• Ze lijken op ons maar ze zijn anders. Ze zijn sneller, intelligenter of sterker als gewone mensen, het zijn de Hybriden.
    Lange tijd leefden ze als gewone mensen onder ons, maar die tijd is over. Wanneer hun gaven zich in het begin van hun tienerjaren ontwikkelen worden ze opgespoord en opgenomen in een speciaal wetenschappelijk onderzoekscentrum.
    Hier worden ze al jarenlang onderzocht op genetische afwijkingen, overeenkomsten en de werking van hun gave.



    Regels:
    Max. 2 rollen
    Niet alleen meiden aanmaken, als er te weinig jongens zijn sluit ik de inschrijvingen van meiden even.
    Geen ruzie OOC
    Geer Mary sue's
    OOC tussen haakje {}[]()
    Minstens 5 regels
    Tenzij ik anders zeg open alleen ik de topics
    Bij langdurige afwezigheid melden
    Onderzoekers alleen door ervaren rpg’ers
    Max. 5 onderzoekers, dit is een extra rol, dan kan je dus 3 rollen hebben in plaats van 2
    Speel met de ander mee, blokker niet.
    Niet alleen 1 op 1 spelen.
    Ik maak de kamerindeling en daar is geen discussie over
    Je draagt gewoon het uniform en geen sieraden dus zeg niet opeens, ik speelde met mijn armband/ik streek mijn rok glad.
    Huisdieren zijn niet toegestaan in het centrum



    De kamers


    Eetzaal


    Zitkamer



    Jongens uniform
    Meisjes Uniform


    Dagplanning:
    07.00 - 09.00 | Ontbijt
    09.00 - 12.30 | Vrije tijd of wetenschappelijk onderzoek
    12.30 - 13.30 | Lunch
    13.30 - 18.30 | Vrije tijd of wetenschappelijk onderzoek
    18.30 - 19.45 | Avondeten
    19.45 - 22.00 | Vrije tijd of wetenschappelijk onderzoek
    22.00 - 06.00 | Op je kamer

    Hybriden:
    Intelligentie:
    Sam Anthony Johnson - 20 - mannelijk - 1,1 - Silas
    Lizzy Marlize Clark - vrouwelijk - 17 - 1,4 - Anias
    Alexander Evan “Alex” Anderson - mannelijk - 18 - 1,4 - Essylt
    Kracht:
    Abigail Emma Bouvier - 17 - vrouwelijk - 1,1 - Somesley
    Nathan James Gibson - 22 - mannelijk - 1,4 - Essylt
    Audrey Jasmin Morgan - 18 - vrouwelijk - 1,2 - lilangel
    Snelheid:
    Georgia Elisabeth Evans - 18 - vrouwelijk - 1,1 - Silas
    Paisley Marybell Couvler - 17 - vrouwelijk - 1,1 - Phrases
    Charlotte 'Charlie' Case Stevenson - 16 - vrouwelijk - 1,1/1,2 - Kwijt
    Drake Miller - 21 - mannelijk - 1,2 - lilangel

    Onderzoekers:
    Meredith Diane Price - 26 - vrouwelijk -1,1 - Silas
    Kevin Alan Emett - 27 - mannelijk - 1,2 - Tolkienn

    Het is 's ochtends 8 uur en de personen zijn wakker worden of ontbijten.

    [ bericht aangepast op 30 maart 2013 - 22:26 ]


    Remember to be ridiculous.

    | Ghehe. Frutsen. :'D I don't know. Psycho disturbed cute..? Ze zijn gewoon adorable. Bam. ^-^ |


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Nathan James Gibson
    Paisley glimlachte naar me, maar het was alsof alle leven uit haar was getrokken, alsof de middelen die ze in haar geduwd hadden haar geest hadden vertroebeld en niets dan verwarrende zinsdelen hadden achtergelaten in haar hoofd.
    Langzaam, heel langzaam, liep ze naar haar kamer. Rillingen liepen over haar rug en ik wilde niets liever dan mijn armen om haar lichaam heen slaan om te zorgen dat ze niet in stukken op de grond zou vallen. Om te zorgen dat ze zou stoppen met trillen en ze zich in hemelsnaam weer normaal zou bewegen.
    Voor de deur van haar kamer stond ik het mezelf kort toe. Ik kon het niet weerstaan, toen ze zich kort naar me omdraaide terwijl ze haar mooie lippen bevochtigde. Heel, héél voorzichtig hield ik haar een fractie van een seconde in mijn armen, zodat ik haar onmogelijk pijn kon doen. Zodra ik haar losliet ging ze haar deur binnen en sloot hem achter zich. Ik ving een glimp op van haar kamer, van de krassen op haar muur en een kapot meubelstuk.
    Een gevoel van begrip sloeg me keihard in mijn gezicht. Ik voelde zo met haar mee. Mijn nagels boorden zich in mijn handpalmen en ik wilde haar zo graag helpen. Ik wilde… Ik wilde dat ze hier weg zou komen en op een plek kwam waar ze niets dan gelukkig kon zijn. Weg van alle mensen hier, die haar volpropten met medicijnen die nooit goed voor haar konden zijn. Misschien, heel misschien kon ze dan weer een beetje genezen, genezen van de pijn de ze onmiskenbaar moest voelen, die haar verteerde en de reden moest zijn dat ze niet meer praatte.
    Wat deed ze hier überhaupt nog? Dit was een onderzoekscentrum voor gaves en die van haar gebruikte ze overduidelijk niet meer.
    Ik liet me met mijn rug tegen haar deur naar beneden zakken en sloeg mijn armen over elkaar. Ik bereidde me voor op een lange tijd zitten en wachten, niet van plan iemand nog de mogelijkheid te geven haar pijn te doen. Voor de eerste keer in mijn leven wist ik niet meer zeker hoezeer ik mijn kracht haatte.


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    Paisley Marybell Couvler
    Ik wist dat hij er nog was. Het was niet moeilijk, gezien de situatie. Het spul dat via mijn aderen door mijn lichaam kroop maakte me lusteloos. Het was iets dat ik eens in de drie dagen kreeg. Voornamelijk om me rustig te houden, hoewel ze me makkelijk konden bedwingen als ik mijn kracht niet uitoefende.
    Het was zo vreemd dat ik niet eens meer wist hoe het voelde om op topsnelheid tussen de vrijheid door te rennen. Nu rende ik enkel nog in mijn gedachten.
    Mijn vingers gleden langzaam, in een vast ritme over de wit katoenen lakens terwijl ik mijn ogen in volle concentratie op het plafond richtte. Wit. Volledig wit. Al rook deze kamer niet naar zeep, maar munt. Een zweem oud wasmiddel en munt. Het zou altijd munt zijn.
    Langzaam krabbelde ik overeind, mijn blik voor kort op de rommelige kledingstukken gericht, voor ik mezelf richting de kleine, vierkanten badkamer duwde. Ik was er klaar mee om langzaam te sterven binnen de chemicaliën die me iedere dag werden binnen gelepeld. Een smaak van gal verspreidde zich op mijn tong toen ik me op mijn knieën voor het toilet liet vallen. De zure smaak brandde in mijn keel en zorgde er vrijwel automatisch voor dat ik voorover klapte om mijn volledige maaginhoud op te hoesten. Hoogstens onsmakelijk, maar ik wist dat ze er uit moesten. Al die pillen moesten weg.
    Een beverige zucht verliet mijn lippen toen ik het water doortrok om me bij de wastafel te fatsoeneren. De zure smaak verdween met het water waarmee ik mijn mond spoelde. Was ik klaar om op te geven?
    Met toegeknepen ogen staarde ik naar mijn spiegelbeeld. Het lijkbleke gezicht, de troebele ogen en de hulpeloze houding. Ik rechtte mijn rug kort terwijl ik mijn de rug van mijn linkerhand langs mijn lippen veegde. Nee. Nee, ik was nog niet klaar om op te geven.
    De lichtgrijze lak van de deur van mijn kamer voelde koud onder mijn vingers. Aarzelend gleden mijn mijn vingertoppen langs de deurknop, waar ze uiteindelijk naast bleven rusten.
    'Nathan.. Ben je daar nog?'


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Nathan James Gibson
    Met mijn ogen gesloten leunde ik achterover tegen de deur. Na een tijdje hoorde ik haar binnen rommelen. Mijn oogleden gleden langzaam open, en ik staarde naar het plafond van de gang, naar de muren die allemaal hetzelfde waren. Ik zag en deuk, een paar krassen en een barst, vroeg me af wat daar gebeurd moest zijn.
    Ik wist het niet zeker, maar binnen klonk het alsof Paisley overgaf en mijn maag keerde zich om. Water. Geluiden van water. Voetstappen die steeds dichterbij kwamen. De nauwelijks hoorbare fluistering van iets dat over de muur gleed. Haar zachte, oh zo prachtige stem die 'Nathan.. Ben je daar nog?' vroeg.
    Ik krabbelde overeind en legde mijn hand op de deurpost. 'Ja. Ja Paisley, ik ben er nog.' Antwoordde ik schor. Ik schraapte mijn keel. Zeker te lang niet gepraat.
    Ik draaide me met mijn rug tegen de muur, hopend dat ze naar buiten zou komen, of me binnen zou vragen.
    Eigenlijk was zelfs dat niet eens nodig. Een gesprek door de deur heen zou wat mij betreft ook prima zijn, al verwachtte ik niet dat ze zo lang gebruik zou maken van haar stem. Ik had haar zoveel te vragen. Nee, dat was het niet eens. Ik wilde veel wéten. Er waren maar twee vragen, die luidden: 'Hoe heeft jouw leven er tot nu toe uitgezien en hoe kan ik je helpen?'
    Ik sloot mijn ogen weer, en liet mijn hoofd achterover tegen de muur vallen. Ik wachtte.


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    Paisley Marybell Couvler
    Een zwakke glimlach dwong mijn mondhoeken omhoog toen ik leven achter de deur constateerde. Nathan. Ik slikte kortmoedig voor ik de deur voorzichtig opende. Hij was gebleven. Voor een kort moment liet ik één van mijn handpalmen op zijn borst rusten, voor ik deze gebruikte om de deur verder voor hem te openen. Het was lang geleden dat ik iemand had uitgenodigd in deze kamer. De schade, alle kleine barstjes, ze waren te veel van mij geweest om ze aan iemand anders te laten zien.
    Als vanzelf gleden mijn ogen naar Nathan, voornamelijk om zijn reactie te peilen. Hij was zoveel sterker dan ik. En toch was er iets aan hem dat troost zocht. Ik weigerde te geloven dat ikzelf nog te troosten was: die moed had ik lang geleden al opgegeven. Ik was nu eenmaal alleen, en er was zoveel gebeurt dat de vrouw misschien nog wel eens gelijk kon hebben over mijn lichamelijke toestand. Ik wás ziek, en ik wás zwak. Ik teerde mijn leven op injecties en pillen, omdat ik zonder zou moeten wegkwijnen binnen isolatie cellen.
    Er was zoveel dat Nathan niet wist - zoveel dat ik niet mocht weten. En toch bevond het zich allemaal in mijn hoofd. Veilig weggestopt achter een spraakgebrek en muren van verdriet en strijd. Ik had zoveel gevochten, maar ik had het belangrijkste verloren. Ik was mezelf verloren, en nu ik die identiteit niet meer had was het niets meer dan eerlijk om op te geven. Mijn lichaam kon niet nog meer strijd aan. Niet langer. Ik was op, en het ergste was dat ik het besefte ditmaal. Alles dat ik nu nog wilde was mezelf hierbinnen opsluiten met een jongen die ik buitensloot, en een jongen die zich langzaam naar binnen had gewerkt. Ik wilde dat hij me vasthield, ik wilde dat hij alles bij me uit de buurt zou houden. Alle naalden, alle pillen, alle ontsmettingsmiddelen.
    Ik wilde dat hij me suste als ik bang en verloren was. Maar bovenal wilde ik dat hij me vast zou houden tot ik los zou laten. Tot ik dit alles los zou laten.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [Naaaaawhh c:
    Na het eten schrijf ik op mijn laptop een post terug.]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    | Hihi. ^^ Er is gewoon iets met ze dat fricking onweerstaanbaar/adorable is. :c |


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [Quizlet haat me.]

    Nathan James Gibson
    Ik hoopte dat ze niet voelde hoe hard mijn hart klopte bij het gevoel van haar handpalm op mijn borst. Ik voelde haar warmte door mijn shirt heen en het duizelde me hoe dichtbij ze was. Ik had niet het idee dat ze me ooit eerder uit zichzelf had aangeraakt.
    Pas toen ze me weer los had gelaten klaarde de mist in mijn hoofd wat op, en ik stapte te deur door, die ze wat verder had geopend om me binnen te laten.
    Eenmaal binnen liet ik mijn ogen de vrije loop, nam de kamer in me op. Overal waren sporen van eerdere vernieling te zien. Vernieling aangericht door een Paisley die zo anders was geweest dan het meisje dat ik nu kende.
    Ik schrok op toen ik voelde dat ze naar me keek, draaide me langzaam naar haar om. Als ik bij haar was deed ik alles langzaam en zacht, met een voorzichtigheid die nog groter was dan de schade die ik per ongeluk zou kunnen aanrichten als ik niet zo mijn best zou doen. Ik streek een pluk haar uit haar gezicht, terwijl ik wanhopig probeerde de spieren in mijn gezicht te ontspannen. Mijn hart klopte alsof het zich wilde bevrijden uit mijn borst en ik voelde de verdrietige, vragende, ongelovige blik op mijn gezicht, wanhopig vragend om antwoorden waarvan ik niet zeker wist of ik die ooit zou krijgen.
    Ik wilde haar vragen wat ze met haar hadden gedaan, wat ze allemaal had moeten doormaken, maar het ging niet. Ik was mijn vermogen te spreken verloren bij het zien van de bewijzen van haar pijn.
    Ik staarde in haar ogen en haalde mijn vingers nog eens door haar heerlijk zachte haren. Mijn wenkbrauwen weigerden te stoppen tegen mijn ogen te duwen, de nagels van mijn andere hand duwde ik diep in mijn handpalm om te voorkomen dat hij uit zichzelf om haar middel zou glijden.
    Ik had me nog niet gerealiseerd dat ze haar pyjama aanhad. Een grijs shirt viel niet ver over haar blote benen, en ik dwong mezelf naar haar gezicht te blijven kijken. Vanbinnen sloeg ik mezelf om de oren om het feit dat ik daar, hoe kort het ook was, op gelet had. Klootzak. Dat was echt niet waar mijn interesse nu naar uit zou moeten gaan.
    Uiteindelijk wist ik er ‘Hoe krijg ik je hier weg?’ uit te persen. Mijn stem klonk schor, hees, zwak van ontzetting en ik wilde niets liever dan haar tegen me aan houden, maar ik was bang voor een afwijzing. Ik was bang dat ik iets kapot zou maken, geestelijk of lichamelijk.


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    [HET POSTTE! FINALLY! *DANCES*
    Ik begon een uur geleden met proberen. o.o]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    | Hij vindt mij ook niet bepaald aardig. Wat een gekut, zeg. Ik kom er amper op. ;o |

    Paisley Marybell Couvler
    Als vanzelf gleden mijn handen naar de vingers die zich krampachtig vastzetten in het gehavende vlees van zijn handpalm. Ik dwong ze te ontspannen door ze te openen, en hem aan zijn pols dichter naar me toe te trekken. Ik was me er sterk van bewust dat ik de jongen nog nooit had aangeraakt. Niet zo.
    'Hoe krijg ik je hier weg?' Zijn stem klonk anders dan de nieuwsgierig, jongensachtige toon waarmee hij me normaliter uit mijn tent wilde lokken. Mijn keel kneep haast samen van het opgekropte verdriet dat ik naar boven voelde komen. Zoveel liefde, zoveel troost. En ik had nog niet eens het idee dat hij daar iets voor hoefde te doen. Nathan wás lief, en hij was troostend.
    Ik wist niet precies of het een antwoord zou vormen, of anders meer een vraag - maar ik wist niet wat ik anders zou moeten doen toen ik opstond om mijn armen in een zeer traag tempo langs zijn middel te krullen. De warmte ervan tintelde tegen mijn huid en zorgde ervoor dat ik automatisch mijn adem inhield toen mijn hoofd zijn borst raakte. Voor het eerst, in misschien wel mijn hele leven, maakte het me niets uit dat ik klein en kwetsbaar was: ik wilde fragiel en breekbaar zijn in zijn armen.
    'Alsjeblieft..'


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [Tiiiiiiiii! *rent rondjes* cutecutecutecuteCUTE! o.o]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    | Ja, sorry dat 'ie zo kort is hon. Ik wist niet hoe lang quizlet zou functioneren en ik MOEST deze cuteness delen so.. :c |


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [Oh, geeft niet. ^-^]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    [Ik kwam er trouwens achter dat jij ook in the hungergames RPG speelde. Dat was mijn eerste RPG. XD]

    [ bericht aangepast op 16 april 2013 - 10:05 ]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    Nathan James Gibson
    Paisley trok me dichter naar zich toe, en ik zag nog net de gekwelde blik op haar gezicht voor ze daadwerkelijk haar armen om mijn middel sloeg.
    Mijn keel kneep zich samen en ik had het vreemde idee dat al mijn organen als bij toverslag verdwenen waren, zo licht voelde ik me. Wel was mijn hart achtergebleven, al was ook dat een heel stuk omhoog gevlogen, kloppend alsof zijn (of mijn) leven er vanaf hing.
    Ik wist zeker dat ze het zou moeten horen, zeker nu ze haar hoofd tegen mijn borst gelegd had. Ik haalde trillerig adem en hield haar zó verschrikkelijk voorzichtig tegen me aan. Mijn ene hand gleed om haar middel, de andere legde ik op een plek tussen haar hals, haar wang en haar achterhoofd, vervlocht mijn vingers met haar haar, streelde de zachte huid op haar kaak met mijn duim.
    ‘Alsjeblieft.’ De woorden kwamen over haar lippen vliegen, streelden mijn oren, bleven in de kamer rond ons zweven. Het was hartverscheurend, en ik terwijl ik mijn gezicht in haar haren verborg zwoor ik tegen mezelf dat ik zou doen wat ik kon om haar hieruit te krijgen. Als ik nou maar wist hoe.
    Langzaam streelde ik haar over haar rug, over haar haar. Ik moest heftig met mijn ogen knipperen om de tranen binnen te houden. Ik zou niet moeten huilen, ik zou niet zo zwak moeten zijn, maar wat er met haar gebeurde had me zo hard in mijn maag gestoten, en ik haatte de mensen die hier verantwoordelijk voor waren zó. Het was een alles verterende haat, gemengd met ongeloof. Wat gaf hen het recht om haar zo kapot te maken? Wat gaf hen de macht? Als er hier mensen niet goed bij hun hoofd waren, waren zij het wel.
    ‘Je bent niet gek, lieve Paisley,’ Fluisterde ik uiteindelijk, ‘Ik weet dat je niet gek bent.’
    Ik wilde nog zo veel meer zeggen, ik wilde haar troosten en zeggen dat alles goed kwam, dat ik zou zorgen dat ze haar geen pijn meer zouden doen, maar de woorden bleven steken in mijn keel. Één enkele traan had zich in mijn oog klaar gemaakt om over mijn gezicht naar beneden te glijden, maar ik richtte mijn blik op het plafond en knipperde hem weg. Ik weigerde te gaan huilen hier. Zij was degene die troost nodig had. Ik trok haar nog een heel klein beetje dichter tegen me aan, drukte mijn lippen zacht op haar kruin.

    [ bericht aangepast op 16 april 2013 - 19:55 ]


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.