Weinig zin om het nu over te lezen op fouten oid, sorry :')
Esmée Hawthorne ~ Uitverkorene
Al lang voordat de eerste zonnestralen mijn kamer binnen piepten had ik al wakker gelegen en al die tijd had ik wat naar het plafond liggen staren. Ik was het niet gewend uit te slapen en ook vandaag had mijn biologische ritme mij vroeg gewekt. Vanaf die tijd had ik liggen wachten tot iemand naar mijn kamer zou komen met ontbijt en de informatie over de plannen van vandaag, maar er kwam niemand. Na een poos was ik het beu en stapte ik uit bed, met mijn voeten in de luxe, zachte sloffen muiltjes, begon ik wat te ijsberen door de kamer. Toen ik ook dit beu was ging ik zitten aan het tafeltje dat er stond en dacht aan de vorige avond. Volgens mij had ik een aardige indruk gemaakt en later was ik erachter gekomen dat Quinten de oudste zoon van de Heer was en daarmee ook de belangrijkste van de familie. Alhoewel ik dit niet had geweten, en daardoor misschien wat dingen eruit had gegooid die ik beter voor mij had kunnen houden, had ik voor mijn gevoel ook bij hem een goede indruk achter gelaten. Niet dat mij dat veel interesseerde, maar ik was mij ervan bewust dat ik, nu ik niet meer in mijn vertrouwde omgeving was, ik de mensen om mij heen beter te vriend kon houden. Toch had ik niet zo vrolijk meegedronken met de rest, niet omdat ik het niet lekker vond, maar vanwege het simpele feit dat ik niet goed tegen alcohol kon en daarbij het op veilig had willen spelen die avond.
"Waar blijft hij toch.." mompelde ik en liep naar de deur, wetende dat er een wachter zou staan zodat er geen ongenodigde gasten mijn kamer binnen konden komen. Alsof ik mijzelf niet kon verdedigen. "Wachter," zei ik luid en duidelijk, toen ik vervolgens een antwoord kreeg vervolgde ik, "stuur een dienstmeid naar mijn kamer." Even was het stil aan de andere kant van de deur, waarna hij eindelijk antwoordde dat hij het zou regelen. Ik zuchtte zacht en liep naar het raam waar ik het gordijntje van opzij schoof. De zon scheen al fel mijn kamer binnen en ik stond te trappelen om naar buiten te gaan, om mijn slaperige lichaam wakker te schudden en de energie te voelen razen door mijn aderen. "Vrouwe, " hoorde ik plots en ik draaide me om naar de deur. "Kom binnen," gaf ik de dienstmeid toestemming de kamer te betreden en bedacht me tevreden dat ik het er al beter vanaf bracht dan gisteren. Er kwam een jonge vrouw binnenstappen en ik had het idee dat ze hier nog niet heel lang was. "Breng mij mijn trainingskleren en een jurk," beval ik haar en kreeg een verbaasde blik als antwoord. "Maar.. Maar u heeft nog niet gegeten.." stamelde de jonge vrouw en ik haalde mijn schouders op. "Dat maakt me niet, breng ze me." Ik was geïrriteerd geraakt van het lange wachten en het feit dat ik niet langer alles kon doen waar en wanneer ik het wilde, ik was totaal afhankelijk van anderen en dat paste niet bij me. Gelukkig was de vrouw net zo snel terug als ze vertrokken was, ze legde de kleding op het bed neer en stelde voor dat ze mijn haren en make-up eerst zou doen, maar ik schudde gauw mijn hoofd. "Ik ga trainen, niet naar een feest toe," vertelde ik en voordat ze verder kon protesteren stuurde ik haar weg. De jurk zou slechts voor korte duur zijn en ik nam aan dat daarna de training zou beginnen, dus verdere bijzonderheden waren naar mijn mening niet nodig. Niet veel later had ik de jurk, die niet zo spectaculair als die van gisteren, maar nog altijd zichtbaar van hoge kwaliteit, aan en schoof ik mijn voeten in de bijhorende schoenen. Mijn haren borstelde ik en bond ze samen in een lange, wat slordige vlecht. Geen poespas, gisteren was meer dan genoeg geweest voor de komende paar weken.
Zodra ik de kamer verlaten had vroeg ik een wachter waar ik heer Mylo kon vinden. "Ik heb gehoord dat hij zich in de Grote Zaal bevind en dat er niemand toegelaten wordt," vertelde hij me en ik knikte kort. "Dat is jammer, dan zal ik op hem moeten wachten, bedankt," loog ik. Met zekere tred liep ik richting de Grote Zaal waar gisteren het feest gehouden was. Hoewel het gebouw groter was dan alle gebouwen die ik ooit gezien had bij mekaar, wist ik mij de weg van gisteren nog goed te herinneren. Voordat ik de laatste hoek omliep gluurde ik even en zag twee wachters staan, de eerdere wachter die ik gesproken had, had mij verteld dat ze verder niemand binnen lieten en ik vermoedde dat ik met mijn pas verworven status ook niet binnen zou komen. "Dan maar op de ouderwetse manier," zei ik zachtjes en trok de voorkant van mijn jurk iets meer omlaag voordat ik de hoek om liep, richting de wachters.
Mannen waren zulke simpele zielen, bedacht ik me terwijl ik vluchtig mijn jurk weer wat omhoog hees toen ik de zaal binnenliep. Een paar lieve woordjes, een zoete glimlach en een verleidelijke blik. Het had niet veel moeite gekost ze over te halen, dus ik nam aan dat ze al een poos droog stonden door het gebrek aan een vriendin en het gebrek aan tijd om langs de dames van plezier te gaan. Spijtig voor hun, maar mij was het goed uitgekomen. De sfeer die er in de grote zaal hing viel al gauw als een koude deken over me heen en vlug nam ik de omgeving in me op. Op een enkele paar bediendes en wachters was er geen personeel van de heer meer te bekennen en hoewel ik het idee kreeg dat ze eerder druk bezig waren geweest met de laatste restjes van de feestvreugde van gisteren uit te wissen, stonden ze er nu wat ongemakkelijk bij. Mijn blik viel op de man die ik zocht en ik liep op hem af, maar bij elke stap leek een steeds viezer wordende geur zich mijn neusgaten binnen te dringen. Het was een misselijkmakend, maar bekende geur. "Heer," groette ik mijn trainer en nog voordat ik kon vragen wat er gebeurd was viel mijn blik op het levenloze lichaam op de grond. Hoewel het lichaam ernstig toegetakeld was, herkende ik de jongeman zeker wel. Ik slikte en moest mijn gezicht in de plooi trekken, want hoewel ik best tegen wat gruwelheden kon, k had immers ook vaker mensen ernstig toegetakeld gezien, zou ik geen mens zijn als me dit niks deed. Naast het feit dat ik de jongeman gisteren nog springlevend had gezien, werd ik me door de tekst op de muur mij ervan bewust dat dit niet slechts op de jongeman was gericht, maar op een veel groter scala aan mensen. Ik wende me van het lichaam af en keek mijn trainer aan. "Hoe is dit gebeurd?" vroeg ik, het feit of ik hier wel gewenst was negerend. Ik was niet iemand die braaf ging zitten afwachten en daarbij was het de fout van de wachters dat zij mij naar binnen hadden gelaten, nietwaar?
[ bericht aangepast op 10 nov 2013 - 18:00 ]
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.