• Er was een tijd dat twee koninkrijken in vrede samenleefden.
    Twee jonge koningen vochten zij aan zij in elke oorlog die ze vochten en deelden hun overwinningen met grote feesten aan de dorpelingen.
    Ze waren als broers voor elkaar en er was niets dat hen kon deren.
    Maar de twee koningen werden ouder en groeide na jaren van broederschap uit elkaar.
    Huize Norhtwode wilde meer land te veroveren, om meer aan kracht te winnen, terwijl huize Baratheon opzoek was naar meer bondgenoten om wat veiligheid voor de dorpelingen te creëren.
    Het koninkrijk van Baratheon groeide uit tot een fort dat bescherming gaf aan zij die het nodig hadden terwijl het koninkrijk van Northwode één van de meest gevreesde koninkrijken was geworden.
    Na eeuwen van vrede, verklaarde huize Norhwode de oorlog aan huize Baratheon.
    En dat was het begin van een tijdperk vol oorlog en politieke intriges.
    Allemaal in het teken van macht en rijkdom.



    Regels:

    • OOC is altijd tussen haakjes.
    • Schelden en 16+ is toegestaan maar probeer het wat netjes te houden.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden, in overleg met de eigenaars.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie, niets is zo erg als een post bomvol schrijffouten.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Er is een minimum van 10 regels, meer regels zijn uiteraard ook toegestaan.
    • Reserveringen blijven 2 dagen staan en worden dan zonder waarschuwing verwijdert.
    • Denk goed na voor je meedoet, ik wil geen mensen die na een dag al stoppen.
    • Alleen Gipsy maakt de topics aan, tenzij ik anders vermeld.






    Huize Baratheon

    Vrouwen:

    - Gipsy - Elizabeth Marique Baratheon - Prinses/Dochter van de koning.
    - Pebble - Catherine Eleanor Baratheon - Prinses/Dochter van de koning.
    - mismi - Elena Sophia Collins - Dienstmeid/spion
    - Pebble - Gemma Antoinette Treebone - Dienstmeid/naaister
    - DreamerN - Fauna Deidre Graham - Hofdame
    -
    -
    -



    Mannen:
    - Bastard - Raegan Bran Baratheon - Koning Baratheon
    - 0o7 - Reagan Theadran Baratheon || - Prins/Zoon van de koning (Troonopvolger)
    - mismi - Julius Edward of Monmouth - Ridder
    - Squib - Daniëll Liam Graves - Ridder
    - Glorious - Adam James Cordiall - Wetenschapper/ingenieur
    - Bastard - Brom Rowan Falcon - Kruidenier/Dokter
    - 0o7 - Mathre - Schildknaap
    - MadEyeMoody - Bradley Damon MacGreggor - Burger/Bandiet






    Huize Northwode:

    Vrouwen:

    - STORYDREAMER - Rosamunde Northwode - Koningin
    - Aurorea - Arabella Estelle Devereaux - Jonkvrouw
    - Aurorea - Floria Ysmay Swift - Dienstmeid
    - Squib - Arissa Illeana Sait - Naaister
    - Rowboats - Alena "Lena" Katherina Lancaster - Bediende van de Tavern/ Bar 'Aphrodite'
    - Sheerio - Victoria Annabella Mortmain - Danseres/gevangenen
    -
    -


    Mannen:

    - MadEyeMoody - Ian Alexander Northwode - Prins/Zoon van de koning (troonopvolger)
    - Rowboats - Léon Oliver Northwode - Prins/Zoon van de koning
    - Sid - Victarion ‘Vic’ Karstark - Kapitein van de wacht (Kapitein der ridders.)
    - Gipsy - Jonathan Xander Kingsley - Ridder/zoon van de hertog
    - Bastard - Ilias Aeneas Logan - Schildknaap
    - 0o7 - Lior- Bandiet
    -
    -



    Meedoen kan altijd, als je gewoon even hier klikt
    Praat-Topic
    Praat-Topic 2
    Cover made by Yuliette

    [ bericht aangepast op 26 dec 2012 - 13:39 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    [Mensen gelieve dit in het praat-topic te bespreken, ik stoor me hier echt wel aan.]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Elizabeth Marique Baratheon

    Aangezien ik me een beetje overbodig voelde, vouwde ik rustig mijn handen in elkaar en keek ik mijn vader even aan.
    "Ik ga naar de kapel," Zei ik met een lichte buiging in mijn hoofd terwijl ik even naar de anderen keek. "Als jullie me excuseren."
    Na een kleine glimlach sloeg ik mijn ogen even neer en wandelde ik op een rustig tempo weg bij het groepje.
    Het was niet omdat ik er weg wilde, integendeel zelfs, maar ik wilde wat rust hebben.
    Tijd om na te denken en misschien eventueel een kaars te branden.
    Ik hield er wel eens van om naar een kapel te gaan, er waren toch amper mensen die er kwamen aangezien de meesten gewoon naar de kerk gingen.
    Maar aangezien ik dat niet zo echt fijn vond, hield ik het wat beperkt.
    In gedachten verzonken, wandelde ik op een rustig tempo naar de kapel die net buiten het dorp stond.
    Het was wel een eindje wandelen, maar dat kon me niets schelen, een wandeling kon immers nooit geen kwaad.
    Wanneer ik eindelijk bij de kapel aan was gekomen, duwde ik de deuren open die onder een luid gekraak open gingen.
    Omdat niemand hier eigenlijk kwam, rook het zaaltje wat muf en kon ik het niet laten om te niezen.
    Mijn stem echode door de kapel waardoor ik even met grote ogen rondkeek, het klonk veel luider dan ik had verwacht.
    Wanneer het weer muisstil was in de oude kapel, wandelde ik rustig naar voor, stak wat enkele kaarsen aan en ging ik voorzichtig zitten op een houten bank.
    Mijn ogen waren op het dansende vlammetje van de kaars gericht terwijl ik mijn hoofd leeg maakte.



    Jonathan Xander Kingsley

    Ik wilde net antwoorden tegen de vrouw, wanneer ik plots een erg bekende stem achter me hoorde.
    "Goedendag, Sir Kingsley, ik neem aan dat ik u vanavond ook tref op het feest ter ere van... mijn verjaardag?"
    Wanneer ik recht in het gezicht van de koning keek, boog ik plechtig zoals het hoorde en glimlachte ik vervolgens breed.
    "Natuurlijk, sire." Zei ik en keek hem opgewekt aan. "U weet toch dat ik geen enkel feestje mis en al zeker niet het uwe."
    Ik kende de koning al mijn hele leven, in mijn ogen was hij als een tweede vader, maar dat kwam omdat mijn band met mijn eigen vader slecht was.
    "Ik weet zeker dat het leuk zal worden, daar twijfel ik niet aan." Zei ik naar waarheid en vouwde vervolgens mijn armen over mijn borst heen.
    Al van kleins af aan, was ik dol op feesten, integendeel tot mijn vader dan.
    Hij hielt niet zo van feesten en was een oude, knorrige man voor wie ik niets goed kon doen.
    Waarschijnlijk leek ik dus qua uiterlijk en karakter op mijn moeder, ik vond namelijk niets in mijn vader dat overeenkwam met mezelf.
    Alleen mijn donkere haren waren een raadsel, mijn beide ouders waren blonde mensen.
    "Komt mijn vader ook, sire?" Vroeg ik met een kleine frons en hoopte dat ik niet al te wanhopig klonk.
    Ik kon er echt niets aan doen dat ik een bloedhekel had aan mijn eigen vader.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    mismi schreef:
    (...)
    Elena Sophia Collins
    Hij komt naast me zitten en geeft vervolgens antwoord op mijn vraag, maar hij zegt hetzelfde als wat ik zelf ook al dacht. Ik draai me een stukje om en ga vervolgens in het gras liggen en gebruik zijn benen als kussen voor mijn hoofd. "Ik weet zeker dat als je werk gaat zoeken en je niet meer steelt, de meisjes achter je aan rennen" zeg ik dan. Een zoveelste hopeloze poging om hem het rechte pad op te krijgen. "Misschien moeten wij over een paar jaar als we nog steeds niet getrouwd zijn wel gewoon met elkaar trouwen" zeg ik dan met een bloedserieus gezicht terwijl ik hem aankijk. Ik bedoel het als grapje, maar ik vind het altijd leuk om hem even flink voor de gek te houden. "Ik bedoel, we kennen elkaar nu toch al vrij lang en ook vrij goed. Ik ken jou slechte kanten en jou goede kanten en jij weet van mij ook wat mijn slechte en wat mijn goede kanten zijn." ga ik rustig verder. "Maar dan moet je wel gaan werken natuurlijk, want ik ga niet alles betalen en zeker niet als er kinderen komen" zeg ik dan. "En ik wil niet dat mijn kinderen later ook gaan stelen zoals jij" zeg ik hoofdschuddend en nog altijd met een serieus gezicht. Ik weet zeker dat ik als thuis aankondig dat ik hem ga trouwen mijn beide ouders een hartaanval krijgen en dat de rest van het dorp me meteen raar aankijkt.


    Bradley
    ''Ik weet zeker dat als je werk gaat zoeken en je niet meer steelt, de meisje achter je aan rennen' Zegt ze en duidelijk in een poging mij aan het werk te krijgen, 'Wanneer hou je op met die pogingen om me aan het werk te krijgen?' Vraag ik haar zuchtend, het werd erg.. iritant. 'Als ik je beloof dat ik de eerstvolgende baan die jij vind probeer hou je dan eindelijk op?' Vraag ik haar, dat werd toch niets aangezien ik niet van werken hielt en dat nooit lang uit zou houden of uberhoud aangenomen word. En daarbij betwijfelde ik het of ze dat aanbot af zou slaan aangezien ze me al de heletijd aan een baan wou krijgen. 'Mischien moeten wij over een paar jaar als we nog steeds niet getrouwd zijn wel gewoon met elkaar trouwen Ik bedoel, we kennen elkaar nu al vrij lang en ook vrij goed. Ik ken jou slechte kanten en jou goede kanten en jij weet van mijn ook wat mijn slechte en wat mijn goede kanten zin' Zegt ze en ik heb al vrij snel door dat ze een grapje maakt. 'Maar dan moet je wel gaan werken natuurlijk, want ik ga niet alles betalen en zeker niet als er kinderen komen. En ik wil niet dat mijn kinder later ook gaan stelen zoals jij' Zegt ze hooftschuddent met haar serieuze gezicht. 'Erg grappig' Andwoorde ik en haal haar haar door de war aangezien ze haar hooft op mijn been heeft gelecht.


    Don't be like the rest of them, darling

    Victarion Karstark
    Wanneer het meisje antwoord dat zij op dit moment de baas van de taverne is, houd ik mijn gezicht in de plooi. Zo’n jong ding? Ach ja, waarom ook niet. Ze ziet er best capabel uit. En bijdehand genoeg. ‘Een kroes bier graag dan.’
    Illias was ondertussen op een kruk gaan zitten. ‘Ik geloof je. Maar wacht hier, ik neem je straks mee terug naar het kasteel. Op jouw leeftijd hoor je nog niet rond te hangen in tavernes.’
    Dan kijk ik naar Arissa, haar had ik ook nog nodig. Ik kan niet op dat feest verschijnen in iets anders dan de tuniek met het wapen van mijn huis. Niet dat ik er geen andere heb, maar dat is het mooiste en het meest kostbare; de vos en de slang van mijn huis zijn er opgeborduurd met kleine kraaltjes. Onfortuinlijk genoeg vond één van die leeghoofdige wasvrouwen van het kasteel het nodig om het eens een flinke schrobbeurt te geven. Resultaat: kralen losgeboend en een lange tijd minder loon voor die wasvrouw. Gelukkig is er op zo’n momenten Arissa. Ik gebaar haar dat ze moet wachten, zodat ik haar nog naar de tuniek kan vragen. Ik had haar gezegd dat ze hem voorrang moest geven op haar andere werk, hopelijk heeft ze dat ook gedaan. Wanneer het meisje mijn bier brengt, vraag ik haar allereerst naar haar naam. ‘Ik ben Victarion Karstark – kapitein van de wacht op het kasteel. En ik heb iets bij dat je moet ophangen.’ Ik vouw het document dat ik al de hele tijd in mijn handen heb open op de toog. Het zegel van de koning hangt er aan en het mijne – de vos met de slang. ‘Het is een aanhoudingsbevel in naam van koning Darius voor die Schaduw,’ spottend spreek ik ’s mans bijnaam uit. ’Je weet wel, die Lior. Hang het goed zichtbaar op, we willen die kerel zo snel mogelijk vatten.’


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Algerain Catharina Baratheon

    Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Dawn's stem klonk niet meer zo verbitterd als vanmiddag en ik had er geen idee van wat ik wel en niet kon zeggen zonder dat het verkeerd was.
    'Ik was dichterbij dan jullie dachten,' mompelde ik terwijl ook ik mijn blik op de maan richtte en weer op mijn rug draaide. 'Ik zag ze komen en gaan. De soldaten. Elke dag door mijn raam van de herberg in het dorp. Niemand anders dan de koning wist hoe ik eruit zag; ik heb zelfs nog een praatje gemaakt met de Kapitein van de Wacht die nog wel het hoofd van de jacht was. Vreemd toch, hoe verdenkingen tot stand komen... mensen zijn zo makkelijk om de tuin te leiden, jammer genoeg...'
    Er heerste een korte stilte. Het leek zelfs wel of Dawn haar adem inhield. Ik durfde niet te kijken hoe haar gezichtsuitdrukking eruit zag. Ze hadden op de verkeerde plekken naar mij gezocht. Dat moest vast wel behoorlijk klote voelen, dat ze voor niets al die pijn ondergaan heeft.
    Mensen geloven ook niet meer zo snel dat iets simpel is. En dat wist ik. Ik wist dat als je iets voor iemand verborgen wilde houden, je het recht onder hun neus moest steken, op de meest voor de hand liggende plaats... en moest wachten. Wachten tot ze wanhopig werden en hun zoektocht opgaven. Want dat was er gebeurd bij mij.
    'Desalniettemin, ze hadden de jacht die maanden had geduurd nog maar net opgegeven toen ik bijna verhongerde. De grond is hard nu, de dieren zijn met winterslaap en er groeien amper eetbare planten in het bos. Dus... ging ik vanochtend naar het dorp. De rest van het verhaal ken je.'
    Ik zuchtte een paar keer achter elkaar, en keek de rookwolkjes die uit mijn neus en mond kwamen na totdat ze verdwenen.
    Mijn oogleden begonnen zwaar te worden, alle spanningen in mijn voorhoofd waren aan het ontspannen en mijn wenkbrauwen waren omlaag aan het gaan wat de fronsrimpel ertussen liet verdwijnen.
    "Slaap, mijn kind, stoor je niet aan 't nachtelijke lied. Slaap, tot de ochtend weer begint... heb rust en vrede, want ik verlaat jou niet. Nooit..." speelde ik de stem van Gillian af in mijn hoofd. Het was een gedicht wat hij ooit aan me had voorgedragen toen hij dacht dat ik sliep. Hij had het fout. Net zoals hij het in het gedicht fout had gehad.


    Koning Darius Vasilis Northwode

    'Natuurlijk, sire,' zei Sir Kingsley, en hij keek me opgewekt aan. 'U weet toch dat ik geen enkel feestje mis en al zeker niet het uwe.'
    Ik trok mijn mondhoek omhoog, als teken van instemming, en een poging tot een glimlach. Natuurlijk wist ik dat. Ik wilde slechts niet opvallen met mijn enorme hoeveelheid drank. En een gesprek met deze rechtvaardige jongeman sloeg ik nooit af.
    Ik had een hekel aan zijn vader, dat wel, maar hij was niet de enige waar ik een hekel aan had. Lang niet. Mijn eigen zoons konden wel opkijken tegen Sir Kingsley. Ian had dezelfde instellingen als ik, maar ik had het gevoel alsof hij nooit afhankelijk was geweest van mij. Alsof hij eigenlijk nooit echt een zoon voor me was geweest. En Léon... Léon was een geval apart.
    'Ik weet zeker dat het leuk zal worden, daar twijfel ik niet aan,' begon Sir Kingsley weer. 'Komt mijn vader ook, sire?'
    Dat laatste was met een kleine frons, en er zat een snufje wanhoop in zijn stem.
    Ik gromde iets, klemde de flessen wat steviger onder mijn oksels en knikte.
    'Ja. Helaas,' mompelde ik, en ik snoof. 'Hoe is het met hem? Is hij nog getrouwd, recentelijk?'
    Er zat zoveel schamperheid in mijn stem dat ik vlug een ander onderwerp aannam.
    'En wie is de dame?' vroeg ik met een wat luidere stem, en ik keek langs hem heen.


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Dawn Echo Lyna

    Al die tijd... Al die tijd had ze op minder dan 100 meter van het kasteel af ondergedoken gezeten. Ik hield me een tijdje stil.
    'Hoe was het om opgejagen te worden?' vroeg ik hees.
    Misschien was dit een aparte vraag, misschien te apart om te stellen. Maar toch... Ik voelde het. Dat de koning het wist. Of aan me dacht. Ik wist niet eens of ik me er wel goed of slecht bij voelde. En ja hoor, daar kwam nog een herinnering naar boven. Ik zuchtte. Hielden die pijnlijke herinneringen nooit op?

    Ik was in mijn kamer na een lange tijd in de cellen te hebben gezeten. Ik probeerde de riem van mijn been af te halen, en na lang proberen, kon ik hem eindelijk verwijderen. Ik hield mijn tanden op elkaar. God, het deed zoveel pijn!
    'Lukt het?'
    Ik keek verward om. Daar zat de koning, op mijn bed, met een geamuseerd trekje om zijn mond naar me te staren.
    'Wat doet...' ik wilde beginnen met weer iets hatelijks, maar het leek me niet verstandig. Ik kuchte.
    'Het spijt me, heer. Ik had u niet gezien. Mag ik u vragen waarom u hier bent?' vroeg ik kalm.
    De koning glimlachte.
    'Forceer maar niets, Dawn. Je bent er niet goed in' zei hij honend.
    Ik glimlachte ook, maar niet van harte.
    'Dan heeft u me nog nooit zien spioneren' zei ik kalm en ik draaide me weer om.
    De koning kwam van mijn bed af en dook achter me op. Hij pakte mijn schouders vast. Ik zei niets en probeerde weg te komen. Hij had me te stevig vast.
    Mijn oog viel op een mes, iets van twee meter van me vandaan. Ik probeerde het te pakken, maar de koning had me door. Hij pakte me nog steviger vast en bracht zijn mond naar mijn oor.
    'Wilde je weglopen, Dawn? Dat is niet zo slim'

    Ik huiverde en schudde de herinnering van me af. Nee, deze wilde ik het allerliefst vergeten. Ik was een lange tijd stil.
    'Zal ik een brief schrijven aan de koning?' vroeg ik aan Allie. Het was er sneller uit dan ik verwacht had.
    Ik wilde de koning informeren, maar aan de andere kant niet.
    Ik voelde Allie's ogen in mijn zij branden.
    Waarom was ik zo vol van onzekerheden?


    I will keep watch.

    Arissa Illeana Sait
    Eindelijk iemand die Illias hier weghaalde. Ik bleek dus de enige te zijn die het niet normaal vond dat hij hier rond hing. Anderen stoorden zich er niet aan, niet dat Illias zijn aanwezigheid hier me echt stoorde maar ik had gewoon het idee dat er plaatsen waren waar het gepaster was wanneer hij er rond hing. Heer Karstark gebaarde me om nog even te blijven zitten. Ik luister aandachtig naa zijn woorden tegen de bediende, ik weet het, je mag niet afluisteren. Het was niet alsof ik ooit naar mijn geweten luisterde, als ik al een geweten had want daar had ik ook zo mijn twijfels over. Dus de koning had eindelijk een aanhoudingsbevel voor de schaduw. Ik had ergens wel medelijden met Lior, ja ik wist wie de schaduw was. Veel mensen wisten trouwens wie de schaduw was, dat wilde zeggen, veel mensen uit de lagere klassen. Lior probeerde voor zijn familie te zorgen en we hadden allemaal wel eens honger geleden dus we wisten hoe het voelde. Anders als hem hadden we toenertijd niet nog een bende broertjes en zusjes thuis zitten die ook honger leden. Ik kon eigenlijk meer begrip opbrengen voor Lior als voor iemand als Karstark maar dat waren gevaarlijke woorden om uit te spreken. 'Ik heb uw opdracht trouwens af Heer Karstark,' zei ik.


    Remember to be ridiculous.

    Arabella Estelle Devereaux
    Voordat de jongeman kan antwoorden klinkt er een stem van een andere man. 'Goedendag, Sir Kingsley, ik neem aan dat ik u vanavond ook tref op het feest ter ere van... mijn verjaardag?' Kingsley, tuurlijk, dat is zijn naam, maar hoewel zijn achternaam nu weet kan ik alsnog niet op zijn voornaam komen. Hij buigt voor de man. 'Natuurlijk, sire'. De koning! Mijn vader gelooft me nooit als ik zeg dat ik de koning tegen gekomen ben op de markt.
    Zo geduldig mogelijk wacht tot een van beide mij aanspreekt, wat een hele prestatie voor mij is omdat ik over het algemeen erg ongeduldig ben.
    Als Kingsley aan de koning vraagt of zijn vader ook komt klinkt hij iets wat wanhopig. De koning antwoord op een minachtende toon. Ik denk even na, en bedenk me dan dat ik mijn vader wel eens over hem heb horen. Helaas kreeg hij toen door dat ik aan het afluisteren was en werd ik weggestuurd.
    'En wie is de dame?' vraagt de koning ineens met een luidere stem, waardoor ik op schrik uit mijn gedachten. Snel maak ik een buiging. 'Arabella Devereax, sire,' antwoord ik met mijn heldere stem.
    Dan valt mijn blik op de flessen drank onder zijn arm, en frons ik lichtjes. Ik had niet verwacht dat de koning zelf het drank voor zijn feest zou halen, als het voor het feest is tenminste.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Algerain Catharina Baratheon

    Haar vragen schudden me enigszins wakker, maar lieten me mezelf meer eenzaam voelen dan ik dat ooit had gedaan. Haar woorden trapten me op mijn ziel, een onbeschrijflijk gevoel wat ik in geen tijden gevoeld had.
    Ik legde mijn handen op Eira's flank en hees mezelf omhoog, zachtjes kreunend van de pijn in mijn voeten.
    Dawn kwam overeind.
    'Ga maar slapen, ik maak nog even een... nachtelijke wandeling.'
    Zonder te kijken of ze het daarmee eens was, keerde ik haar mijn rug toe en liep tussen de bomen door.
    Al snel hoorde ik het zachte geluid van stromend water, en met mijn jachtinstincten had ik het beekje al snel gevonden.
    Voorzichtig ging ik aan de rand zitten, en trok mijn laarzen uit. Teen voor teen stak ik mijn voeten in het water, en slaakte een kreet van pijn die lichtjes door het bos galmde en wat vogels liet opvliegen uit hun nesten.
    Met trillende handen pakte ik mijn voet vast, en zag dat de wonden op mijn tenen totaal waren ontstoken. Ook voelde ik dat één van mijn enkels ontwricht was.
    Verslagen liet ik mijn benen maar gewoon hangen en liet mijn armen op mijn schoot vallen. Daarna sloot ik mijn ogen en ademde diep in en uit door mijn neus om rustig te worden. Zo kon ik me even helemaal afsluiten van de buitenwereld.
    Ik haalde het gezicht van Gillian voor de geest, en glimlachte.

    'Kun je niet slapen, meisje? Moet ik een verhaal vertellen?'
    Ik knikte, en stak mijn hand uit naar zijn gezicht. Hij pakte hem vast, legde hem op zijn wang en ging aan het voeteneind van mijn bed zitten.
    'Er was eens... een mooie jonge vrouw. Met golvende, lange blonde haren en ogen zo blauw als de lucht. De vrouw was ontzettend verliefd op een man, een belangrijke man die dichtbij haar stond in haar omgeving. De man was ook verliefd op haar. Maar na een nacht, een nacht die zij met z'n tweeën doorbrachten, vertelde de man dat zij niet samen konden zijn. Hij was getrouwd, en moest zijn belangrijke naam voortbrengen en in de voetsporen van zijn vader treden. De vrouw was erg verdrietig, en dwaalde elke nacht urenlang door het donkere bos. En na een tijd ontdekte zij dat ze zwanger was. In verschillende herbergen zocht zij naar werk, maar de tijd verstreek snel, en veel herbergiers hadden liever geen drachtige vrouw in hun bediening. Dus liep de hoogzwangere vrouw heel diep het bos in, tot ze dichtbij de grens tussen de twee aangelegen koninkrijken aankwam, en daar een klein houten huisje zag staan. Ze klopte op de deur, en een jonge houtvester deed open. Hij bood de vrouw voedsel en onderdak, waar zij hem haar leven dankbaar voor was, en die nacht beviel de vrouw van een prachtige dochter. "Haar naam is Algerain Catharina..." zei de vrouw tegen de houtvester. "Zal jij goed voor haar zorgen?" De houtvester beloofde de vrouw dat hij goed voor het meisje zou zorgen, en de vrouw verdween in de schaduwen van het bos, om door hem nooit meer teruggezien te worden.'


    De tranen gleden vanuit mijn gesloten ogen over mijn nu al drijfnatte wangen, maar konden niet op tegen de glimlach die geheel mijn herinnering aan Gillian's verhaal op mijn gezicht had gestaan.
    Ik had altijd geweten dat dit verhaal over mij ging. Niet zeker, maar ik wist het toch. Zo zeker was ik er dus van wat mijn werkelijke naam was. En zo zeker was ik ervan dat ik deze vrouw echt moest vinden! Het moest; pas dan had ik er vrede mee om te zwichten voor de furie van koning Northwode.


    Koning Darius Vasilis Northwode

    De jongedame maakte snel een buiging.
    'Arabella Devereaux, sire,' zei ze met een heldere stem.
    'Het plezier is aan mij, vrouwe,' zei ik terug, en ik boog mijn hoofd lichtjes om haar hand aan te pakken en te kussen, zoals een heer met etiquette hoorde te doen.
    Een frons verscheen op haar mooie gezichtje toen ze de flessen drank onder mijn armen zag, en ik probeerde ze snel, tevergeefs, te verbergen.
    'Let daar maar niet op,' mompelde ik vluchtig, haar blik wegwuivend. 'Voor het feest. Vanavond. Lusteloze bedienden, snapt u? Het is vast dit waardeloze weer.'
    Ik wenkte de staljongen van zonet, en hij kwam aangehaast met mijn paard naast hem. Ze duwde zijn fragiele lichaam bijna omver. Ik gniffelde.
    Vervolgens propte ik de flessen haastig en zo onzichtbaar mogelijk in mijn zadeltassen, en rukte de teugels uit de handen van de jongen waarna ik hem vlug een zilver muntje in zijn handen drukte en hem weg dirigeerde.
    Voordat ik mijn voet in de stijgbeugel wilde zetten, vroeg ik nog:
    'U komt toch wel, hè? Vanavond?'
    Het meisje zag er verlegen uit, en ik luisterde niet echt naar haar antwoord. Het ging mij allemaal meer om de vorm.
    'Houd het goede werk vol, Jonathan,' begon ik maar weer tegen Sir Kingsley. 'O, en zoek de patrouille. Ze hebben zich niet gemeld vanmiddag. En zet gelijk wat nieuwe manschappen in. Onze aantallen lijken met de dag te krimpen. Geluk heeft dit koninkrijk verlaten...'
    Vervolgens hees ik mezelf in het zadel en wachtte tot de mensen een doorgaanbaar pad voor me zouden vormen.


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Dawn Echo Lyna

    Ik achtervolgde Allie. Ik vond het niet leuk dat ze mijn vraag niet beantwoorde en ik wilde antwoord.
    Ze ging naar een rivier. Ik had niet eens geweten dat er een rivier was.
    Ze legde haar voeten in het water en ze slaakte een kreet, die echode door het bos. Dat kon niet goed zijn.
    Ik stond een tijdje tegen een boom geleund, totdat ze helemaal rustig was.
    Ik wachtte nog even. Het leek wel een eeuwigheid te duren.
    Ik liep met mijn zilveren pas naar haar toe. Eenmaal schuin achter haar, ging ik in een kleermakerszit zitten. Haar voeten zagen er slecht uit. Misschien kon ik haar wel helpen, ik had immers genoeg afgekeken van de geneesheren in het kasteel. Ik ademde diep in.
    'Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vragen, Allie' zei ik.
    Plotseling schoot het me te binnen dat dit misschien pijn deed, al die vragen beantwoorden over een soort zwarte bladzijde in haar geschiedenis. Ik kreeg een schuldgevoel, voor de tweede keer deze maand. Ik zuchtte.
    'Het spijt me als mijn vragen je pijn doen' zei ik uiteindelijk maar.
    Ik dacht terug aan de eerste keer deze maand dat voor het eerst in vijf jaar er bij mij schuldgevoel opspeelde.

    Ik had de bakker verraden. Hij had een paar mensen uit Baratheon geholpen, de stakker. Ik stond meedogenloos te kijken naar het oordeel dat de koning hem gaf.
    'Hierbij ben je veroordeeld tot de dood' zei de koning en hij wuifde hem weg.
    De man vertoonde geen angst. Hij keek mijn kant op en hij herkende me. Ik had hem de dag ervoor nog gesproken over de mensen uit Baratheon en hij had het inderdaad toegegeven. Hij keek mij aan. Ik zag geen woede of verdriet, nee, integendeel. Hij had medelijden. Met mij.
    De soldaten voerden hem af. Hij liet mijn blik de hele tijd vast, totdat hij buiten mijn bereik was. Ik bleef een beetje verslagen achter. Ik probeerde het van me af te schudden en liep naar mijn kamer.

    Ik zuchtte en keek naar Allie's voeten. Ik had de bakker nog bevrijd ook, met de boodschap dat als hij mij zou verraden, ik hem de keel door zou snijden. Hij had besloten niets te vertellen tegenover de koning, om één punt: Doodsangst. Voor mij en voor de koning.
    'Ik zou kunnen proberen de pijn te verzachten' zei ik tegen Allie, gebarend naar haar voet.
    De fysieke pijn zou ik kunnen verzachten. Maar de mentale... Dat was onzeker.


    I will keep watch.

    Algerain Catharina Baratheon

    'Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vragen, Allie,' klonk er plotseling achter me.
    Ik draaide me met rode, betraande ogen om, maar draaide toen weer terug. Ik dacht dat ze me begreep. Maar ze had zojuist het tegendeel bewezen.
    Dawn zuchtte; ze zat schuin achter me in kleermakerszit.
    'Het spijt me als mijn vragen je pijn doen.'
    Ze begon al te zwichten, maar het was nog niet goed genoeg voor mij. Niet goed genoeg om mijn vertrouwen voor zich te winnen.
    'Ik zou kunnen proberen de pijn te verzachten...'
    Dat was de druppel voor mij. In één beweging slingerde ik mijn voeten vanuit het beekje aan het drogen, en stond op en trok tegelijkertijd mijn zwaard, de pijn negerend. Dawn bleef zitten, en ik keek op haar neer terwijl ik mijn zwaard op haar schouder liet rusten.
    'Je begrijpt het niet, of wel soms?' beet ik haar toe. 'Door vuur; as en vlam ben ik heengegaan. Ik ben verbrand, bevroren geweest... en ik heb het overleefd. Het toont waar het menselijke ras allemaal toe in staat is, waarvan het grootste gedeelte geen enkel benul heeft. We zijn in staat het allemaal af te nemen van een ander in ruil voor de redding van je eigen hachje. En in die positie heeft men geen keus wat we doen met de korte tijd die we hebben op deze wereld. Maar zelfs donkere tijden gaan ooit voorbij. Nooit op de moment waarop je dat zou willen, nee, de meesten zullen nooit begrijpen waarom. Maar ik denk dat ik het wel begrijp. Ik had verscheidene kansen om terug te gaan naar hoe de dingen ooit waren, maar dat deed ik niet. Waarom? Omdat ik wist dat het nooit meer zou worden zoals het vroeger was. Ik hield me ergens aan vast. Aan het feit dat we geen betamelijke mensen kunnen zijn, in een onbetamelijke tijd. Maar dingen veranderen. Personen veranderen. Iedereen moet een kans hebben om de fouten die je hebt gemaakt in je leven goed te maken. Om opnieuw te beginnen. Denk daar maar eens over.'
    Kermend van de golf van kou en kilte die door mijn lichaam heen ging liet ik het zwaard in de bladeren kletteren en plofte zelf op de grond voor Dawn neer, die sprakeloos had zitten luisteren naar mijn preek.
    'Je... hebt twee... keuzes...' bracht ik uit met een trillerige stem.
    'Of... je ondergaat... het feit dat ik jou onbewust heb laten lijden en... accepteert dat door mijn wonden te behandelen... of... je schrijft de koning een brief, met daarin... dat je zo snel mogelijk naar het paleis komt met een... felbegeerde gevangene... wat voor mij een zekere dood betekent en voor jou... een lading aan beloningen... juwelen... en goud. De keuze is... aan jou.'


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Dawn Echo Lyna

    Ik dacht na. Ik stond in tweestrijd. Ten eerste, ik zou geen beloning krijgen. Maximaal een schouderklopje, dat zou alles zijn. Misschien zou dat veranderen, omdat ik de moordenaar van de koning zijn vrouw zou hebben. Maar... Ik zuchtte. Ik wist niet eens met wat ik in tweestrijd stond. Alles, werkelijk alles riep in mij om haar te verraden aan de koning. Maar één ding in me, één ding zei me dat ik bij haar moest blijven: Mijn hart. Ik trilde. Nee, niet nu! Ik wilde niet huilen, ik... wilde... niet... Ik huilde. Misschien ingehouden woede, ingehouden verdriet, ingehouden mentale kwesties... Ik wist het niet. Maar ik huilde echo-loos. Er kwam geen geluid uit me, alleen maar tranen.
    Na een tijdje veegde ik de tranen weg. Ik keek naar mijn linkerhand. De snee die ik had gemaakt, een paar uren geleden, was al mooi aan het helen. Ik streek erover heen met twee vingers. Ik had haar beloofd haar niet te verraden. Ik zuchtte. Het was een trillende zucht. Ik haalde zacht mijn neus op. Het gekabbel van de rivier klonk vol harmonie in mijn oren. Nog nooit had ik zoveel vrede en rust om me heen gevoeld als vandaag. Ik streek een pluk van mijn donkerbruine haar uit mijn gezicht. Zou ik alles willen opgeven voor Allie? Die vraag werd al gelijk overstemd door een andere vraag. Had ik iets om op te geven voor Allie?
    Ik stak mijn hand onder mijn mantel en haalde daar papier uit, het enige stuk dat ik nog had. Ik staarde er een paar momenten naar.
    Toen verscheurde ik het en gooide het in de rivier.
    Ik deed mijn mantel af en ik zag het embleem van Northwode. Ik pakte het mes dat ik van Allie gekregen had en sneed het embleem dat er opgestikt was er vanaf. Het embleem scheurde ik in stukken en ik smeet het in de rivier.
    'Ik kies voor jou' zei ik zacht, maar beslist.
    Ik grabbelde nog even in mijn mantel naar verschillende kruiden ( ik werd altijd geadviseerd er een paar mee te nemen, voor grote nood ) die in kleine flesjes zaten en ik gaf de mantel aan Allie.
    'Sla hem om je heen. Iedereen kan warmte gebruiken' zei ik met een kleine glimlach.
    Ik mengde wat kruiden met wat rivierwater ( de rivier was zuiverder dan ik dacht ) en liet ze trekken. Toen pakte ik een steen die ik had schoongemaakt in de rivier en stampte het goedje fijn. Het werd een dikke zalf. Ik deed de zalf in een flesje en gaf het aan Allie.
    'Voor je voeten' zei ik met een kleine glimlach.
    Voordat ik haar overeind wilde helpen ( het goedje zou ik later aanbrengen op onze slaapplek ), besloot ik iets te zeggen.
    'Allie, ik wil je hierbij bedanken. Je hebt me wakker geschud en je was aardig voor me. Maar één ding wil ik je wel zeggen: Ik ben en blijf een burger uit Northwode. Waarschuw me alsjeblieft als je de karaktertrekken ziet' zei ik vertrouwelijk en ik hees me op.
    Ik had het gevoel alsof ik veel lichter was. Het voelde alsof... Alsof... Ik uit mijn kooi was bevrijd en wegvloog. En ik was er blij mee.


    I will keep watch.

    Algerain Catharina Baratheon

    Ik begon te snikken, deels omdat ik ijlde uit krankzinnigheid van mijn ondraaglijke pijn en ziekte, maar deels ook rechtvaardig.
    'Je hebt geen idee hoeveel dit voor me betekent...' jammerde ik terwijl ze me overeind hielp. 'Echt geen... echt gee...' Mijn van zichzelf al hese stem stokte, en er kwam alleen een vreemd gehijg over mijn kapotte, blauwe lippen.
    Dawn sloeg mijn arm om haar nek en begeleidde me terug naar onze slaapplek. Terwijl ik op mijn rug op de koude grond lag smeerde zij een dikke zalf op mijn voeten, wat ze zo koud maakte dat ze bijna gevoelloos leken.
    Ik tastte met mijn handen in het duister, gekweld door het gevoel en fysiek en mentaal gebroken door de omstandigheden.
    Ik voelde me... koud. En wanhopig. Afhankelijk. Maar absoluut niet meer eenzaam. Ze koos voor mij. Na alles wat ik haar had aangedaan, koos ze voor mij. Een moordenaar. Een verrader. Maar ik had ervoor gekozen om haar te vertrouwen. Misschien was dat iets wat nieuw was voor haar.
    Ik hoorde het vuurtje zachtjes naast mijn oor knetteren, en er verscheen een zwakke glimlach op mijn gezicht, onder mijn wase blik en een huid zo wit als een lijk. Dat geluid... het riep zoveel gelukkige herinneringen op. Ja, ik had ze. Zoveel momenten die ik graag nog eens zou willen doormaken, en die eeuwig zouden mogen duren op elk moment van de dag. Altijd. Mijn grijns werd breder, en mijn ogen sloten zich langzaam terwijl mijn ademhaling normaal en geleidelijk werd. De pijn verdween langzaam, al wist ik niet of het voor goed was. Ik kon ik ieder geval rusten nu.
    'Niet meer van daken springen, Allie...' zei ik voor de tweede keer vandaag tegen mezelf, voor mijn bewustzijn uit mijn lichaam verdween en een zachte, aangename deken van vredige slaap over mij heen legde.


    Je kan beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.

    Brom Rowan Falcon
    Brom sloeg zijn handen achter zijn rug in elkaar en liep op een rustig tempo naast Fauna door de tuinen. Wanneer zij een paadje insloegen liet hij haar steeds voor en wanneer er een plas water of een doorn uitstak zorgde Brom ervoor dat Fauna die nat werd of haar bezeerde. Hij legde haar uit over de verschillende kruiden die hij trok voor prinses Catherine's astma en vertelde de naam en uitwerking ervan. Hij zei haar welke giftig waren en welke lekker geurden.
    "Zullen we eens naar de oude kapel gaan?" vroeg Brom vervolgens aan Fauna toen zij de kruidentuinen weer uitliepen. Zijn lederen schoudertas was gevuld met heerlijk ruikende kruiden die men op 5 meter afstaan zeker moest herkennen, als je maar een beetje van kruiden afwist. Het zonnetje scheen warm tegen Brom's huid en de vogels kwetterden vrolijk om hen heen terwijl ze richting de oude kapel liepen.
    Vlinders fladderden rondom Fauna heen waardoor ze leek op een prinses uit een sprookje.
    Toen de twee aankwamen bij de kapel aankwamen stond de deur op een kiertje wat aangaf dat iemand al binnen was. Dat vond Brom best vreemd, aangezien hier niet vaak mensen kwamen. Hijzelf kwam nog wel regelmatig in deze buurt. Hier groeiden ook bepaalde kruiden die handig waren in allerlei brouwsels. Ook kwam Brom hier soms om te bidden tot de oude goden, zodat er nooit een vreselijke ziekte zou opkomen en er nooit oorlog zijn uitbarsten tussen Baratheon en Northwode aangezien de twee koningen elkaar in de haren konden vliegen na jaren van broederschap.
    Brom duwde tegen de deuren van de kapel die krakend opengingen en liet Fauna eerst naar binnengaan. Eenmaal binnen bleek dat prinses Elizabeth degene was die soms nog de oude kapel bezocht.

    |Sorry dat het zo lang duurde maar mijn vriendin had wat nodig voor het examen van Nederlands die ik moest overtypen en doorsturen. :/ |


    kindness is never a burden.

    Fauna Deidre Graham

    Aandachtig luisterde ik naar alles wat Brom me vertelde en ik had echt het gevoel dat ik er iets van opstak en dat ik het zeker kon gebruiken, al zou ik dan echt nog veel meer van hem moeten leren.
    Heel galant vergezelde Brom me verder door de kruidentuin heen, waarbij hij me nog meer vertelde over de verschillende kruiden en de kruiden die prinses Catherine nodig had voor haar astma.
    "Zullen we eens naar de oude kapel gaan ?" Vroeg Brom terwijl we de kruidentuin uitliepen nadat ik alle voederbakjes van de vogeltjes bij had gevuld.
    ik ga soms graag naar de kapel, dan neem ik mijn tijd om aan mijn overleden ouders te denken, die jammer genoeg altijd bezoedeld worden door de overheersende en angstige gedachten aan mijn stiefmoeder en diens zoon, waarna ik een traan vaak niet weg kan pinken voor ik weer terug dacht aan vooral mijn vader en wat voor een vrolijke man het geweest was.
    Ik knikte uiteindelijk toch waarna we al snel op pad gingen over de paadjes tussen kruiden en bloemen door.
    Vogeltjes en vlinders genoten net zoals wij van het heerlijke warme weer.
    Even sloot ik genietend mijn ogen terwijl ik een rondje draaide in de heerlijke zon, waarna ik ze weer opendeed moest ik lachen om de vlindertjes die allemaal om me heen fladderde.
    Ik hou van deze tuin, als je maar goed kijkt zit het vol met leven.
    Het gebouwtje doemde voor ons op en ik liet mijn ogen nog eens eroverheen glijden.
    Het was oud en had diens beste tijd al gehad, maar daarom zag het er nog niet lelijk uit.
    Wat voor visie er was gebruikt tijdens het bouwen van de kapel was niet duidelijk, maar het bleef toch een mooi aanzicht als je erop af loopt.
    Brom hield galant de deur voor me open die al op een kiertje stond, er was dus al iemand binnen.
    Even tilde ik mijn rok een beetje op zodat ik makkelijker over het drempeltje kon stappen, waar mijn ogen even aan het half donker moesten wennen voor ik prinses Elizabeth ontwaarde die in de kapel zat.


    Credendo Vides