(@BennyRabbit okay ik schrijf eerst ff stukje met Rain dan ^^)
Rain Thunder - Werecat
Ik spring van boom naar boom, miauwend naar de maan. Ik ruik vlees. Ik kan mezelf niet tegen houden en spring van de boom naar de grond, boven op een witte vogel die begint te spartelen. Ik zet mijn nagels in het beestje, en het stopt met bewegen. Ik pak het op in mijn bek en eet het helemaal op. Ik race naar een tijdje weer verder. Als ik in een hoge boom ben dichtbij de poort zie ik een human en een fighter door de poort lopen. 'Kom op nou! Ik wil bewijs dat die bovennatuurlijke dingen bestaan!' zegt het mens, een jongen. De fighter is een meisje, allebei rond de 20, en de jongen heeft een camera. 'Waarom moet ik dan mee?' snauwt de fighter. 'Omdat,' begint de jongen en neemt een hap lucht. 'Jij ze moet bevechten. Ik kan niet om gaan met een zwaard.'\
'Maar hier zijn duizende fighter dood gegaan! Ook de leider!' sisr de fighter
'Weet ik, één foto, please, de beesten merken het niet eens.'
'Nee, we moeten weg.'
'Kom op!'
'Snel dan! En als er iets gebeurt..'
'Heus niet, en anders hebben we de klauw en tand af drukken op ons vel en dat is genoeg bewijs...' hij stopt en wijst naar een werecat die alles gehoord heeft. Om een of andere reden herken ik haar. Hij houd zijn camera voor zijn gezicht en wil een foto maken, terwijl de fighter haar zwaard tevoorschijn haalt. Een flits komt waardoor de weerkat verblind word, en de fighter haar kans grijpt. Ik spring op haar en klauw zo hard als ik kan, ze schreeuwt en de jongen maakt alleen maar meer foto's. 'Dit is geweldig!' roept hij. De weerkat valt hem aan en ze rennen beiden het bos uit. De klauwafdrukken lijken zo op die van een kat, - maar dieper en sterker -, en daarom hebben ze geen bewijs. De fotocamera valt. 'Wacht mijn camera!!' roept hij.
'De camera of je leven,' snauwt de fighter en trekt hem het bos uit. Ik en de werecat staren elkaar aan.
'Mensen en fighters..' zegt ze. 'Zulke idioten.' Ze pakt de camera en wist de foto's, daarna gooit ze de camera met een plons in een meertje achter haar.
Ik loop naar haar toe. 'Wacht, jij bent..' zegt ze. 'Rain.' Ze kende me? 'Hoe ken je me?'
'Je bent mijn zus,' zegt ze.
Ik schud mijn hoofd. 'Ik heb geen zus. Mijn vader liet me achter en heeft mijn moeder in een gevangenis gedaan. Hij was een..'
'Fighter. Ja, het was ook mijn vader,' onderbreekt ze me. 'Ik zag dat jij wegliep toen je het merkte, omdat onze vader ons ook van plan was in de gevangenis te stoppen.' Ik slik. 'Daar heb ik spijt van,' slik ik nog een keer met tranen in mijn ogen.
'Ik liep een dag daarna weg,' vertelde mijn zus. 'Waarom spijt dat je?'
'Ik kwam terug om mijn moeder te bevrijden,' mijn stem trilt. 'Ze was er niet meer, ik weet niet waar ze is,'
'Ik deed dat ook, ik dacht dat jij haar had gevonden..' Mijn zus' stem trilt ook.
'Nee..' fluister ik. Ik verander snel het onderwerp. 'Waar leefde jij al die tijd? Ik vond een verlaten huis in dit bos..'
'Ik vond een huisje in de stad, dat is twee dagen geleden afgebroken, dus ik ging naar het bos en daar heb ik in grotten geschuild.'
'Dan kun je bij mij wonen, ik heb een logeerkamer. Maar ik heb mijn zus nooit gekend hoe kan dat?' vroeg ik.
'Mij sloot onze vader altijd op omdat ik nooit wilde luisteren, in de schuur, hij heeft nooit iets gezegt tegen jou over een zus, of tegen mij.' antwoordde ze.
'Hoe weet je het dan?'
'mam heeft het gezegt in het geheim, ze was het ook van plan aan jou te vertellen maar toen was je al weg.'
'Ik hoop dat ze nog leeft,' fluisterde ik. Ik keek naar mijn zus. Zelfde zwarte vacht, maar de blauwe ogen van haar vader.
'By the way, mijn naam is Eloria.' zei ze. 'Eloria Thunder'
May StarClan light your path.