• The adventures of Merlin



    Alles gaat zijn gewone gangetje in Camelot, iedereen denkt dat de rust eindelijk zal blijven zonder al te veel problemen te krijgen. Tot een virus uitbreekt en veel bewoners ziek worden. Maar het virus is niet alles, want Camelot wordt aangevallen door een gevaarlijke draak, een paar trollen die dingen in hun bezit willen krijgen en elfjes die er lief uitzien, maar in werkelijk helemaal niet zo lief zijn en mensen betoveren. Merlin wil er weer alles aan doen om Camelot te redden door stiekem zijn magische krachten te gebruiken. Gaius zorgt voor een medicijn voor het virus en Arthur trommelt zijn team weer op om te vechten. Morgana daarentegen stribbelt weer tegen en kiest voor het slechte door haar halfzus die haar steeds overhaalt aan de slechte kant te staan. Komt alles goed in Camelot? Of gaat alles zo slecht, dat er mensen zijn die hoop verliezen?




    Voor de mensen die de serie niet kennen. Je kan HIER even kijken voor info.

    Hoofdrollen:
    Merlin - Papaoutai
    Prins Arthur - ZiamStorason
    Gaius (hofarts) - Cenation
    King Uther Pendragon - Silversnow
    Lady Morgana - xSunshineee
    Guinevere (Gwen) - ZiamStorason
    Morgause (Morgana's halfzus) - Silversnow
    Gwaine - Gawain
    Cenred - Gawain

    Bewoners (+/- 5):
    - Martha Pinoira - 45 - Cenation
    - Eira - 15 - Stalknecht - KiliOfDurin
    - Princes Iyalle Gwedoline Yggdrasil - 20 - DreamerN
    - Rymus - 16 - Papaoutai
    -

    Andere rollen:
    Trol (leider)
    Draak - Draxeris - Ninuturu
    Elf (leider) - Gereserveerd door Wrennah

    Regels:
    Min. 5 regels
    Schelden, vloeken en ruzie maken alleen IC
    OOC [], (), {}, --, <>, ~~, etc.
    Geen vieze manieren
    Hou rekening met elkaar en speel je eigen rol(len)
    Naamsverandering doorgeven
    Alleen ik (xSunshineee) open nieuwe topics, tenzij ik anders vermeld

    Begin:
    Bewoners beginnen ziek te worden en sommige beweren rare wezens gezien te hebben. Zijn dit de elfjes en trollen?

    [ bericht aangepast op 19 aug 2013 - 2:17 ]


    16 - 09 - '17

    [Kan ik ergens inspringen?]


    Bowties were never Cooler

    Eira
    Ik ging gestaag door met borstelen en alles, maar mijn voet bleef gigantisch veel zeer doen. Toen alle paarden en ponies schoon waren en ze buiten in de weide stonden mocht ik eindelijk zitten. Dat luchtte echt heel erg veel op. Ik begon kalm de tuigage te poetsen. Dat moest om de dag gebeuren als er werd gereden en anders eens per week. Er werd maar weinig gereden, dus ik deed een paar stukken per dag om niet er uren aan te zitten. Toen ik klaar was legde ik alles weg en ging ik weer staan, waardoor er weer een helse pijn door mijn been schoot. Ik pakte toen maar een paaltje uit de hoek, die over was van het hek om de weide heen, en steunde erop. Dat zorgde voor een beetje verlichting maar niet veel. Normaal zou ik nu naar de weide gaan en daar nog wat met de paarden trainen en klooien, maar dat ging nu niet. Ik strompelde de stallen uit richting het kasteel. Ik moest Gaius zien. Hopelijk was het niet gebroken, maar zo te voelen zeker wel. Dat zou beteken dat ik niet zou kunnen werken en dat stond in mijn ogen gelijk aan hel. Misschien kon heer Merlijn of vrouwe Morgana wel helpen. Maar eerst naar Gaius. De trappen waren nog wel het grootste opstakel, maar het lukte. Uiteindelijk kwam ik aan bij de deur van gaius zijn werkkamer. Ik klopte zacht. Intussen zat er van het harde steunen ook nog een wond op mijn handpalm, maar de pijn in mijn voet en been overstemde dat heel erg.


    Bowties were never Cooler

    Rymus

    "Dat, jongeman." Zegt Gaius en hij legt zijn hand op de stapel boeken, vragend kijk ik naar hem. "Is niets voor jou." Hij knipoogt even en zet de boeken dan weg. Oh jammer is dat. "Om te beginnen ga ik je echt niet alles uit een boek laten lezen." Gaius gaat weer op de stoel zitten. Ik kijk hem aan met een kleine glimlach, toch met een klein beetje teleurstelling erbij. "Je leert niet alles uit een boek weet je? Je hebt ook je hoofd nodig en gevoel." Ik knik. Ik begrijp het wel, een beetje.
    "Dat snap ik, Gaius," glimlach ik en ik kijk even rond. "Ik zou echt heel graag in de leer willen bij u. Nergens anders heb ik een betere hofarts kunnen vinden dan u," zeg ik met een grote glimlach en ik haal even mijn hand over mijn borstkas, waar de Triskele zit. Ik ben wel blij dat hij op mijn borstkas zit en niet op mij pols, ik hoef niet zo heel veel moeite te doen om hem te verbergen. Ik leg mijn hand weer naast mijn andere hand op tafel en kijk met een nieuwsgierige blik rond.
    "Ik vind het leuk ingericht," zeg ik met een knikje en kijk nu wat meer onderzoekend rond, al staat mijn blik nog altijd nieuwsgierig.
    Ik kijk om naar de deur wanneer erop geklopt word. Mijn blik gaat weer naar Gaius. "Verwachtte u iemand?" vraag ik dan en kijk weer naar de deur.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    {Grrr, quizlet lag er gisteravond opeens uit....}
    Gwaine

    Terwijl Leon en ik door de straten van het dorp bij Camelot reden, keek ik om me heen hoe het er daar aan toe ging. De burgers waren aan het werk, maar een aantal van hen zagen er ziek uit. Het waren er trouwens wel erg veel. Wat was er aan de hand? Was er een epidemie?
    'Leon, valt het jou ook op dat er zoveel burgers ziek zijn?' vroeg ik. Leon keek nog even om zich heen, de burgers bekijkend.
    'Ik lette er niet echt op, maar nu je het zegt, ja.'
    'Ik hoop dat het niks ernstigs is,' mompelde ik, maar Leon hoorde het wel
    'Nee, laten we sowieso als we terug zijn het aan de koning melden.'
    We reden verder door het dorp en algauw verlieten we dat en reden we het bos in. Leon en ik vergaten na een tijdje onze ongerustheid om de zieke burgers en begonnen wat lol te maken. Lachend op onze paarden reden we door het bos, toen we opeens opgeschrikt werden door een luid gebrul. 'Wat was dat?' vroeg ik ongerust en het lachen was me vergaan. Er hoorden in de bossen rondom Camelot geen beesten te zijn, die luid konden brullen.
    'Het klinkt als iets groots,' zei Leon, ook met een ongeruste blik in zijn ogen.
    'Wat doen we?' vroeg ik. 'Gaan we kijken wat het is of maken we meteen dat we wegkomen? Hebben we trouwens nog iets aan de koning te melden.'
    Het duurt even voordat Leon antwoordde. 'Niet kijken. Ik heb even nagedacht en ik ben er vrij zeker van dat het een draak moet zijn. En die willen we niet tegenover ons hebben als we maar met z'n tweeën zijn.' Ik vond het eigenlijk wel een heel goed idee en ik had ook ergens een vermoeden dat het een draak was. We reden snel weer in de richting van het kasteel, niet in galop, maar wel zo snel dat we het wezen dat een draak kon zijn snel achter ons gelaten hadden. Stilzwijgend reden we even later in een lichte draf, weg van het gevaar, maar wetend dat we dat gevaar snel moesten melden. Weer werden we opeens opgeschrikt, maar dit keer door een pijl die vlak voor mij langs vloog en zich iets verderop in een boom boorde. Ik keek gauw om en zag twee trollen in het struikgewas staan. Ik had geen tijd om te bedenken wat ze hier deden en trok mijn zwaard. Leon had ze ook gezien en trok ook zijn zwaard. Een tweede pijl ontwijkend reed ik op de trollen af. Op het juiste moment haalde ik met mijn zwaard uit velde de trol met een krachtige slag. Leon maakte ondertussen de tweede trol af. 'Wat doen die hier?' vroeg ik hem.
    'Ik heb geen enkel idee,' zei hij. 'Maar er is wel echt iets mis. Zieke burgers, een draak en nu ook al trollen.'
    'Je hebt gelijk. Laten we nu direct zo snel als we kunnen Uther waarschuwen.' Nu reden we wel met haast naar het kasteel. Die trollen gaven de doorslag, er was iets aan de hand dat niet klopte.
    Toen we de binnenplaats van het kasteel opreden zag ik dat er net een kleine groep was aangekomen, bestaande uit een dame en drie ridders.


    Stenenlikker

    [Ik reageer deze avond]


    16 - 09 - '17

    [Kaykay ^.^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Iyalle Gwendoline Yggdrasil ~ 20 ~ Prinses ~ Camelot

    De bomen weken al wat meer uiteen en bood ons al af en toe uitzicht op een bemost stuk stadsmuur van grijs gesteente dat er ondanks de oudheid van de stellage er behoorlijk stevig uitzag.
    Mijn paard brieste en het paard van de schildknaap van Lancome die Haust bleek te heten steigerde lichtjes waarna het nerveus op diens benen begon te trappelen voor hij weer vooruit schoot.
    Vreemd, normaal waren de paarden nooit zo onrustig.
    En toen kwam het moment dat we de brul hoorden.
    Direct spoorde Lancome diens paard aan om naast de mijne te komen. “Prinses, we moeten verder, het is hier te gevaarlijk voor u.”
    Natuurlijk, wanneer is het niet te gevaarlijk voor me ?
    Mijn vader zou me nog eens in mijn slaapvertrekken opsluiten als hij daarmee zeker wist dat ik veilig was, maar toch, ik hou van mijn vader en ik begrijp zijn manier van denken en ik respecteer dat.
    Enig sinds nieuwsgierig keek ik het bos in, naar de plek waarvan ik dacht dat het geluid vandaan kwam en zuchtte voor ik mijn paard aanspoorde tot een drafje en we verder langs de stadsmuren van Camelot reden, op weg naar de grote poort die we al konden ontwaren in de verte.
    De paarden bleven onrustig en we waren ook nog geen enkele ziel tegengekomen op onze reis.
    Vreemd, ik had verhalen gehoord over Camelot, dat het een welvarende streek was met energieke mensen en vruchtbare gronden, maar tot nu toe leek het erop dat beide dingen grootschalig afwezig waren.
    “Prinses.” Lancome kwam weer naast me rijden. “Ik stel voor dat we onze reis snel doorzetten, de omgeving hier werkt me op mijn zenuwen.”
    En dat vertelde al een hele hoop, Lancome werd nooit zomaar nerveus door iets.
    Zou er hier dan echt iets huizen wat het zo gevaarlijk maakt ? Was er iets aan de hand waar ik nog niet van op de hoogte had gebracht, al zou ik echt wel iets gehoord hebben als mijn vader het ook wist, dat kan niet Anders.
    Veel tijd had ik er al niet meer om over na te denken, want de poort kwam nu in diens volle glorie in beeld, de ophaalbrug was naar beneden en bood ons makkelijk doorgang terwijl ik twee poortwachters met een beleefd hoofdknikje goedendag wenste.
    Aangekomen op het binnenhof keek ik nog eens goed om me heen.
    Het was een relatief groot plein, met een waterput en een grote trap richting de immense kasteeldeuren, waar wachters voor stonden.
    Het kasteel zelf was grotendeels van wit tot lichtgrijs gesteente, net zoals de ondergrond onder de hoeven van onze paarden.
    Mijn ogen dwaalden nog een keer over het plein heen, maar ook hier waren amper tot geen mensen.
    Geen koning, geen prinsen of prinsessen, niet eens iemand van de hofhouding.
    Lancome naast me snoof. “Geen ontvangst, wat onbeleefd.”
    Net op het moment dat hij het zei kwamen twee ruiters de binnenplaats op rijden.
    Alleen hun houding vertelde me al dat het ridders waren, zeker als je bedacht dat ze mooie zwaarden aan hun zij hadden hangen, een maliënkolder droegen en ze het teken van de Pendragon familie droegen, de gouden draak op rood.
    Ik zag hen naar me kijken en ik glimlachte vriendelijk, niet goed wetend wat er nou precies van me verwacht word.
    Het is een staatsbezoek, maar wat moet ik zonder ontvangst ?
    Kan ik zomaar naar binnen lopen zonder ook maar enig woord van welkom ?
    Kan ik zomaar doen wat ik wil en ze zien wel wanneer ik op kom dagen ?
    Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat Lancome van zijn paard af sprong en de schildknaap had al snel de teugels van diens paard overgenomen.
    Hij kwam al naar me toe maar ik was hem voor en liet me zelf uit het zadel glijden, oplettend dat mijn lichtblauw met lichtgrijze jurk nergens achter bleef haken.
    Terwijl ik mijn voeten op de grond voelde komen haalde ik eventjes een hand door mijn blonde haar heen om het weer een beetje in model te brengen door de wind, normaal zou ik het niet erg vinden, maar ik moest een beetje een goede indruk maken.
    Ik liet mijn ogen nog weer glijden over de twee ridders en ik besloot het initiatief te nemen.
    Met zekere stappen liep ik op hen af en hield voor hun paarden stil en maakte een kleine reverence.
    “Aangenaam kennis met u te maken heren.” Ik hief mijn hoofd op en glimlachte vriendelijk naar hen.
    “Mijn naam is Iyalle Gwendoline Yggdrasil , prinses van het noorden.”


    Credendo Vides

    [Oh sorry dat ik nog niet gereageerd heb!]


    16 - 09 - '17

    Gaius

    Ik kijk naar hem en zie hoe hij knikt. "Dat snap ik, Gaius," zegt hij. Ik knik, goed dat hij het begrijpt en dan nog ... ik vertrouw deze jongen toch niet voor 100 procent. Hij kijkt wat rond. "Ik zou echt heel graag in de leer willen bij u. Nergens anders heb ik een betere hofarts kunnen vinden dan u," Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. "Wat een eer om dat te horen." zeg ik trots. Ik kijk naar hoe hij over zijn borst wrijft waar een teken zit, ik zag het niet eerder. Ik kan het niet perfect zien, mijn ogen zijn ook niet meer zo goed als vroeger. Met bril had ik het vast beter gezien. Zou ik vragen wat er staat? Al snel kijkt hij weer rond. "Ik vind het leuk ingericht," Een beetje slijmen zeker? "Dankje." zeg ik simpel. Opeens hoor ik geklop en kijk ik op naar de deur. "Verwachtte u iemand?" vraagt Rymus. "Niet dat ik weet .." Hmm, normaal komt niemand zomaar naar hier en als het Merlin is loopt hij zo binnen. Normaal zou ik binnen zeggen en wachten tot de deur opengaat en die persoon zelf binnenkomt, maar ik heb een gast dus ik sta op. Ik open de deur en Eira de stalknecht verschijnt. "Dag Eira, wat kan ik voor je doen?"


    16 - 09 - '17

    Eira
    Ik stond best een tijdje nog te wachten voor de deur tot Gaius open deed. Hij probeerde mezelf zo'n recht mogelijk postuur te geven, maar dat ging zo makkelijk niet op een been. "Drwg is op mijn voet gaan staan en nu kan ik er niets meer mee." Ik stak de bezeerde voet wat naar voren, waardoor mijn gezicht direct vertrok van de pijn. Ik had nog wel mijn laarzen aan, waardoor die niet slap leek te hangen, maar ik kon niet eens mijn tenen meer bewegen zonder dat ik het uitgilde. Toch rekende ik het paard niets aan. Drwg, het kwaad, was geen slecht dier, alleen heel wild, jong en schichtig. Achter Gaius zag ik nog een andere jongen staan die ik niet zo een twee drie herkende. Meestal was Merlin hier wel aan het rondhangen, maar deze jongen had ik volgens mij nog nooit gezien. "Zou u er iets aan kunnen doen?" vroeg ik beleeft aan Gaius. Hij was wel een van de mensen op het kasteel die van mij het meeste respect kreeg. Iedereen kreeg natuurlijk van mij respect, ik was toch maar een gewone stalknecht, maar sommigen toch duidelijk meer dan anderen.


    Bowties were never Cooler

    {Even random mededeling die ik kwijt moet: Whut ze hebben mammoetbloed gevonden in Siberië en het was nog vloeibaar :O}

    Gwaine

    De ruiters stegen af en ik zag dat ook de vrouwe afsteeg, die dat alleen deed, ook al kwam daarna een van haar ridders naar haar toe om haar te helpen. Een zelfstandige vrouwe blijkbaar, zoiets beviel me altijd wel. De edelvrouwen hoefden van mij geen hulpeloze vrouwen te zijn, die overal mee geholpen moesten worden. Stel dat ik ooit zou trouwen, zou ik zeker een zelfstandige vrouw nemen.
    Leon en ik zaten nog een beetje besluiteloos op onze paarden, toen de vrouwe het initiatief nam en naar ons toe kwam. Ondertussen haalde ze nog haar hand door haar haar, zodat het er wat minder verwaaid uit zag na de rit. Toen ze voor onze paarden stilhield maakte ze een kleine reverence.
    “Aangenaam kennis met u te maken heren. Mijn naam is Iyalle Gwendoline Yggdrasil , prinses van het noorden.” Terwijl ze dit zei, glimlachte ze vriendelijk naar ons. Ik stapte snel af en maakte een buiging voor haar, Leon deed hetzelfde.
    'Excuseer mij, prinses' ze ik. 'Welkom op Camelot. Mijn naam is Gwaine en dit is Heer Leon. Zal ik u naar de koning begeleiden?' Ik hoopte hiermee het magere ontvangst goed te maken. Ik wist trouwens niet eens dat een prinses op bezoek zou komen, Uther had ons slecht geïnformeerd. Anders had ik wel gezorgd voor een ontvangst als dat nodig was geweest.

    [ bericht aangepast op 30 mei 2013 - 18:18 ]


    Stenenlikker

    [Oh ik was teehee ^_^ ]

    Rymus

    "Niet dat ik weet .." krijg ik als antwoord van Gaius en ik volg met mijn ogen hoe hij naar de deur loopt en deze opent. Daar staat iemand.
    "Dag Eira, wat kan ik voor je doen?" vraagt Gaius aan diegene en ik glimlach even naar haar. "Drwg is op mijn voet gaan staan en nu kan ik er niets meer mee." zegt de jonge meid en steekt haar voet naar voor. Erg oud ziet ze er nog niet uit. Ze heeft witblonde haren, een erg mooie kleur al zeg ik het zelf. Ik zou wel zo'n witblonde kleur willen hebben, maar jammer genoeg lijk ik meer op mijn vader, hij had erg donkere haren en ik heb het overgenomen. Moeder had wel mooie blonde haren.
    "Zou u er iets aan kunnen doen?" vraagt ze beleeft aan Gaius en ik glimlach weer even. Dan draai ik me om en pak een van de potjes gevult met een of ander groen goedje en ik open die, wanneer ik eraan ruik haal ik het potje meteen bij mijn neus vandaan, ook trek ik een vies gezicht. "Gatverdamme," mompel ik en ik doe het snel weer dicht. Ik haal een aantal keer mijn hand langs mijn neus en haal een hap frisse lucht wanneer ge vieze geur uit mijn neus is.
    "Wat zit daar in?" vraag ik met een vies gezicht en ik kijk naar Gaius. "Het ruikt in ieder geval niet echt lekker." mompel ik en ik zet het potje terug op zijn plek.

    [ bericht aangepast op 30 mei 2013 - 20:42 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    { Wow, dat is awesome ! :O Eigenlijk wel een wonder dat het zelfs nu nog bewaard is gebleven.
    Ik heb een tijdje zowat elke dag tegen een dode baby mammoet aan moeten kijken, maar met dit DNA zijn ze nog weer een grote stap dichter bij het klonen.
    Just Gwaine (: }


    Iyalle Gwendoline Yggdrasil ~ 20 ~ Prinses ~ Camelot

    Zodra ik mezelf voorgesteld had stapten de twee ridders zelf ook van hun paarden af en maakten beiden een buiging voor me.
    "Excuseer mij, prinses." Zei hij. "Welkom op Camelot, mijn naam is Gwaine en dit is heer Leon."
    Ik knikte eventjes naar de beide heren en ik keek nog eens goed naar hen, uit hun uiterlijk wad duidelijk op te merken dat ze hier goed verzorgd werden.
    "Zal ik u naar de koning begeleiden ?"
    De man die dit uitsprak was de ridder met de naam Gwaine en ik moest even glimlachen, hij ziet er in zijn geheel niet lelijk uit.
    Lancome kwam naast me staan en boog zich richting mijn oor terwijl hij in zijn buidel taste en me de belangrijkste perkamentrol overhandige die hij bij zich droeg, de overeenkomst, blijkbaar.
    "Hoogheid, u zult deze nodig hebben." Hij drukte de perkamentrol in mijn hand en ik keek hem even verbijsterd aan.
    "Is het niet verstandiger om hem pas in de troonzaal te laten zien ?"
    Lancome keek eventjes twijfelend om zich heen. "Normaliter is dat het geval uwe hoogheid, maar het ongemakkelijke gevoel vloeit nog steeds door mijn aderen heen en ik wil mijn handen vrij hebben om mijn zwaard te kunnen trekken."
    Lachend stak ik de rol in binnenzak van mijn mantel. "U weet dat ik voor mezelf kan zorgen."
    "Natuurlijk, Iyalle."
    Lancome was één van de weinige mensen die van mijn vader toestemming had om me bij mijn voornaam te noemen.
    Snel wende ik me weer naar de twee ridders en wende me tot de jongeman die Gwaine heet. "Als u het zou willen zou het me een eer zijn."
    ik keek nog even om me heen, naar het kasteel dat in diens geheel om ons heen stond en ik was benieuwd naar alle ruimtes die het schuilhield.
    Net op dat moment hoorde ik een harde brul, een geluid dat door merg en been ging.
    Lancome stond direct naast me, met zijn hand op het gevest van zijn zwaard, maar ik liep terug naar mijn eigen paard en haalde daar mijn zwaard vandaan die ik strak tegen het paard aan had gebonden en bond die om mijn middel heen waarna ik weer terug liep naar de mannen.
    "Laten we snel naar binnen gaan, want ik heb momenteel geen zin om erachter te komen wat dat geluid maakt."
    Mijn ogen schoten richting de poort en ik weet dat er een avontuurlijke schittering doorheen moest schieten, want tegen mijn eigen woorden in wou ik juist wel erachter komen wat het was en waar het vandaan kwam.
    "Daarna kunnen we wel kijken wat het is." Fluisterde ik erachteraan, meer voor mezelf dan voor de anderen.

    [ bericht aangepast op 31 mei 2013 - 0:23 ]


    Credendo Vides

    [Gwaine is gwn hot *.* ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Ik reageer morgen]


    16 - 09 - '17