze wist dat het essentieel was dat het deeg goed gekneed was. "Werk je hier al lang?" vroeg ze aan Phelan. Door de stilte ging ze vaak malen en ze was er ook oprecht nieuwsgierig naar. Het leek haar in ieder geval van wel, anders had William hem vast afgestraft en haar weggestuurd. Hopelijk had ze zijn goede naam niet bezoedeld door deze gebeurtenis.
Toen het deeg goed gekneed was drukte ze het in de inmiddels ingevette vorm en met een mes zette ze er lijntjes in. Met de meest simpele dingen kon iets net dat beetje extra schoonheid meekrijgen wist ze. Ze zette schuine lijntjes en toen nogmaals, maar dan de andere kant op, waardoor er een ruitenpatroon ontstond. Vervolgens bestreek ze de bovenkant nog met ei en pakte hierna de vorm op. "Alleen nog in de oven en dan is hij klaar, ik zal je niet teleurstellen," zei ze, doelend op de woorden die hij haar eerder ingefluisterd had. Haar stem had een zekere toon in zich die het idee gaf dat ze er van overtuigd was dat de boterkoek ook goed zou smaken, zelfs al twijfelde ze er zelf nog aan. Misschien had ze wel te weinig suiker, of juist veel te veel. De enige manier om daar achter te komen was echter door het af te wachten, tot die tijd zou ze een klein schietgebedje doen naar de goden. Wat geluk kon ze vandaag wel gebruiken.
[ bericht aangepast op 15 maart 2014 - 14:38 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.