• 1729, de gouden eeuw van de piraten loopt ten einde en het word moeilijker. De zwaar beladen schepen vormen niet meer zo’n makkelijke prooi als daarvoor, dus zoeken deze piraten een nieuwe en makkelijkere manier om hun prooi alsnog buit te maken. De bemanning van The Ophelia merkt ook dat alles slechter gaat. Het eens zo mooie schip dobbert al een tijdje haveloos rond op de woeste zee, terwijl haar bemanning uitgedund is door verschillende gevechten. Het lot is ze gunstig gezind als ze plotseling op het kleine, maar magische eilandje ‘Lighthouse Cove’ stuiten.
    Het eilandje is maar klein, de wateren om het eiland levensgevaarlijk. Dat is één van de redenen waarom niemand het eiland bezoekt. De trouwe vuurtorenwachter, die al generaties lang door dezelfde mannen word vervuld, loodst alle schepen netjes om het eiland. Het eiland is maar dunbevolkt, met een enkel dorpje dicht bij de vuurtoren en het strand. Voor de rest bestaat het eiland vooral uit een magisch, tropisch bos.
    De komst van de piraten word door sommige als een kleine verademing beschouwt, een afleiding van het dagelijkse leven. De piraten zuipen veel, maken gebruik van alle wat ze tegen komen en lokken de schepen in de val door de vuurtoren te saboteren. Uiteraard is niet iedereen hier blij mee, zoals een deel van de kleine bevolking en natuurlijk de trouwe vuurtorenwachter, die buiten het zicht van de piraten probeert om de schepen veilig weg te krijgen.


    Regels:
    - Lange posts van 200-300 woorden is echt een minimum. Dat houd in dat je minstens 10 of meer regels schrijft, een kort hoofdstuk eigenlijk. Dit houd dus niet in dat je om de regel of om de twee regels een enter doet.
    - Je schrijft in de ik-vorm, met de naam van je personage boven je post.
    - Geen onnodig gequote! Daarvan rekken de pagina’s uit en je hoeft echt niet een reactie te quoten als hij op de vorige pagina staat of als je een reactie op iemand schrijft, al is het al even geleden. Je neemt trouwens zelf maar even de moeite om een reactie terug te zoeken als je dat nodig hebt.
    - Niet off-topic gaan! Je bespreekt dingen maar in iemands gastenboek of via een privé bericht. Kleine dingetjes mogen uiteraard wel.
    - Geen Mary Sues, niemand houd ervan om met perfecte personages te spelen of mensen die zich overal uit weten te redden.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Maximaal 3 rollen.
    - Geen mensen die al snel stoppen, denk daar goed over na voor je jezelf aanmeld. Meld het wel als je afwezig bent of wel wilt stoppen.

    Piraten:
    - Nicholas Elijah Hawkins Hidan - kapitein
    - Alice Gwyn Barwick Assassin - rechterhand
    - Bernadette Mary-Ann Raydel Permission
    - Peyton Locke Neiva
    - Noël Sam Thomson Frodo

    Eilandbewoners:
    - Ezra Gilbert Jenkins Assassin
    - Milan Montgomery Gasai
    - Aurélie Gabrielle du Aquitaine Neiva
    - Milena Cassia Jenkins Hidan
    - Hassu Kins Wiarda

    Rollentopic
    Een kleine map van het eiland.
    Bij het dorpje moet je je zoiets voorstellen.

    Het begin:
    Het is vroeg in de ochtend, de dageraad breekt pas net aan waardoor het nog redelijk donker is. De eilandbewoners doen gewoon hun ding, terwijl de piraten hun plan om de vuurtoren over te nemen helemaal klaar gemaakt hebben. De piraat Peyton Locke heeft de vuurtoren al verkend en verslag uit gebracht bij de kapitein om het plan compleet te maken. Nu hebben ze het schip veilig achter wat rotsen gelegd om vervolgens de vuurtoren over te gaan nemen. De piraten gaan ook naar het dorp en kunnen zelf kiezen of ze zich daar huisvesten of op de boot blijven.


    Your make-up is terrible

    Peyton Locke
    Zodra ik de vuurtoren goed heb verkend loop ik terug naar het strand, waar de kapitein en de rest van de bemanning staat. Gelijk begeef ik me naar de kapitein en breng ik hem verslag uit over de vuurtoren, en meld ik hem ook dat er zich een dorpje op enige afstand van de vuurtoren bevind. Hij geeft me een knikje, als teken dat ik het goed gedaan heb en loopt dan met grote, sierlijke passen verder het strand op. Dan draait hij zich weer om, zodat hij nu de gehele bemanning kan zien. 'Thomson, Locke,’ zegt hij op een bevelende toon, terwijl zijn ogen op mij en Thompson gericht zijn. 'Ga het dorp verkennen en kom terug met resultaten'. Nu kijkt hij naar Barwick. 'Barwick, ga met hen mee zodat ze het niet verpesten. De rest gaat naar de vuurtoren. Over een uur spreken we hier af'. Barwich draait zich naar ons toe en werpt ons gelijk een dodelijke, waarschuwende blik toe. 'Rustig maar, we hebben nog niks verkeerds gedaan,' meld ik haar. 'Alleen verkennen. Doe later maar waar jullie zin in hebben,' sist ze. Thompson en Barwick draaien zich nu allebei om en beginnen richting het dorp te lopen. Ik werp nog even een blik op de rest van de bemanning en loop dan op een rustig tempo achter de andere twee aan.
    'Zover ik heb kunnen zien zo net, stelt het dorpje niet heel erg veel voor,' deel ik ze mee. 'We zullen zeker niet veel goudstukken, sieraden of andere waardevolle dingen kunnen bemachtigen'.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Hassu Kins

    Ik houd niet van ochtenden, net zoals ik niet van de spleet in de muur aan de oostzijde van mijn huis houd. Als de oosterwind eens goed en hevig tekeergaat, is het hier altijd tochtig. Bovendien maakt mijn huis dan rare, fluitende geluiden die ik in de loop van de jaren wel heb leren kennen, maar waar ik nog steeds niet goed tegen kan. Daarom heb ik met mezelf de afspraak gemaakt dat ik 's ochtends ga wandelen als de oosterwind waait, zodat ik dat verschrikkelijke gefluit niet hoef te horen.
          Mijn wandelstok, die eigenlijk uit een oude tafelpoot bestaat, is omgewaaid, of omgevallen, of omgetrapt - het doet er ook eigenlijk niet toe. Hij ligt op de grond en ik kan er niet bij zonder dat ik moet bukken, en bukken is nou juist iets dat ik niet goed kan. In principe kan ik proberen hem omhoog te krijgen met een andere stok, of iemand vragen om hem voor me op te pakken, of hopen dat de stok zo vriendelijk is om zichzelf te ontwaaien zodat hij weer rechtop staat, maar ik heb er het geduld niet voor. Achter me hoor ik nogsteeds dat akelige gefluit en ik vind het rot klinken. Soms heb ik andere mensen wel eens gevraagd of zij er niet gek van worden, maar die antwoordden altijd dat ze niets hoorden, waarna ze gingen lachen of een zin maakten met de naam 'Maffe Hassu' erin.
          Omdat ik het gefluit dus wel hoor en geen zin heb om te lachen of een zin te maken met Maffe Hassu, besluit ik maar zonder te gaan. Op het strand zullen er waarschijnlijk alleen maar meeuwen zijn en meeuwen krijsen, iets dat veel beter klinkt dan dat vervelende gefluit.

    [Is het zo oké? Ik ben alles nog een beetje aan het aftasten, maar is dit in ieder geval ongeveer voldoende woorden?]

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 18:51 ]


    Ik kijk uit het raam, naar de lucht en de zon, ik loop naar buiten en flikker van het balkon.

    Ezra Gilbert Jenkins

    Het is nog vroeg als ik alweer terug kom uit het bos, waar ik brandhout voor vanavond gesprokkelt heb. Ik ben altijd als één van de eersten op en maak me dan graag even nuttig. Dit is voor het vuur om op te kunnen koken en zodat we het warm genoeg hebben. Het word niet echt koud hier, maar de temperatuur daalt wel 's avonds.
    Als ik Mila zie aan komen rennen wil ik mijn hand naar haar opsteken, maar mijn handen zijn vol met het brandhout. Wat onhandig kijk ik er naar, maar Mila heeft mij blijkbaar niet gezien en rent tegen mij aan, waardoor ik mijn evenwicht verlies, op de grond val en alles uit mijn handen valt. Mila grinnikt alleen groots. "Kijk dan uit, slimmerd." zegt ze met een engelachtige stem waar ik schaapachtig op grijns. Ze staat snel op en kijkt nog één keer naar mij. "Je moet even mijn taak overnemen, broertje lief!"
    Hierna rent ze alweer weg en ik zie de vrouw en besef me wat voor taak ze bedoeld. Ik kijk haar even somber na, eigenlijk had ik andere dingen willen doen. Dit is echt vrouwenwerk, maar om Mila niet in de problemen te brengen krabbel ik alweer overeind en laat ik het hout op de grond liggen. De vrouw roept alweer naar Mila toe en ik loop naar haar toe. "Ik neem vandaag haar taak over." zeg ik tegen haar met mijn zachte, jongensachtige stem.
    "Eh, als u het niet erg vind breng ik eerst even het hout naar huis." Ik wijs even naar het hout achter me en bijt zacht op mijn lip. Het gezicht van haar staat op onweer en ik durf al bijna niets te zeggen. "Best." gromt ze als antwoord en als ze zich omdraait mompelt ze allerlei verwensingen. Ik zucht opgelucht en begin het hout van de grond af te sprokkelen. Kon ik maar alles tegelijk...


    Your make-up is terrible

    Ja, je doet het erg goed en het is zeker een goed stuk met voldoende woorden.


    Your make-up is terrible

    Pirate Noël Sam Thomson

    Barwick begint al direct met bevelen uitdelen. Ik doe alsof ik haar niet hoor terwijl ik op een stevig tempo blijf door lopen. Waarom ik haar niet echt moet, weet ik niet. Misschien omdat ze één van de weinige vrouwen onder ons is of omdat zij de enige lijkt te zijn die de kapitein in zijn gezelschap duld. Niet dat ik jaloers ben, ik vind gewoon dat zij het niet verdient. Haar constante arrogantie en denigrerende blik maakten dat ik haar vanaf het begin haar niet echt moest. Punt uit.
    'Zover ik heb kunnen zien zo net, stelt het dorpje niet heel erg veel voor,' zegt Locke. 'We zullen zeker niet veel goudstukken, sieraden of andere waardevolle dingen kunnen bemachtigen'. ik houd mijn pas even in zodat ik naast hem ga lopen.
    'Heb je nog iets anders kunnen zien? Een kroeg voor vanavond misschien.' ik stomp hem vriendschappelijk tegen zijn bovenarm en grijns. Niet dat ik me ooit onder zo'n drukke bedoening zou mengen, maar het is hoogst waarschijnlijk wel wat voor de andere bemanningsleden.
    Als we boven op de kif aan komen, zie ik het dorpje zelf onderin het dal. Klein, niet veel soeps, maar de dingen die we nodig hebben zullen we er zeker vinden.


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Milena 'Mila' Cassia Jenkins, eilandbewoner.
    Ergens had ik medelijden met mijn broer, dat hij soms zoveel voor mij over had en ik hier gebruik van maakte. Alleen het werkte niet: taken en ik gaan ronduit niet samen, en als mijn broer dan op dat moment in de buurt komt, kun je het wel raden. Zelfs het brandhout voor vanavond waren zijn armen uitgevallen, waardoor ik op dat moment erover na zat te denken hem te helpen. Toch deed ik het niet, dat kwam door de vrouw die altijd met de vrouwen van dit dorpje voor eten zocht om dit op te slaan voor de komende tijd.
          Ze was altijd zo bazig en ik kon niet goed met haar overweg. Misschien kwam dat ook gewoon omdat ik altijd, inderdaad, wegrende voor dit soort dingen. ‘Vrouwentaken,’ Ik rolde mijn ogen gehumeurd bij dit woord, alsof vrouwen daarvoor bedoeld zijn. Wij kunnen ook hard werken, mannenwerk doen! Niet dat ik dat nu zou doen, want ik wil nog even van mijn vrijheid genieten voordat die af genomen word. Eenmaal op de bovenste tak van de hoogste boom die ik kon vinden, keek ik over van alles uit. Mijn donkere haar waaide in de wind die er soms opstak, waardoor deze soms om mijn gebruinde huid krulde. Abrupt zag ik iets in de verte, mensen dacht ik te zien.
          Haastig krabbelde ik iets naar beneden, maar hield halt halverwege de boom op een tak toen ik enkele mensenstemmen hoorde. Niet één die ik herkende, dus bleef ik wachten tot ze voorbij kwamen. Onder de takken zag ik een enkele vrouw en twee mannen lopen. De gedachte speelde bij me op om wat bij hen uit te halen, wat een zacht gegrinnik tussen mijn volle lippen liet komen, echter deed ik het niet. Wie weet wie hun waren en wat hun intenties zijn. Schoon zien ze er in elk geval niet uit.

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 19:25 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Alice Gwyn Barwick

    Ik negeer Lockes antwoord op mijn blik dat ze nog niets verkeerds hebben gedaan meteen. Ik weet nog niet hoelang dat zo zal blijven en sis het ze dan alsnog toe. Thomson doet gewoon alsof hij me niet heeft gehoord en loopt met stugge passen verder. Niet dat het me wat uitmaakt want hij is één van degene aan wie ik liever geen aandacht besteed. Als hij er niet naar luistert kan hij van mij het heen-en-weer krijgen en het maar uitzoeken, ik raporteer toch wel bij de kapiteit en laat niets weg van zijn gedrag. Er zijn er nog genoeg die niet accepteren dat ik vrouw, piraat én rechterhand ben, maar dat mogen ze lekker uitzoeken. Ik ben het toch echt, waardoor ik hoger in rang sta dan hen.
    "Zover ik heb kunnen zien zo net, stelt het dorpje niet heel erg veel voor." zegt Locke. "We zullen zeker niet veel goudstukken, sieraden of andere waardevolle dingen kunnen bemachtigen." Dat is iets wat ervoor zorgt dat ik wat teleurgesteld ben, maar het zal me er niet van weerhouden om daar naar te zoeken. Thomson houd zijn pas in zodat hij naast Locke komt te lopen, ik blijf achter ze aan sjokken met mijn handen in de zwarte jas gestoken. Het is ochtend en nog redelijk fris, zeker op het strand en op het schip. Ik werp even een blik achterom op de Ophelia, die er nu klein en weerloos uit ziet. Ik mis haar nu al.
    "Heb je nog iets anders kunnen zien? Een kroeg voor vanavond misschien." Dat zijn de woorden van Thompon en ik rol met mijn ogen. "Ja joh, ga gezellig wat drinken met de eilandbewoners. Of nog beter, word gelijk vriendjes met ze! Misschien geven ze hun goud wel gewoon weg!" bijt ik hem toe op een bitse manier met mijn wat schelle stem. Al snel veranderd het terrein en lopen we nu tussen de bomen door. Overal zijn de geluiden die er bij horen, geluiden en geuren waar ik toch niet van hou. Gelukkig lijkt het dorp dichterbij te zijn dan de vuurtoren, want ik had al weinig zin om zover te lopen. Helaas was het niet mogelijk om het schip daar dichterbij aan te leggen.


    Your make-up is terrible

    (Even een post zodat Maia wat te doen heeft, sorry Neiva)

    Pirate Noël Sam Thomson

    Voor Locke kan antwoorden, krijg ik al een sneer naar mijn hoofd gegooid van Barwick. 'Ja joh, ga gezellig wat drinken met de eilandbewoners. Of nog beter, word gelijk vriendjes met ze! Misschien geven ze hun goud wel gewoon weg!' Ik wil haar een grove belediging toe smijten maar houd mijn mond en kijk stug voor me uit. Ze is het niet waard en ze zal het toch melden bij de kapitein als ik wat tegen haar doe. Zo'n klikspaan is ze wel.
    Ineens hoor ik een gekraak boven me en kijk verbaasd omhoog. Daar, tussen de takken van een boom, zie ik een persoon zitten. Ik ben zo verbaasd dat ik even stil blijf staan. Het is een meisje, dat is duidelijk te zien aan haar lange haren en postuur.
    'Uhmm.. lopen jullie maar even door.' zeg ik tegen Barwick en Locke. 'Ik verken het bos even.' het is niet de beste smoes, maar het kan er mee door. Ik buk even, alsof ik de veters van mijn botten strik en doe dan uiterst langzaam mijn overhemd uit. Pas wanneer ik ze zie verdwijnen achter de heuvel, stop ik ermee en kijk weer naar boven. Het is niet slim om ineens tegen onbekende personen te praten, maar ik kan het niet behelpen. Dit meisje lijkt zo op Odette - het meisje dat ik heb achtergelaten in mijn thuisland - dat ze me de adem beneemt.
    'Hallo?'

    (er nog wat bijgedaan, nu heb ik genoeg woorden)

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 20:14 ]


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    [Volgende keer zou het fijner zijn als er even gewacht wordt... Aan tien minuutjes niks doen gaat ze heus niet dood.
    En je weet dat mijn andere personage ook Aurélie heet?]

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 20:08 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Milan Montgomery

    Voorover gebukt stond ik bij het strand, starend naar een hoopje zeewier dat aan was gestrand. Met een walgelijk gezicht keek ik ernaar. Zo groen en glibberig. Balletjes die een raar geluidje maakte wanneer je er op stapte en ze kapot gingen. Een rilling ging door mij heen en ik prikte er eventjes in met een takje.
    'Walgelijk,' mompelde ik. 'Ik kan niet snappen dat mensen jou leuk vinden.' Zag mij dan, beetje de zelfvertrouwen van een hoopje zeewier verpesten. Zachtjes grinnikte ik en porde nog wat meer in het hoopje zeewier. Ik schrok op toen ik wat te hard prikte in één van die balletjes. Het balletje knapte kapot en het bekende geluidje kwam te boven. 'Stomme zeewier,' zei ik er tegen. 'Bied nu je excuses aan!' Ik zuchtte, alsof het zeewier nu tegen mij ging praten en ook echt zijn excuses aan mij ging aanbieden. Het stokje liet ik liggen bij het zeewier en begon vervolgens te lopen richting het bos. Ik moest ooit brandhout gaan halen als ik straks lekker warm wou gaan zitten. Ik zuchtte, haalde een hand door mijn haar en ging op zoek naar hout.
    Na eventjes te hebben gezocht had ik dan eindelijk wat hout gevonden. 'Volgens mij is dit wel eventjes genoeg,' mompelde ik wat in mijzelf. Ik volgde mij weg richting het dorp. Eerst al dit hout naar huis brengen, daarna zag ik wel verder.


    Always though that I might be bad. Now I'm sure that it's true, cause I think you're so good & I'm nothing like you

    Neiva schreef:
    [Volgende keer zou het fijner zijn als er even gewacht wordt... Aan tien minuutjes niks doen gaat ze heus niet dood.
    En je weet dat mijn andere personage ook Aurélie heet?]


    Zal ik doen, sorry.
    En nee, dat wist ik niet. Ik zal het veranderen.


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Neiva schreef:
    [Volgende keer zou het fijner zijn als er even gewacht wordt... Aan tien minuutjes niks doen gaat ze heus niet dood.
    En je weet dat mijn andere personage ook Aurélie heet?]

    Nee, inderdaad, dan ga ik heus niet dood, maar ik had het gevraagd aan haar.
    Sowieso zijn er wel meerdere mensen die Aurélie kunnen heten, daarmee bedoeld ze niet direct jouw personage.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Peyton Locke
    'Heb je nog iets anders kunnen zien? Een kroeg voor vanavond misschien'. Thompson stompt me vriendschappelijk tegen mij bovenarm en grijnst. Ik zie Barwick met haar ogen rollen. 'Ja joh, ga gezellig wat drinken met de eilandbewoners. Of nog beter, wordt gelijk vriendjes met ze! Misschien geven ze hun goud wel gewoon weg!' bijt ze hem toe. Ik grinnik zacht. 'Schat,' begin ik droog, 'ik heb net gezegd dat ze waarschijnlijk geen goud hebben, dan kunnen ze het ook niet weggeven, snap je?' vraag ik haar, op een toontje alsof ze een klein kind is.
    Thompson zegt niks en loopt verder.
    'Uhmm, lopen jullie maren even door,' zegt hij ineens als we boven aankomen. 'Ik verken het bos even'. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Juist. 'Wat jij wilt,' zeg ik dan. 'Zolang je over een uur maar op het strand bent'. Daarna loop ik verder. Ik snap niet waarom Thompson het bos wil verkennen, er is daar toch niks interessant of waardevols, tenminste dat lijkt me.
    'Ik zei toch dat het dorp niet veel voorstelde,' zeg ik tegen Barwick als we bij de ingang van het dorp staan.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Hassu Kins

    Lopen gaat niet erg snel zonder mijn stok en is ook niet altijd even pijnloos, maar het doet me goed wat van die akelige oosterwind op te snuiven. Het mag dan misschien wel voor tocht en gefluit zorgen, maar het ruikt altijd wel lekker fris. Het hele dorp lijkt al aardig actief te zijn voor een morgen en dat vind ik fijn, want zo zijn er genoeg mensen die me kunnen helpen als ik per ongeluk toch val. Sterven zal ik vandaag gelukkig niet, want ik heb nog geen meeuwen in een oneven aantal over zien vliegen - al moet ik toegeven dat ik ook niet op durf te kijken als ik zonder stok loop. Stel je toch eens voor dat ik wél vijf meeuwen bij elkaar zie vliegen en ze nog harder krijsen dan de oosterwind. Dan zou het niet anders kunnen dan dat ik het volgende moment zou struikelen en mijn nek zou breken, zo zit de wereld nou eenmaal in elkaar. Vijf krijsende meeuwen voorspellen de dood, dat weet iedereen.
          Ik zie een jongeman lopen met hout in zijn handen. Even komt de gedachte in me op om hem om een tijdelijke wandelstok te vragen, maar mijn oog blijft hangen op één tak die ergens onderop de stapel te zien is. Ik blijf abrupt stilstaan. Nee toch.
          'Jongen, weet je wel wat je in je handen hebt?' breng ik verschrikt uit. Ik probeer weg te kijken van de tak, maar het lukt niet. Mijn handen trillen en proberen zich vast te klemmen aan mijn wandelstok, maar helaas ligt die nog omgewaaid voor de deur van mijn huis, dus klampen ze in plaats daarvan aan de lucht. En je vastklampen aan lucht werkt nooit zo goed. 'Ach kind, dat hout is vervloekt! Alle boze bosgeesten voeden zich op de rook van dat hout, ze zullen ons allemaal verdrijven!' Ik merk niet dat mijn stem telkens hoger wordt naarmate mijn angst groter wordt. 'Ze zullen ons allemaal te pakken krijgen!'

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 20:30 ]


    Ik kijk uit het raam, naar de lucht en de zon, ik loop naar buiten en flikker van het balkon.

    Tortura schreef:
    (...)
    Nee, inderdaad, dan ga ik heus niet dood, maar ik had het gevraagd aan haar.
    Sowieso zijn er wel meerdere mensen die Aurélie kunnen heten, daarmee bedoeld ze niet direct jouw personage.


    Dat betekent alsnog dat er wel eventjes gewacht had kunnen worden, maar goed.
    And I know, het kan alleen wat verwarrend zijn als twee mensen zo heten.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered