Alexa Elizabeth Turner ~ 20 / 100 ~ 3e rangs vampier
Cedric zette het tempo er flink op. Dat vond ze niet erg, integendeel, het zweepte haar op. Alle energie die verloren leek te gaan, leek nu plotseling weer aanwezig te zijn. Hij leek haar te voeden, met zijn warmte. Een vampier kon ook meer hebben dan een mens. Als mens had ze waarschijnlijk nu echt al moeten slapen, of was ze uitgeput ineengestort. Op dit moment kon ze gewoon haar zaakjes in orde houden en voelde ze zich tegelijkertijd geweldig. Het gegrom van Cedric merkte ze niet eens op, zo erg ging ze op in het moment. Zij hijgde zelf ook, dus zelfs als ze het zou opmerken, zou het haar niets uitmaken. Seks met of zonder geluid, het kon voor haar part allemaal. Ze had ook veel al geprobeerd, maar toch bleef ook zij bepaalde voorkeuren houden.
Had hij iets gemompeld, nadat hij in haar billen had geknepen? Ze wist het niet, maar het boeide haar ook niet. Hij mocht alles van haar hebben, overal aanzitten. Hij was echter wel de enige waarbij ze zich zo kon overgeven, echt volledig overgeven, en waarbij ze gemakkelijk de controle uit handen liet. Om ook hem zijn zin te laten geven. Want wat hij lekker vond, vond zij ook lekker. Dat scheelde ook een hoop. Ze hadden geen regels, maar toch leken ze vaak dezelfde dingen prettig te vinden. De verrukking in zijn ogen deed haar even grijnzen. Het was een teken van goedkeuring voor haar. Ongetwijfeld was er ook verlangen en passie in haar ogen te zien. Dat kon niet anders, want ze gaf zich echt helemaal.
Dat het protesteerde, jammer dan. Ze hadden dit wel vaker gedaan en het leek haar zeer onwaarschijnlijk dat hij, uitgerekend nu, het zou gaan begeven. Het ding kon wel tegen een stootje. En zij ook, want het ging er heftig aan toe. Zo heftig, dat een wijnglas, op haar nachtkastje, het onderspit moest delven. Dat had ze zo vlug kunnen zien, door vanuit haar ooghoeken te kijken. Natuurlijk raakte ze daardoor niet uit het moment, het was maar een wijnglas. Daar had ze er veel meer van. “Vermoeiend?” had ze plagend gezegd toen ze zijn ietwat rode gezicht waarnam. Zelf had ze nooit last van dat soort dingen. Die roodheid sierde zijn gezicht wel vond ze, op een of andere manier was het wel schattig.
Er werd aan de deurknop gerommeld. Alexa rolde met haar ogen. Uitgerend. Nu. “Je wilt niet weten..” had hij nog gezegd, op mystieke toon. Ze maakte hierop uit dat hij hun seks ook weldegelijk gemist had. Wat ze fijn vond om te horen. Net toen het weer lekker spannend werd, want ze voelde aan dat hij haar wilde omdraaien, werd hun moment verpest. Hard gebonk klonk. Ze trok geërgerd één wenkbrauw omhoog. Ze had het warm. Intens warm, voelde ze nu Cedric haar had losgelaten. Het klonk even stil en al snel had Cedric het draadje alweer opgepakt. Heerlijk vond ze zijn stevige armen, en ze kreunde van genot toen ze hem stevig in haar voelde stoten. Van haar part zouden ze dit iedere dag doen, zou vast een goede work-out zijn voor allebei.
En weer klonk gebonk. ‘Cedric, bent gij daar?’ Die stem herkende ze niet gelijk. Ze gaf een snel antwoord. Ook al was het vast niet de bedoeling dat ze zou antwoorden. “Wie je ook bent, je kunt beter weg gaan” zei ze, tegen diegene achter de deur, al klonk het een beetje hees, omdat de energie om te spreken toch echt ontbrak.
Het was voor haar geen verrassing dat Cedric stopte. Hoe graag ze dit persoon ook wilde negeren, ze kon hem niet verplichten het te doen. De sorry-blik zorgde ervoor dat ze hem meteen vergaf. Ze keek toe hoe hij opstond. “Een andere keer dan maar.” Terwijl ze sexy op haar bed lag keek ze hoe hij naar de deur liep. “Daar hou ik je aan” had ze gezegd, met een knipoog. Wat er daarna gebeurde, bevatte ze niet helemaal. Veel hoorde en zag ze er niet van. In de tussentijd had ze haar nachthemdjurkje aangedaan. Want ondanks dat ze het hartstikke warm had, wist ze dat het niet lang ging duren voordat ze het kouder zou gaan krijgen. Het duurde niet heel lang, of de deur werd weer opengedaan en ze keek in het gezicht van Cedric.
Ze had verwacht dat hij weer naast haar zou komen te liggen. Misschien had hij geen zin meer in seks, na die onderbreking, maar hij zou op zijn minst naast haar kunnen komen liggen. Meteen zag ze aan hem dat er iets aan de hand was, zijn gezichtsuitdrukking sprak boekdelen voor haar. Ze rechtte haar rug en haar ogen volgden iedere beweging, van de blouse die hij pakte tot de manier waarop hij hem aantrok. Geen woord kon ze over haar lippen krijgen toen hij zei: “Wanneer ik terug kom weet ik niet. Tot in de toekomst, Alexa.”. Haar lippen voelden opeens heel droog aan. Ieder woord stak. Als een mes. Ieder wond veroorzaakte haar meteen pijn. Ze wist niet waar ze moest beginnen om ze te helen. “Wa-?” meer kreeg ze er niet uit. Ze bevatte het niet allemaal zo snel. Het lukte haar niet om gepast te reageren, ze had alleen maar verward naar hem zitten staren. Alsof het een grapje was. Ze hoopte zo dat het een grapje was. Ze hoopte dat dit zijn wraak op haar was, want dan zou ze hem niet kwijt zijn. Hij had haar in zich opgenomen, maar zij kon niet snel opstaan om hem een passionele kus te geven. Dit zou ze gedaan hebben wist ze dat hij echt niet terug zou komen. Ze had naar hem gestaard, niet eens naar zijn gezicht, maar zijn figuur. Plotseling voelde ze alle vermoeidheid. En toen was hij weg.
Wachten, dat deed ze. Met het dekbed over zich heen getrokken wachtte ze totdat hij terug zou komen. Maar dat deed hij niet. Naarmate de minuten uren werden begon de waarheid pas te bezinken. Hij was weg. En wanneer hij terug zou komen, dat zou Joost mogen weten. Ze bleef voor zich staren, maar wat was ze moe. Ondanks dat ze zo moe was bleef ze zich er tegen verzetten. Er gebeurde iets dat Alexa bijna nooit overkwam. Een traan rolde over haar wang. Één enkele traan, zo eenzaam was hij. Zo eenzaam als zij zich nu voelde. Dit kon ze niet tegenhouden. De tranen stroomden over haar wangen. Er klonk een geluid. Het klonk hoog en deed haar denken aan een gewond dier. Ze besefte dat ze dit zelf was, ze huilde en maakte daarbij ook nog geluid. Zichzelf inhouden, dat kon ze niet. Zo kwam het, dat zij, Alexa, in één dag het mooiste weerzien had en tegelijkertijd zichzelf in slaap huilde.
De volgende ochtend voelde aan als een kater. Al had ze niet gedronken. Het besef dat hij weg was had ze meteen. Ze kon hem niet uit haar hoofd zetten. Toch kreeg ze zichzelf uit het bed, waarin ze had liggen slapen. Niet dat ze er meer uitgerust van was geworden, integendeel, ze had alleen maar liggen kronkelen in dat bed. In de spiegel was het resultaat daarvan zichtbaar. Haar haar kon ze niet fatsoeneren. Ze deed de gordijnen die ze dicht had gedaan, open. Ze wilde ergens anders aan denken, dus besloot ze om naar de heer Silas geweest. Zelf vond ze het wel zo netjes dat ze gelijk haar dagring terug zou brengen en haar gezicht zou tonen. De clan was immers wel belangrijk voor haar, ze voelde zich er toch wel in thuis.
Na een tijd zoeken besloot ze het op te geven. Waar was hij gebleven? Had ze in die tijd dat ze weg was zoveel gemist? Ze wilde echt met iemand spreken, want anders zou ze verdrinken in haar gedachten over Cedric. Hij was overal, al was hij weg. Ze klopte op de deur van Idwallon, niet zeker wetend of hij haar gezelschap nu wel op prijs zou stellen. Maar ze zou hem in ieder geval de ring terug kunnen geven. “Heer Idwallon?” vroeg ze beleefd. Ze hoopte dat de deur op zijn minst open zou gaan en ze die ring terug zou kunnen geven. Dan zou niemand meer hoeven zien en zonder zich te verantwoorden zich op kunnen sluiten in haar kamer.
Dit topic is gesloten omdat het maximum van 300 berichten is bereikt
Aan niets denken is ook denken.