James Potter
Toen ik wegliep hoorde ik Lily mijn nam nog roepen, ik maak een keuze en spring in het gat. 'Lumos.' Fluister ik. De punt van mijn stok geeft meteen licht. Ik besluit door de gang te gaan rennen, om zo snel mogelijk uit de kaart te zijn. Ik had serieus tijd voor mezelf nodig. Ik was halverwege toen ik erachter kwam dat ik mijn ontzichtbaarheidsmantel was vergeten. Ik had geen zin om terug te rennen en dus ren ik gewoon door. Als ik bij het luik kom, stoot ik keihard mijn hoofd. Vloekend wrijf ik over mijn hoofd en kijk door het luik of ik iemand zie. Als dat niet zo is, spring ik behendig omhoog en doe het luik dicht. Ik was niet gesnapt. Ik loop snel via de winkel het magazijn uit en doe bet alsof ik snoep bekijk. Ik loop daarna langzaam de winkel uit, de sneeuw op de weg en op de huizen ziet er heel mooi uit, in de hoek zingen mensen kerstliedjes. Sneeuw dwarrelt omlaag en blijft in mijn haar kleven. Mijn bruine ogen verkennen de straat, het is redelijk druk omdat mensen hun laatste kerstinkopen doen. Ik loop door de straten en na tien minuten sta ik rillend voor de drie bezemstelen. Ik loop naar binnen. 'Ha, James!' Zegt Rosmerta. 'Waar zijn je vrienden?' Voegt ze er verbaast aan toe. 'School.' Antwoord ik kort, ik had geen zin om alles uit te leggen. 'Ik had even tijd voor mezelf voor mezelf nodig.' Ik bestel een boterbiertje en ga aan een tafel bij de kerstboom zitten. Even mijn gedachten op een rij zetten. Ik pak een rol perkament en een veer met inkt en begin te schrijven.
Ik ben James Potter. Ik ben 15 jaar oud en ik heb mijn toekomstige zoon ontmoet. De moeder van mijn zoon is Lily Evers, ik denk dat ik haar al sinds het eerste jaar leuk vind. Mijn vrienden zijn Sirius Zwarts, Remus Lupos en Peter Pippeling. Remus is een weerwolf en daarom zijn Sirius, Peter en ik faunaten geworden. Sirius is een grote zwarte hond, Peter is een rat en ik ben een hert. We hebben de sluipwegwijzer gemaakt en die getekend met de namen Maanling, Wormstaart, Sluipvoet en Gaffel. Lily heeft een vriend, hij heet Severus Sneep, hij heeft zwart, vettig haar en een grote haakneus. Wij noemen hem altijd Secretus. Lily vindt dat niet leuk. Ze haat mij volgens mij, maar wat ik niet begrijp is dat ik later dus ee kind met haar krijg, ga ik zoveel veranderen dan? Of Secretus doet iets goed fout. Zou Harry broertjes of zusjes hebben? Harry lijkt trouwens enorm op mij, maar hij heeft Lily's ogen. Zijn ogen lijken precies, amandelvormig, groen en dezelfde uitstraling, het enige wat hij niet van Lily of mij heeft geërfd is een dun bliksemvormig litteken op zijn hoofd. Ik weet niet hoe hij eraan komt, dat moet ik nog vragen. Lily's rode haar valt altijd perfect en ze is het mooiste meisje dat ik ken. Sluipvoet zegt dat ik verliefd ben, maar hij is elke week op iemand anders "verliefd". Ik heb Lily mee uit gevraagd, maar ze wou niet. Ze weet eigenlijk niet dat ik daar enorm verdrietig om ben. Ik voel me enorm schuldig, want ik heb Remus' geheim aan Secretus verteld, ik had viritaserum op. Ik voel me zo'n slechte vriend. Remus zei dat ik er niks aan kon doen, maar ik had vrijwillig viritaserum ingenomen. Als ik dat niet had gedaan had ik het ook nooit verteld. Ik voel me echt schuldig. Misschien moet ik Secretus geheugen wissen. Dat ik me dan minder schuldig voel. Vandaag, 23 december 1976, is zoveel gebeurd. Veel te veel om op te noemen. Ik moet gaan, dit papier was alleen om mijn gedachten kwijt te kunnen. Groetjes James
ik stop met schrijven. Ik drink mijn boterbier in een teug leeg en meteen krijg ik het warm. Ik lees de brief nog eens over en rol hem dan op. Ik bestel nog een boterbier en kijk uit het raam. Dan, ondanks mijn belofte, rolt er toch een traan over mijn wang. Of het komt dat Lily mij haat, of dat Ik Remus' geheim heb verklapt of iets anders, ik heb geen idee. Ik leg een paar galjoenen op tafel, drink mijn boterbier op en loop naar buiten. Daar ga ik op een bankje zitten en staar naar de mensen, terwijl steeds meer tranen over mijn wangen stromen. Ik doe geen moeite om ze te verbergen, op dit moment boeit helemaal niks. Ik ga zo denk ik wel weer naar Zweinstein, de brief gooi ik dan in het haardvuur. Ik staar weer naar de mensen, twee oude mannen lopen door de straat, met een schok besef ik dat het leraren zijn, die mochten me hier niet zien! Slakhoorn en Perkamentus komen mijn kant op en ik heb geen idee wat ik nu moet doen, had ik mijn mantel maar meegenomen. Mijn ogen flitsen om mij heen, waar kan ik heen? 'Meneer Potter? Wat doet u hier? Zonder uw vrienden?' Vraagt Perkamentus dan, razend snel veeg ik mijn tranen weg en kijk de twee mannen aan. 'Niks.' Zeg ik terwijl ik een smoes probeer te verzinnen.
(Ik ben hier al vanaf iets van 3 uur mee bezig, ik heb geen levenXD ik logeer nu namelijk bij iemand en iedereen zit op z'n mobiel)
And don't forget, Elvendork! It's unisex!