Andrei / Lilith, wezen.
Erin rolt met haar ogen, maar ik moet toch zacht grinniken, omdat ze er niet op reageert wanneer ik haar naam had genoemd. Als ik haar was, zou ik na gaan denken hoe ik haar naam opeens wist, maar zij is een mensenvrouw dus kwalijk neem ik het haar niet.
"Natuurlijk wil ik hier doodvriezen, ik wil niets liever." Antwoord ze sarcastisch, waarna ze mijn jas toch maar aantrekt. Ik antwoord er echter uiterst serieus op, om haar te plagen. "Mensen zijn raar. Heb je zo’n kut leven gehad dan?" vroeg ik haar, met een emotieloze aanblik.
Hierna draai ik me om en vertel haar dat ze hier dus sowieso gaat sterven, omdat ze de weg niet terug weet, alleen een wezen. De andere wezens zouden haar hart al direct eruit trekken voor één of ander ritueel, want die zijn er natuurlijk ook. Daarbij ben ik één van de softere, al zeg ik het zelf. Ik gebruik het daarentegen weer voor iets anders, maar misschien kan dat nog wel als misselijk of morbide gezien worden, dus houd ik mijn mond.
“Jaja, niet zo ongeduldig. Ik ga al met je mee.” Bromt ze, waarop ik denk dat alleen mannen dat doen. In elk geval wel in deze dimensie, de vrouwelijke wezens willen je meer verleiden of hebben meer woede in hen dan een man eigenlijk. Ik vroeg me af hoe dat bij hen ging, de mensen. Ik knik alleen, niet in staat een fatsoenlijk, vooral kalm, antwoord uit te brengen, terwijl ik nog altijd zo woedend op James ben. Nog steeds zweer ik wraak. “Verdomme,” grom ik dan ook, onder mijn adem en zachtjes. Erin was ik hierbij al iets vergeten, omdat ik er gewoonweg niet tegen kon en er heel lang mee kon blijven zitten.
“Ik moet iets zien te vinden…” In gedachten wrijf ik met een nadenkend gezien, een frons duidelijk op mijn voorhoofd, over mijn kin en lippen heen. De trap die vol met ijs en sneeuw ligt, loop ik op, hoewel een mens dat niet zou kunnen doen zonder te vallen. Erin ben ik echter nog steeds vergeten dat ze naast me loopt, of in geval in mijn bijzijn is.
Xavier Hush Gray, wetenschapper.
“Nog altijd even sloom.” Merkt ze, voor mij bijdehand, op. Ik laat de tas voor haar voeten vallen, maar geef de kleding aan haar. Ze hoeft niet te weten waarom het zo lang duurde, dus lach ik enkel kort en zeg dan grinnikend: “Dat klopt, Sage.” Terwijl het eigenlijk helemaal niet zo is, want anders had ik de spullen gepakt en direct weer terug gelopen, maar nu niet. Nu wilde ik even alleen zijn en nadenken, bovendien kon wassen ook geen kwaad. Sage had me een dankbare blik toegeworpen, waarop ik iets knik, maar dan wegloop.
–
Volgens mij lag ik nu wel lang genoeg in het water, wat voor mij lauw aan voelt. Wanneer het koud zou zijn geweest, zou ik er wel wat gewend aan zijn, aangezien ik elke douche afsloot met koud water. Daarbij komt nog dat het me niet uit zou maken, want wassen moet je toch wel.
Ik zwem naar de kant, waar ik me vervolgens op trek en de waterdruppels wat van me afschud – zoals misschien een hond zou doen. We hadden geen handdoeken, dus die kon ik moeilijk met me meenemen. Het was nu niet bepaald een vakantieoord, hé. Hier naartoe gekomen, was ik voor de rust en over dingen na aan het denken, maar het werkte voor geen meter. Waarom zou hij er überhaupt moeite voor doen? Ik zou eigenlijk met hem moeten praten, maar ik was bang dat ik het misschien niet in kon houden of dat ik me verloor aan iets, wat dan ook.
Wazig voelde ik aan mijn kleding en ja hoor, het was nog vochtig. Misschien niet nat, maar het zou in elk geval niet lekker zitten en ik had geen zin hier de hele tijd in te lopen als het tegen mijn huid aan plakte. Mijn kleding had ik zo goed mogelijk uit gewrongen, maar zelfs nu waren ze nog vochtig en het zou klammig tegen mijn lijf voelen. Toch deed ik mijn zwarte boxer aan en dacht aan iets van vuur, want als ik dat zou hebben, zou het eindelijk wat sneller gaan. Ik begaf me terug naar het kamp en het eerste wat ik daar zag, was een groot vuur met Sage ernaast.
“Wauw!” riep ik uit, blij en opgelucht, terwijl ik direct er naartoe liep en mijn kleding op gepaste afstand hield. Nu nog iets vinden waarbij het op kon drogen, zodat ik het niet of de grond hoefde te leggen.
[ bericht aangepast op 30 dec 2012 - 23:24 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.